HAARLEMSCH Eerste Blad. [No. 95 Zestiende Jaargang. 144. van WOENSDAG 28 November 1894. N ieu wsberichten -I Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86. TELEPHOONNUMMEK TELEPHON1SCHE VERBINDING met AMSTERDAM. ABONNEMENTSPRIJS Per drie maandenf—,25. franco p. post ,40. Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk. Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT Dinsdag- en Vrijdagavond. Advertentiën warden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. „ONZE LEESTAFEL". Onlangs veraohenen werken op aan vrage ter bezichtiging te verkrygen by De erven Loosjes, te Haarlem. MULIER (WILLEM.) Athletiek en Voet bal Géill. door den Schrijver .geb j 2.50 STANLEY-WEYMAN. Onder den rooden mantel. Uit bet Engel.-ch vertaald door V. Loosjes Pzn. 2 dlnIng. 3. geb. in één bd. 3.50 ALMA TADEMA (LAURENCE.) Icarus vleugelen. Ing1.75 IRVING (FANNY B.) Zes meisjes. Ing. 1.50 geb. 1.90 NEDERL. DICHTERS. Met proza van Albert Verwey, Roemer Visscber tot Feitama...Ing. ƒ1.en geb. 1.50. COENEN Jr (FRANS) Studies. Ing. - 2 25 geb. 2.75 Bloemlezing uit het Mengelwerk van den Leidschen Studenten-Alraauak 1814 1894geb - 1.90 ZWAARDEMAKER-VISSCHER(MEVR.) Sterk in leed. 2 dlnIng. 3.90 NIESE (CHARLOTTE.) Uit den Deen- schen Tijd. Schetsen en Novellen. Uit het Duitsch door Marie ten Brink. Ing. 1.75 JEROME (JEROME K.) Schetsen naar het leven. Uit het EngelschIng. 1.90 CRAMER (Prof. Dr. J.) De Tübingsche critiek en hare nawerking. (Nieuwe Bedragen dl. X 2e stIng. 0.40 BORSSUM WAALKES (G. H VAN) Andreae Tiarae Annotationes. Aant betr. "de R.-K. Kerk in Friesland, sedert de Vhervoiming tot het jaar 1696....Ing. - 1.90 In het Rijksmuseum door Jan Veth, met twee blieven van Jozef Israels.Ing. 1.26 PIJNAPPEL Gz. (Dr. J.) Leven. Een WereldbeschouwingIng. 060 PHórOPliiLOS, Gids voor den Ama teur- Photograafing. 0.90 MODERNE RECLAME- 0.90 VOS Mz. (J MMixta I. De kunst om zich boos te makening. 0.25 Buitenlandeche nieuw verschenen werken. AI.BERTI (CONllAD). Mascbinen. .Ing. 3.90 FROM (B). Armlos Eine Erzahlnng für jnnge Madchengeb. 1.65 MERWIN (PETER). Pessimistische Ge dichteing. 1. DORN (FRANZ). Kleines musikalisches Fremdwörterbuch0.15 FRANKE (EMIL). Neue Schriftvorlagen für Industrie nnd Handwerk Hft 3 ing 1.05 DER DEUTSCHEN HAUSFRAU. Soil und Haben. Wirthschafts-buch für alle Tage des Jahresgecart. 0 65 RIEMANN (Dr. HUGO) Katechismus der Fugen-Koraposition IIIing. 1. BENED1TE (LÉONCE). Le Musée du Luxembourg. Noticegeb- 12.65 MALOT (HECTOR). Amours de Vienx ing. 1.90 BRADDON (M. E.) The Christmas Hi relingsgeb. 3.90 Bovenstaande werken zyn voorhanden bij de boekhandelaars de erven Loosjes. Tweede Kamer. Dinsdag werd het al gemeen debat over de Indische Begroo ting voortgezet. De heer Cremer, zijne Vrijdag aangevangen rede vervolgende, betoogde, dat in de kontracten met in- landsche vorsten pressie wordt uitge oefend ten bate van eigen mijnbouw en bij de overneming van het recht van belastingheffing, en Spreker betwijfelde de wenschelijkheid van een uniforme regeling met de inlandsche vorsten. Ook hij betreurt, dat het decentralizatie-ont- werp van 's Ministers voorganger is in getrokken, en hij drong aan op nadere overweging. Verder drong hij aan op vermindering der traktementen en pen sioenen van hoogere ambtenaren, en op stabiliteit in het bestuur in Atjeh, waar de toestand thans vrij bevredigend is. I Ten aanzien van Lombok wilde Spreker zich van kritiek onthouden. Hij bracht hulde aan het dappere leger, den opper bevelhebber, den Opperlandvoogd en den Minister, die zich door het geleden échec niet hebben laten terneêrslaan. De heer Rutgers van Rozenburg trad in finan- cieele beschouwingen, inzonderheid be treffende de vraag, welke uitgaven onder de buitengewone kunnen worden gerang schikt. Indertijd waren er, die de Atjeh- uitgaven zelfs als buitengewoon be schouwden, maar ze duren al meer dan 20 jaar! Men kan dus ook oorlogsuit gaven niet beschouwen als buitengewoon. Alleen rentegevende uitgaven voor Spoor wegen en andere groote werken kan men buitengewoon noemen; daarvoor mag geleend worden. Spreker wees er op, hoe de koffiecultuur, en dus eene belangrijke bron van inkomsten, hard aan 't achteruitgaan is, en dat dus-be lastingversterking dringend noozakelijk is. Ook hij bracht, onder luide toejui chingen, hulde aan het Indiesche leger en aan den opperbevelhebber voor diens moed, maar bovenal voor zijn volhouden na tegenspoed. Krachtig drong Spreker aan op versterking van het Indiesch leger en de marine, vooral ook met het oog op Atjeh, en omdat de inlandsche volksstammen zoo merkbaar vooruitge gaan zijn in strijdbaarheid. Bij onze vroe gere expeditieën stonden we tegen onbe schaafde horden; thans staat een vorst van Lombokmet talrijke welgewapende troepen tegenover ons. Indien wij leger en vloot niet op de hoogte houden, die de eischen des tijds en eene goede staat kunde medebrengen, dan mogen we wel afstand doen van onzen titel als een der eerste koloniale mogendheden. De heer Goeman Borgesius, zich aansluitend aan de aan het Indiesche leger, en aan onze trouwe bondgenooten, Javanen, Maduree- zen en Boegineezen, gebrachte hulde, beklaagde zich, dat de eerste expeditie was ondernomen zonder voldoend onder zoek en voldoende macht, ofschoon de Min. in de Eerste Kamer voor alle waar schuwing doof geweest was, en deze Kamer voor een fait accompli had ge plaatst. Spreker wilde ook krachtige voorziening van ieger en vloot voor Indië, doch met leening vooroorlogsuitgaven. Voorts kritiseerde Spreker de politiek van dezen Minister, die slechts oog schijnt te hebben voor vermeerdering der geldmiddelen, zonder voldoende te te letten op de belangen der inlanders, en over 't geheel vijandig schijnt te zijn aan alle vooruitstrevende koloniale po litiek. De Min. v. Kol. dankte voor den ondervonden steun en verzekerde, dat na de rede van den heer Van Gennep, hij weinig geneigd was de regeling der financieel# verhouding ter hand te nemen. Wat aangaat de tariefverhooging, de Min. had zich voorgenomen in het vol gend jaar antwoord in te zenden, en hij twijfelde niet, of de bedenkingen zouden verdwijnen. Tot leeningen wilde hij slechts in nood overgaan. Wat Lom bok betreft, zeer waardeerde de Min. de aan het leger gebrachte hulde, en hij verzekerde, dat wij bij de eerste expe ditie van Lombok wisten al datgene wat wij er van konden weten, want we werden er niet toegelaten. De Min. ver dedigde voorts de bestaande traktements regeling en zou nader overwegen de mijnwet en de regeling van het wedu wen- en weezenfonds. Woensdag zou de Min. zijne rede voorzetten. De Min. van Kol. deelde in de zitting van Woensdag, alvorens hij zijne den vorigen dag aangevangen rede vervolgde, den inhoud mede van een pas ontvangen telegram van den Goev. Gen., berichtende, dat op het ge rucht dat de Radja van Lombok zich in een dessa bevond, den vorigen dag eene kolonne was uitgerukt, die de dessa had omringd. De vorst, zijn zoon en kleinzoon hadden zich overgegeven. Vele hoofden hadden onderwerping aange boden. Het verzet was verbroken. Geen schot was gelost. De laatste kanonnen waren teruggevonden. Generaal Vetter advizeerde tot terugzending van 2 ba taljons. Het aantal Europeesche dooden aan minderen bij den aanval op Tjakra bedroeg 46. Nog waren gevonden 3389 K. G. zilver en veel preciosa. Deze mededeeling lokte algemeene levendige toejuichingen uit. Bij het voortgezet algemeen debat over de Indiesche Begrooting verklaarde de Min. zich tegen uitbreiding thans van de Indiesche strijdmacht. Wel zou hij vooral zijn zorg wijden aan het veldle ger, .zoodat 18 veldbataljons steeds in goeden bruikbaren staat aanwezig zijn. Deceritralizazie een onderwerp reeds meer dan 30 jaar ih Indië aanhangig bleef de min. bestrijden, als eer na- deeli" dan voordeelig. Ook reorganizatie van oen Raad van Indië kon hij niet toezeggen. Bij herhaling betuigde hij veel voor het Zendingswerk te gevoelen, doch niet te kunnen intrekken art. 123 van het Regeeringsreglement, dat spe cials; toelating voor uitoefening van den arbeid der zendelingen eischt. Den toe stand in Atjeh noemde de Min. onzeker, maar niet onbevredigend. De politiek van Koncentratie werkt gunstig. Ten slotte verzekerde de Min., zich verdedigende tegen den aanval van den heer Goeman Borgesius, zijne krachten te willen wij den aan de belangen der inlandsche be volking, en dat hij met bezadigdheid den door zijn voorganger ingeslagen weg wenschte te volgen, door zorg voor goe de verkeersmiddelen, goed bestuur, goede politie en vrije beschikking over eigen tijd. De Voorzitter der Kamer den Min. dankende voor de mededeelingen betreffende Lombok, bracht liulde aan het dappere Indiesche leger dat de eer en de tradities van Nederland hand haafde, en aan de nagedachtenis van hen, die hun leven lieten voor het vader land. Bravo's en algemeene toejuiching volgde op deze betuiging des Voorzitters, en evenzeer volgde luid applaus, toen de Min. ook namens zijn ambtgenooten, dankte voor de woorden des Voorzitters, en konstateerde, dat het vetrouwen niet is beschaamd, dat de eer der Neder- landsche vlag schitterend zou worden gehandhaafd. De heer Farncombe San ders stelde eene motie voor, de noodza kelijkheid uitsprekende van eene wette lijke regeling der weduwen- en weezen- fondsen in Indië. welke motie later zal worden behandeld. De heer van Gennep bleef eene financieele regeling onnoodig achten, maar bestreed de financieele poli tiek van den Min. en van den heer Rut- gers.Hij meende, dat niet bezuinigd mocht worden op produktieve, uitgaven. Voorts verdedigde Spreker het beginsel van de centralizatie, voor zoover betreft de ge westelijke besturen, met een beroep op de resultaten in Biitsch Indië. De heer v. Vlijmen hield vol, dat wij anderhalf jaar geleden recht hadden gehad tegen Lom bok optetreden, en daartoe in staat waren geweest. De heer Goeman Borgesius hield vol, dat de eerste expeditie tegen Lombok onvoldoende voorbereid was ondernomen, en hij bleef vreezen, dat deze Minister de inlandsche bevolking te zwaar zou treffen, en dat diens financieele politiek schadelijk zou werken. De heer Rutgers van Rozenburg persisteerde bij zijn finan cieel stelsel. De heer Donner drong na der aan op herziening van art 123. van het regeeringsreglement. De heer Cremer was van oordeel, dat de Minister zooveel toenadering toonde, dat met gerustheid zijne verdere daden konden worden af gewacht. De bemoedigende berichten uit Lombok volgden elkaar in de laatste dagen snel op. Tjakra Negara genomen, Radja met zoon en kleinzoon gevangen genomen, van verschillende kanten aanbod tot onderwerping, al onze kanonnen terug en aanzienlijke schatten aan goud, zil ver en edelgesteenten gevonden. De laatste krachtsinspanning van het leger heeft alle verzet gebroken, men, d. w. z. de hoofden, geeft zich op ge nade of ongenade over, of bieden hunne onderwerping aan. Geen wonder dan ook, dat te Amsterdam op verschillende plaatsen de driekleur wapperde. De waarde der gevonden schatten wordt geraamd op zevenhonderd duizend gulden. Onze verliezen bedragen aan gesneu velden een en dertig, aan gewonden honderd een en twintig. Behalve de verblijdende berichten van Lombok komen ook treurige. Bij een uitval der Baliërs verloren wij vier mannen, waaronder de luit. kolonel Frackers, terwijl 'tgetal gewonden veer tien bedraagt. Zaterdag meldde een telegram Gisteren ter opvatting familieleden van den Radja eene kolonne naar Sasari gezonden. Na vergeefsche sommatie volgt een hevig gevecht, waarbij vele voorname Baliërs sneuvelden. Hevige brand belette de vervolging van den vijand. Kolonne op heen- noch terugweg door bevolking bemoeilijkt. Gesneuveld 1 officier en 1 Europ. sergeant; licht gewond 1 officier gewond 12 minderen. Per Prins Hendrik der Nederlanden zijn heden naar Batavia gezonden de oude Radja en 3 familieleden. Een telegram van heden berichtte de gevangenneming van den oudsten zoon des radjahs. HAARLEM 26 November 1894, De vier voorstellingen van De le vende brug door de Heeren van Lier in den Schouwburg waren één succes. Wat den toeloop betreft was de toestand in de zaal: gevuld, vol, stampvol, tot bar sten» gevuld. r Zondagavond betwistte men met hef tigheid elkaar de plaatsen en soms gaf de drukte aanleiding tot kleine moei lijkheden. Nu, de fraai decoraties, de goede cos- tuums en het doorloopend opgewekt spel gaf het publiek meermalen reden tot applaus. Het vroolijke element vond in Mevrouw van BeemKapper een goede vertolkster. Zij en Mejuffrouw dragen dan ook eigenlijk het stuk. Op hunne rondreis door Nederland wenscht zeker ieder den ondernemenden Heeren Van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1894 | | pagina 1