besturen, waarop zij geen invloed kan uitoefenen. Zij houdt het oog op al wat op op dit gebied voorvalt, en bij gebleken gebreken of misbruiken zal zij niet aarzelen de noodige voorschriften in het aannemings-kontrakt te doen opnemen, of desnoods het geheele stelsel van aanneming te wijzigen. Voor Rijksbouw werken achtte de Min. een arbeidstijd van 11 uur lang genoeg. De heer Ger ritsen nam de motie- van Alphenover, maar protesteerde tegen het voornemen van den Min. om alleen te bepalen een arbeidsduur van 11 uren zonder mini- mum-loon dan liever den toestand be houden zooals hij is, want anders zou het geld komen in den zak van de aan nemers, in plaats van in dien der werk lieden. De gewijzigde motie Gerritsen werd verworpen met 38 tegen 36 stem men. Nog zijn aangenomen met eenpa rige stemmen de rekeningen van Suri name. Met het oog op den aanstaanden vrede heeft Japan de krijgsverrichtingen in China voorloopig gestaakt. Omtrent de vredervoorwaarden wordt medegedeeld, dat Japan eischt onafhankelijk verkla ring van Korea onder toezicht van Japan, eene oorlogsschatting, waarvan het be drag nog niet genoemd is en een der veroverde Chineesche havens. Het laatste punt zal China nooit willen toestaan en het zal ook niet te wenschen zijn, dat het dit wel werd, aangezien eene be zetting in een vreemd land toch altijd een twistappel blijft. Men verwacht te New-York op Cuba een algemeenen strijd, waarvan het doel zal wezen de kolonie onafhankelijk te maken van Spanje. Natuurlijk zal de Spaansche reegeering haar uiterste best doen, om deze kolonie, algemeen bekend onder den naam van „parel der Antillen", te behouden. Het wanbestuur der Span jaarden heeft aanleiding gegeven tot deze revolutionaire beweging, waarvan de uitslag natuurlijk nog niet te voorzien is. Reeds zijn veertigduizend soldaten op Cuba en nog acht batteljons worden er heen gezonden. De Gascogne, de stoomboot der Fran-1 sche Transatlantische Stoomvaart-maat schappij, welke na een zoo moeilijke reis New-York bereikte, is nu te Havre teruggekeerd. De gezagvoerder dezer stoomboot, kapitein Badelon, aan wiens beleid de reizigers in de eerste plaats hun behouden aankomst te New York te danken hebben, werd met eene schit terende ovatie ontvangen. Deze hulde, die den wakkeren commandant werd gebracht, is zeker wel verdiend. Omtrent een spoorwegongeluk door ontsporing op de Inter-Oceanische spoor lijn, meldt men uit Mexico: In den trein bevonden zich 1200 1 personen, bijna allen pelgrims, die op weg waren naar de hoofdstad. Het on geluk gebeurde op 25 mijlen afstand van de hoofdstad, tusschen de stations Temanatla en Tenangó. De trein, die in volle vaart was, reed langs eene helling. Aan het einde van deze helling was een scherpe hoek. De locomotief liep daar uit de rails en on middellijk volgden vijf waggons, die allen in den afgrond stortten. Gelukkig braken de koppelstangen, zoo dat de andere wagens bleven staan. Dientengevolge werden alleen de reizi gers verpletterd, die in de eerste wagens zaten. Voor zoover tot dusver bekend, verloren meer dan 125 personen bij deze ramp het leven, terwijl nog 80 reizigers min of meer ernsfige kwetsuren bekwa men. De Duitsche marine verkrijgt de zoo vurig gewenschte twee en veertig millioen voor vier nieuwe kruisers. Heel gemakkelijk ging de inwilliging in den Rijksdag niet. Het ontwerp werd aangenomen met tweederde der stem men toch noemt men deze verhouding gunstig. De Duitsche anti-semiet Liebermann heeft in den Rijksdag een voorstel ge daan om te protesteeren tegen de gesta dige immigratie van Joden in Duitsch- land. Het is wijselijk niet in behandeling genomen, en een ander voorstel van ongeveer gelijken inhoud is met eene belangrijke meerderheid verworpen. Een en ander gaf aanleiding tot eene ru moerige zitting. Te Bucharest, waar de bakkers duur brood verkochten, ondanks de lage graan prijzen, is het gemeentebestuur den bur gers brood gaan leveren tegen de vroe gere matige prijzen. Van gemeentewege wordt er nu brood verkocht op alle marktpleinen en ook langs de straten. Maar de gemeente kan tot dusver slechts 20.000 brooden per dag leveren, en er zijn er 60.000 noodig. Misschien zal men echter door hulp der militairen geheel in de behoefte kunnen voorzien of wat wel waar schijnlijk is worden de bakkers door i verlies van een derde hunner klanten spoedig tot rede gebracht. De Ned. Sport geeft het volgend staatje van prijswinners op schaatsen in het afgeloopen seizoen. Eerste Tweede Derde prijz. prijz. prijz. Totaal Eden (Wereld- kampioen 3 1 0 4 Rodenhuis 5 1 0 6 Vrouwes 7 4 0 11 van Wely 4 0 1 5 Gorter 0 1 6 7 van Sminia 0 1 1 2 Romkema 0 1 2 3 Deetman 0 3 1 4 de Boer 1 0 1 2 ter Molen 0 1 2 3 Banning 0 2 0 2 Verkaik 0 4 •1 2 Mei aanstaande wordt het Tooneelge- zelschap van den Heer De Groot, in Volksvlijt te Amsterdam, ontbonden, en ook de Opera-vereeniging is zoo goed als opgeheven. Tot het laatste geeft aan leiding, dat de Vereeniging steeds met verlies heeft gewerkt en het feit dat het tekort, hoewel dit door een kunst vriend is aangezuiverd, zestigduizend gulden bedraagt. De orkest directeur de Heer de la Fuente zal waarschijnlijk de leiding van het Fransch repertoire bij de Hollandsch Opera op het Leidsche plein, hem aangeboden, op zich nemen. Het ziekenfonds te Hillegom „Hulp in nood" hield de vorige week de eerste, jaarvergadering, die druk bezocht was. Na een hartelijk woord van dank door den voorzitter aan allen, die hadden bijgedragen tot de oprichting der ver eeniging en aan de doctoren voor hunne bemoeiingen, gratis verricht, bracht de secretaris verslag uit, waar uit bleek, dat het fonds telde 41 weldoe ners, 34 donateurs en 112 betalende leden; het saldo in kas is groot /405 de uitkeering per week werd gesteld op fi ler vergadering traden nog 5perso- als donateurs en 38 als leden toe. De afdeeling Sloterdijk de Maatschappij tot „Nut van het Algemeen" bestaat 21 Maart 50 jaar. HAARLEM 12 Maart 1895. Gedurende den ganschen Maandag heerschte te Haarlem eene zekere opge wondenheid, uitgaande van de sportver- eenigingen hier ter stede en welke zich had medegedeeld aan alle standen. Het betrof de ontvangst van Jaap Eden, den populairen Kampioen, die in het Noorden den Nederlandschen naam had hoog ge houden. Bij de Sportvereenigingen De Ysclub Haarlem en de HaarlemscheWiel- rijders-Vereeniging „De kettinggangers" hadden tot de ontvangst het initiatief genomen had zich eene groote schare belangstellenden en nieuwsgierigen aan gesloten, zoodat alles te zamen een be langrijke stoet vormde. Tegen half zeven verzamelden zich de verschillende Vereenigingen op het Stationsplein, dat door eene menigte fakkels was gehuld in een fantastisch licht. Hier stelde zich de stoet opeerst een rijtuig voor de feestcommissie, waarachter de met vier paarden bespan nen landauer voor Jaap, vervolgens nog eenige met twee paarden en daarachter de verschillende vereenigingen te voet met hare vaandels of sterk sprekende transparants, voorafgegaan alles dooreen muziekkorps. Op het perron werd Eden verwelkomd en door de feestcommissie naar zijn rijtuig geleid. Als vertegenwoordigers van den Nederlandschen schaatsenrij- dersbond namen mede in dezen landauer plaats de Heeren Barnaart en Muiier. Toen volgde een ware zegetocht door de stad en op dien weg viel Jaap menige hartelijke ovatie ten deel. De groote zaal der Sociëteit Vereeni ging was het punt waar allen na afloop van den optocht samenkwamen. Hier werd hij door de verzamelden met gejuich ontvangen en hief het or- chest fanfares aan, waarna de Wereld kampioen door verschillende Heeren werd toegesproken, het eerst natuurlijk door den Voorzitter vanden Nederland schen Schaatsenrijdersbond den Heer Jhr. Barnaart, die de beteekenis van Edens behaalde kampioenschap uiteen zette. In volgorde voerden hierna het woord de Heer Muiier als vertegenwoor diger van de Haarlemsche Schaatsclub; de Heer Leupen als die van de Haar lemsche vélocipèdeclub «de Kettinggang- gers"; de vertegenwoordiger van den Amsterdamschen Schaatsbond; van de Kegelclub «Hard gaat ie,"van de Kegelclub «Groote Vauxhall"van de Amsterdamsche Sportclub. De laatste besloot zijn woord van hulde met dank aan hen, die de goede orde bij den op tocht hadden gehandhaafd. Een familielid van Jaap Eden dankte als diens tolk met een woord van erkentelijk heid aan allen, die hadden medegewerkt, om de ontvangst zóó schitterend te doen zijn, terwijl vervolgens de Heer A. Koolhoven in vleiende bewoordingen den Burgemeester voor zijne zeer ge waardeerde tegenwoordigheid en allen, niet het minst den sportbroeders, dank bracht voor de krachtige samenwerking, waaraan in niet geringe mate het wel slagen van het feest te danken was. Onder de verschillende kransen en verdere bewijzen van sympathie behoort in de eerste plaats genoemd eene gouden medaille, hem namens de Koningin door den Heer Barnaart aangeboden. In de feestzaal heerschte eene recht prettige, feestelijke stemming en na afloop van het officieele gedeelte der ontvangst, bleef men nog lang gezellig bijeen. Op de Groote Markt was eene muziektent, goed verlicht, opgeslagen, een muziekcorps gaf daar voor de tal rijke menigte eenige nummers ten beste. Ook hier was de orde ongestoord even als bij den optocht ondervond de feestcommissie alle mogelijke medewer king. Wij zullen waarschijnlijk niet de eenigen zijn, die in de ontvangst eenige overdrijving vonden, en de held van den avond, de eenvoudige Jaap, zal ook deze meening wel zijn toegedaan. Mooi, dat een volk zijne begaafde zonen en doch teren eert; zij behooren aan het volk en als zoodanig kunnen wij met de hulde vrede hebben, maar 't had wel wat minder gekund, en 't zou misschien meer in den geest van Jaap zeiven gehandeld zijn, als de sport broeders hem in besloten kring met zijne overwinning op de ijsbaan be haald hadden geluk gewenscht. Uitte men de hoop, dat de bran den binnen onze gemeente nu eens tot staan zouden gekomen zijn, omdat Spuit 10 en de slangenwagen sedert Donder dagnamiddag niet behoefden uit te rukken, het mocht niet zoo zijn; Vrij dagnacht tegen half twee werd de brandweer opnieuw gealarmeerd tot het blusschen van een brand in het perceel Bakenessergracht 105, bewoond door den slijter P. Luijten. Het perceel was bewoond door twee gezinnen, waarvan het bovenwonende, evenals de bovenbewoners van perceel 103, boven de schilderswerkplaats zich nog juist in tijds konden bergen. De slangenwagen scheen te trachten den brand zonder verdere assistentie te blusschen, ten minste toen Spuit 10 onmiddellijk na alarm ter plaatse was, had de brand reeds zulk een bedenke lijke uitbreiding, dat er slechts sprake kon zijn van het beveiligen der aan liggende perceelen, welke echter ook geducht door het vuur en het water zijn beschadigd. Perceel 105 is totaal uitgebrand. De Burgemeester, de Commissaris der Koningin en verschillende autori teiten waren tegenwoordig. Ten opzichte van dezen brand werd weer het vermoeden geuit, dat er van de zijde van het slangenwagenpersoneel naijver bestaat tegen Spuit 10. Zelfs wordt verteld, dat bij deze gelegenheid de ramp niet zulk eer. omvang had verkregen, als de Politie eerder had gealarmeerd, of beter gezegd, als de politie den brand niet tegen wil en dank alléén had willen blusschen. Nu kennen wij niet de instructie voor de bediening van den slangenwagen, maar wel weten wij, dat de Tien, die der gemeente geen geld kost, en wier manschappen er eene eer in stellen spoedig en goed te helpen, onmiddellijk behoort opgeroepen, en niet als de slan genwagen te kort blijkt te schieten, zooals hier het geval was, als de ge ruchten waarheid spreken. Naijver is soms goed, maar ontaardt spoedig in jaloezie, en de Politie, aller dienares, moet hierboven verheven zijn. De naijver dringt tot „zorg-dat-wij er- 't. eerst-zijn," zonder meer, de jaloezie werkt ook nog in eene richting, welke wij liever niet omschrijven. De naijver vuurt aan tot groote daden de jaloezieis klein, laag bij de oppervlakte. Het is natuurlijk te hopen, dat de geruchten onwaar blijken te zijn, maar ook, dat, indien er een zweem van dien overdreven dienstijver mocht bestaan, die dan met kracht en klem worde tegengegaan, te meer, daar hier de publieke belangen er door geschaad kunnen worden. Zaterdag in den ochtend weer een onbeduidend brandje inde Witte Heeren- steeg; Slangenwagen en Tien gelijktijdig ter plaatse. Water geven niet noodig, aangezien het brandbluschtoestel van een der bewoners van de Zijlstraat het vuur reeds in den aanvang had gestuit. Een der Amsterdamsche bladen komt terug op den brand in 't Florapark en laat zich tamelijk sterk uit over de toestanden alhier inzake brandweer. Men verlieze hier echter niet uit het oog dat tot het niet spoedig slagen in 't blusschen verschillende omstandig heden meewerkten, allereerst de geringe waterdruk, hieraan te wijten, dat de volle drukking nooit op Zondag gegeven wordt, om de eenvoudige reden, dat het waterverbruik dan gering is, en overdruk nadeelig op het buizennet en verdere watertoestellen werkt. Zie, 'tis gemakkelijk genoeg opmer kingen te maken, maar, aangenomen zelfs, dat de toestand verre van vol maakt is, behoeft toch daarom niet het geheele brandbluschstelsel door den mod der gehaald te worden. Beter is het, af te dalen tot de hoofd oorzaak, hier watergebrek. De bijzaken te verbeteren heeft men in zijne macht en de hoofdzaak komt in het reine, als Haarlem op het punt van water en waterdruk niet meer van eene vreemde maatschappij en van de hoofd stad afhangt en tot zoolang dienen wij in dat opzicht genoegen te nemen met den toestand zooals hij is; het kon erger Weêr besprak men het noodzakelijke van een stoomspuit, weer was het ge makkelijk opmerkingen te maken en wel verre, dat wij de waarde er van zouden willen ontkennen, doen wij weer de vraag: Heeft men de kosten bere kend! En dan, bij het gereedkomen van de waterleiding zal zij waarschijnlijk overtollig zijn, omdat het gemeentebe stuur het dan in zijne macht heeft het water overal te brengen, zelfs daar waar thans van bluschwater geen sprake is en tot zoolang behoort men tevreden te zijn, dat te Haarlem de toestanden althans niet minder zijn dan in menige andere soortgelijke gemeente. Weer spreken wij de hoop uit, dat, na den brand op de Bakenessergracht, een tijdperk van rust ten deze zij ingetreden, maar ook, dat de groote en kleine grieven welke te betreuren zijn, mogen opge heven worden en dit in het algemeen belang, dat de bijzondere belangen in zich besluit. Door den heer D. E. L. van den Arend is een schrijven gericht aan B. en W., waarin hij meldt, dat hij, hoe wel de gevoelens van B. en W. en die in den gemeenteraad uitgesproken, ten hoogste waardeerend, de door hem in gediende aanvraag om ontslag als Commandant dér brandweer niet kan terugnemen, daar de aanvraag na rijp beraad is geschied en de beweegreden daartoe dezelfde is gebleven. „WELDADIGHEID NAAR VERMOGEN." Nog eens acht het bestuur van Wel dadigheid naar Vermogen' zich verplicht een beroep te doen op Uw weldadig heidszin. Gaarne brengen wij onzen dank aan zoovelen, die reeds hunne gaven, en daar-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1895 | | pagina 2