MOHAWKS.
VAN
Mibs M. E. BRADDON.
Naar het Enge lech.
8)
Het kind dat Belinda genoemd
was, werd begraven op hetzelfde
kerkhof, waar haar onbekende vader
rustte in zijn armoedig grafmaar
de Squire toonde zich zeldzaam mild
door te gelasten, dat er een steen zou
geplaatst worden om aan te duiden,
waar het kind begraven lag een
steen, waarop op zijn last dit op
schrift gebeiteld was
Gewijd aan de nagedachtenis van
BELINDA,
een kind van vijf jaar,
gedurende drie jaren het geliefde
speelnoot jen van Irene Bosworth.
Overleden 29 Oktober 1712.
Irene herstelde, maar zij herstelde
zeer langzaam. Het verlies van haar
speelnootjen vertraagde hare beter
schap. Hare droefheid was dieper
dan die welke kinderen gewoonlijk
gevoelen bij het verlies van dege
nen die zij liefhebben. Zij verkeerde
maandenlang, nadat hare kleine
vriendin op het kerkhof van Flame
stead begraven was, in een toestand
van ijlende koorts. Dr. Denbigh ver
klaarde, dat het een van de merk
waardigste en moeilijkste gevallen
was, welke hij ooit behandeld had.
Er kwamen dagen, dat hij zich ver
ontrustte over de geestvermogens der
kleine patiënte; en zelfs na haar
herstel bleek haar herinneringsver
mogen werkelijk verzwakt te zijn,
en er waren oogenblikken, waarin
zij bopaald aan zinsverbijstering leed.
„Zij heeft het behoud van haar
leven, naast de Voorzienigheid, te
danken aan jufvrouw Bridget's uit
nemende verpleging," verklaarde Dr.
Denbigh eene verklaring, die de
tranen in Bridget's oogen te voor
schijn riop. Deze lof was volkomen
verdiend, want Bridget had zich met
onvermoeide nauwlettendheid van
haar plicht gekweten, en zij had ge
durende de vier treurige weken van
onzekerheid, welke gevolgd waren op
Linda's begrafenis, ternauwernood
een nacht geslapen. Zij beweende
het kind, dat overleden was, met die
per droefheid, dan men verwacht zou
hebben, daar zij toch zag, dat het
kind, dat van den beginne af aan
hare zorgen was toevertrouwd ge
weest, dat zij van de geboorte af
verpleegd had, als uit de klauwen
des doods aan haar teruggegeven was.
Met onberispelijke getrouwheid ver
vulde zij haar plicht ten opzichte
van hetj kind, dat in leven gebleven
wasmaar het had er veel van, of
haar hart in het graf was van het
kind, dat was weggenomen.
Squire Bosworth's gedrag in meer
dan ééne levensbetrekking verander
de merkbaar na dit tijdperk van ge
vaar, waarin het leven van zijn kind,
en daarmede als 't ware zijn eigen
lot aan een zijden draad had gehangen.
Hij werd een hartelijker vader, een
beter landheer, een vriendelijker
meester. Hij bezocht nog elke week
de Beursnog steeds spekuleerde hij
en legde hij zich toe op de vermeer
dering van zijn groot vermogennog
altijd stapelde hij schatten op schat
ten, en zat hij te rekenen en met
welgevallen zat hij te staren op zijne
stapels obligaties, pandbrieven, hy
potheken en New River aandeelen;
deze neiging en gewoonte was te diep
bij hem ingeworteld, dan dat daarin
verandering kon komen op drie enveer-
tig jarigen leeftijdmaar hij werd min
der schriel in menige aangelegenheid,
en hij richtte zijn huishouding op wat
minder karigen voet in, niettegen
staande hij jufvrouw Layburne aan
het hoofd der zaken liet blijven. Voor
zijne dochter had hij alles ten beste.
Hij gaf haar speelgoed, schoothond-
jens, en een hit, en nooit ging er,
als hij op Fairmile Court was, een
dag voorbij, waarvan hij niet een
gedeelte in het bijzijn der kleine meid
doorbracht. Voor het overige bleef
hij een even eenzaam en afgezonderd
leven leiden als vroeger; hij bleef
zijne buren ontwijken, en nooit nam
hjj deel aan de jachtpartijen, die den
voomaamsten band vormen en altijd
gevormd hebben tusschen landedel-
lieden.
HOOFDSTUK IV.
Eene schoonheid te zijn van aan
zienlijken huize; bekend te staan
als een verstandelijk ontwikkelde
ja, wat zooveel meer zegt, omdat het
zeldzamer voorkomt als eene gees
tige vrouw; geboren te zijn in pur
per; juist genoeg het onderwerp der
gesprekken te zijn geweest, om eene
belangwekkende vrouw te mogen
heeten, die eene geschiedenis achter
zich heeft; een mooi huis te hebben
op Soho Square, en eene midden-
eeuwsche abdij in Hampshire paard
te rijden, te dansen, te zingen, te
spelen, en Fransch en Italiaansch
te spreken, beter dan eenige andere
dame in de voorname kringende
kostbaarste diamanten van Londen
te bezittengevolgd te worden en
gevleid, serenades te ontvangen, ge
hekeld en besproken te worden in
openbare geschriften, en nog maar
even over de dertig te wezen
voorzeker, alle deze goede dingen te
zijn en te hebben, het zou den beker
der tevredenheid voor iedere Eva's
dochter vullen.
Lady Judith Topsparkle mocht zich
in 't bezit van al deze zegeningen
verheugen, en gloed en leven gingen
van haar uit over den kring, waarin
zij leefde; en toch waren er onder
hare vertrouwde-vriendinnen, onder
haar, die nu en dan 's morgens bij
haar hun chocolade oplepperden, al
vorens haar hair was gepoederd, en
de moesjens op haar gelaat waren
gelegd, die verklaarden, dat zij niet
volmaakt gelukkig was.
De diamanten, het ruime huis op
Soho Square, met zijn Turksche ta
pijten en Boule meubelen, met zijn
overvloed massief zilverwerk en Ita-
liaansche] 'schilderijen, met zijn vor
stelijke weelde en pracht; de abdij
in de nabijheid van Ringwood, met ha
re prachtige behangels,schilderijen en
zeldzaamheden, en met hare geheime
gangen, waren bezwaard met zekere
voorwaarde, welke hunne waarde
voor Lady Judith tot een minimum
terugbracht.
Alle deze goede dingen waren haar
aangebracht door haar echtgenoot.
Zij zelve was niet meer dan de bemin
nelijkste arme jonge vrouw, van de
voornaamste wijk in Londen. Haar
bloed was zoo blauw als 't maar we
zen kon. Zij was een jongere doch
ter van een der oudste graven maar
Job zelf, nadat de ongeluksboden tot
hein gekomen waren, was niet armor
dan die hoog geboren edelman. Lady
Judith had Mr. Topsparkle niets aan
gebracht dan hare schoonheid, haar
aanzien en haar hooghartigheidzij
had nooit voorgewend dat zij hem
liefde of genegenheid, of ook maar
hoogachting toedroeg. Zijn vader had
zijn fortuin gemaakt in den handel;
en het denkbeeld van een koopmans
zoon was voor Lady Judith even af
grijselijk als dat van een moriaan.
Zij was met hem getrouwd, omdat
haar vader het gewild had, en, zoo
als zij zich placht uit te drukken,
„de geheele zaak was de moeite niet
1 waard geweest, zich er krachtig te-
tMrukt by DE ERVE»
gen te verzetten." Twee jaar geleden
had zij de betrekking afgebroken met
den eenigen man, voor wien zij ooit
liefde gevoeld hadzij had hem den
bons gegeven in een bui van nijdig
heid en drift, wegens een of ander
voorvalletjen betreffende eene Fran-
sche danseres; en van die ure af was
zij zich het voorkomen gaan geven,
als bekommerde zij zich nergens meer
omzy had gedanst, minnarijen aan
geknoopt, gebabbeld en gehandeld
op eene wyze, die de groote menigte
vermakelijk vond, en waarover de
preutsche lui zich ergerden. Bath en
Tunbridge Welss hadden het druk
gehad over 'tgeen zij zeide en deed
en eindelijk had zij, niet geheel te
gen haar zin, zich overgegeven aan
hem, die het hoogste bod deed.
Zij bezweek haast onder schulden,
en wist zelfs niet wat het was kon-
tant geld in haar bezit te hebben.
Als zy kaart speelde, moest zij eerst
bij den eene, dan bij den andere harer
bewonderaars geld leenen. Zij had
overvloedig krediet kunnen krijgen
voor japonnen en kleinodieën van een
zeker soort van schraapzuchtige koop
lui in het West-End, die spekuleerden
op Lady Judith's schoonheid, even
als zij dit gedaan zouden hebben ten
opzichte van deze of gene onsoliede
etfekten, waarop zij echter hoopten
wat te zullen winnenzij achtten het
toch bijna zeker, dat zij een schit
terend huwelijk zou doen, en dan zou
den zij ruim schadeloos a orden ge
steld.
Mr. Topsparkle zag haar in
het zenith harer opspraak maken
de bekoorlijkheden. Hij trof haar
op een gemaskerd bal te Bath,
had haar den geheelen avond ge
volgd en geïntrigeerd, en eindelijk,
toen hij zich na het soepee alleen
met haar in een prieel bevond, haalde
hij haar over, haar masker af te
leggen. Hare schoonheid verblindde
zijne deskundige oogen, en hij werd,
zoodra hjj die schitterende bekoor-
lykheid aanschouwde, die als sterren
fonkelende violetkleurige oogen, dat
heerlijke Grrieksche neusjen, die ge
laatstint, die tegelijk aan lelieën en
aan rozen deed denken, en die onbe-
rispelykste mond en tanden van de
geheele Christenwereld, dol verliefd
op haar. Geen sterveling had ooit
iets schooners beschouwd dan de
zachte krulling van die klassieke lip
pen, of iets fijnere dan haar zachte kar-
mijntint. In een tijd, dat bijna iedere
vrouw van aanzien zich met bismuih
en loodwit blankette, kon de dochter
van Lord Bramier de gelaatskleur
te aanschouwen geven, die haar door
de natuur geschonken was, en kon
zij elke kunstkleur tarten die te even
aren. Lady Judith lachte over haar
overwinning, toen een half dozijn
verschillende bewonderaars er haar
den volgenden morgen van vertelden.
„Wat, die Torpsparkle!" riep zij
uit „die burger-reiziger, die al
lerlei soort van woeste plaatsen in
Spanje en Italië bezocht heeft, en
zoogenaamd geestige brieven over
zijne reizen heeft geschrevenZe
zeggen, dat hij rijker is dan welke
nabob in Hindostan ook. Ja, ik heb
hem geducht beet gehad, geloof ik,
voordat ik er in toestemde mij te
ontmaskerenen toen beweerde hij
overbluft te zijn door mijne bekoor
lijkheden, verbeeld jel verblind door
deze zon, in welke gij, mijne heeren,
zonder de oogen dicht te knjjpen,
evenals jonge arenden, pleegt te
staren."
„Waarde Lady Judith, de man is
door u in beslag genomen uw
slaaf voor eeuwig. Ge deedt beter met
hem een ring door den neus te doen,
en hem overal heen met u mede te
voeren, in plaats van den kleinen
zwarten jongen, dien ge laatst zoo
vurig wenschtet in uw bezit te
hebben, maar die u door zijne Lord
schap geweigerd is. Hij is ontegen-
LUOSJES, te Haarlem
zeggelijk de rijkste man van Londen,
drie of vier maal een miljoenair, en
hjj staat op het punt Lord Ringwood's
landgoed in Hampshire te koopen
een echte middeneeuwsche abdij, met
kruisgangen van een halfmijl lang,
en een vischvyver in de keuken."
„Ik heb nog met zuilengangen,
noch met een vijver in de keuken
iets op."
„O, maar gij hebt een zwak voor
diamanten," hernam Mr. Mordaunt,
een oud bewonderaar van haar, die
zeer au courant was van de levens
geschiedenis en de gewoonten der
schoone Judith, en die haar geld
geleend had by het basset-spel, en
die voor haar met haar schuldeischers
onderhandeld had. „Dat kruis, dat
de Jood u laatst verkocht heeft, kan
er van getuigen."
Lady Judith kreeg een kleur van
boosheid. Dezelfde joodsche koopman,
die haar dat diamanten sieraad had
verkocht, had er op aangedrongen,
dat zij het hem zou teruggeven, toen
hij gemerkt had, dat zy niet by
machte was, het hem; e betalen, en
had gedreigd haar te zullen vervol
gen, omdat zij onder leugenachtige
voorwendsels zich meester had ge
maakt van eens anders goed.
Mr. Topsparkle's diamanten zij
waren het eigendom zijner moeder
hebben hunne geschiedenis. Zyn
grootvader van moederszijde was een
Amsterdamsche jood en de grootste
handelaar in diamanten van zijn tijd.
Hij had molens, waar die juweelen
werden geslepen, evenals het graan
hier te lande wordt gepeld, en die
kostbare steenen schijnen daar even
talrijk geweest te zyn als hier het
koorn. Bij den Hemel, Lady J udith,
wat zoudt ge schitteren met die di
amanten van de Topsparkies
„Mr. Topsparkle is zeker al over
de zestig 1" riep Lady Judith met
hooghartige minachting uit.
„Niemand veronderstelt, dat gij
hem tot man zult nemen om zyn
jeugdigen leeftyd, of om zijne per
soonlijke aantrekkelijkheid. Toch is
hij allesbehalve een man met een
ongunstig voorkomen, en hij heeft
in zijn tyd vrij wat avonturen gehad,
dat kan ik u verzekeren mylady.
II a vécu, zooals onze Fransehe
buren zeggen. Topsparkle is geen
onnoozele hals. Toen hij bijna veertig-
jaren geleden zijn groote reis ging
ondernemen, had hij een zoo slechten
naam, als een heer van aanzien maar
hebben kon. Alle fatsoenlijke dames
hadden hem den rug toegekeerden
alleen het feit van zyn onmetelijken
rijkdom is bij machte geweest de
deuren van fatsoenlijke huizen weder
voor hem open te stellen, toen hij
van zijne reis was teruggekeerd.
„Ik ben u zeer dankbaar voor het
kompliment, dat ligt opgesloten in
uw aanbeveling van hem aan mij
als echtgenoot," sprak Lady Judith,
zich opheffend met dat Juno-achtige
voorkomen, dat haar een half' hoofd
grooter deed schijnen, en uitdrukking
gaf aan elke lijn harer prachtige
gestalte. „Uit alles blijkt, dat hij
een heer is, wien iemand het zich
tot schande moet rekenen nader te
kennen."
„O, mylady, maar ge moet wel
bedenken, dat een bekeerde lichtmis
meestal de beste echtgenoot wordt
En nadat Mr. Topsparkle op het
vasteland gereisd heeft, heeft hij eene
nieuwe reputatie gekregen, en wel
die van geestig vernuft en van een
beoefenaar der letteren. Hij heeft eene
Assyriesche geschiedenis in de Ita-
liaansche taal geschreven, over welke
geheel Londen eenige jaren geleden
in verrukking was een soort van
geestengeschiedenis, veel beter ge
schreven dan Voltaire's fantastiesche
verhalen. Ieder las het werk van
Mr. Topsparkle, of beweerde ten
minste het te lezen."
Wordt vervolgd).