HAARLEMSCH
Eerste Blad.
BERICHT.
EDEL METAAL,
No. 20.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86 Zeventiende Jaargang.
144.
van WOENSDAG 13 Maart 1895.
Nieuwsberichten.
TELEPHOONNUMMER
TELEPHON1SCHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenf ,25.
franco p. post —,40.
Afzonderlijke nommers 3 centen per stnk.
Prijs per Advertentie van 1—5 regels 10.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 18 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
De ondergeteekenden berichten, dat
de drie Novellen van Vincent
Loosjes, die als Feuilleton in dit
blad versehenen zijn, te zamen in
één bandje, onder den titel:
voor de abonnés verkrijgbaar zijn, a
f 0.50 ingen. en 0.75 geb.
Haarlem, 4 Maart 1895.
DE ERVEN LOOSJES.
„ONZE LEESTAFEL".
Onlangs versohenen werken op aan
vrage ter bezichtiging te verkrijgen bij
De erven Loosjes, te Haarlem.
Electra. Tijdschrift voor Electrotechniek
le jaarg. 1895. Afl. 1ing. ƒ0.75.
LoHNIS (F. B.) Landbouw en regee
ring. Geschiedkundig overzicht van
de maatregelen in den loop dezer eeuw
in Nederland genomen, ten behoeve
van den landbouwing. 1.25.
SANDER (J. C.) Grepen uit de Land
en Volkenkunde van Zuidelijk Europa
ing. r 0.30. I
Grepen nit de Land- en Volken
kunde van Noordelijk Europaing. - 0.30. i
VELTHUIS (W. H. te) Zangboekje-De
Moedertaal" Liederen volgens Noten-
en Cijferschrift tweestemmig gezet.
ing. 0.40. f
Warendorf's Novellen Bibliotheek N o 61
en 62. (Jastus van Maurik, Het Ge
nootschap Leuterburging. 0.20.
Buitenlandsche nieuw verschenen werken.
DOEN (H.) Zur Stütze der Hausfrau.
Lehrbuch fiir angehenden und Nach-
schlagebuch für erfahrene Landwirtin-
nen in allen Fragen des Anteils der
Frau in der landlichen "Wirtschhaft
geb. f 3.90.
Wiener-Mode-Album VII Jahrg. 1895
No. 55. p. j18.15.
Bovenstaande werken zijn voorhanden
bij de boekhandelaars de erven Loosjes.
Tweede Kamer. De zitting van Woens
dag ving aan met voortzetting van de
beraadslaging over de konkluzies in
zake den Noord-Ooster Lokaalspoorweg.
Na repliek van den lieer Roessingh ver
dedigde de lieer A. van Dedem de kon-
kluzie der kommissie, niet omdat hij
geen lokaalspoor wenscht, maar omdat
hij vreest tot voor de tot standkeming,
en dus in elk geval tram ver binding
wenscht. De heeren Smeenge en Vos
de Wael verdedigden krachtig de tegen-
konkluzie, overtuigd van de noodzake
lijkheid der hoofdlijn. Na replieken
verklaarde de heer v. Delden, dat de
kommissie geenszins tegen een lokaal
spoorweg is en de Reg. niet wil binden,
maar vrijheid laten, om tot overeen
stemming te geraken tusschen de Reg.
en belanghebbenden. De Min. van Wa
terstaat enz. konstateerde, dat het be
staande verschil geen principieel verschil
is, en dat de toezegging van Drenthe
tot eene groote bijdrage zeer onbepaald
is. De gewijzigde konkluzie-Roesssingh
werd daarna aangenomen met 57 tegen
27 stemmen, waardoor de konkluzie dei-
kommissie is vervallen. In behandeling ii
kwam na de motie- Gerritsen, de wen-
schelijkheid uitsprekende, dat bij uit
voering van bouwwerken van Rijkswege
in gemeenten, waar het gebruikelijk is,
bizondere bepalingen omtrent loon en
arbeidsduur in bestekken op te nemen,
met dat gebruik rekening te houden.
De heer Gerritsen de motie toelichten
de, betoogde, dat zij hoegenaamd geen
politiek karakter heeft, geen groote
sociale beteekenis bezit, doch louter ver
langt, dat de Staat-werkgever niet ach
terstaat bij andere werkgevers. Hij kon
stateerde, dat door opneming de bedoel
de bepalingen de aannemingsprijs niet
belangrijk verhoogd, het produkt niet
geschaad wordt, en dat daardoor geen
financieel nadeel ontstaat, zeer krachtig
verklaarde hij zich tegen beperking alleen
van den arbeidsduur zonder loon mini-
mum vast te stellen. Spreker verklaar
de op den steun te rekenen van de pro-
tektionnisten en ook op dien der Katho
lieken, met het oog op de encykliek
van den Paus. De heer Michiels van
Verduynen verzekerde, dat alle Katho
lieken genoemde encykliek beamen, maar
desniettemin moet hij tegen de motie
zjjn, omdat de zaak partieel eene rege
ling der bouwvakken raakt, waar de
toestanden juist veel gunstiger zijn ge
worden, en niet de fabrieken. Zoolang
de zaak niet voldoende is voorbereid, is
uitbreiding van Staatsbemoeiing zeer ge
vaarlijk. Door eene partieele regeling
zullen enkele kategorieën werklieden
beschermd worden, en zal men gedwon
gen worden konsekwent voort te gaan
en te geraken tot een geheelen omkeer
van den loonstandaard. De heer Bouman
vroeg verschillende inlichtingenvooral of
het de bedoeling is, dat in gemeenten ook
deze regelen moeten gelden voor de pa
troons niet enkel voor gemeentewerken
anders zou hij beslist tegen stemmen.
De heer Bastert bestrijdt ook de motie,
die ver ingrijpende hervormingen be
oogt. De heer Staalman verkreeg verlof,
den Min. van Oorlog op een nader te bepa
len dag te interpelleeren over de wijze van
bestraffing van den korporaal bij de
infanterie te Naarden, die op hooger
bevel is ontslagen.
Donderdag werd het debat over de
motie Gerritsen voortgezet. De heer
Drucker verdedigde uitvoerig de motie,
die geen maatregel van wetgeving eischt
doch enkel, dat de Overheid, als werk
gever optredend, doe wat een goed
patroon doet. De maatregel is, volgens
Spreker, noodig, want de toestand van
den werkman voldoet nog lang niet aan
de eischen van de Encykliek van Paus
Leo. Door de motie zal het loon ver
hoogd worden, maar ook het misbruik
voorkomen, dat werk goedkoop wordt
aangenomen ten koste van het arbeids
loon. Het werk zal niet duurder worden,
want de produktiviteit neemt toe bij
korter werktijd. De argumenten van
den heer Michiels van Verduynen wer
den uitvoerig door Spreker bestreden,
en hij betoogde, dat, als de Staat zich
niet stoort aan overeenkomsten van
patroons, de goede bedoeling wordt
verijdeld. Spreker achtte de motie een
bescheiden stap tot sociale bevrediging.
De heer Hintzen bestreed de motie als
volstrekt niet onschuldig, als men let
op de beweging tot loonsverhooging,
waarvan zij het gevolg is. Men wil
door de motie de uitvoerende macht aan
banden leggenmisbruiken zijn niet I
voldoende gebleken, en hooger loon van
Overheidswege zal zeer schadelijk zijn
voor kleine bazen en juist werkstakingen
provoceeren, zooals te Amsterdam is
geschied. Spreker betoogde verder, dat
de prijs van 23 cent ongemotiveerd is;
dat de Amsterdamsche Raad zonder
industrieele kennis gehandeld heeft
dat de werklieden uit andere onbe
schermde vakken zullen overgaan naar
de beschermde; dat men werklieden
zal samenpakken in enkele plaatsen.
Hij achtte de motie onaannemelijk om
hare gevolgen. De heer Heldt bestreed
de tegen de motie door de heeren Mi
chiels en Hintzen ingebrachte beden
kingen. In strijd met de meening van
den heer Michiels verzekerde hij, dat
bij patroons van alle kerkgenootschap
pen, ook Katholieke, de loonregeling
vaak nog veel te wenschen overlaat;
dat eene regeling van vraag en aanbod
alleen de loonregeling niet kan be-
heerschen.
Intusschen werd gestemd over het
ontwerp, houdende nadere bepalingen
tot heffing van invoerrechten naar de
waarde. Het ontwerp werd, zonder nadere
wijzigingen met eenparige stemmen aan
genomen. Het debat over de motie-Ger-
ritsen werd daarna voortgezet. De heer
Heldt konstateerde nog, dat te Amster
dam die maatregel is doorgevoerd zonder
werkstakingen. Alleen hadden die plaats
bij revolufiebouwers, die zich niet stoor
den aan den maatregel. Andere werk
stakingen te Amsterdam hielden geen
verband met de verordening. De maat
regel zal niet strekken om werkeloosheid
te keeren, doch zal dit evenmin bevor
deren, want de arbeiders zullen in korter
tijd hetzelfde werk verrichten als vroe
ger. Integendeel zullen meer werklieden
plaats vinden, als de patroons niet meer
laten overwerken. De heer Heemskerk
verklaarde zich een warm voorstander
der motie, die, volgens hem, geen ver
band hoegenaamd houdt met een alge-
meene regeling der arbeidsverhoudingen
en, als ze eenigen invloed daarop mocht
hebben, dit eer zou hebben in de his-
toriesche richting van den heer Michiels
en diens geestverwanten, dan in de
richting van het radikalisme. Eene
politieke beteekenis heeft de motie aller
minst, wat dan ook uit de afwezigheid
van den Premier kon blijken. Spreker
wenscht aanneming der motie op prak-
tiescbe gronden, nl. dat de Reg. niet
ingrijpe in de bestaande toestanden.
Verwerping zou juist beteekenen in
grijpen in de bestaande toestanden, dat
de Reg. het loon moet drukken. Verder
betoogde Spreker, dat alle argumenten
tegen de motie moeten leiden tot ver
laging der bestaande loonen. Den heer
Michiels wees hij er op, dat de veror
dening te Amsterdam is gemaakt met
medewerking van de meest bezadigden
o.a. van de heeren Waterschoot van
der Gracht en Pijnappel en dat het
Gemeentebestuur volstrekt niet de werk
stakingen had uitgelokt. Nadat de heer
Heemskerk uitvoerig de Amsterdamsche
verordening had verdedigd, verklaarde
hij voor zich tevreden te zijn met de
ministerieele verzekering in den zin der
motie. De heer v. Karnebeek bestreed
de motie, die geen natuurlijke toestanden
teweegbrengt. De loonkwestie moet
volgens de beginselen der ekonomiesche
vrijheid opgelost worden. Volgens Spre
kers beoogt de motie eigentlijk, dat de
Kamer voor hare verantwoordelijkheid
neme de Amsterdamsche verordening
die de bevolking te Amsterdam beveiligt
tegen konkurrentie van buiten. De heer
Rutgers van Rozenburg betoogde, dat
de Reg. nu reeds bij uitbesteding moet
rekening houden met locale loons-
toestanden. Daarvoor was geen motie
noodig. Hij achtte het onmogelijk, dat
de motie instemming zou vinden bij de
Reg., want de maatregel is reaktionair
en illiberaal, middeleeuwsch. De maat
regel is een ingrijpen in natuurlijke
maatschappelijke verhoudingen, eene
verstoring, die niet straffeloos geschieden
kan. Of hij voordeelig zal zijn voor de
werklieden, staat nog zeer te bezien,
omdat daardoor veel ambachtslui van
buitenaf zullen gelokt worden, en omdat
geene gemeenteverordening kan voor
schrijven het quantum werk, dat parti
culieren laten verrichten. Spreker moest
het volgen van het voorbeeld van Am
sterdam voor rijksbestekken ten zeerste
ontraden. Verbetering van den toestand
van den arbeider, hoe gewenscht ook,
kan niet geschieden door tusschenkomst
of invloed van de Overheid. Naar tekst
en toelichting moge de motie onschuldig
zijn, doch, in verband met de laatste
helft der toelichting van den voorsteller
en de redevoeringen der heeren Drucker
en Heldt, is zij als bedenkelijk te ont
raden.
In de zitting van Vrijdag werd het
debat over de motie-Gerritsen voortgezet,
die door den heer Pvttersen verdedigd
werd als noodzakelijk ter wering van
misbruiken bij aanneming. De motie
beteekent volgens Spreker, dat de Kamer
bereid is mede te werken tot materieele
verbetering van het lot van den werk
man. De heer van Alphen stelde eene
gewijzigde motie voor, de wenschelijk-
heid uitsprekende, dat bij «bouwwerken
van Rijkswege, die bij aanneming en
en binnen de grenzen van eene gemeente
zijn uit te voeren," bij aldien het in
zoodanige gemeente gebruikelijk is, bij
zondere bepalingen omtrent loon en
arbeidsduur in de bestekken op te nemen,
met dat gebruik rekening te houden.
De heer Pijnappel bestreed de motie
wegens haar onzekere bedoeling, omdat
haar doel te ver gaat of niet ver genoeg,
en omdat haar beginsel zich bepaalt
tot wering van misbruiken; de Staat
moet niet verder gaan. De heer de
Savornin Lohman deelde dat gevoelen.
De Staat kan alleen bq aannemingen
zedelijke maatregelen voorschrijven, doch
geen loon bepalen. Regeling van het
arbeids contract is niet mogelijk zonder
invoering van Kamers van Arbeid. Het
ware zeer nadeelig, als de staat bij
uitvoering van Rijkswerken de eene ge
meente ging beschermen boven de andere.
De Minister van Waterstaat enz. wees
ook op de onzekere bedoeling der motie.
Hem was gebleken, dat in de laatste
40 jaar de loonen met 50 pet. zijn ge
stegen en ook nu nog stijgende zijn,
maar met zeer groote verschillen.
Voor Rijkswerken is de loonstan
daard gewoonlijk hooger, Veranderingin
de aanbestedingsvoorwaarden, de proef
met kunstmatige loonsverhooging te Am
sterdam geeft hoegenaamd geen zeker
heid, en zal wellicht er toe leiden op dien
weg voort te gaan, wat wel kan leiden tot
loonsverhooging, maar ook tot verminde
ring van arbeid, die naar fabrieken en
het buitenland wordt gedreven en
werkeloosheid kan vermeerderen. De
Reg. kan zich niet verbinden zich te
houden aan maatregelen van gemeente-