van ZATERDAG 1 April 1893. KRONIEK. Nieuwsberichten. -«syl De Kroniek der gemeente Haarlem heeft op den 29 Maart 1893, het feit op te teekenen, dat op dien dag door den Bur gemeester Mr. E. A. Iordens na een 27 jarig bestuur voor het laatst de Raads vergadering werd geleid. By den aanvang der zitting werd mede gedeeld, dat de beide kiosken inden Hout waren verhuurddat in het Mnseum thans de etsen van Romein de Hooghe waren tentoongestelddat er wegens ziek te van twee hoofdambtenaren, twee plaats vervangers waren aangesteld; dat er 4 schilderyen uit het legaat van den Heer Pabricins van Leyenburg, tot nog toe in bruikleen bij anderen, door de recht hebbenden aan de gemeente waren ge schonken dat land in den Veerpolder door de gemeente in eigen beheer genomen ten dienste en ten koste der Gemeentereini ging voor f 357,055 was bezaaid dat Ge deputeerde Staten afwijzend hadden be schikt op de reclame van Mevr. Knijp; dot er verschillende adressen waren in gekomen met verzoek het besluit tot in korting van de kermis te wyzigen en een dergelijk adres van de Vereeniging van Industrieelen om de kermis van Maandag 12 uur tot Maandag 12 uur te bepalen. Deze adressen werden gesteld in handen van B. en W. om advies aan den Heer K. J. Janse werd op zyn verzoek eervol ontslag verleend als onderwyzer aan de opleidingsschool voor"jongens. Ook was bij B. en W. ingekomen het rapport der speciale commissie, inge steld om het verzoek der Gasfabriek tot verlenging der concessie te onderzoeken. Dit rapport zal in een volgende ver gadering aan de orde worden gesteld. Op een rekest van den Heer Marinus Schuylenburg om alsnog op de kiezerslysten te worden gebracht wordt goedgunstig beschikt. Volgens het Raadsbriefje zouden hier op aan de orde komen de nieuwe veror dening op de prostitutiehet voorstel van den Heer H. van den Berg tot ver hooging van schoolgelden aan het Gym nasium, aan de opleidingschool voor meis jes en aan de Burgerschool voor jongens en meisjes; en een voorstel van B. en W. tot het treffen van eene regeling met zes omringende gemeenten tot het toe laten van kinderen op de Haarlemsche scholen van lager onderwys waar schoolgeld wordt geheven, voor zoover de plaatsruime te toelaat en tegen betaling van anderhalf- maal het schoolgeld verschuldigd door de Haarlemsche ingezetenen. De heer Byvoet stelde voor deze pun ten, die zeker tot debat zouden aanleiding geven, thans, nu de burgemeester voor het laatst de vergadering leidt, te verdagen. De Voorzitter en de Raad vereenigden zich gaarne met het denkbeeld van den Heer By voet; de Burgemeester gaf daarop echter zyn wensch te kennen, dat de ver ordening op de prostitutie in den door hem bedoelden zin tot stand mocht komen. Hy ging uit van het denkbeeld, dat elke vrij heidsbeneming, zelfs den schyn daarvan moest worden vermeden dat zoo min mo gelijk dwang moest worden uitgeoefend, maar dat aan de andere zijde alles moest worden in 'twerk gesteld om besmetting te weren en te straffen, aanstoot te ver mijden, en genezing te bevorderen en ge- makkelyk te maken. Volgens het systeem door Spreker ont worpen was door den Heer Macaré eene verordening tot stand gebracht. Spreker roemde de bereidwilligheid waarmede dit werk door laatstgenoemde was op zich genomen en voelde zich verplicht hem daarvoor in het openbaar zijn dank te betuigen. De volgende punten der agenda wer den alsnu kortelyk afgedaan. Een wijziging werd gebracht in het reglement der scholen voor L. O. en wel in dit opzicht, dat voortaan, wanneer eene afdeeling eener school wegens overbevol king tijdelyk in eene andere wordt opge nomen, het hoofd der laatstbedoelde school het toezicht over deze klasse op zich zal nemen. Het Rapport der Commissie voor de bezwaarschriften werd onveranderd goed gekeurd. Een wyziging in de borgstelling van den gemeenteontvangereen rekest tot wederinhuring van grond aan de Baljuws laan en af- en overschryving en supple- toire begrooting van de Stadsapotheek ontmoette geen bezwaar. De missive van B. en W. betreffende den uitslag der geldleening, werd voor kennisgeving aangenomen. Dat deze lee ning, rentende 3% tot den koers van 95 a 96% is geplaatst, bewyst genoeg voor den gunstigen toestand van Haailems gemeente financiën. Mej. C. C. Kretschmer werd benoemd tot onder wyzeres aan de school lett. B, en het gasrapport voor kennisgeving aan genomen. Hiermede waren de aan de ordezynde zaken ofgeloopen, de gemeenteambtenaren traden de Raadszaal binnen, en de Voor zitter hield zichtbaar aangedaan, de na volgende redevoering Mijne heerenl Ik ga U vaarwel zeggen. Dit is voor mij eene groote smart. Sedert zeer vele jaren heb ik het ambt bekleed, dat mij lief was. Met volharding heb ik gestreefd naar hetgeen naar mjjne overtuiging nuttig was voor mijne stadgenooten, voor de gemeente. Niet altijd werden mijne wenschen vervuld. Doch veelal werd het goede, het nuttige bereikt. Zoo werd mijn arbeid, nrijn leven één met het leven der gemeente. Ieder Uwer begrijpt dat het mij smart dezen schoonen werkkring te verlaten. Met droefheid neem ik dan afscheid van onze stad, van onze burgers, van den Raad, die de bur gerij vertegenwoordigt. Dankbaar voor het vele goede, ruimschoots on dervonden, voor zoo trouwe medewerking van zeer velen; dankbaar voor opmerkingen, die tot het betere brachten of voor de welwillende bestrijding, die van het minder goede deed afzien, is er even wel nog veel overgebleven, hetwelk ik zoo gaarne vóór mijn afscheid tot stand had zien komen. Yoor de ontwikkeling derge meente, voor de toeneming der middelen van bestaan, voor de daaruit voort vloeiende welvaart behoort nog veel te geschie den, dat achterwege bleef. De gelegenheid van Haarlem is gunstig, zeer gunstig, men make er gebruik van! Zoo gaarne zou ik het tegenwoordige spoorweg station hebben zien verdwijnen, omdat het een beletsel is tegen de ontwikkeling van het geheele noordelijk gedeelte der gemeente en inderdaad een bron van gevaar. Wanneer men nu eens kon besluiten, een ge heel nieuw station te bouwen op de plaats van het station van den spoorweg van Zandvoort, dan zou men van daar den weg kunnen verleggen achter langs de begraafplaats tot de spoorweg brug over de Liede; men kon de nieuwe spoor- wegbaan zoo hoog maken als noodig is, om ze over alle verkeerswegen heen te leiden, en gedu rende den bouw kon de tegenwoordige baan on gestoord gebruikt blyven. Zoo gaarne zou ik het gebruik van het duin water, op een goed kwartier uur afstands gedeel telijk in onze eigene gronden gelegen, voortdu rend aan onze gemeente verzekerd zienhet gaat toch niet aan, Den Helder, de Zaanstreek, Amsterdam, Leiden en Den Haag het genot van duinwater te gunnen en het aan Haarlem te ont houden. 's Lands regeering is inderdaad van de recht vaardigheid onzer wenschen overtuigd, evenzeer als van de noodzakelijkheid om het werk uit te voeren. Moge de door haar voorgestelde wet tot ont eigening spoedig tot stand komen. Eene goede drinkwaterleiding is noodzakelijk voor de ontwikkeling van Haarlem. Hoe noodig is eene grensverandering voor de ontwikkeling der gemeente. Er was een tijd, dat de gemeente Haarlem van alle zijden omringd was, niet door ander gemeenten, maar door eene reeks van heerlijk heden. Deze belemmerden zoozeer de welvaart, de ont wikkeling der gemeente, dat hare regeerders lang zamerhand de meeste dier heerlijkheden kochten en daardoor als het ware de grenzen der gemeen te verwijdden. Na de revolvtie van het laatst der vorige eeuw werden alle heerlijkheden afgeschaft en in nieuwe afzonderlijke gemeenten herschapen Alle vrucht van het aankoopen der heerlijk heden ging daardoor voor Haarlem verloren en het keurslijf, waarin al die nieuwe gemeenten Haarlem samenpersten, werkte uiterst nadeelig op de ontwikkeling der plaats. Onze nieuwe straten zijn genaderd tot de grenzen van eene dier gemeenten. Zjf stuitten daar op geheel van alle verkeers middelen verstoken landen. "Wil men aldaar de ontwikkeling'niet voorgoed beletten, doch bevorderen, men verlegge die gren zen. Hoe gaarne had ik nog gezien, dat de po gingen om hierin te slagen nog vóór mijn weg gaan doel hadden getroffen. De bevolking dezer gemeente is in een kwart eeuw bijna verdubbeldnjjverheidsondernemingen kwamen tot bloei; kapitalen zijn er, die slechts op gelegenheid wachten om verderen bloei te be vorderen doch noodig is het, dat ons het ge bruik van de zee niet onthouden worde. De Hooge Regeering beschouwt dit als een landsbelang en wil helpen; de Gemeenteraad be schouwde het zoozeer als een stadsbelang, dat hij op zich nam een derde van de kosten geheel yoor rekenidg van Haarlem te nemen, zonder iets te vorderen van een drietal andere gemeen ten, die er evenzeer van zullen genieten. Het schijnt haast ondenkbaar, dat men den nu bijna 18-jarigen strijd blijve volhouden tegen onzen wensch, om van de zegeningen van het voor zoovele millioenen schats gebouwde Noord- zee-kanaal mede gebruik te mogen maken. De volharding, waarmede onze gemeente blijft strijden, toont hoe het mij grieft, deze zaak vóór mijn heengaan niet tot stand te hebben zien komen. Er is nog meer, dat mij na aan het hart ligt, in het belang onzer stad. Gij weet het allen, hoe een belangrijk gedeelte onzer gemeente, gelegen tusschen de Amsterdamschc vaart cn het Zuider Buitenspaarne, tot stilstand veroordeeld is, door gebrek aan verkeerswegen. De Raad besloot wel tot overbrugging van het Zuider Spaarne, maar toen wij meenden, dat de vrucht rijp was en die overbrugging tot stand zou komen, ontsprong ons de tak, waaraan de rijpe vrucht hing. Hadden wij de overbrugging verkregen, dan was een groote straat, met kanaal tot verbinding van de Amster- damsche vaart met het Zuider Spaarne, spoedig gevolgd, en de gelegenheid tot eene nog veel be langrijker ontwikkeling geboren. Ik geloof toch, dat niemand uwer zal betwij felen, dat een locaal-spoorweg of stoomtram of electrische tram, die het zuiden van Amsterdam met het zuiden van Haarlem en Zuid-Zandvoort verbindt, eene voor die drie gemeenten hoogst ge- wenschte en nuttige zaak zou zijn. Hoe gaarne had ik dus de overbrugging van het Zuider-Spaame tot stand zien komen, vóór ik vertrok I En nu, Mijne heeren! mocht het nog gelukken, dat wij eene directe spoorwegverbinding met het Oosten des lands konden verkrijgen, evenzeer als Amsterdam, Leiden, Den Haag en Rotterdam zoo danige verbinding hebben, dan geloof ik inderdaad, dat wjj een schoone toekomst voor de ontwikke ling van Haarlem zullen verkregen hebben. Had ik ook dit nog mogen zien gebeuren! Ilc hoop, dat mijn opvolger het geluk moge hebben, om onder zijn bestuur al de geschetste zaken tot stand te zien komen, en nog vele ande re, die mjjn te zwakke oog thans niet waar neemt. En hiermede vaartwelmijne stad, mijne mede burgers, mijne medebestuurders 1 Ik verzoek u, wanneer ik niet tevergeefs voor Haarlem geleefd mocht hebben, mij eene plaats te gunnen in uw vriendelijk aandenken. De Heer van de Poll sprak'_daarop den Burgemeester in de navolgende bewoor dingen toe: Geachte voorzitter 1 Na de hartelijke woorden, door u gesproken, is het mij eene behoefte u namens den Raad dezer gemeente daarvoor dank te zeggen. Ontvang nogmaals de verzekering, waarvan u telkens de bewijzen zijn gegeven, en in het bij zonder toen u in 1891 het feest van uw 26-jarig jubilaeum als burgemeester mocht vieren, dat Haarlems burgerij uwe verdiensten als burge meester waardeert. Andermaal die verdiensten te huldigen, acht ik overbodig. De geschiedenis van Haarlems ontwikkelingen daarmede gepaard gaanden bloei laat ik over aan hem, die zulks zal te boek staven; die zal met de omstandigheden rekening houden, waaronder de besluiten van den Raad onder uwe leiding en gedurende uw bestuur zijn genomen. Nu gij, geachte voorzitter! onze gemeente gaat verlaten, om rust te uemen na een zoo welbesteed leven, zal uwe belangstelling in onze gemeente, die u lief is en waaraan uw naam onherroepelijk voor altijd is verbonden, zich steeds doen kennen. Mocht het u niet gegeven zijn al hetgeen door u is voorbereid tot stand te brengen, de grond slagen er van zijn door u in overleg met het Da- gelijksch Bestuur gelegd. Dat het u gegeven zij ook daarvan de resul taten te zien. Nogmaals worde u dank gebracht voor de wijzen, waarop door u uwe betrekking van burgemeester gedurende 27 jaren met onkreukbare trouw en toewijding is waargenomen, en waarop n uw ambtenaren (die u met leedwezen zien verrtekken) zjjt voorgegaan in stipte vervulling hunner ambts betrekking. Namens den Raad cn Haarlems burgerij breng ik aan u en uw gezin onze beste wenschen toe en is de band, die tusschen ons bestond als leden van den Raad en zijn voorzitter, verbroken, die der vriendschap en achting voor uw persoon zal steeds blijvende zijn. Hierop betuigt de burgemeester zijn dank aan den heer van de Poll en' sluit de vergadering. Aan het einde van de loopbaan van Burgemeester E. A. Iordens moet ook de pers hem een woord van hulde brengen. Zij, die hem zoovele jaren gevolgd heeft in geheel zijn openbaar leven, zij moet getuigenis geven, dat in dezen burgemeester Haarlem een ond-Hollandsohen, degelijken bewindvoerder heeft bezeten, een man die waard was aan het hoofd van zaken te staan, en met kraohtige hand en groote soherpzinnigheid die zaken wist te leiden en te bestieren. Zijn kennis, werkkracht en praktisohe zin worden slechts zeer zeldzaam aangetroffen. De laatste woorden, die hij tot Haar lem sprak, kenschetsen zijn karakter. Zon der eenigen omhaal van woorden, onopge smukt en zakelijk toont hij hierin in korte trekken hoezeer hem de bloei der gemeente ter harte gaat. Haarlem kan met dankbaarheid en hoogachting terngzien op het tijdperk waarin de gemeente onder zijne leiding heeft gestaan. De veelbesproken Ahlwardt heeft in den Duitsohen Rijksdag aanleiding gegeven tot ongehoorde scènes. Hij be weerde, dat de rijks-dotatie voor het in- validenfonds althans voor een goed deel werd verduisterd en dat bij dit door be wijzen kon staven. Zyn doel was weer als naar gewoonte uiting te geven aan zyn jodenhaat. Van verschillende kanten werd hy aangemaand tot het noemen van na men, waartoe hij zich bereid verklaarde, mits men hem tijd liet om de desbetreffende stukken te doen ontbieden. Er werd be sloten, dat Ahlwardt voor de vertrouwen lijke commissie uit den Rijksdag mede- deelingen zon doen; de door Ahlward- overgelegde stukken zyn door alle lede van deze commissie onderzocht. Ahlt wardt was niet in staat nit die stnkken de punten aan te wijzen, welke een be wijs zouden kunnen opleveren voor de waarheid van hetgeen hij heeft beweerd. De commissie heeft daarop besloten het volgende te verklarenDe overgelegde documenten behelzen niets wat de door Ahlwardt geuite beweringen zou kunnen ondersteunenzij behelzen niets hetwelk den tegenwoordigen of gewezen leden van den Rijksdag, de Landdagen, de Rijksre- geering of de Staatsregeeringen ook maar in het minst ten laste zon zyn te leggen, wat natuurlijk aanleiding gaf, dat het Alhwardt zeer lastig gemaakt werd, waar door hij als lid van den Ryksdag ten eenenmale is onmogelijk geworden, tenzij hij alsnog volgens zyn beweren in staat mochte zyn nadere bewijzen bij te bren gen. Bij den Parijschen gemeenteraad is door Lyon-Alemand een voorstel ingediend, om aan de behoeftige weduwen dagelijks 50 oentimes uit te keeren, als zy haar kind of kinderen naar de openbare ge meenteschool zenden. Die vrijgevigheid zon, naar men voor- loopig berekend heeft, der gemeente jaar lijks op eene uitgave van 21/2 millioen te staan komen. De Raad heeft vooralsnog geen be slissing te dier zake willen nemen. Hij heeft bepaald, dat er eene lijst van de weduwen zal opgemaakt worden, die in de termen van het voorstel zouden vallen. Het geheele arbeidspersoneel van de Fransche staatslucifersfabrieken zoo als men weet heeft, Frankrijk van de ver vaardiging en verkoop van lucifers het monopolie heeft den arbeid gestaakt tengevolge van een verschil tusschen ar beiders en directie in de fabriek te Patin. De Fransche regeering is heirdoor gekomen tot het eigenaardig standpunt als werkgever tegenover een syndicaat van werklieden en menvraagt zich af hoe zij in deze zal han delen om consequent te blijven. De Fransohe luoifers-verbruikers knnnen echtergernstzyn; de magazijnen zyn goedge vuld en in het uiterste geval mag de regeering zelve invoeren wat anderB in Frankrijk verboden is mits zij de gestelde invoerechten betaalt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1893 | | pagina 9