HAARLEMSCI
Eerste Blad.
No. 3.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86.
Zestiende Jaargang.
144.
van WOENSDAG 10 Januari 1894
Nieuwsberichten.
- J
M
■H
TELEPHOONNOMMBR
TELEPHONISCHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Psr drie maanden. r ,25.
franco p. poe! —,40.
Afzonderlijke nommore 3 centen por stok.
Prijs per Adrorteatfe van I tot 5 regels: HS coats, elke regal
meer 6 eenta. groefce lofeer» naar pisser uimt?.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- sn Vrijdagavond.
Advertenliën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
„ONZE LEESTAFEL".
Onlangs verschenen werken op aan
vrage ter bezichtiging te verkrijgen bij
D« erven Loosjis, te Haarlem.
KOPS. (W. P.) Op leven en dood.
1792 -1793ƒ2.90.
AIMARD. (GUST.) De goudzoekers.... 25.
De Valteadores.80.
Nederland. Verzameling van oorspronke
lijke bydragen. van Nederlandsche let
terkundigen, onder redactie van Mr.
M. G. L. van Loghem (Fiore della
Neve.) Jaargang 1894 No. 1. Met
portret van Johanna van Wonde).... 1.26.
Per jaargang van 12 afleveringen*12.50.
Het Leeskabinet. Maandschrift gewijd
aan Vaderlandsche en buitenlandsche
letterkunde oader redactie van Johan
Gram. Januari 18941.25.
Per jaargang*11.50.
Do Katholieke Gids. Maandschrift voor
het Katholieke Nederlandsche volk, on
der redactie van eenige vrienden der
Wetensehap. VI Jaargang. Afl. I. Per
jaargang3.60.
Voordrachten Bibliotheek. 1894. lnmaan-
delijksche afleveringen, hij inteekening A .25.
Geïllustreerd Stuivers Blad. 4e Jaargang.
No. 1. Weekblad. Per Jaargang2.60.
Yoor de kinderkamer. Ben geïllustreerd
maandblad voor het kleine volkje door
P. Louwerse. 12 Jaarg. afl. I. Per
jaargang1.80.
De Zondagschool. Weekblad onder redac-
-tie ^van A. J. Hoogenbirk. 1894. No.
I. Per jaargang.2.50.
De duitsche taalgids. Halfmaandelijksch
tijdschrift voor allen, die zich willen
oefenen in de Duitsche taal, vooral voor
Onderwijzers, die zich bekwamen voor
de Acte-examen8 L. O. en M. O. on
der redactie van P. G. Schwippert.
1894. No. I. Per jaargaDg3.25.
Perles Mnsicales. Bloemlezing uit de
meest gezochte piano-mnziek. 1894 No.
Per jaargang van 52 afleveringen. 5.20.
Adresboek van alle in Europa en Jndië
verblijf houden de Indische ambtenaren,
officieren, hunne weduwen en particu
lieren, 4e Jaargang 1893 94.75.
Bnitenlandsche nieuw verschenen werken
Xeitflchrift for tien deutschen Dnterricht.
Unter Mitwirkung von Prof. Dr.
Rudolf Hildebrand heramgegeben von
Dr. Otto Lyon. 8 Jabrgang. 1 Heft.
pro cplt7.80.
Scbmitz. (Gvilelmor) Commentarie nota-
rvm tironiauarvm cvm prolegomenia
abnotatinnibv, critieis et exegeticis no-
taromqve indice alpbabetico.26.
Bovenstaande werken zijn voorhanden
bij de boekhandelaars de erven Loosjes
Weten en Werken.
In onze Maandagavond bijeenkomst
van 8 Januari vervulde de Heer A. van
der Voort de spreekbeurt.
Menigmaal hadden wij 't gehoord, de
diepe vernedering van het Nederland
sche volk, gedurende het onzalige tijd
perk van 4795 tot 1813; hadden we
met eenige spanning het tijdstip hoo-
ren bespreken waarin de Nederlandsche
provinciën, ten toppunt van verdeeldheid,
het hoofd moesten buigen voor den on -
verzettelijken wil van één man. Toch
was het goed, dat de Heer Van der
Voort ons opnieuw de feiten in herinne
ring bracht, welke leidden tot onzen
tijdelijken val en tot. onze wedergeboorte
als nationaliteit, en dit wel in het licht
der hoogte waarop de geschiedenis van
die dagen thans kan beschouwd worden.
Spreker bracht eerst in herinnering
den toestand des lands gedurende den
tijd die den zoogenaamden Franschen
tijd voorafging; hoeons volk, zijn invloed,
zijn recht om mee te spreken in de
zaken Europa betreffende verspeeld had,
door zijn zucht om zich buiten alles
te houden wat niet rechtstreeks het
land betrof; hoe de samenstelling der
vroedschappen, als geheel berustende in
handen van bepaalde families, slechts
kon gewijzigd worden door den Stad
houder; hoe deze door zijn wettelijk
ingrijpen eene machtige partij te be
strijden had, zóó dat door een en ander
de toestand werkelijk zorgelijk was.
Verkeerden bovendien 's lands finan
ciën niet in jammerlijken toestand, wa
ren niet vloot en leger volkomen ge
desorganiseerd en waren de uitkomsten
van den handel op Oost en West niet
van dien aard, dat alle verandering
verbetering mocht genoemd worden?
In dezen staat van zaken waren twee
partijen ontstaan de patriotten en de
prinsgezinden. De eerste waren heftige
revolutionairen, die slechts oog en hart
hadden voor hetgeen in het naburige
Frankrijk plaats had, waar in 1789 de
omwenteling was uitgebroken, in hoofd-
zaa*k haar grond hebbende in het ge
brek en den nood des volks, gevolgen
van de weelde en verkwisting van ko
ningen als Lodewijk XIV en Lode-
wijk XV.
Zoo was het, dat na 1795 de Fransche
generaal Pichegru, hierin geleid door
een Nederlander, over de bevroren ri
vieren met een Fransch leger Nederland
binnenrukte, waar hij door de patriotten
als redder en heilaanbrenger werd ont
vangen en gevierd, tengevolge waarvan
de stadhouder Willem V het vaderland
verliet om in Engeland eene schuilplaats
te zoeken.
Duur kwam het vaderland deze stand
van zaken te staan; bij het Haagsche
Verdrag verbonden wij ons tot betaling
van honderdmillioen guldens, tot afstand
van grondgebied, tot voeding en kleeding
van vijf en twintig duizend man Fran
sche troepen, welke laatste bepaling
den lande vier en zeventig millioen
gulden kostte.
Gelukkig had de omwenteling bij ons
plaats zonder bloedvergieten, meer te
wijten aan de Fransche overheden, die
dit met kracht tegenhielden, dan aan
de bezadigdheid der heftige patriotten.
Vervolgens gaf Spreker een beknopt
overzicht van de verschillende vormen
der vertegenwoordiging, die tot driemaal
te veïgefcfs beproefde eene grondwet
samen te stellen. De verschillende pro
vinciën vervielen; het land werd ver
deeld in acht departementen. De schuld
der afzonderlijke provinciën werd bijeen
gevoegd en die geschapen welke men
nationale schuld noemt. Toch had een
en ander zijne voordeelen voor de toe
komst. Verdween niet de provinciale
naijver e» dankten wij er niet aan
gelijkstelling van allen voor de wet?
Onze oude revolutionairen wisten even
wel nog niet goed wat zij wilden en
hunne verrichtingen hadden dien ten
gevolge heel weinig praktisch nut. Toch
waren ook de drie jaren, besteed aan
pogingen tot grondwetgeving, niet ver
spild verschillende punten van belang
werden in die jaren in 's lands ver
gaderzalen besproken op eene wijze,
die nog de achting van den nazaat op
wekt. Inmiddels gaf de groote achter
uitgang van handel en nijverheid aan
leiding tot groote ontevredenheid, en
zoo naderen wij het jaar 1801, toen
weer een grondwetgeving beproefd werd,
met dien verstande, dat wij meer en
slaafden in het gareel van Frankrijk,
waar thans Napoleon Buonaparte eerste
consul was. Hier gaf spreker een korte
karakterstudie van den man die jaren
lang Europa voor zich deed sidderen.
In verband met zijn ongehoord egoïsme
verklaarde hij zich zelf te zijn een Japart
wezen" en als zoodanig heeft Napoleon
zich in alle omstandigheden zijns levens
dan ook doen kennen; in alles staat
hij buiten zijn tijd en zijne tijdgenoo-
ten en in de handen van dezen man
kwamen de belangen van het Neder
landsche volk.
Een oogenblik was het alsof geluk en
voorspoed ons opnieuw zouden omringen.
Het was, toen in 1802 met den vrede van
Amiens voor korten tijd Europa in
rust kwam. Toen herleefde de handel
en de langzame doch zekere stijging
der waardeering van onze nationale
schuld toonde aan, dat betere dagen in
aantocht waren, te meer daar de Engel-
schen ons onze koloniën terug gaven
met uitzondering van Ceylon.
Doch reeds in 1803 verklaarde Na
poleon op nieuw Engeland den oorlog
en al de goede verwachtingen verdwe
nen. Steeds beklaagde Napoleon zich
over te weinig geldelijken steun uit
Nederland en kon eigelijk den repu-
bliekeinschen regeeringsvorm niet
dulden, waarin Nederland zich nog
steeds verheugde.
Toen gaf hij Rutger Jan Schimmel-
penninck last tot het vervaardigen van
eene nieuwe grondwet en deze werd
door Nederland aangenomen, zij het
ook. dat het uitvoerend lichaam alweer,
evenals bij vroegere, kleiner was. Schim-
melpenninck werd nu door Napoleon
benoemd tot raadpensionaris. Deze was
bekleed met een bijna onbeperkte macht.
Aan hem danken wij de voor die tijden
uitnemende wet regelende het lager
onderwijs. Toen nam de keizer de toe
nemende gezichtsverzwakking van den
Raadpensionaris te baat om hem zijne
waardigheid te ontnemen en zijn broeder
Lodewijk Napoleon als koning van Hol
land te proclameeren.
Men heeft dezen werkelijk goeden
koning diens spilzucht en ongestadig
heid verweten. Spreker deelde een schrij
ven van Lodewijk zeiven mede, waarin
hij uiteenzet, dat beide zwakheden het
Nederlandsche volk ten goede kwamen.
Doch tusschen hem en Napoleon ont
stonden twee twistpunten de staats
schuld, waarvan alleen de rente tusschen
40 en 50 millioen beliep en welke de
keizer wilde tierceeren, waartoe Lode
wijk niet zijne toestemming wilde geven
en het continentale stelsel waardoor
Engeland geheel geïsoleerd zou staan
tegenover het everige Europa, welk
stelsel door Lodewijk niet genoeg werd
in de hand gewerkt, omdat hij verschil
lende inbreuken op dit stuk oogluikend
toeliet.
Aan dezen toestand maakte Napole
on een einde door zijn broeder af te
zetten en Le Brun als luitenant generaal
herwaarts te zenden met de noodige
Fransche troepen.
Nu drong hij de tiercering door,
waardoor duizenden verarmden, en
voerde met terugwerkende kracht de
conscriptie in, terwijl bovendien door
het sluiten van alle havens voor Engeland,
elke schijn van handel verloren ging.
Voor de onweldigende macht van den
keizer boog nu alles. Zelfs mannen als
Bilderdijk boden hem nederig hunne
slaafsche hulde en van verzet was geen
sprake.
Maar uitkomst kwam, toen in 1812
Napoleon met een leger van zeshonderd
duizend man Rusland binnentrok, men
weet met welk navolg.
Nog eenmaal zou hij zegepralen, nog
eene korte flikkering en zijn rijk spatte
uiteen.
Nederland, het verarmde, veelgeterg-
de Nederland, herkreeg zijne rechten
Kemper, van Hogendorp, von der Duyn
van Maasdam, van Limburg Styrum,
wie herinnert zich niet de namen der
mannen van 1813, waarvan de tweede
reeds met eene grondwet optrad, in
stilte, doch met veel vooruitzienden blik
gereed gemaakt.
De prins van Oranje betrad in No
vember den vaderlandschen bodem en
rust en welvaart werden opnieuw den
eigendom van ons Nederland.
Goed was het dat de heer van der
Voort nog eens de feiten in zulk een
helder licht plaatste, te meer daar de
vele zegeningen van het tegenwoordige
als gevolg van het verleden, menigmaal
worden over het hoofd gezien.
Met eene fraaie dichterlijke ontboeze
ming, geestdriftvol ui tgesproken, eindigde
spreker zijne zaakrijke rede, die met
veel aandacht gevolgd werd.
Vrijdag avond vernam men te
Middelburg een hevigen knal en een
sterken schok, die algemeene ontstelte
nis veroorzaakten.
De Middelburgsche courant deelt in
deze het volgende mede;
Wat was er gebeurd? vroeg ieder;
en niemand wist dadelijk antwoord te
geven, maar algemeen achtte men als
oorzaak eene gasontploffing.
Dit vermoeden werd weldra bewaar
heid, want op onderscheidene plaatsen
bleek, dat steenen uit den grond waren
losgeraakt, dat ijzeren plaatjes etc. wa
ren opgelicht, sommige tot een hoog
te van twee meter, of andere schade
was veroorzaakt.
Op plaatsen, waar de kanalen in de
huizen minder hecht wi en dan op an
dere, was natuurlijk de schade het
grootst; zoo werd in den Korten
Delft in een letterzetterij de vloer stuk
geslagen, een corrigeersteen van groote
afmetingen opgelicht en verschoven,
en een met letters gevulde kast omver
geworpen., terwijl een paar huizen ver
der volstrekt geen schade was veroor
zaakt.
In dezelfde straat werd op een paar
achterplaatsen een gedeelte van een ri
ool over grooter of kleiner af tand
opengeworpen.
In enkele burgerhuizen in den Lan
gen Delft was de ontploffing zeer sterk;
in een er van werd een rioolbedekker
tot een paar meter tegen een plafond
geslingerd.
In een winkel in dezelfde straat werd
een zware deksteen van een onder het
huis loopend riool in tweeën geslagen,
terwijl in de keuken verschillende keut
kengereedschappen over vrij grooten
afstand werden weggeslingerd.
Hier en daar werd op de bedekkin
gen van privaten zoodanige druk uit
geoefend, dat deze werden weggeslagen,
terwijl de faecaliën heren der verspreid
werden.