Tot atkoop van de polderlasten ver schuldigd aan den Zuidpolder onder Haaflemmerliede en Spaarnwoude stel den B. en W. voor eene som van f 400.62 beschikbaar te stellen. Het voorstel werd aangenomen. Eene som van f 84, als teruggave van te veel betaalden koopprijs van grond aan den Wagenweg door S. J. W. Mons, wordt verhaald op den post on voorziene uitgaven 1893. De rekening en verantwoording van het St. Elisabeths- of Groote Gasthuis over den dienst 1893 was gesteld in handen van de Comm. van financiën, ten einde den Raad daarop te dienen van bericht en Raad. In het desbetreffende stuk brengt de Commissie lof en dank aan Heeren Regenten voor de uitgebreide en nauw keurige administratie, zoodat tegen de goedkeuring geen bezwaar bestaat. „Intusschen kunnen wij, zegt het stuk, de belangrijke subsidie vanwege de ge meente niet onopgemerkt voorbijgaan, zij het dan ook, dat met deze rekening het nadeelig saldo over 1891 met 3284.89 is verminderd, doch hierte genover stellende de zegenrijke verple ging aan een zoo groot aantal arme lijders verleend, dan neemt de waar deering der cijfers zeker eene belangrij ke, doch niet eene eerste plaats in." De Heer Waller vraagt of het jaar tal in het rapport aangegeven niet moet zijn 1892, wat bevredigend wordt be antwoord, waarna de Raad de rekening en verantwoording goedkeurt. De rekening en verantwoording der voormalige Corporatiën voor Neringen, Ambachten en bedrijven over 1893, sluitende met een voordeelig saldo groot f 1797.37 werd goedgekeurd en dit saldo overgebracht in de gemeentekas. Het Burgerlijk Armbestuur stelde voor om eenige posten in de begrooting van 1893, door noodzakelijke hoogere uitgaven, te verhoogen met een som van f 699.27. De Raad vereenigde zich hiermede. Aan den eervol ontslagen agent van politie G. W. van Es werd toegekend een pensioen van f 190.51 's jaars. In verband met de opening der kos- telooze School F. werden naar die school overgeplaatst de onderwijzeressen I. J. de Koek van school D, eh C. van Oosterhout van school B, de onderwij zer tweede klasse J. de Nobel en de onderwijzer J. W. Koning, van school C. Tot Gemeente-geneeskundige, ter ver vulling der vacature ontstaan door het overlijden van Dr. J. R. de Brouwer, werd benoemd, de Heer Dr. A. van Dam. Tot Commissaris van de Bank van Leening benoemde de Raad den Heer J. Leupen Het Verslag omtrent den toestand van het Hooger, Middelbaar en Lager Onderwijs over 1893 werd aangenomen voor kennisgeving, even als het Gas- rapport over Maart. De Voorzitter stelt voor een stembu reau te benoemen voor het geval een nieuwe verkiezing voor een Lid dei- Tweede Kamer mocht noodig zijn, door eventueel bedanken voor de Haarlemsche keuze door den Heer Roëll. De stem- bureaux werden benoemd en alle Raads leden als plaatsvervangers. Ten laat-te kwam in behandeling de kermis kwestie. Men kent de geschiedenis der zaak den 8 Februari 1893 besloot de Raad de kermis jaarlijks te doen aanvangen op den eersten Zaterdag der maand Au gustus des middags ten 12 ure en ein digen den daarop volgenden Zaterdag op hetzelfde uur. Pogingen werden toen aangewend om den Raad op dit besluit te doen terugkomen, doch hierop werd 19 April 1893 niet gunstig beschikt. In den loop van het jaar '1893 was eenige beweging ontstaan om den duur der kermis terug te brengen op den ouden voet. Het Bestuur der Haarlem sche Handelsvereeniging, W. van der Kamp en acht anderen, zich noemende eene vergadering van achthonderd win keliers, W. van der Kamp en 8 anderen, zich noemende het comité tot herstel van de kermis op den onden voet, W. van der Kamp en ongeveer 6900 ande re neringdoenden, belanghebbenden en belangstellenden, de Vereeniging van industrieelen en kooplieden, deze allen hadden zich tot herstel bij den Raad gemeld. Handhaving van j Jietj Raadsbesluit hadden verzocht de anti-revolutionaire kiesvereeniging Nederland en Oranje, de afdeeling Haarlem van Patrimonium en M. J. Riphagen en 36 andere leden der Vereeniging Helpt elkander. Vier Kerkeraden verzochten afschaf fing der kermis. Vijf raadsleden, de Heeren Prins, Leupen, Stolp, Loomeyer en Beynes hadden bij den Raad ingediend wat men noemt een bemiddelingsvoorstel, strekkende om de kermis te doen aan vangen den eersten Maandag der maand Augustus des middags ten 12 ure en te eindigen den daarop eerstvolgenden Maandagavond. Burgemeester en Wethouders hadden het voorstel gedaan het Raadsbesluit van 1893 te handhaven. Toen de discussies over punt 24 ge opend werden het was toen kwartier over drieën was het de eerst onder- geteekende van het raadsledenvoorstel die het toelichtte: Toen de Raad het voorstel aannam tot het inkorten der kermis na rijp beraad behoorde in het midden gela ten heeft het niet in de bedoeling gelegen hierdoor aan achtduizend inge zetenen schade te veroorzaken. Boven dien worden de ongerechtigheden van de kermis overdreven. Uit een opzette lijk ingesteld onderzoek te Rotterdam in deze, was dit voldoende gebleken. Dat er in het collége van B. en W. geen eenstemmigheid bestaat omtrent het voorstel tot handhaving van het besluit, was op te maken uit de uit gedrukte meening van den Wethouder De Haan, dat in 1893 door den Raad een verkeerd besluit was genomen. Wel gelooft hij, dat al de ingekomen adres sen volkomen ter goeder trouw zijn, maar ook, dat de tegenstanders de zaak niet van verschillende standpunten heb ben beschouwd. De Heer Krol wijst op de geschiedenis der stukken betreffende de kermis in den Raad. Voor het groote getal verzoek schriften is men ten laatste bezweken, doch hij constateert, dat allen van Cal vinistische zijde komen. Het komt hem voor, dat de Raad dit niet genoeg in 't oog heeft gehouden. In 1886 advi seerde de Kamer van Koophandel tot behoud van de kermis. Een van de re kesten wijst op halve maatregelen, dus, herstel de kermis op den ouden voet. Doch de beschaving neemt toe, laten wij dus wachten met opheffing of ver korting, tot de ingezetenen zelf ver klaren, dat zij de kermis niet meer noodig hebben. De Heer Beijnes heeft meegewerkt tot inkorting van de kermis. Vroeger was hij in de meening dat de laatste kermismaandag niet noodig was, doch nu het gebleken is, dat die Maandag veel voordeel aan de ingezetenen bracht, vindt hij verandering gewenseht. Bo vendien wekte het ontevredenheid, dat de kermis Zaterdag juist te 12 ure des middags werd gesloten. De Heer Enschedé verklaarde zijn standpunt ten opzichte van den Zondag en Maandag, als zij nde deze geen dagen van genot en vindt dat, in het belang van Haarlem tot handhaving van 't besluit moet beslist worden. De Heer Rethaan Macaré klassificeert: Eerst hadden we een verzette kermis; in het belang de schoolgaande kinde ren; daarna eene wandelende kermis, de kermis is op de oude plaats terug gekomen. Thans hebben we eene afge korte kermis. In 1886 verklaarden B. en W. geen kans te zien de kermis uitspattingen tegen te gaan. De meer derheid heeft gemeend de uitvoering op te mogen leggen aan de openbare macht, men weet met welk gunstig gevolg. Er zijn geen redenen om op het besluit terug te komen, en waar moet het op die wijze heen met het gezag. De schade moge er geweest zijn, maar dat zal zich herstellen, en verder zou den wij ons eigen gezag ondermijnen. De Heer Klein verheugt zich den Heer Macaré gehoord te hebben. Er wordt gesproken van de materieele schade, doch er staat tegenover een zedelijke winst. Wij zouden inconse quent zijn als wij na een besluit zoo spoedig er op terugkomen. Er wordt gesproken van de vele na men op de verzoekschriften. Hij heeft vernomen, dat die namen soms op vreemde wijze ten papiere gekomen zijn. Als wij iets doen, behooren wij dit als vroede mannen te doen, geheel naar overtuiging. Wijzende op de behaalde moreele voordeelen, brengt bij hulde aan de wijze waarop in Augustus het Raadsbesluit omtrent de kermis is uitgevoerd. Ook met het oog op de tijdsomstandigheden werkeloosheid is het noodig te remmen en als wij onze werklieden liefhebben, behoort de Raad op het besluit niet terug te komen. De Heer Prins verwondert zich het meest over de stem van de Heer Macaré. Maar de Raad berokkende nadeel en dat moet hersteld. De onze delijkheid bij de kermis is in de laatste jaren door de politie tegengegaan. De Heer Macaré wenscht orde in de be handeling. Is tegen afschaffing, doch moet de Raad op z(jn besulit terug komen Werkelijk is de toestand van 1893 beter geweest dan vroeger. Geldelijke schade zou door een opzettelijk onder zoek behooren geconstateerd te worden. De Heer Klein komt op tegen eene uitdrukking van den Heer Prins (eigen lijk van den Heer Krol). De Heer Prins zegt, dat enkele zaken een meer ma terieel, andere een meer bepaald moreel karakter hebben en dat de eerste vooral bij de kermis voorzit. De Heer Lodewijks wijst er op, dat het Rotterdamsche rapport met beleid dient gelezen te worden. Nu nog komt de Heer de Kanter op tegen de meening van den Heer Prins, dat het Raadsbesluit niet na rijp besluit genomen zou zijn. Het besluit zelf noemt hij een goed besluit, en de scha de zal zich herstellen. De Heer Bijvoet zal voor voorstel der vijf heeren stemmen, en de Heer Van |l den Berg motiveert zijne uit te bren gen stem. De Amsterdamsche toeloop heeft zich verplaatst naar den eersten Zondag, doch zou nu met het voorstel der vijf heeren meegaan. De Heer van Weel wil het besluit hand haven, juist in verband met het mede gedeelde van den vorigen spreker. De Voorzitter verdedigt de wijze waarop door het gezag het raadsbesluit is uitgevoerd. De schade is geconstateerd, doch de voordeelen zijn gebleven in de zakken van de kermishouders. Verder, zegt de Voorzitter, heeft de Heer Prins gewezen op het kermis rap port van Rotterdam. Doch er straalt in door een soort van welwillendheid te genover de kermis en de nadeelen, die toch ook medewegen, worden niet ont zenuwd. De Heer Beijnes bepaalt nog nader zijne bedoeling omtrent het sluiten van de kermis juist te twaalf uur des mid dag. Hij zal zijn stem geven aan het voorstel der vjjf heeren, óók omdat de werklieden anders hun vrijen dagmissen. Nu kwam het voorstel der vijf heeren in stemming, en de stemmen staakten veertien tegen veertien. Juist anderhalf uur hadden de debatten geduurd. Artikel 50 der Gemeentewet bepaalt in deze: Bij staking der stemmen wordt het nemen van het besluit tot eene volgende- vergadering uitgesteld. In de ze wordt, bij staken der stemmen, het voorstel geacht niet te zijn aangenomen. Tenzij een of meer der leden in den tusschentijd niet van besluit veranderen, is dus het lot van het voorstel niet twijfelachtig. De Heeren 't Hooft, Van de Poll en Van Styrum waren niet ter vergadering. Meer dan gewoonlijk werd deze Raads zitting door belanghebbende ingezetenen bijgewoond. H AA BLEU, 4 Mei 1894 Teylers Museum. Van de omstreeks 16000 voorwerpen (versteeningen, delfstoffen, steensoorten enz.) die in Teylers museum worden bewaard, is een zeer groot gedeelte niet voor het publiek te zien, daar zij in gesloten laden zijn opgeborgen. Om ook dat gedeelte der verzamelingen ter be zichtiging te stellen, is er thans in de groote zaal een vitrine opgericht, waarin van tijd tot tijd verschillende zaken zul len worden tentoongesteld. De eerste verzameling die nu ter bezichtiging wordt aangeboden, is een uitstekend fraaie collectie vulkanische gesteenten (lava, tuffen, puimsteen, enz) uit den bodem waarop Rome is gebouwd, en uit de omstreken dier stad. Een naam lijst en een wetenschappelijke beschrij ving van al die steen- en aardsoorten, als een tabel opgeplakt, vindt men ne vens die vitrine, terwijl bovendien elk voorwerp van een etiquet is voorzien. Het voornemen bestaat om, als deze col lectie eenigen tijd te zien is geweest, haar te verwisselen met andere voor werpen uit de laden van het museum. Ter vervanging van den Heer B. J. Visscher, die wegens vertrek bedankt had als Directeur der Liedertafel Haar lem's Zangenot, is als zoodanig benoemd de Heer G. C. Weeren. Door Ged. Staten van Noord Hol land is bevorderd tot commies chef ter provinciale griffie (afd. Nationale mili tie en Schutterij) de heer J. C. Mikkers thans adj. commies le klasse. Woensdag namiddag heeft Jhr. Mr. J. Roëll bericht gezonden, dat hij als lid van de Tweede Kamer der Staten- Generaal zitting zal nemen voor Utrecht. Te Haarlem zal alzoo eene nieuwe vrije verkiezing moeten plaats hebben, Naar wij van goede zijde vernemen, zal door het comité, dat den Heer Roëll stelde, thans Jhr. Mr. A. P. C. van Karnebeek den kiezers worden aan bevolen genoemden oud minister zal door de R. K. Kiesvereeniging worden gesteund. In het Museum voor Kunstnijver heid zijn a. s. Zondag nog tentoonge steld de maskers van Napoleon 1 en H. de Balzac, benevens de verzameling Parijsche affiches en de afbeeldingen der verschillende beeldhouwerken uit le palais du Trocadero to Parijs. Op de Hygiënsche Tentoonstelling verbonden aan het XI Intern. Medische Congres te Rome ontving de Wilhemina Bron de Zilveren Medaille voor haar natuurlijk keukenzout houdend Staal- water. BUKttEKLIJKE STAND. ONDERTROUWD. 47 April. N. Leeuwrik en L. H. den Otter. F. Stiphout en J. I. Teeven. 2 Mei. P.v.d. Spek en E. O. G. Rijbroek. J. Boere en A. Apetz. J. Groen en A. van der Vorst. O. Bruijns en J. van Looij. T. J. de Graaffen G. C. van Heijningen C. Horsmejjer en M. Stompedissel. U. Bakker en W. Duisenberg. K. van Es en B Visscher. J. C. Boeree en J. M. van Aste. A. de Liefde Meyer en O. van den Berg. GETROUWD. 1 Mei. C. J. Kuster en J. M. E. Beuns. M. H. Tijsse en J. M Leuven. A. Schermer» en G. Uitenbo-ch. 2 Mei. J. K. D. van Mer- kestein en J. Smith. J. L P. Moonen en M. Ouwehand. C Zwaneveld en E. van den Heuvel. J. Boers ua en M. E. Umans A. Bruijn en C. Hulshof. F L. van der Meijden en G. C Schiering. C. Smit en G. van der Veen. C. Berendregt, en JS W. Michel. A. L. van Veldhuijsen en G. Kistemaker. JVisser en T. Meijer. P. W. Kmjken en E. van BergenA P. Meeuwig en JE. Stoel man. - C. Thomasz en S. C. L van der lleijdt. B. Cramer en G. M. van Amstel. GEBOORTEN. 26 April. E Radrma geb Schrierd. M. de Ruiter geb. van Huis d. 27 April. H. He- tem geb. de Wit z. MC. Paap geb. ten Bosch z. A. J. Tijssen geb. de Graaffd. C. A. Kuipers geb. Zwaan z. H. W. Möringgeb. Kuipers z. F. H. Klok geb. van der Woerdz. T. Jarigse geb. Bakker d. 28 April. G. Escherich geb. Philipsen d. J. Hirs geb. Re- nout d. M. de Heer geb. van Egmond z. A. H. C. Ott geb. Niesten d. 29 April. M.E. Staphorst geb. van Leeuwen d. - M J.Broek- meijer geb. Warning z. R. J. Euijboomen Mossou d G. Rosenhart geb. vauOpzeeland d. 80 April. J. M. Smit geb. van Brederode z. A. van Hoven geb. van der Beek z. M. E. Smit geb Pel z. A. Rademaker geb. Jansen z. Mei. L. Hommels geb. Cobelens z. H. van Niel geb. Meier d. B. Roest geb. van Wooning z G. van Schouten geb. Ruht z. H. Vogelsang geb. Mainz z. A. Bulters geb. van Leeuwen z. OVERLEDEN. 25 April M. C. Berkhout geb. de Jong 69 j. KI. Heiligland. C. Verhangen 86 j. Leidiche straat. 26 April. H. Gans geb. Spruijt 62 j Rozenprieëlstraat 27 April. S. Spier 2 m. d. K. Begijnestraat. P. Hirdes geb. Lokker- man 82 j. Palmstraat. C. Tarstal 18 dg. d. Spaarnwouderstraat. J. Scheelings 12 m. d. Brouwersvaart. 28 Aprit.F. C. Tieskens22j. Ged. Voldersgraeht, A. Muller geb. Klomp 35 j. Leidsclie straat. 29 Apru. G. Lingg 8 m. d. Z. Polderstraat. 30 April. G. J. Gras man 15 m. d. Tulpens,raat. G. M. Kollerie 15 m. d. Tulpenstraat. 1 Mei. A. de Vrie» geb ter Braak'J 2 j Gast huisvest. 0RGELBESPELIN6 in de Groote- of St. Bavokerk alhier op Dinsdag 8 Mei 1894, des namiddags van 1—2 uur, door den Heer W. EZERMAN. PROGRAMMA 1. Grosser religiüser MarschLux. 2. Wie schön leuchtet der Morgen sternG. Flügei. 3. Concert Fantasie...A. Hesse. 4. IntermezzonitCavaleriarnsticana. Maseagni. 5. Varialiën op 't Oostenrijksch VolksliedHaijdn. 6. Ave MariaBach-Goutod.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1894 | | pagina 2