HAARL
SOI
Ufo. 51
Wereldkroniek,
Eerste Blad.
No. 23.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86. Zeventiende Jaargang.
144.
van ZATERDAG 23 Maart 1895.
Ned. Vereen, tot bevordering
van Zondagsrust.
TELEPHOONNUMMER
TELEPHON1SCHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenf ,25.
franco p. post —,40.
Afisonderlijke noinmers 3 centen per stuk.
Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die ahdan zoo mogelijk nog worden geplaatst
Doet Uwe inkoopen liefst niet
•p Zondag. Waarom zoudt gij
geheel onnoodig de Zondagsrust
van anderen storen?
Het Bestuur der Afdeeling.
VAN DE
is direct na uitgave voorhanden in den
Boekhandel van DE ERVEN LOOSJES.
Prijs 10 Cants.
Vierde Liederenavond.
In het deftig-stemmige muziekzaaltje
van het hotel „Funckler" vond Dinsdag
avond de laatste der vier soiree's plaats,
door Mejuffrouw Jeanne Landré dezen
winter gegeven. De medewerking van de
heeren G. Ph. Zalsman (Bariton) en
Joh. Wagenaar uit Utrecht (pianobege
leiding) was daarbij verzekerd. Onze
geachte stadgenoote mocht zich ook nu
in een te waardeeren belangstelling
verheugen en kan bij den afloop harer
onderneming ongetwijfeld de overtuiging
voeden, zoowel bij deze als bij de
vorige soiree's aan velen hoogst aange
name oogen blikken te hebben geschon
ken.
De avond van Dinsdag was uitslui
tend gewijd aan Nederlandsche compo
nisten en droeg alzoo een bijzonder
aantrekkelijk karakter. Ondanks de
beperking kon een afwisselend pro
gramma, in den vaderlandschen liede-
renhof, die blijkbaar aan heel veel
bruikbaars rijk is, bijeengegaard, wor
den aangeboden.
Niet minder dan zeven en twintig
liederen, het eene al mooier en wel-
luidender dan het andere, werden ten
gehoore gebracht.
Elks aandeel, dat van Mejuffrouw
Landré en van den heer Zalsman in
de lange reeks voordrachten nader door
het aangeven van de namen der com
ponisten en de titels der liederen te
omschrijven, mag en dor en overbodig
werk heeten, waarin eene inzage van
het programma kan voorzien.
Met bijzonderen lof kan van de uit
voering in haar geheel melding worden
gemaakt. Opnieuw bewees zij, dat me-
juffrouw Landré mag gerangschikt wor
den tot de zangeressen aan wier schoone
talenten de vertolking van liederen met
succès kan worden toevertrouwd. Hare
muzikale wijze van zingen, de zeer te
loven hoedanigheden, welke zij, dank
zij hare degelijke vorming, door stem
en voordracht en tekstuitspraak aan
het licht brengt, zullen steeds waar
deering vinden en aanspraak geven op
den dank van hare toehoorders.
Het aandeel van den heer Zalsman
in het succès van den avond mag be
langrijk heeten. Met onverdeelde inge
nomenheid hebben wij zijn goed voor
bereid optreden, waarin de door ons
met overtuiging gekoesterde en vroeger
uitgesproken verwachtingen} voor een
goed deel in vervulling zijn gebracht,
gevolgd.
De heer Zalsman heeft een symphatiek
orgaan, de gave der zuivere intonatie
en eene dictie, die aan de voordrachten
karakter en uitdrukking geeft. Van de
veelzijdige ontwikkeling zijner talenten,
die hem straks bruikbaar zullen maken
voor onderscheidene genres van vocale-
kunstwerken, gaf hij ruimschoots be
wijzen. De droef.klagende XacAllied/es
van Brandts Buys eu de lustig klinkende
liederen van Coster en Gottfried Mann
mogen als uiterste contrasten worden
aangemerkt; toch wist de zanger aan
alle recht te doen wedervaren. De heer
Zalsman ga, met zelfkennis en eenvoud,
ijverig op den thans betreden weg voort,
die blijkbaar zijne aangeboren muzikale
gaven tot eene schoone, harmonische
ontwikkeling zal brengen.
De piano-begeleiding was ook bij deze
uitvoering wij stipten het boven reeds
aan in handen van den heer Joh.
"Wagenaar uit Utrecht. Als goed musi
cus slaagde hij er in de voordrachten
op voortreffelijke wijze te steunen en
de in veler oogen eenvoudige, doch in
waarheid lang niet gemakkelijke taak
te verheffen tot een belangrijk onder
deel der uitvoering. De kunst van geven
en nemen is bij klavierbegeleidingen
van uiterst veel belang. De heer Wage
naar verstaat die kunst uitstekend.
Mejuffrouw Landré mag over de ar
tistieke resultaten van hare liederenavon-
den tevreden zijnmoge zij er eene aan
sporing in vinden tot eene herhaling in
het volgend seizoen. B.
De Bloemententoonstelling.
In de groote zaal van de Sociëteit
Yereeniging had heden namiddag te een
ure de opening plaats van de zeventiende
Tentoonstelling van bloeiende Bol- en
Knolgewassen, van 22 tot 26 Maart te
houden door de Algemeene Vereeniging
voor Bloembollencultuur.
Tal van genoodigden, waaronder de
Commissaris der Koningin in deze pro
vincie, de Burgemeester onzer Gemeente,
verschillende autoriteiten en leden der
Yereeniging voor Bloembollencultuur
waren opgekomen om door hunne tegen
woordigheid blijk te geven van belang
stelling in den tak van Tuinbouw, welke
met den bloei van Haarlem en zijne
omstreken in zoo nauw verband staat.
Door ongesteldheid van den Voorzitter,
den Heer J. H. Krelage, hield de Heer
L. Kruijff, Lid van het Hoofdbestuur,
de volgende openingsrede
Dames en Heeren, geachte genoodig
den, leden en donateurs van onze Alge
meene Yereeniging voor Bloembollen
cultuur
Ik treed hier voor U op ter ver
vanging van onzen geachten Voorzitter
den Heer Krelage, die door ongesteldheid
aan huis en kamer is gebonden terwijl
ook de ondervoorzitter, de Heer Kersten
door treurige familieomstandigheden
niet kan tegenwoordig zijn, en zoo roep
ik U dan, nit naam van ons Hoofdbe
stuur, het welkom toe te dezer plaats.
Het is niet mijn voornemen in mijne
rede een kroniek te leveron over aan
gelegenheden, welke in het afgeloopen
tijdperk onze Yereeniging hebben be
troffen; het Weekblad voor Bloem
bollencultuur heeft daarvan wekelijks
melding gemaakt; doch niet onbesproken
mag ik laten het verlies, dat onze Yer
eeniging trof, door het afsterven van
onzen Koninklijken Beschermheer, wiens
heengaan wij ten zeerste betreurden en
door het overlijden van twee harer leden
en wel dat van den Nestor in ons vak
den Heer Antonie Roozen Sr. en den
Hee r M. W. Bijvoet.
Heeft eerstgenoemd lid onze tentoon
stellingen steeds met milde hand ge
steund, veel heeft onze Yereeniging
ook te danken aan den Heer Bijvoet,
wiens adviezen, gegrond op zijn rijke
ervaring in alles wat cultuur en handel
betrof, in de Vergaderingen van het
Hoofdbestuur hoog werden gewaardeerd.
Beide mannen verdienen ten volle
de achting die hen werd toegedragen
en het Hoofdbestuur heeft, als vertegen
woordigende de Yereeniging, hen bij
hunne ter aarde bestelling, de laatste
eer bewezen.
Hunne nagedachtenis blijve onder ons
in eere!
Wij mogen er ons in verheugen, dat
het Hare Majesteit de Koningin heeft
behaagd, als Beschermvrouw onzer ver
eeniging op te tredenwij waardeeren
dankbaar die Koninklijke onderscheiding.
En nu ligt dan weder een tijdvak
van vijf jaren achter ons, sedert onze
laatst gehouden tentoonstelling, en wan
neer wij ons de vraag stellen of onze
Vereeniging, gedurende dat tijdsverloop,
heeft beantwoord aan hare roeping,-dan
meenen wij, afgaande op hetgeen deze
tentoonstelling ons weder te aanschou
wen geeft dat zij, gelijk tot dusverre,
ook nu weder haar recht van bestaan
onverzwakt heeft gehandhaafd.
Doch het is niet enkel op hetgeen
wij hier aanschouwen, dat wij meenen
recht te hebben dit antwoord te geven
daarvoor pleit in de allereerste plaatB de
groote uitbreiding, die de vereeniging
heeft verkregen, haar ledental vermeer
derde toch met ruim duizend, terwijl ook
daardoor haar invloed in niet geringe
mate steeg; de band tussehen de leden
werd hoe langer hoe meer versterkt, de
proeftuin, een voorlichting voor velen,
werd opgericht; ook het in het leven
geroepen Weekblad voor Bloembollen
cultuur werkte tot vooruitgang mede,
ook het besluit tot het in den handel
brengen van een plaatwerk van bloeiende
bolgewassen, in den trant van het be
kende Album van Eeden toont, dat we
naar vooruitgang streven
Jammer echter, dat dit besluit nog niet
dien steun vindt bij de beoefenaars van
ons vak, die zoo gewenscht en noodig is om
het tot stand komen van het werk als
verzekerd te kunnen beschouwen; te
betreuren is dit zeker, het zoude zoo
gunstig kunnen werken wanneer die
platen ook in ruimen getale in het buiten
land werden verspreid.
Wij willen echter de hoop nog niet
opgeven, laat elk der leden tot het
welslagen der onderneming meewerken
en laat inmiddels ons aller streven daarop
gericht zijn dat, op tuinbouwkundig ge
bied, onze Haarlemsehe culturen den
hoogen rang behouden, dien zij thans in
de beschaafde wereld hebben ingenomen.
Maar dan ook getracht, en er ons
voortdurend op toegelegd, om door ver
betering en veredeling, van al onze cul
turen, steeds iets beters en iets nieuws
te kunnen aanbieden, opdat wij niet te
eeniger tijd daarin mochten overvleugeld
worden door het buitenland, dat steeds
beproeft het déér heen te brengen,
door zelfcultuur onafhankeljjk te worden
van Nederland.
Daarom, naar alle kanten steeds oog
in 't zeil gehouden als wakkere mannen;
als mannen van durven en weten te
volharden,die bij de scherpe concurrentie
den moed niet verliezen, doch vertrou
wen blijven stellen in de toekomst van
ons vak en dat ook toonen door onver
vaard voort te gaan om aan dat vak
de gewensehte uitbreiding te verschaffen.
Blijft ook voortgaan uwe zonen en
onderhoorigen te bekwamen, om uwe
vertegenwoordigers uit te kunnen zenden
naar alle hoeken der aarde, ten einde
daar, als pioniers der beschaving, onze
artikelen bekend te maken; de faam
van Nederland zal er door verhoogd en
de welvaart van ons vak er door bevor
derd worden.
En hiermede zou ik kunnen eindigen
indien niet de aangename plicht nog op
mij rustte om den oprechten dank van
het hoofdbestuur te betuigen voor onder
vonden medewerking en steun bij onze
tentoonstelling.
Met name aan H.M. de Koningin-
Regentes aan het gemeentebestuur van
Haarlem, aan gewestelijke autoriteiten,
en verder aan allen, die door uitloven van
medailles of door beschikbaar stellen van
geldelijke bijdragen onze vereeniging
aan zich verplicht hebben.
Ook een woord van oprechten dank
aan U, Commissaris der Koningin in dit
gewest, aan U Heeren Burgemeesters der
Gemeenten, waarin afdeelingen onzer
vereeniging zijn gevestigdaan U leden
van den Gemeenteraad van Haarlem en
verder aan alle genoodigden en leden
met hunne dames voor Uwe tegenwoor
digheid hier ter plaatse en tevens een
woord van waardeering aan U, leden der
jury, die uwe gaven en uwen tijd wel
hebt willen geven tot het vervullen van
eene lang niet gemakkelijke taak; bij
onzen dank moge ook zelfvoldoening
over het door U verrichte werk uw
deel zijn.
En ofschoon voor U, leden der com
missie van regeling en tot handhaving
der orde, uw arbeid nog niet is geëin
digd, zoo ontvang dan toch voorloopig
onzen dank voor de bereidwilligheid,
waarmede gij den taak, waartoe wij U
verzochten, wel hebt willen aanvaarden
gij hebt daarmede het hoofdbestuur zeer
aan U verplicht. En hiermede verklaar
ik de 17e tentoonstelling der Algemeene
Yereeniging voor Bloembollencultuur
voor geopend.
Do fraaie zaal is perksgewijze afge
deeld; slingerpaden voeren tot de ver
schillende groepen. Links van de zaal
zijn geplaatst de Hyaeinthen, welke door
haar schitterende verven en liefelijken
geur het geheel een levendig aanzien
geven, terwijl verder zoo in de groote
zaal als in de bovenlokalen zijn ten
toongesteld Tulpen, Narcissen, Crocus,
Fritillaria, Galanthus, Leucojum, Scilla,
Anemonen, verschillende Bol- en Knol
gewassen voor den vollen grond, waar
onder fraaie collecties Amaryllis, alsmede
Tafelversieringen, Bouquetten, Bloem-
arrangementen en Ornementen. Aardig,
geestig, troont in een heerlijke planten
decoratie, waarvan de Clivia de hoofd
versiering uitmaakt, de buste van onze
Koningin en van de Koningin-Regentes
naar men weet, is H.M. de Koningin
Regentes Beschermvrouw der Vereeni
ging-
Het overzicht van de zaal kan men
genieten uit de bovenzaalde aanblik
is betooverend.