MOHAWKS. VAK Miss M. E. BRADDON. Naar het Engelsch. 18) 'l Sprak van zelf, dat een huwlijk tusschen deze twee voordeelig zon zijn als tenminste Lavendale zijn leven wat wilde verbeteren, en indien zijn landgoed niet al te zeer bezwaard was. De plattelands-nota ris, die een onderzoek bad ingesteld naar Lavendale's bezitting, had Mr. Bosworth verzekerd, dat de hypo theken kleinigheden, en eerst in den laatsten tijd opgenomen waren. La vendale was buitensporig geweest, maar hij was begonnen met een mooi fortuin in kontant geld, het bedrag dat overgegaard was tijdens zijne minderjarigheid. „Nu, we zullen eens een proeljen nemen van de vermakelijkheden van Londen," sprak de Squire, na een oogenblik zwijgens, „indien Lord Lavendale onze cicisbeo en Mentor wil zijn. Ik heb sedert het begin der eeuw geen schouwburg van binnen gezien, en ze hebben me gezegd, dat er tegenwoordig zes schouwburgen zijn, terwijl er vroe ger maar twee waren, en dat ge maskerde bals in de groote wereld thans meer in trek zijn dan ooit." Zij keerden nu allen naar den salon terug, naar de Fransche manier, die volgens Lavendale eene verbe tering was van de Engelsche manie ren. „Ik smacht er naar, Miss Bos worth te hooren zingen," riep hij uit, en op het vorzoek haars vaders zette zij zich voor het klavecimbel neder, en begon met een klein lied van Lully bij een ouden Franschen tekst. Hoe vol en rond en rijk klonken die frissche jeugdige tonen voor ooren, die verzadigd waren van schit terend gezang in de drie groote hoofdsteden, Londen, Parijs en Wee- nenen met welk eene teedere uit drukking bracht de zangeres die eenvoudige kinderlijke verzen ten gehoore, over Strephon, die zijn heuvelachtig woonoord en zijne kud de verlaten had, en de jammerende Chloë 1 Strephon zou morgen heen gegaan zijn, en Fairmile Park zou zon der hem troosteloos eenzaam wezen. Zij zouden elkander wellicht in Novem ber in Londen weder ontmoeten zeer waarschijnlijk zou dat gebeuren, want Mvlord en Mr. Durnford waren onafscheidelijkmaar hoe moest de gapende afgrond tusschen Juli en November overbrugd worden Hoe was die groote gaping van den tijd door te komen Irene zong nog verscheiden liederen, op dringend verzoek van Mylord. Hij was niet, zooals Mr. Topsparkle, fanatico per la musica, iemand die prime donne naliep, en meende, dat een Italiaan- sche tenor de edelste ontwikkeling van het menscheljjk genie washij kon niet voor een orgel zitten en uren achtereen spelen, als eene ziel bezeten door den demon der melodie, maar hij had indedaad veel op met muziek, het ontbrak hem niet aan goeden smaak en aan wat kennis van muziek, en hij hing vol verrukking over het klavecimbel heen, en deed Durnford ontelbare doodsangsten uit staan bij elk lied, dat Irene zong, doods angsten, die de liefelijkheid harer stem en de schoonheid van elke melodie vergiftigde. Was het een lied van Scarlatti, van Corelli, van Handel Wat kon het hem schelen, welke komponist het net geweven had, waarin zijne ziel werd gevangen genomen en gefolterd Zij zong voor Lavendale. 'tWas voor Lavendale, dat zij hare lieve oogen opsloeg, als zij antwoord gaf op de vragen, die hij tusschen het eene lied en het andere tot haar richtte. Lavendale was bezig hem haar hart te ont stelen, dat hart, dat zoo bijna het zijne geweest was. „Hij heeft eene macht over vrou wen, die bijna diaboliesch is. Moge lijk is het zijn vertrouwen op zich zeisen, dat hem zoo onweerstaan baar maakt, die zekerheid van de zegepraal, die bijna altijd de zege praal, die bijna altijd de overwinning behaalt, waar een gunstig voorko men, gepaard met eene zekere mate geestigheid, medewerken met ver metelheid. Ja, hij zal haar voor zich winnen, of ik zal ten minste een har den kamp met hem te strijden heb ben om den prijs; maar bij den He melen Herrick balde zijn vuist, terwijl hij daar in een donker hoekje achter het klavecimbel gezeten was, waar niemand hem opmerkte „het zal hem moeite kosten den prijs te winnen Ik bad het eerlijk met haar voor, maar ik wil me niet op listige manier van hare liefde laten beroo- ven. Kan ik haar niet op nobele wijze tot de mijne maken, dan zal ik het op minder nobele wijze be proeven Ik verkies niet er bij te staan met mijn hoed in de hand, terwijl mijn vriend haar naar 't altaar leidt. Eene rêverie als deze spelde niet veel goeds voor Irene daarginder, die glimlachend voor haar klavecimbel zat, met hare geheele ziel verdiept in de muziek, geen acht slaande op Lord Lavendale's komplimenten, ze evenmin op prijs stellende als vree- zende, niet minder op haar gemak in haar eenvoudigheid, dan eene dame uit de groote wereld, die haar zeven de sei/oen reeds achter den rug heeft. Niet veel goeds ook spelde voor Irene Lavendale's overlegging, waar van de strekking was, dat bij zich voornam, al het zijne te doen om de bekoorlijke erfgename tot vrouw te krijgen, en door d' nzelfden triumfee- renden slag zijn fortuin te herstellen. Hij had gehoord van dien grooten coup, gedaan door Mr. Bosworth, ge durende de Zuidzee-verbijstering hoe hij een massa gekocht had, toen de aandeelen het eerst uitgegeven werden, hoe hij allo voorzichtigheid in acht genomen had, altijd op zijn hoede voor eene katastrofe, hoe hjj enorm d la hausse gespekuleerd had, totdat hij, toon de waanzin in Lon den het toppunt bereikt had, zijn aandeelen verkocht had voor precies tienmaal den prijs, voor welke hij ze had ingekocht. „God helpe de ongelukkigen, die dat vermolmde kapitaal gekocht heb ben dacht Lavendale bij zich zei ven. „Hij alleen weet, hoe bet bloed van zelfmoordenaars en de tranen van weezen waarschijnlijk dat waar- delooze papier bevlekt hebben maar dat is Bosworth's zaak, en niet de mijne. Zij is het mooiste, bekoor lijkste wezen, dat ik in tijden gezien heb, en wat zou Lady Judith wel zeg gen, als ik haar bij eenjête of ridotto eens ontmoette, met zulk eene frissche schoonheid aan mijn arm, en met een groot fortuin in 't verschiet? Dat hooghartige schepsel zou zich verne derd gevoelen bij de gedachte aan mijn triumf. Ik zal nooit haar onbe schaamdheid vergeten, toen zij mij in het Park voorbij liep. Haar hooghar tigheid heeft de lucht van Londen voor mij besmet. Ik zou niet naar Londen willen terugkeeren, indien zij zich daar ophieldmaar de kranten doelen me mede, dat zjj de koningin uithangt in Topsparkle's Abbey in Hampshire, met een huis vol voor naam gezelschap, al de oude Tories en hooge waardigheidsbekleders bui ten dienst, die haar vleien, en pluim strijken, en maneuvreeren om het halfdozijn heerlijkheden haars echtge- noots, die afgevaardigden kunnen zen den naar het Parlemont." Lord Lavendale's koets w erd tegen tien uur aangekondigd, en de twee heeren namen afscheid. „Indien ge wellicht in de aanstaan de Oktobermaand meer geweren dan vogels hebt, zult gij en uwe vrienden welkom zijn aan mijne fezanten, Lord Lavendale," zeide de Squire, terwijl hij zijn buurman uitgeleide deed naar het voorhuis „Ik ben geen liefhebber van de jacht, en logés houd ik er niet op na. Ik hoop, dat wij u vaker te zien zullen krijgen, als gij uit Lon den zult zijn teruggekeerd." „Och, Mr. Bosworth, dertig mijlen is een afstand, waarvan het de moeite niet waard is te spreken. Ik houd het er voor, dat ik voortdurend tusschen de stad en mijn landgoed op reis zal zijn. Ik bezit een oud huis in Bloomsbury, dat nu en dan moet gelucht worden; en hier heb ik een heerenhuis, dat maar al te lang is overgelaten geweest aan de ratten en aan de eenzaamheid. Ge moet niet denken, dat ge me eerst in Oktober zult terugzien." Zij scheidden met hartelijke hand drukken, en met de verzekering van Mylord's zijde, dat de overdracht van het inspringende stuk weiland hoe genaamd geen moeite zou opleveren. „Bij den Hemel, Herrick, zij is een engelriep Lavendale uit, toen hij en zijn vriend bg elkander in de koets gedoken zaten „Gij zegt dat van iedere schoone vrouw, die ge aantreft, zoowel van eene hertogin, als van een koord danseres," bromde Herrick. „Ja, maar er zijn vele graden in het engelenheir, en er zijn gevallen en gelen, en er zijn er ook, wier vleugels er maar losjens aanzitten. Maar deze engel is rein en glinsterend als de Seraf Abdiel, toen hij het opgestane heir verliet, en regelrecht naar den troon des Eeuwigen vloog. Zij is het goddelijkste wezen, dat ik ooit ont moet heb „Zelfs Lady Judith niet uitgezon derd!" „Och kom, aan haar is niets god delijks. Wij stemmen beide op dat punt overeen. Nooit, van hare kinder jaren af, is zij zoo rein en kinderlijk geweest als deze jeugdige vrouwelijke kluizenaar. Zij is aanbiddelijk, Her rick, en indien er in mij iets is, dat vrouwen bekoren kan, indien ik iets op vrouwen vermag „O, hoe geveinsd is dat „indien" I" riep zijn vriend spottend lachend uit. „Nu, ik wil het ook wel anders uitdrukken. Al den invloed, dien ik kan uitoefenen op de zwakkere sekse, zal zooveel mogelijk uitgeoefend wor den, om dat heerlgke schepsel tot de mijne te maken „Alsmede hare honderdduizenden of miljoenen, of hoeveel zij ook te wachten hebbe," viel de ander hem minachtend in de rede. „Alsmede haar fortuin, dat me behulpzaam zal zijn, om mijn achtens waardigheid te vergrooten. Wel, met zulk een rgkdom zou ik durven ho pen, politieke volgelingen genoeg te kunnen koopen, om mij Eerste Mi nister te doen worden. Maar zij is in zoo alles overtreffende mate bekoor lijk, dat ik tot over de ooren op haar verliefd zou zijn, al ware zij maar een melkmeisjen. „Ja, en dan zoudt ge haar tot je speelpopjen nemen, om binnen eene maand tijds je bekomst van haar te krijgen, en haar dan te laten sterven aan een gebroken hart," zeide de ander. „Wel, Herrick, wat ben je bitter van avond Ge hebt te veel gedron ken om beleefd, en te weinig om prettig gezelschap te zijn. Je ver keert in de zeurige periode van dron kenschap. Waarom zoudt ge mij eene rijke erfgename misgunnen, als ik er mijn hart op stel, haar de mijne te doen worden? God weet, dat ik jou nooit wat misgund heb, en 't is je eigen schuld', dat we ten opzichte van fortuin niet meer met elkander gelijk staan." „Vergeef het me, Jack; ge zijt al tijd edelmoedig tegenover mijmaar 't is omdat ik weet, hoe ge wel eens onedelmoedig geweest-zijt ten opzich te van vrouwen, dat ik wat knorrig en wrevelig ben, nu ik vrees, dat ge ten opzichte van dit meisjen weder zoo handelen zult. Ik weet ook, dat je hart aan Lady Judith toebehoort dat ge, indien het morgen tot een huwlijk mocht komen tusschen u en dit lieve onschuldige meisjen, ge haar den volgenden dag reeds verlaten zoudt, indien die oude liefde van u je maar met haar pink mocht wenken. Zou 't niet verstan diger zijn, getrouw te blijven aan die oude liefde, en af te wachten, wat eene vriendelijke beschikking van het lot wellicht voor je doen zal Mr. Topsparkle is over de zestig en heeft hard geleefd. Waar om zoudt ge niet wachten tot de onverbiddelijke maaier zijn groote pruik wegmaait. „Och, Herrick, 't is slecht wachten op een andermans dood, en ik twijfel er aan, of Mr. Topsparkle's leven niet hechter is dan het mijne. Hij heeft op zichzelf gepast, en is op zijn hoede geweest, ook te midden van zijn uitspattingen, terwijl ik het noodlot getard heb. Er zit hier iets," vervolgde hij, op zijne borst wijzende, ,'t welk me waarschuwt, dat ik zoo veel mogelijk van een leven moetv profiteeren, dat niet lang van duur zal zijn." HOOFDSTUK VIII. Lord Lavendale's huis op Blooms bury Square had een voorkomen van verwaarloozing en troostelooze ver latenheid, toen de beide jonge man nen daar onverwacht in de duister nis van een zomeravond aankwamen, nadat zij den langen weg van La vendale Manor te paard hadden af gelegd Akelig en koud zag die eet zaal er uit, waarin de vader van Mylord de vernuften en staatslieden van Koning William's ingetogen, ernstige regeering onthaald had, en waar zijn goddelooze zoon had ge wedijverd met zijn uitverkoren model, Henry St. John, in dronkenschap en losbandigheid, en, alle betamelijkheid met voeten tredende, zijne vrienden van de Kalfskop Club op den negen en-twintigsten Januari had onthaald op een kalfskop, prijkende met iets dat geleek op eene koninklijke kroon, gemaakt van schijven citroen met peterselie, een soort van zinnebeeldige voorstelling van dien koninklijken martelaar, wiens treurige nagedach tenis de Whigs zoo gaarne hoonden en beleedigden en waar de Mohawks menige luidruchtige samenkomst hadden gehad, en menig slachtoffer, angstig, buiten adem en half dood van schrik, van deze beschaafde wil den allerlei beestachtige behandelin gen had moeten ondergaan, om daar na weder de stad te worden inge dreven, en gedwongen zijn kwel geesten in rechten te betrekken. Wordt vervolgd). Gedrukt bjj DB ERVEN LOOSJE8, te Haarlem

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1894 | | pagina 6