HAARLEMSCH Wereldkroniek, Eerste Blad. \o. 50 EDEL METAAL, No. 21. Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86. Zeventiende Jaargang. 144. van ZATERDAG 16 Maart 1895. Netf. Vereen, tot bevordering van Zondagsrust. BERICHT. Nieuwsberichten. WÊÊÊÊÊ^^KÊM TELEFHOONNUMMEK TELETHON1SCHE VERBINDING met AMSTERDAM. ABONNEMENTSPRIJS Per drie maandenf ,25. franco p. (lost ,40. Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk. Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT: Dinsdag- en Vrijdagavond. Advertentiën warden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. Doet Uwe inkoopen liefst niet op Zondag. Waarom zoudt gij geheel onnoodig de Zondagsrust van anderen storen? Het Bestuur der Afdeeling. van de is direct na uitgave voorhanden inden Boekhandel van DE ERVEN LOOSJES. Prijs 10 Cents. De ondergeteekenden berichten, dat de drie Novellen van Vincent Loosjes, die als Feuilleton in dit blad veraehenen zijn, te zamen in één bandje, onder den titel: voor de abonnés verkrijgbaar zijn, k f 0.50 ingen. en f 0.75 geb. Haarlem, 4 Maart 1895. DE ERVEN LOOSJES. Bachconcert. Het vierde Bachconcert, Dinsdag avond met medewerking van een drietal uitnemende solisten gegeven, genoot de gewenschte belangstelling van de zijde der vele leden, waarin „Bach" zich bij voortduring mag blijven verheugen. De hernieuwde kennismaking met de talenten van mevrouw Lillian Henschel uit Londen, echtgenoote van den heer George Henschel, directeur van het Schotsche-orkest, wiens plaats wel dra door onzen landgenoot Willem Kes zal worden ingenomen viel blijkbaar in goede aarde. Geen wonder. Mevrouw Henschel behoort tot de zangeressen, welke kunnen bogen op heerlijke stem- middelen, door kunst op de meest deug delijke wijze ontwikkeld, en die tevens door hare voordracht zich onmiddellijk toegang weten te verschaffen tot de har ten der hoorders. Met fijnen smaak en opmerkelijke veelzijdigheid bood zij in hare nummers eene verscheidenheid van stijl en soort, die bijna geen enkel gebied harer kunst onbetreden liet. Sober en ingetogen in Handels Aria uit Herakles, luchtig en geestig in Nymphs and Shepherds, Sere nade du Pasant en Spring van Purcell, Massenet en Henschel, innig en warm bovenal in een drietal Duitscbe liederen, onder welke dat op Goethe's bekende gedichtKennst du das Landtoo die Citronen bliihn door eene expressieve wedergave uitblonk wist mevrouw Henschel haar auditorium onverdeeld te boeien en luide bijvalsbetuigingen af te dwingen. Als solo-pianist deed zich de heer Max van de Sandt hooren, leeraar aan het Schern'sche conservatoire te Berlijn. In hem begroette men een der moderne klavierhelden, die zich in de eerste plaats onderscheiden door bewonderenswaardi ge technische gaven en daarin aanleiding vinden, zich bij voorkeur te bepalen bij virtuosenmuziek. De heer van de Sandt gaf als proeven van zijne heerschappij te dezen opzichte eene Tarantella van Moszkowski en de Spaansche Rliapsodie van Liszt ten beste, daaraan nog eene tweede Rhapsodie toevoegende, uitgelokt door de onverholen opgetogenheid, welke zich in de zaal openbaarde. Wat de heer v. d. Sandt als louter pianist weet te leveren, toonde hij in de muzikale wedergave van Mendelssohns Sonate en meer nog in de Prelude van Chopin. Eene breedere opvatting zou den indruk van Mendelssohns opus hier en daar hebben kunnen verhoogen. Een jong kunstenaar,' Charles van Isterdaele solo cellist aan het orkest van de Fransche opera in den Haag vervulde de violoncel-partij in de Sonate op eene wijze, die reeds terstond een goeden indruk mocht achterlaten. Met nog meerdere belangstelling evenwel werd zijn spel, waarbij een bijzondere gemakkelijkheid van behandeling in het oog sprong, gevolgd in de overige door hem voorgedragen werken. De nobele hoedanigheden van toon en voordracht kwamen vooral in Berceuse van Godard en Adagio van Bargiel tot haar recht. De zang- en violoncelnummers werden op den kostelijken Bluthner vleugel begeleid door den heer Schlegel. Hoe daardoor elke voordracht in hare muzi kale beteekenis werd verhoogd, behoeft niet nader te worden vermeld. Op dit vierde Bachconcert zal niet onwaarschijnlijk een vijfde volgen. Indien heeren directeuren van „Bach" konden besluiten daarvoor nogmaals het orkest uit het Concertgebouw te engageeren, zou dit eene overschoone gelegenheid zijn, den heer Kes, die ook in Haarlem vele vrienden en vereerders heeft, eene dankbare hulde te brengen, vóór zijn vertrek naar het buitenland. B. Tweede Kamer. De zitting tegen Dins dagochtend 11 uur saamgeroepen, moest verdaagd worden tot 's middags 1 uur wegens onvoltalligheid. In die middag zitting kwam de heer Schepel met kracht op tegen samenkomst op den eersten vergaderdag der week om 11 uur, met het oog op de leden in de buitenpro vinciën, die op dat uur niet aanwezig kunnen zijn. De heer Schepel zag daarin eene bevoorrechting van de beide Hol landen boven de andere provinciën, en meende, dat de Kamer niet in den Haag een uithoek doch in het midden des lands moest vergaderen. De Voorzit ter interumpeerde den Groninger Spre ker herhaaldelijk, daar de zaak niet aan de orde was. Daarna werd behan deld het ontwerp tot instelling van een derde kantongerecht te Rotterdam, en opheffing van het kantongerecht te Rid derkerk. De heer A. Smit bestreed met kracht de opheffing van het kantonge recht te Ridderkerk, waardoor het platte land opnieuw zeer benadeeld zou wor den. Vandaar zijne motie om uit te spreken, dat de Kamer "iet overtuigd is van de wenschJlijkheid tot opheffing van het kantongerecht te Ridderkerk. Zijns inziens kan Ridderkerk best be houden worden. De heer de Kanter deel de het gevoelen en meende, dat, als het deel van het kanton Ridderkerk, dat Rotterdamsch grondgebied is geworden, bij Rotterdam wordt ingedeeld, het Ridderkerksche kanton ten volle recht van bestaan blijft behouden. Verder bestreed de heer de Kanter krachtig, om uitsluitend aan het derde kanton gerecht te Roterdam het recht toe te kennen tot afneming van scheepsver- klaringen, wat streed met de wet op het gebruik en de lokaliteit. Spreker maakte hiervan zijne stem over het ontwerp afhankelijk. De Min. van Justitie constateerde, dat dit ontwerp, door zijn voorganger opgemaakt, goedkeuring heeft ontvangen van alle gehoorde auto riteiten, en bij de indeeling alleen het belang der justiciabelen heeft voorge gaan. De Min. bestreed de motie Smit. Wie bevoegd is voor het ontvangen van scheepsverklaringen, moet de rechterlijke macht uitmaken, niet de Minister. De heer van Gennep verdedigde het ontwerp en bestreed krachtig de motie, die het derde kantongerecht te Rotterdam ge- ruimen tijd zou verdagen. De motie A. Smit, werd aangenomen met 41 tegen 27 stemmen. Dientengevolge is de be handeling van het ontwerp tot instelling van een derde kantongerecht te Rotter- dom geschorst. De beraadslaging over de zoogenaamde geweren wet is daarop aangevangen. De heer de Ras bestreed die wet, op grond, dat het volstrekt niet zeker is, dat het Mannlicher geweer van 65 voor geruimen tijd voldoende in de behoefte zou voorzien. De heer de Ras bracht zijne rede in deze zitting niet ten einde, doch zou haar den vol genden dag vervolgen. Hoe hard de bewoners van het door hon gersnood geteisterde Nebraska, Noord- Amerika, het te verantwoorden hebben, schrijft de berichtgever van het N. v. d. D-, toch blijven de uitgevers van de dagbladen op hun post. Maar hoe De uitgever van de Weekly Tribune van Callaway, Custer County Neb, van 2 Febr. heeft zeker zijn gelijke niet gehad, sedert gedurende den oorlog zijn gildebrheders hun bladen drukten op behangselpapier en kruidenierszakken. Het nommer van het blad, dat New- York bereikte, bestond uit een enkel blad smal papier, in vier kolommen bedrukt, zonder witten rand, De inhoud bestaat bijna alleen uit verslagen over den toestand in de verschillende deelen van Nebraska, in het bij zonder van Custer County. In het hoofdartikel smeekt de uitgever zijn confraters in andere deelen van Amerika, hem te helpen in het uitgeven van zijn blad, »daar (hij) al het oude papier al opge bruikt (heeft) en (hij) met vrouw en kindsren van de opbrengst van de „Tribune" moet leven." Eenigevande berichten zijn o. a.: :i>Een man in het N.O. van Custer County stal een zak meel; toen men hem kwam arresteeren, waren zijn kinderen bezig het rauw te verslinden." Een Duitscher, die niets meer te eten had, heeft zich uit wanhoop op gehangen enz. enz. De toestand wordt nog niet veel beter, en nu het eerste enthousiasme voorbij is, wordt hulp ook al schaarscher. Keizer Wilhelm moet zoowel Keizer Frans Jozef als Koning Umberto hebben uitgenoodigd door hunne persoonlijke tegenwoordigheid de feesten ter gelegen heid der opening van het Noord-Oost zeekanaal te komen opluisteren. Het bericht is nog niet bevestigd, maar als hel zoo is, behoeft eene dergelijke uit- noodiging nog geenszins te worden uitgelegd als wijzende op een voornemen om met deze beide machtige bondge- nooten te ïdemonstreeren" tegenover wat van andere zijde in deze beoogd mocht worden. De Keizer moet in elk geval voorne mens wezen binnenkort een bezoek te brengen aan Koning Umberto te Monza, bij welke gelegenheid Rijkskanselier Yon Hohenlohe hem zou vergezellen om een onderhoud te hebben met Crispi. Eene oude religieuse, Yictoire Maheu, zeventig jaar oud, die jaren geleden door ziekte was gedwongen het klooster te verlaten, woonde sedert in een klein kamertje in de rue Valette te Parijs. De arme vrouw moest daar van eenig naaiwerk leven en de armoede was de voortdurende gast in de schamele woning. Maandagochtend klopten de buren, die haar in geen twee dagen hadden gezien, aan de deur. Men antwoordde hen niet. Met een passepartout werd nu het slot geopend en stonden zij voor een af schuwelijk tooneel. De oude vrouw lag dood midden in de kamer; het gelaat en de handen waren geheel door de ratten verscheurd, die nog aan het lichaam knabbelden, toen de buren binnenkwamen. Met stokslagen moest men ze wegjagen. Voor de geheele waarheid van dit bericht wordt echter niet ingestaan. Een man uit het Duitsche plaatsje Viernheim heeft in de oogheelkundige kliniek te Heidelberg een kind gebracht, dat zonder oogen is geboren. Het kind is zes weken oud en overigens gezond. De teekenaar Harry Turniss meent een uitstekend middel tegen de over erving van influenza te hebben ontdekt, Hij deelt in een brief aan de Times mede, dat het gebruik van snuif hemzelf en tal van anderen, die het door hem aanbevolen middel beproefd hebben, voor dë ziekte gevrijwaard heeft, zelfs in streken, waar de ziekte in hevigen graad heerschte. Hij beweert zelfs, dat hij op reis in hotels altijd een met snuif gevulden schotel voor zich op tafel plaatste en dan ongestraft tegenover en naast personen kan zitten, die door de influenza zijn aangetast. In verband met deze mededeeling zou men eerst overtuigd behooren te zijn van de besmettelijkheid der influenza, vervolgens, dat de Heer Turniss voor de besmetting vatbaar was en dan be hoort nog geweten te worden, of de snuif, welke hij gebruikt een tabaks- produkt is of niet. In het eerste geval zou ook tabak als tegenmiddel kunnen dienen. De New-Yorksche dokwerkers zijn de blanken en de negers met elkander in botsing gekomen. Een kapitein van een Engelsch schip is door een steenworp,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1895 | | pagina 1