Tweede Blad.
van WOENSDAG 12 December 1894.
Nieuwsberichten.
Tweede Kamer. Vrijdag was de heer
Vermeulen de eerste spr. Hij trad in be
schouwingen over de algemeene staatkun
de van het Kabinet. Hij ging na, welke
beginselen bij de algemeene verkiezingen
hebben gezegevierd, en welke eischen
dien tengevolge aan de Regeering mogen
•worden gesteld. Zijn betoog was, dat
kiesrecht uitbreiding algemeen ge-
wenscht is, maar dat de uitslag der
verkiezingen geleerd heeft, dat men niet
wilde de regeling-Tak, namentlijk eene
kieswet, eenzijdig door de Reg. voorge
steld en door de Kamer en bloc aan te ne
men. Kiesrecht moet gegrond zijn op com
promis. Dat is de taak dezer Regeering,
zij is een kiesrecht-ministerie, een mi
nisterie ad hoedat in gemeen overleg
met alle groepen der Kamer het kies
recht moet regelen. Met nadruk beval
hij haar dat aan, en wees op het voor
beeld van België. Voor verderen arbeid
is dit Kabinet minder geschikt, trouwens
financieele hervormingen zijn niet te
wachten. Landbouw en industrie heb
ben van deze anti-protectionistische re
geering niets te wachten. Hare taak
moest dus bovenal zijn bezuiniging.
Daarom betreurt spreker zeer de nieuwe
uitgaven voor defensie voorgesteld. De
Reg. mag geen partij-regeering zijn,
maar hoe laat zich dan haar houding
in zake subsidiën voor mid
delbare en meisjensscholen verklaren,
verder vroeg spreker, of de Reg. de uit
voering der schoolwet mogelijk wil
maken door verlenging der termijnen
en het brengen van de gymnastiek
onder de niet verplichte vakken. De
katholieken zullen geen ministrieele par
tij voor deze Regeering zijn, doch zich
verheugen, als zij kiesrecht hervorming
kan tot stand brengen. Het aandringen
op protektie door den heer Zijlma wekte
verbazing in de Kamer. De heer Rut
gers von Rozenburg betreurde het af
treden van het vorige Kabinet, dat zooveel
nuttigs had kunnen tot stand brengen.
Het had ook veel uitgericht. De bedrijfs
belasting noemde spreker een kunststuk
van den vorigen minister van financien,
al waren ook zijne verwachtingen be
treffende de Hollandsche fortuinen en
de Hollandsche eerlijkheid overdreven
geweest; van Min. Pierson hadden we
zeker eene herziening van het perso
neel mogen verwachten, doch evenals
eene rechtgeaarde Hindoe vrouw was
hij tegelijk met zijn ambtgenoot na de
Kiesrecht beslissing verdwenen. Spreker
berustte echter in het optreden van dit
Kabinet, wel heeft dit geen meerderheid
in de Kamer, tenzij het een been zette
in een vreemd land, waarvoor het mis
schien hand- en aanbrenggeld zal moeten
betalen. Het Ministerie had echter wij
selijk den eenigen weg gekozen, om
nuttig werkzaam te zijn, door kiesrecht
hervorming zoo breed mogelijk zich tot
taak te stellen. Dat het tevens het per
soneel wil herzien, spreker noemde het
een goed teeken, daar hij er uit op
maakte, dat belastingaanslag als ken
merk voor de verschaffing van het kies
recht aan zeker deel der natie zal dienst
doen. Voorts verheugde spreker zich
over de aangekondigde regeling van het
gemeentelijk belastingwezen, daar de
Staat toch moeielijk kan blijven fun-
geeren als diakonie voor noodlijdende
gemeenten, en het anders vreezen is,
dat nog meer besturen van bedoelde
gemeenten hun „portefeuille" ter be
schikking zullen stellen. De aangekon
digde instelling van Staatsverzekering
van lijfrenten en pensioenen vond in
stemming bij spreker, die dus over 't
alhemeen vrede had met het werkplan
der Regeering. De heer Savonin Loh-
man besprak de Kamerontbinding, die
hij konstitutioneerd niet te verantwoor
den achtte, omdat het advies van den
Raad van State was terzijde gesteld, en
de Kamer was miskend, door met haar
te deliberen, wetende, dat bij niet-
instemming ontbinding zou volgen.
Spreker kritiseerde scherp het rapport
Tak aan de Koningin-Regentes, waar
door getracht werd deze aan het hoofd
van de partij Tak te stellen en de ver
antwoordelijkheid der ontbinding op haar
te doen rusten, in strijd met alle kon-
stitutioneele begrippen. Gelukkig, zeide
Spreker, is ons volk socialistiesch ge
noeg, om het Huis van Oranje niet te
vereenzelvigen met de partij Tak. Het
rapport was zoo inkonstitutioneel, dat,
ware Tak nog minister, Spreker eene
motie zou voorstellen om de Koningin
te verzoeken; hem te ontslaan. Geluk
kig is de tegenwoordige Regeering een
ander gevoelen toegedaan. Ook juichte
Spreker regeling van het plaatselijke
belastingstelsel toe. De heer Lohman
betoogde verder, dat Kiesrechtregeling
en gemeente financiën gelijktijdig ter
hand moeten genomen worden, met
overbrenging van de gemeentelijke on
derwijskosten op het rijk. Voor verbe
tering der sociale toestanden ontbreekt
geld, en protektie brengt geen verbete
ring, benadeelt anderen. Evenmin is
algemeen kierecht bet panacee tegen de
ellende. De oorzaak der malaise is de
zonden en de verkeerdheid dermenschen,
tengevolge van het toenemen van het
drankgebruik en gemis van spaarzaam
heid, met wegcijfering van den gods
dienst, die plaats maakte voor wapen
geweld. Aan den heer Kerdijk zegt
Spreker, dat onze nationale zelfstandig
heid de niet moeilijk op te brengen
miljoenen voor defentie alleszins waard
is, en tot den Min. van Oorlog richtte
hij de vraag: „Durft gij met goede ge
weren onze landskinderen te zenden
tegen den vijand? Zoo ja, geef ze dan
goede geweren. De heer A. van Dedem
wees op den grooten achteruitgang van
den landbouw, ook ten gevolge van ons
muntstelsel. Hij achtte invoering van
den dubbelen standaard en graanrechten
gewenscht.
De zitting van Dinsdag ving aan met
de dreigeude verklaring van den Voor
zitter, dat het zijn voornemen is, als
het algemeen debat Donderdag niet af
loopt, dien dag een avondzitting te
houden. Daarna werd het algemeen de
bat voor de Staatsbegrooting voortgezet.
De heer Dobbelman uitte zijn groote
teleurstelling, dat deze Reg. aan een
verouderd en onmogelijk vrijhandel
stelsel blijft handhaven, en hij konsta-
teerde, dat van haar niets te verwach
ten is ten gunste van bescherming. Hij
wenschte de Kamer uitspraak te laten
doen, en stelde daarom eene motie voor
die verklaart, dat herziening en uitbrei
ding van het tarief van invoerrechten
verbetering van den toestand van den
landbouw en van de industrie, en in
het belang der schatkist wordt gevor
derd. Deze motie zal gedrukt en op een
leter te bepalen tijdstip behandeld wor
den. De heer Harte behandelde de kwes
tie der verzekering van werklieden, in
zonderheid van pensioenen in geval van
ouderdom. H\j betoogde de noodzake-
lijkheid eener spoedige invoering van
wettelijken verzekeringsplicht, daar an
ders de deelneming niet groot zou zijn.
Door zulk eene wettelijke verplichting
zal het loon zóó verhoogd worden, dat
daaruit eene verzekeringspremie kan
worden betaald. Spoedige invoering is
volgens Spreker, noodig in het belang
der oudste werklieden, in het belang
eener wettige aanwending, dieloonver-
hooging ten gevolge zal hebben, en om
de zucht naar staatspensionneering
te voorkomen. De heer van Karne-
beek bestreed het betoog van den
heer Kerdijk, dat de oorlogsuitgaven
groote bezorgdheid moeten inboezemen.
Ook andere Staten veranderen niet hun
vestingbouw. Laat ons dan voortgaan,
spoedig en goed ons plan te voltooien.
Voorts kwam Spreker op tegen den
aandrang tot bescherming, die hij af
keurde en van deze Reg. niet verwachtte.
Hij bestreed met name den heer Zjjlma.
Hij protesteerde tegen de bepaalde over
eenkomst der vorige Ministers tot even-
tueele Kamer-ontbinding, waardoor ge
meen overleg met de Reg. onmogelijk
was geworden. Over de ontbinding zelve
had Spreker zich verheugd, daar zij
ondubbelzinnig den afkeer der natie had
getoond voor eene kiesrecht-hervorming
als de heer Tak wilde, en omdat alzoo
duidelijk was openbaar geworden, dat
de beweging voor zoogenaamd algemeen
kiesrecht opgeschroefd was. Ten slotte
drong Spreker aan op"ernstige maat
regelen om belemmering van vrijheid
van arbeid, als onlangs bij de werksta
king der bakkers te Amsterdam, te
voorkomen, daar die vrijheid minstens
even krachtig moet gewaarborgd worden
als het recht van staking. De heer Vee-
gens konstateerde, dat de Reg. bjj het
overleggen der stukken] betreffende de
ontbinding niet de juiste maat had ge
houden. Hij verdedigde de handelwijze
der vorige Reg., die zich daarvan had
onthouden, zelfs in die mate, dat de ont
houding tegen haar is geexploiteerd. Hij
bestreed de betoogingen van de heerende
Savornin Lohman en van Karnebeek.
Hij betreurde de openbaarmaking
onder vertrouwelijk overleg door het
opgevolgde Kabinet, dat beter gedaan
had, de notulen van den Ministerraad
rnede te deelen, waaruit het] juiste mo
tief tot ontbinding kan blijken ter
vestiging van een onpartijdig oordeel.
Betreurende het aftreden van het vorige
werkzame Ministerie, erkende spreker
de noodzakelijkheid van het tegenwoor
dige, dat uit de oppozitie tegen de
voorgestelde Kiesrechtregeling was
voortgekomen, mits het Kiesrechther
vorming bespoedige en niet vooruit-
loope op latere hervormingen. Spoedige
afdoening van het kiesrechtvraagstuk
is trouwens te wachten wegens de
samenstelling var. het Kabinet als Mi
nisterie voor Kiesrechthervorming, en
wegens de samenstelling der Kamer,
wier meerderheid te verdeeld is voor
andere hervormingen dan Kiesrecht.
Intusschen is regeling der Gemeente-
financiën vertraagd door de verwerping
der Kieswet, urgent, waar zij niet nood
zakelijk worden voorafgegaan door
verbetering van 's Lands financiën,
allereerst door beperking der uitgaven.
Tegen eene raming als die van deze
begrooting, een budget 28 ton hooger
dan het vorige, heeft Spreker bezwaar.
De onvermijdelijke defensieuitgaven
moeten niet uit geldleening, doch door
bezuiniging worden gevonden. De Min.
van Fin. had zijn ambtgenooten
nieuwe hooge uitgaven moeten weigeren.
De heer de Beaufort. [Ifijk bij Duurstede)
bepaalde zich, nadat de Voorzitter ver
zocht had, bespreking inzake de invoer
rechten uittestellen tot de behandeling
van de motie-Dobbelman, en op zelfbe
perking had aangedrongen, tot een op
merking omtrent de rede van den heer
Heemskerk. Deze had beweerd, dat graan
rechten geen belangrijke verhooging van
den broodprijs tengevolge zou hebben.
Die heer had echter vergeten, dat de
arbeidsprijzen zeer zijn verhoogd, zoodat
het graanrecht een veel belangrijker
prijsverhooging zou ten gevolge hebben.
Hij verwachtte eer verbetering van den
ekonomieschen toestand van wijziging
van het muntstelsel in bimetallisme.
Ook hij protesteerde tegen de beper
kingen van arbeidsvrijheid bij de bak
kers werkstaking te Amsterdam. Daar
zijn bakkersknechts, die werken wilden,
van den oven weggehaald, en het ge
zag is zoo miskend, dat vervoerders
werden gemolesteerd. Het publiek gezag
is te kort geschoten om dit tegen te
gaan en Spreker hoopte, dat de Reg.
herhaling zou voorkomen. Voorts achtte
hij regeling van de gemeente-financien
onder het bestaande kiesrecht allezins
mogelijk, en hij ontkende, dat de toe
stand des Lands zoo slecht zou zijn.
Immers de opbrengst der belastingen
is vrij bevredigend, is niet verminderd,
zooals bij de indiening der vermogens
belasting werd beweerd, en verder is
bij de overgroote meerderheid van het
Nederl. volk waar te nemen eene
groote [gehechtheid aan] de dynastie.
De heer Mees bleef gelooven in den
hervormingszin der oud-liberale partij,
en beaamde in het algemeen met den
heer Kerdijk de noodzakelijkheid van
beperking der doode weermiddelen, daar
wij eerder 'geroepen zijn; tot nakoming
van internationale verplichtingen en
handhaving ifonzer neutraliteitj'dan tot
verdediging onzer onafhankelijkheid
achter de linieën. Voor die taak is vol
doendereen'veldleger en j, kustforten,
gesteund door schepen. Daarom is ver
vorming van vestingen, doortrekken van
Amsterdam [naar zee, vernieuwing van
ramschepen'fonnoodig. Daarentegen zou
hjj zich niet verantwoord achten gelden
te weigeren voor eene nieuwe bewape
ning, of voor de vervanging van oude
door nieuwe schepen. Indien van onze
militaire uitgaven te veel wordt gevergd
zou een anti-militairiesche stemming
toenemen, die er zou kunnen leiden zelfs
het noodige te onthouden. Tegen het
denkbeeld van dea heer Kerdijk van
eene vaste wettelijke organisatie van
land- en zeemacht opperde Spreker be
zwaren. Het gaat echter niet aan, om,
zoolang die organisatie uiet tot stand
komt, niets te doen. Spreker zou deze
en volgende begrootingen toetsen aan
't geen zijns inziens in de eerste plaats
noodig is. De heer de Boer rezerveerde
de bespreking van landbouwtoestanden
later.-De heer Heldt achtte de door de
Reg. voorgenomen Iijfrenteverzeking niet
levensvatbaar, daargelaten dat de staat
mededinging van partikuliere instel
lingen niet kan volhouden. Hij kwam
op tegen de wijze, waarop de heer
Rutgers van Rozenburg gesproken had
over wettig petitionneerende werklieden.
Spreker noemde die wijze van uitlaten
„smadelijk" doch na opmerking van den
Voorzitter veranderde hij het in „onaan
genaam".
De heer 't Hooft wilde ook over land
bouwzaken spreken, maar stelde dit
uit. De maiden-speech van den heer
Staalman was een reeks aanvallen er.
verwijtingen tegen de Regeering, wier
optreden bij hem groote bezorgheid
wekte. Hij noemde ons volk een geduldig
volk, doordat bij velen nog het Christelijk
be wustzij n heerschte, en nog gehecht werd
aan het woord Gods dat gehoorzaamheid
aan de overheid, voorschrijft. Maar lang
zamerhand gaat het geloof aan God ver
loren, en worden de vruchten gezien
van een zoo kwistig, ook door deze Reg.
uitgestrooid zaad, nl. de begunstiging,
de bevoorrechting van middelbare en
lagere neutrale scholen, waar brutale
Godloochening hoogtijd viert; de be
gunstiging van de van God losgemaakte
wetenschap, die ook mannen bracht als de
tegenwoordige Min. van Binnenl. Zaken.
Spreker noemde de houding der Reg.
bedenkelijk en onverantwoordelijk, en
waarschuwde haar, dat zij niet te veel
op het geduld des volks moet bouwen.
Hij wees ook op den treurigen moed
der Reg. om belastingen te willen ver-
hoogen, zonder naar bezuiniging te
streven, terwijl zij niets wil doen tot
verbetering der landbouw-toestanden.
Mocht de Reg. geen beterschap beloven,
dan kan de heer Staalman haar geen
vertrouwen schenken.
Wordt vervolgd
F