EAAELIHSCH Eerste Blad. Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86. Zestiende Jaargang. 144. van WOENSDAG 14 Februari 1894. Nieuwsberichten. i\o 13. TELEPHOONNUUMKB TELBPHONISCHE VERBINDING met AMSTERDAM. ABONNEMENT8P RIJ B P»r drie maanden7 ,2b. franco p. post ,40. Afzonderlijke nommera 3 centen per stak Prajs per Aavorienue rnn s lat regew sè cents, elite regei meer 5 cents, groote letters naar pl&stsraiiate. VERSCHIJNT Dinsdag- sn Vrijdagivcns Advertentün warden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middagten 12 ure, dü abdan zoo mogelijk nog worden geplaatst „ONZE LEESTAFEL". Onlangs verschenen werken op aan vrage ter bezichtig]Dg t8 verkrggen bij De erven Loosjes, te Haarlem. SAVAGE (R. H L)e gemaskerde Venus. Jng. f 1.90. geb 2.50. BEETS (N.) Geschenk aan jonge lidma ten90 Fotografisch jnaiboek 1893-94. Derde jaargang1. Taal en letteren. Onder redactie van Dr. F. Buitenrust Hettema, J. H. van den Bosch, Dr. R A Kollewijn, T. Ter- wey en Prof. J. Vorcoullie. Derde jaargang4.20. De vriend der Wiskunde. Tijdschrift voor allen, die exame* in dat vak moeten afleggen, onder redactie van A. J van Breen Negende jaargang. Aflevering I. Per jaargang van C afleveringen.. 2.50. ELDAR (A M.) Iets over „registers" in de menschelyke stem. Met repro ducties naar photografien van de stem banden op 't oogenblik van toonvor- ming.40. Over valsche wetenschap. Open brief aan den Heer G. B. Schmidt, Secretaris der vereeniging tegen de kwakzalverij, van J. Timmer Jzn.30. Stegmann (Dr. Carl.) en Dr. C. HUGO. Handboek van het socialisme. Naar het Hoogdnitsch door Socias. Afl. I. Compleet in 16 a 16 afleveringen a. .25. Buitenlandsche nieuw verschenen werken SUTTNER (BERTHA VON) Vor dom Ge witter. Roman2.76. REIZENSTEIN (BARONIN VON) l)as Ratsel des Lehens. Roman in zwei Banden5.20. LENSING (THEODOR) Komödie Ro man in zwei Banden5.20. STAKKENBURG (HEINZ.) Die Wer tung der Persönlichkeit als massgeben- der Faktor iu dem Eutwickelnngsgang der moralischen Anschauurgen1.30. Das Jenseits.65. DENSMORE (Dr. med EMMET) Wie die Natnr heilt Ins Deutsche übertra- gen von H B. Fischer. Mit zwei Stahl- stichporfraits5.20. Die Lösung der socialen Frage, von ei- nem Philosophea1. MüLLER (GUSTAV) Die einzig mögli- che und wahre LÖsnng der sozialen Fra ge. Ein Lichtbliek in dem wirren Ge- tümmel der Well in der Gegenwart.. «—.95. CORREVON (HENRY) Les orchide'es ru8tiques. Illnstré de 39 figures 2 20. TROUSSET (JULES) Nouvelle histoire de France, lllustrée. 1 re livraison. Pa- rait en livraisons hebdomad aires..h - .276 DELBOS (VICTOR) Le problème moral dans la philosophic de Spinoza et dans l'histoire du Spinozisme5.50. HECKEL (Le Dr. EDOUARD) Etude monographique de la familie des Glo- bulariees au point de vue botanique, chimique et thérapentique5 50. Bovenstaande werken zgn voorhanden bij de boekhandelaars de erven Loosjes Welen en Werken. De spreekbeurt van Maandag werd vervuld door den Heer Scholten uit Amsterdam. Deze Spreker stelt ons bij voorkeur naar het schij nt in kennis met de jon gere letterkundigen en doet ditopeene zoodanige wijze, dat deze hem zeer zeker dankbaar behooren te zijn. Maandagavond vertolkte de Heer Scholten twee novellen van den Heer Lamberts Ilurrelbrink. De eene is een fijn gevoeld stukje menschenleveneen boerenarbeidersge zin, waarvan de man, Giesberts, aan den drank was en wel zoo, dat hij ten slotte door zijn boer werd weggezonden. En de vrouw schreide zich de oogen rood. En de kleine jongen troostte de vrouw en handelde, doch als een kind; het kind had gehoord, dat zwaluwen geluk aanbrengen, als zij hun nest kie zen onder het dak van den arme. Maar de zwaluw kwam niet. Het ventje wist een zwaluwnest met eitjes, maar het bevond zich op verboden ter rein, in den koestal van den boer, pas bedoeldtoen nam hij het nestje weg, en dat had ernstige gevolgeneen aan klacht tegen den vader; eene vriende lijke ondervraging van den knaap door den burgemeester; een plechtige eed van den vader dat hij den drank zou laten; geluk in het boerenarbeidersge zin, aangebracht door de warme liefde van het kind; neen, geluk door de zwaluw, die zijn nest had onder het dak van den arme. Het innig lieve novelletje had succes in onzen kring, zoowel de geachte ver tolker als de schrijver kunnen er zich van verzekerd houden. De volgende novelle heeft een ge schiedkundigen grondslag. Eeven be neden Vaals, Limburg, besloten tusschen Nederland, België en Duitschland ligt de kleine republiek Moresnet. Daar laat de schrijver zijne personen optreden met hun halfduitsch, half luikerwaalsch dia lect en hunne grootheidsbegrippen te genover de overige wereld. De storm stak daar op, toen een gerucht zich verspreidde, dat de republiek zou ge- anexeerd worden door den Pruis. In het volle gevoel van zijn macht besloot de raad van Moresnet zich te handha ven. Wij hooren de achtbaren beraad slagen over het wel en het wee van het vaderland. Droomend van oorlog, over winnen of sterven, rechten, leger, mil- liarden oorlogsschattingmaar een eerste vereischte om te slagen was dat de staat, honderd drie en twintig strijd bare mannen kunnende bijeenbrengen, zich postzegels moest laten maken met de beeltenis van Drikus I, president der republiek Moresnet. En dan de ongelukken van den Dri kus I.Hoe men hem te Maastricht krankzinnig verklaarde, omdat het acht- haarheidje zich nogal prat op zijn rang aanstellerig gedroeg. Hoe ge zegde Drikus I naar zijne staten werd terug gebracht, hoe de schrijver hem bij het afscheid nemen de onparlemen taire uitdrukking: Hollandsche kaas koppen in den mond legthoe de oolijke beminde van Drikus den eerste's doch ter er den geheelen Moresnestchen Raad in laat loopen....'t is uiterst verma kelijk en soms geestig gedacht. Maar dan behoort er ook bij gedacht dat de Heer Scholten het stukje door zijne voordracht volkomen tot zijn recht bracht, en ook dat een onbedaarlijk gelach soms de wanden van de leeszaal deed trillen, als we de Moresnetsche hoogwaardigheidsbekleeders hooren de libereeren over oorlog en vrede, over rijksbelangen, kronen en postzegels; over statierokken en pruisenhaat. Vervolg Eerste Kamer). In de zitting van Donderdag deelde de heer de Savornin Lobman mede dat hij wegens aanneming van het lid maatschap der Tweede Kamer ophield lid der Eerste te zijn. Bij Hoofdst. V BinnenlZaken) betreurde de heer van Nispen tot Pannerden het, dat de rap porten van de Commissarissen der Ko ningin over den toestand der werkeloos heid in de verschillende provinciën dooi de Reg. niet worden overgelegd, z. i. bestaat de ware werkeloosheid niet in zoo hooge mate, als waarover geklaagd wordt, daar bijv. te Amsterdam slechts ƒ8000 per week noodig geacht wordt om er in te voorzien. De heer van Lier sprak de hoop uit, dat de bezwaren zullen overwonnen worden tegen ver leening van pensioen aan niet verplichte gymnasia en burgerscholen. De heer Pijls wees op den fiuancieelen nood van vele kleine gemeenten, zoodat er zijn, die hare betalingen niet geregeld kunnen doen. Dringend is voorziening noodig. De heer Wertheim drong aan op her ziening der Armenwet en had met leed wezen gezien, dat de plannen omtrent verschillende musea waren terzijde ge steld. De heer Pijnappel konstateerde dat het geringe bedrag der bijdragen voor de werkloozen te Amsterdam een protest is tegen de demonstration der werkloozen, waarop de heer Wertheim opmerkte, dat, als particulieren zich onthouden, de Staat tusschenbeide moet komen. De Min. van Binnenlandsche Zaken achtte de publieceering der offi- cieele rapporten niet gewenscht. De Reg. heeft verklaard, dat de oorzaken der werkeloosheid van plaatselijken aard zqti. Zij verwacht veel van eene her ziening der Amenwet, maar daarover wenschte de Reg. nu niet te debatteeren, doch de inlichtingen der besturen af te wachten. Wat den nood der gemeenten betreft, er wordt nu waar het noodig is tijde lijke hulp verleend, en na afdoening van de Kieswet komt de zaak der gemeente huishouding aan de orde. De Minister hoopte, dat de bezwaren tegen pensioen- verleening aan leeraren uit den weg kunnen geruimd worden, endatbinnen niet te langen tijd uitvoering der mu sea- plannen mogelijk zal zijn. Na een paar korte replieken word Hoofdst. V met algemeene stemmen aangenomen. Bij Hoofdst. VI (Marine) hoopte de heer van Alphen, dat de Ministersnel Ier voorziening in het materieel zou voorstellen. Hij kon zich vereenigen met de voorbereiding der marine re- zerve, en ontwikkelde over andere plan nen des Ministers zijne denkbeelden. Hij drong aan op uittrekking van gel den voor een oefenings- eskader. De heer Fokker wide verplichte loods be diening afschaffen voor schippers, die volkomen met het vaarwater bekend zijn. De Min. van Marine verzekerde te zullen voortgaan met verbetering van het materieel, en zou het denkbeeld van den heer Fokker overwegen, voor eene wijziging van het reglement van het loodswezen was de medewerking van den Min. van Fin. noodig. Na repliek van den heer v. Alphen verzekerde de Minister nog, dat de kwestie van een stormloodsdienst in overweging blijft. Hoofdst. VI werd daarna zonder stem ming goedgekeurd. Aangenomen werd daarna de begoooting van het pensioen fonds voor burgerlijke ambtenaren Bij Hoofdst. VII Financienprotesteerde de heer Merkelbach tegen eene rede van den heer v d. Kan in de Tweede Kamer over zaken in het Reintambt- Zwaluwe. en verzekerde de Min. dat hij aan billijke grieven steeds te gemoet kwam. De heer v. Weideren Rengers waarschuwde tegen opheffing der sui kerpremie, vooral met het oog op de pogingen, om in het Noorden de sui kerbieten kuituur in te voeren. De heer Stork daarentegen was van meening, dat eene goed ingerichte suikerfabriek bestaanbaar is zonder protektie. De heer Sassen ontkende dit ten sterkste en dankte den Minister voor het ontwerp tot verzekering van de invoerrechten, en wenschte daarvan een scherpe toe passing. Ook drong hij aan op herzie ning van het tarief. De heer Fokker drong aan op de wegneming der be zwaren tegen de tolheffing op liet ka naal Terneuzen - Gend en het kanaal van Walcheren. De heer J. Prins kwam op tegen de stelling van den heer Sas sen, dat zonder protektie de suikerin dustrie niet mogelijk is. De heer Muller meende, dat men bij de toekomstige suikerregeling allereerst dient te zorgen voor bescherming van den landbouw. De Min. van Fin. zeide, dat de toekom stige regeling moet strekken tot gelei delijke opheffing der suikerpremie. Hij betreurde het, dat de zeer beproefde beginselen van het vrijhandelstelsel op dezen klassieken bodem der vrijheid tegenkanting vinden. Hoofdst. VII (Fi nanciën) werd aangenomen. Goedge keurd werden ook de vesting begrooting en Hoofdst. VII (Oorlog), het laatste na dankzegging aan den Minister voor de maatregelen ten aanzien van het rezervekader. De Min. was dankbaar voor de hem door den heer Wertheim gebrachte hulde, maar vreesde, dat de plannen door hem bij de Tweede Kamer aanliangig gemaakt, wel eens konden blijken toekomst muziek te zijn. Ook Hoofdst. XI Onvoorziene uitgaven) werd goedgekeurd. Bij de begrooting voor Suriname antwoordde de Min. van Kol. op eene viaag van den heer Wert heim, dat hij gaarne veel voor Surina me wil doen, doch niet dan met vol komen kennis van zaken. Een bekwaam ingenieur uit Ned. Indië is naar Suri name gezonden, en diens plannen zijn daar in onderzoek. De Min stelde den ijver en de toewijding van den Goe- verneur op hoogen prijs en zal al dat gene doen wat met zijne verantwoor delijkheid is overeen te brengen, en met zijn opvatting, hoe met Suriname dient te worden gehandeld. De Suri- naamsche Begrooting werd goedgekeurd en evenzoo Hoofdst. X (Koloniën). Nog werd aangenomen het onteigenings ontwerp voor Leeuwarden, en het ont werp tot buiten werking stelling der Spoorweg begrooting Vrijdag was Hoofdstuk IX (Water- staar enz.) aan de orde De heer v. Nispen tot Pannerden bepleitte de her opening van den ouden Rhijnmond. De heer Welt zou ditmaal vóór de begroo ting stemmen, doch mochten er voortaan meer subsidieën voor stoomtramwegen op de begrooting voorkomen, dan zou hij er tegen stemmen, daar deze subsi dieën bij afzonderlijke wet behooren te worden voorgedragen. Verder verlangde hij betere verwarming der spoorweg- waggons en betere spoorwegverbinding voor de lijn Sauwert-Roodeschool, ver betering van hulpkantoren der poste- reijen, en onderzoek naar het zich vor mende eiland aan de Groningsche kust. De heer v. Weideren Rengers wees op het groot belang van landaanwinning in de Friesche Wadden, ook met het oog op werkverschaffing. De heer v. Zinnicq Bergmann verklaarde niet in

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1894 | | pagina 1