Een zonderlinge geschiedenis wordt
nit Anstralië berioht. Op een goeden dag
trad een jonge man het bnreau van po-
tie te Melbourne binnen en vroeg den
commissaris vriendelijk, of hij hem ook
kon zeggen wie hij was. De ambtenaar
kon dit niet, waarover de vreemdeling
groote teleurstelling taan den dag legde.
Nader bleek, dat de ongelukkige zijn ge
heugen had verloren. Het eenige wat hij
zich kon herinneren, was dat hij al het
andere had vergeten. Tot dusver is zyn
intenditeit nog niet vastgesteld. Hij is
onder gebracht in de gevangenis de wach
ters noemen hem „Edward Bellamy," in
herinnering, aan Bellamy's Looking Back
ward.
Gedurende de godsdienstoefening luis
terde hij aandachtig naar de muziek en
zeide later: „Ik schijn dat meer te heb
ben gehoord! Wat is dat?" Hij begreep
't niet toen men hem vertelde dat het
muziek was, maar voor het orgel geplaatst,
tastte hij eerst onzeker met de vingers
rond, tot hij een paar znivere accoorden
aansloeg; plotseling met een uiddrukking
van blijdschap op het gelaat, begon hij
iets uit Be Schepping te spelen, zoo juist
en goed en van zooveel kennis blijk ge
vend, dat hij oogensebynlijk zeer goed
met het ins'rument bekend was. Nog en
kele andere godsdienstige liederen speelde
hij daarna.
Te verwonderen is het, dat nog nie
mand bij het onderzoek van den man ge
dacht heeft aan een nieuwe soort ziekte,
de muziek-waanzin.
Met een andere soort waanzin was
iemand te Parijs behebt. De vorige week
namelijk meldde zich op een morgen aan
het Elsée een man aan, die president
Carnot wenBchte te spreken Naar hij
zeide, was hij met een gewichtige gehei
me zending belast. Te vergeefs smeek
te hij in het belang van den staat hem
bg den heer Carnot te brengen. In plaats
daarvan werd hy op het bureau van po
litie gebracht, waarheen hy de agenten
zonder tegenstribbelen volgde.
In zijn zakken vond men tal van visi-
tekaarten met den naam M. C. de Comble
de Saint Dié en een portefeuille met 400
frs.
Spoedig bleek dat men met een armen
krankzinnige te doen bad, die zich uit
gaf voor een zoon van Jeanne d'Aro, on
der verklaring dat hy even als zyn moe
der visioenen had. In gevolge de stem-
sident Carnot tot koning van Dahomey
laten benoemen.
De arme man werd naar het hospitaal
vervoerd.
De Fransche lucifers-makers-werk
staking is geëindigd juist zooals men zich
voorstelde; de regeering heeft in alles
toegegeven, wat met het oog op ae wijze
waarop zy soms ten gunste van vroegere
werkstakers optrad, ook haast niet anders
kon. Natuurlijk wordt de regeering in
deze hard gevallen. Een der bladen formu
leert den loop van bet gebeurde als volgt
Eerst wees de regeering al de eisehen der
arbeiders volstandig af. Naderhand, toen
de gemachtigden der arbeiders eenige af
gevaardigden in den arm genomen had
den, werd zy handelbaarder. Maar op één
pnnt bleef ze staan. De werkman Deroy,
secretaris van het syndicaat, die de hoofd
rol in de beweging heeft gespeeld wilde
de regeering om deze en om andere redenen
niet meer in dienst nemen. Dan, werd er van
de andere zijde verklaard, is aan de her
vatting van den arbeid niet te denken. In
alle eisehen moest toegestaan worden.
Zoo stond de zaak eenige dagen. Daar
ging de regeering weer aan het bieden.
Dery zou toegelaten wordendoch eene
lichte straf zou hy ondergaan eene
kleine schorsing, eene berisping. Niets
van dat alles, zeide de tegenpartij. En
waarlijk zoo geschiedde het. De tegen-
party heeft eene overwinning behaald zoo
volledig als er ooit behaald is.
Nog wordt medegedeelt, dat de direc
teur der lucifers-fabrikanten tengevolge
van een en ander ontslag heeft genomen
uit zijne betrekking. Het gebeurde is
natuurlijk weer eene kolfje naar de hand
voor de oppositie-party.
Te Marburg baart groot opzien de
zelfmoord van een student en millionnair.
De cand. jur. Ismer uit Görlitz behoorde
tot de hoogst-aangeslagenen der stad en
was ouderloos. Maandag schoot hy zich
dood, een papier achterlatend waarop
stond„Oorzaak van mijn zelfmoord is
mijn karakter-zwakheid. Ik deug niet voor
jurist en heb den moed niet iets anders
te beginnen."
Telegrammen nit Friedsrichsruhe
melden, dat Bismarck zich in goede ge
zondheid herhaaldelijk aan de duizenden
bezoekers vertoond die hem op zijnen
geboortedag kwamen gelnkwenschen en
zich met hen onderhouden heeft. In het
artikel, dat de Hamburger Nachrichten
aan zynen verjaardag wijdt, wordt op
drogen toon beweerd, dat de verzoening
tnsschen Bismarck en den Keizer, door zoo
vele vaderlanders gewenscht, nauwelijks
wenschenswaard en nuttig is. Want van
Jat oogenblik wierd Bismarck voor al
wat gebeurt mede verantwoordelijk ge
steld, zonder dat hy, als vroeger, de
macht zonde hebben, den loop der zaken
naar zyne eigene inzichten te bepalen.
Zulk een toestand ware toch op den duur
onhoudbaar. In de wereldgeschiedenis is
Bismarck's plaats toch verzekerd.
In de wetgevende vergadering van
den staat New-York ie een wetsontwerp
ingediend om het verkoopen, uitleenen
en dragen van crinolines te verbieden.
Art. 1, het verbod bevattende om deze
kleedingstukken te verkoopen, leenen,
geven of leveren, voegt er by, dat het
geoorloofd is crinolines te stelen. Art. 2
verbiedt het dragen. Art. 3 somt eenige
plaatsen op, waar 't verbod niet zal gel
den, o. a. te New-Ysrk in de imperial
Music-de Pythagoras- en de Walhalla-
Hall. Art. 4 verbiedt aan fabrikanten
crinolines met baleinen te maken, onder
bepaling dat zulke artikelen, als zy ge
vonden worden, kosteloos aan schoon
maaksters moeten worden afgestaan. Art 5
benoemd een crinoline- inspecteur, die het
recht krijgt 13 vrouwelijke crinoline-zoe-
sters aan te stellen tnsschen de 18 en
23. Zy zullen gesalarieerd worden uit de
opbrengst van verbeurdverklaarde crino
lines en de inspecteur zal een jaarlyksch
budget indienen.
Toen de bill gelezen werd, waren de
tribunes vol met dames, die verbazende
pret hadden.
Naar men verzekert heeft keizer
Wilhelm den kleermaker Dowe te Mann
heim, uitvinder der ondoordringbare uni
form, onmiddellijk langs telegraphisohen
weg naar Berlijn ontboden.
Het berioht, dat Dowe zyn uitvinding
voor 3 millioen Mrk aan Caprivi heeft
aangeboden is onjuiBt, maar wel moet een
Berlijnsche firma baar hebben gekocht.
Overigens is men te Berlyn omtrent
1zeer sceptisch ge
stemd.
Naar men zegt, worden er reede proe
ven met Dowe's pantser genomen op ge
zonde varkens met Francche Lebel-gewe
ren.
Keizerzin Fredrik, die zich nog
altyd in Engeland bevindt, zal op het
laatst der volgende week een bezoek bren
gen aan den koning en de konigin van
België op het paleis te Laeken.. Van
daar vertrekt zy naar Berlyn voor een
paar dagen om dan naar Homburg terug
te keeren.
In Friesland is thans de trek van
landverhuizers naar Amerika bijzonder
groot, zóó zelfs, dat Donderdag 23 Maart
een extra-trein niet minder dan een 300-
tal Friezen vervoerde, die op weg gaan
naar Wisconsin en Dacota. Ook uit an
dere provinoiën, vooral Groningen is de
trek zoo sterk, dat de Ned. Amerik.
Stoomvaart Maatschrppijzelfs met twee
afvaarten in de we k, niet in staat is
het verkeer te bedienen. Iedere boot moe
ten verscheidene menschen achterblijven
en het onlangs geopende N. A. S. M.-
hotel te Rotterdam is dientengevolge tot
den nok toe vol. Het goederenvervoer is
mede zoo groot, dat de Maatsohappij een
groot Engelscb stoomschip tijdelijk in
gebruik heeft moeten nemen.
Ieder vindt het een kloek besluit, om in
donkere dagen, den staf op te nemen en
zyn woonstede te verlaten, om te trach
ten aan de overzijde van den Oceaan het
brood te zoeken, dat hy in 't vaderland
schaars vindt.
Te Groningen is Woensdag avond
een leerling der H. B. S. op zeer nood
lottige wyze om het leven gekomen. Be
zig zijnde in zyn kamer iets op te hangen
plaatste hy twee stoelen op elkaar. By
het kantelen er van, viel de jongeling
met een der slapen op den kant van een
ledikant, waarvan het ijzer in zyn hoofd
drong. De ongelukkige werd levenloos
door de huisgenooten gevonden.
Te Utrecht zou een 22-jarige dienst
bode in het huwelijk treden. Alles was
voor de plechtigheid in orde gemaaktde
bruid, de verwanten en de getuigen ston
den gereed, alleen de bruigom liet zich
waohten. Eindelijk besloot men hem te
zoeken, maar bij dit onderzoek bleek, dat
hy verloren was geraakt en met hem een
nieuw stel kleeren van den aanstaanden
schoonvader.
By het uitgraven der haven te Ka-
tendrecht stietten de werklieden op een
hard voorwerp. Terwijl zy voortwerkten,
bleek het, dat een vaartuig van vrij groote
afmetingen onder den grond bedolven zat.
Dit is nu geheel ontbloot. Het hout er
van is nog zeer gaaf.
Later heeft men nog een tweede vaar
tuig gevonden.
HAARLEM, i April 1893.
Over den, met het eind der maand Maart
geeindigden, cnrcus aan de School voor be
jaarden van het Departement der Maat
sohappy tot Nut van 't Algemeen, kan het
volgende worden gemeld.
Het onderwijs ving primo November
aan met 17 mannen en 12 vrouwen, wel
ke getallen al spoedig stegen tot 34 en
19, zoodat de lessen werden gevolgd door
53 personen. Van dezen waren 18 mannen
en 8 vrouwen in de gemeente geboren,
terwyl 16 mannen en 11 vrouwen van elders
zioh alhier hadden gevestigd. Tot den
Protestantschen-Godsdienst behoorden 16
mannen en 9 vrouwen, tot den Roomsoh-
Katholieken Godsdienst 16 mannen en 8
vrouwen Luthersch waren 2 mannen en
1 vrouw en Doopsgezind 1 vrouwelyke
leerling.
De vorderingen in het lezen en schrijven,
tot welke vakken zich het onderwys be
paalt, mocht hoogst bevredigd heeten
onder de mannen waren er, die eene be
langrijke schrede voorwaarts deden en het
wisten te brengen tot de leesboeken van
de hoogste klasse onzer lagere soholen.
By de vrouwen was de opkomst tot de
lessen minder geregeld, deels ten gevolge
van gebrek aan den noodigen tijd. De orde
liet niets te wenschen over en aan ijver
en inspanning ontbrak het in geen enkel
opzicht. Het onderwys werd als vorige
jaren gegeven in de kostelooze gemeente
school D, door het hoofd dier school
den heer M. Sterk en den A. J. Beauchez.
Met het oog op bovengenoemde cijfers
moet van de School voor Bejaarden helaas
nog worden getuigd, dat zy in eene steeds
bestaande behoefte voorzieteene behoefte
die ongetwijfeld daD eerat zal ophouden
te bestaan, wanneer leerplicht paal en
perk zal hebben gesteld aan het school
verzuim en aan de schandelijke onver
schilligheid van sommige ouders over hetI
lot hunner kinderen. Hoe ongeloofelijk het
schijnt, een treurig feit is het, dat nog
heel veel kinderen, ook in onze stad, van
alle onderwys verstoken zijn.
Het tienjarig bestaan van het Re-
monstrantsch Zangkoor is niet onopge
merkt voorbij gegaan. Paaschzondag werd
na afloop van de godsdienstoefening den
directeur, bij monde van den Heer H.
Savrij een etoffelijk bewijs van waardee
ring aangeboden, voor de vele zorgen
door hem aan het koor besteed.
Yan af de oprichting mocht de heer
J. Steenman het Koor leiden, dat onbe
twistbaar een gunstigen invloed heeft op
op de bevordering en verbetering van
het Protestansc.h kerkgezang.
Tot de geschenken, welke den afge
treden Burgemeester dikwijls aan zijne
werkkring te Haarlem zullen herinneren,
mag ongetwijfeld gerekend worden eene
photographische afbeelding van de „Bur
gemeesterskamer" vervaardigd en aange
boden door de gemeente-architect den
heer J. Leijh. Het mocht den heer Leijh
bij de vervaardiging gelukken, den zetel
in genoemde kamer gedurende zooveel
jaren bij vergaderingen van B. enW.W.
door den Burgemeester ingenomen, met
een uitstekend gelijkend portret te be
zetten, waardoor het geschenk den heer
Jordens buitengewoon verraste. Met bij
zondere ingenomenheid werd het dan ook
door hem aanvaard.
Zaterdag was het 40 jaar geleden
dat de heer C. Drnyvesteyn, commies ter
provinciale griffie, chef der afdeeling wa
terstaat, wegen enz., benoemd werd tot
le klerk aan die griffie. Reeds het vol
gende jaar werd hy bevorderd tot ad
junct-commies der 2e klasse, in 1856 tot
idem le klasse en in 1862 tot commies.
Als zoodanig kwam de heer Druyvesteyn
aan het hoofd der afdeeling, thans nog
door hem bestuurd.
De betrekking van plaatsvervangend
griffier, werd gedurende de ziekte en nA
den dood van mr. Jacobi gemimen tijd
door hem waargenomen. Na reeds in de
zitting van Ged. Staten op Woensdag j. 1.
te zijn gecomplimenteerd en een stoffelijk
bewijs hunner belangstelling te hebben
ontvangen, werd de jubilaris Zaterdag bij
zyne komst ter griffie opgewacht door
de ambtenaren zijner afdeeling, die hem
by monde van den heer G. F. Snijders
hartelijk geluk wenschten. Hierop werd
den jubilaris verzocht in een ander ver
trek te komen, waar alle ambtenaren en
bedienden, werkzaam bij de provincie,
vereenigd waren en hem een geschenk
werd aangeboden en waarbij behoort een
album, waarin verschillende zeer fraaie
caligraphieëu, vervaardigd door den heer
G. J. Snijders.
De heer Tourniaire gaf hier Don
derdagavond zyne feestvoorstelling ter
gelegenheid van zijn 25-jarig jnbilè.
Niettegenstaande het Witte Donderdag
was, werd de schouwburg op alle rangen,
behalve in de hooge, dicht bezet.
Het was een avond vol verrassingen
voor den heer Tourniaire, die uit de hem
gebrachte hulde duidelijk heeft kunnen
zien, hoe de Haarlemsche kunstliefhebbers
hem hoogachten.
Er waren kransen van het Nederlandsch
Tooneelverbondde letterlievende vereeni-
ging J. J. Crenter, de direotie van den
schouwburg, terwyl hem ook nog een
stoffelijk bewijs van hulde werdaangeboden-
Aan het Verslag, door de Directie
der Naamlooze Vennootschap „De Haar
lemsche Hypotheekbank" gevestigd al
hier, uitgebracht aan Aandeelhouders der
Vennootschap, is het volgende ontleend;
Het jaar 1892 was voor de jeugdige
bank een zeer gunstig jaarvan verlie
zen bleef zij vrij, het haar verschuldigde
werd prompt betaald en baar werkkring
breidde zich geleidelijk en voordurend uit.
Op eene openbare inschrijving van
200,000 4% pandbrieven werd inge
schreven voor ƒ204.500, terwyl de na
der inschrijving nog ingekomen biljetten
37.000 bedroegen. Sedert stegen de 4%
pandbrieven ter beurze tot 100% pet.
By het aannemen van schattingen der
tot onderpand aangeboden onroerende goe
deren werd steeds groote voorzichtigheid
in acht genomen, terwyl tot meerdere ze
kerheid van alle debitenren eene jaarlijk-
Bche gedeeltelijke aflossing werd bedon
gen. De tot onderpand gegeven vaste goe
deren uverscliredeu in waarde het bedrag
der leeningen met 40 pet.
In 1892 werd een zuivere winst van
4% behaald.
Er werden in 1892 gesloten leeningen
tot een bedrag van ƒ653.500. Het ge
zamenlijk der gesloten leeningen over dat
jaar is 697.400. Van deze waren geplaatst
naar de provinciën als volgt
In Noord-Holland 617.500.in
Zuid-Holland ƒ25.300.in Gelderland
42.600.in Utrecht ƒ8.000.en
in Friesland 4.000.
Met inbegrip der leeningen ad 160.150
in 1891 gesloten, was het gezamenlijke
bedrag ƒ857.550, waarvan werd afbe
taald 86.299.46, zoodat op 31 Decem
ber 1892 aan de Bank verschuldigd was
ƒ771.250,54.
Hoewel de netto winst eene uitkeering
van bijna 4 pCt. over het gestorte aan-
deelen-kapitaal zoude toelaten, stelt de
Directie voor het saldo der oprichtings
kosten ad 1848.60 in eens af te schrij
ven, waardoor deze post voor goed van
de ballans verdwijnteene uitkeering van
2 pCt., of 2000.te doen aan aan
deelhouders over het door hen gestorte
kapitaalhet restant ad 89.044 over
te brengen op nieuwe rekening.
In de afgeloopen maand is het ste
delijk museum van schilderijen en oud
heden op het Raadhuis bezocht door 113
personen tegen- en door 282 personen
zonder betaling.
VERGADERING van den Raad der
Gemeente Haarlem,
op WOENSDAG, 5 April 1893
des namiddags ten 2 ure,
De volgende stukken en punten zullen
aan de orde gesteld worden:
1Voorstel B. en W.W. bezwaarschrift
kiezerslijst.
2Installatie van den Burgemeester.
GRAAN- EN ZAAD MARKT.
Marktbericht van 4 April 1893.
Witte tarwe 5,50
Haver 3 55
Paaroenboonen 5,50