EAABLEKSCH Wereldkroniek, Yo. 22 No. 69. Zeventiende Jaargang. 144. met AMSTERDAM. van ZATERDAG 31 Augustus 1895. Nerf. Vereen, tei bevordering van Zondagsrust. Doet Uwe inkoopen liefst niet f^Zondag. Waarom zoudt gij tippeeI onnoodig de Zondagsrust van anderen storen? Nieuwsberichten. Uitgave van *!E EK VEN LOOSJES, Gedempte Uudegracht 84 TELEPHOONNUMMEK TELEPHON1SCHE VERBINDING ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden,25. franco p. post —,40. Afzonderlijke nommers 8 centen per stnk. Prijs per Advertentie van 1—5 regels 10.25, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT: Dinsdag- en Vrijdagavond. Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. Het Bestuur der Afdeeling. VAN DE is direct na uitgave voorhanden inden Boekhandel van DE ERVEN LOOStfjS. Prijs 10 Cants. KONIiN GINNE-DAG. Heden bereikt onze Koningin haar vijftienden verjaardag. Van de tinnen der tempels, de puien der openbare gebouwen, uit de wonin gen der ingezetenen, wappert de Drie kleur met het Oranje. Vroolijk en rustig naast elkaar die kleuren, herinnerend aan eene nauwe vereeniging, aan eene diepgevoelde sym pathie tusschen Volk en regeerend Stam huis. Oranjehoe tintelt het bloed van den Nederlander, als hij de gewijde kleuren in verband met het Rood-wit-blauw ziet samensmelten! Hoeveel illustrena men trekken dan zijn oog voorbij, wat breede reeeks van mannen en vrouwen, die alles aan het Vaderland ten offer brachten, rijzen in fiere grootheid op uit den nevel van het verleden. Dagen van voorspoed, oogenblikken van spanning, zelfs jaren van scheiding hebben niet kunnen teweegbrengen scheiding tusschen Nederland en Oranje, steeds keerden Volk en Vorst tot hunne oude liefde terug, meer dan ooit besloten lief en leed met elkaar te deelen. Zóó is het drie en een halve eeuw geweest. Immer ontmoetten de beide machten elkaar, daar waar de nood aan den man was gekomen, en waar vreugde een van beiden dankbaar stemde. Het oude geslacht is voorbij gegaan, doch de onderlinge waardeering is over gegaan op den nazaat. Het bloeiende Oranjehuis heeft in den loop der tijden, bijzonder in de laatste halve eeuw, vreeselijke slagen getroffen; bijna zes jaren reeds rust het laatste mannelijke oir van de in 1840 uitvier geslachten bestaande Familie in Delft's grafgewelf, ons nalatende één telg, het kind zijns ouderdoms. Met diepe belanstelling, met bezorgd gemoed, heeft Nederland de aanwassen de gaven van ons lieve Koningskind gadegeslagen, zooals die zich ontwikkel den onder de onvolprezen leiding van de Koningin Regentes, Hare Moeder. Hoe heeft Nederland kennis genomen van alles wat haar betrof. Hoe bracht elke nieuwe beeltenis van het Kind der Natie nieuwe hoop voor de toekomst en nam men kennis van alles wat in verband stond met de vorming tot Hare grootsche roeping. Vijftien jaren zijn over het jeugdige leven heengegaan; Koningin Wilhelmina is den jonkvrouwelijken leeftijd gena derd, meer en meer genaakt het oogen- blik, waarin Zij zal geroepen worden den scepter te zwaaien over het Neder- landsclie volk, den tijd waarop Zjj-ata strijd des levens zal aanvaaiAn. Dan zal het volk als één man gesctfaard zijn om den troon van Haar, die de liefde, de aanhankelijkheid der Natie in zoo hooge mate bezit. Moge dit tijdperk voor Koningin Wil helmina kalm en helder zijn, moge de Natie en hare vertegenwoordiging in hooge mate het hare toebrengen, opdat het Nederlandsche Volk onder de regee ring van eene Koningin uit het door luchtige Oranjehuis een voorbeeld zij van een eendrachtig, vooruitstrevend volk, dat zich den zegen van eene ver lichte regeering heeft weten waardig te maken door onderlinge trouw en door gehechtheid aan de tradities van een roemrijk voorgeslacht. Nog altijd moet de vraagHeeft het Nederlandsche Volk den 31en Augustus tot een national feestdag verheven? ontkennend worden beantwoord. Wij hebben geen nationalen feestdag, geen dag waarop Nederland feest viert. Ouden van dagen herinneren zich den 24en Augustus, den verjaardag van Koning Willem I, als feestdag en wie geleefd hebben tijdens de regeering van koning Willem II weten te vertellen, dat op dien datum ook gefeest werd. De 19e Februari, de verjaardag van Koning Willem III is echter nooit ge vierd anders dan op officieele wijze, en als oorzaak hiervan worden verschillende redenen opgegeven, welke echter de een na den ander al even weinig steekhou dend zijn. Men raakte aan dien toestand gewoon, en zoo is 't gebleven Wel werden van tijd tot tijd, ook hier ter stede, pogin gen aangewend in de goede richting, doch het feestvuur verflauwde, meestal door gebrek aan belangstelling? Laat ons dit niet veronderstellen, maar dan toch aan een gebrek. Aan iets dat tus schen Volk en Oranje niet in den haak was? Ook dit is verre; 'tgebrek was organisatie. De Volksbond heeft nog voor enkele jaren getracht iets te doen voor den Koninginne-dag. Zij bracht de jeugd te samen en het ging op dien feestdag werkelijk al aardig toe. Toen kon het ge wone terrein niet meer in gebruik ge nomen en toen zonk de moed den Volks bond in de schoenen. „Het Phoenix-terrein of geen feest; Rome of niets". De Volksbond deed niets meer, bleef zoeken, zoekt nog Toch bezit die bond nog populariteit genoeg om eens het volgend jaar met kans op gunstigen uitslag een stap te doen, om voort te zetten, wat werkelijk zoo aardig begonnen was. Dan bestaat er nog eene Vereeniging tot verfraaing van Haarlem en Omstre ken en tot bevordering van het Vreem delingenverkeer. Ligt het misschien niet op den weg dier Vereeniging om met de eerstgenoemde samen te werken? En ten slotte is er nog een groot getal ingezetenen, dat nog niet kort zichtig genoeg om in te zien, dat de nationale geest zoo van tijd tot tijd moet aangewakkerd, en dat de geest des Volks soms moet wakker geschud worden. Zie, wat Amsterdam en den Haag doen, wat zelfs kleine gemeenten ver mogen, maar het initiatief dient geno men wil men, dan dient men ook te durven. En bovendien, het begint ook tijd te worden, dat de vereerders van ons Oran jehuis zich eens beginnen te organiseeren, al' is het niet met groote woorden, dat zij zich eens flinkweg uitspreken in hun gevoelen, dat het ware volksgeluk slechts verkregen wordt daar, waar Vorst en Volk samenwerken tot het bereiken van één doel, het welzijn des Vaderlands. Toestanden te verbeteren zijn er, bezwaren op te heffen blijven er, doch de vrienden van den geleidelijken weg in deze, ook zij behooren georganiseerd. Dan zal blijken hun zedelijk overwicht boven veel bombast en luchtkasteelen, opgetrokken uit ondoorwerkte bouwstof. Wat kan hiertoe meer medewerken dan het volk bijeen te brengen op een dag als Zij, die door het Volk wordt vereerd met diepe vereering, Haren geboortedag viert. De Congo-staat houdt steeds de ge moederen, niet alleen in het Belgische particuliere leven, doch ook in de Kamers in beweging. Een interpellant wenschte een Commissie van onderzoek betreffende de ongunstige geruchten van opstand en moord, een andere sprak de meening uit, dat er veel voor het publiek werd verheimelijkt. Het ministerie maakte echter zich van de zaak af door er op te wijzen, dat de Congo-staat tot heden onafhankelijk, en het ministerie dus niet aansprakelijk is. In den Senaat, waar men bevreesd was, dat de Congo België in moeielijk- heden zou kunnen brengen, werd door de regeering ongeveer op dezelfde wijze gehandeld. Omtrent de Londensche nieuwigheid van rooken onder de godsdienstoefening wordt het volgende meegedeeld. Onlangs werd in Whitechapel de uitnoodiging verspreid „Als gij vrij rooken wilt, komt dan Zondagnamiddag te drie uur in Christ Church Hall, Hanburystreet. Een koste loos kop thee, als gij wilt. Tabak gratis." Waarschijnlijk was de uitnoodiging niet algemeen bekend onder de arme bewo ners van dit stadsgedeelte, want er kwamen maar 200 mannen en vrouwen, de meeste mannen met pijpen, maar geen van allen met een zier van het geurige kruid. Zij werden allen bediend met tweemaal stoppen, en terwijl dit gebeur de, gaf de predikant het voorbeeld door zijn eigen pijp aan te steken en te rooken. De proefneming slaagde uitnemend. De pijp bleek een verbazend kalmeerend middel te zijn, en het lijdt geen twijfef of het zal door den predikant zoo voort gezet en door anderen nagevolgd worden. Eenige vrijzinnige dames hechtten door hare tegenwoordigheid op de galerij hare goedkeuring aan deze nieuwigheid. Sedert den Fransch Duitschen oorlog, dus sedert vijf en twintig jaar leeft Europa in een tijd van gewapenden vrede. Rusland heeft een leger van 85S.0C0, Duitschland van 580.000, Frankrijk van 512.000, Oostenrijk van 380.000, En geland 230.000, Zwitserland van 131.000, Spanje van 100.000, België van 31.000 manschappen. Deze legermachten kosten te samen 2750 millioen gulden. Nu bestaat de meening, dat dit op deze wijze niet kan voort gaan. Niet tegenstaande telkens in de volksverte genwoordigingen met moeite de sommen worden los gekregen tot aanschaffing van oorlogs-materieel en uitbreiding der verschillende takken van dienst, bezwijkt men telkens voor de vertoogen der regeeringen, waarbij de verantwoorde lijkheid, bij weigering van nieuwe offers, gelegd wordt op de vertegenwoordiging. Telkens verneemt men de betuiging der regeeringen Wij willen den vrede, en het is heel wel mogelijk, dat die betuigingen waar zijn. Maar vrede tot eiken prijs te willen, tot den prijs van langzamen, doch zekeren achteruitgang van bevolking, op wier schouders een te sterken druk gelegd wordt, is toch wel wat erg. Voor een tweetal jaren was er sprake van eene ontwapening;'tis in den doof pot geraakt, altijd maar weer hooger offers moeten gebracht op het altaar van den lieven vrede. Zoude er meer kans op oorlog zijn als de kosten der departementen van oorlog eens, langzaam aan, verminderd werden. Het wordt met eenigen grond betwijfeld. Er is een diefstal aan het licht geko men, die in 1884 te Buda-Pest is ge pleegd door een postbode en een dag- looner. Aan het postkantoor was toen ter verzending gereed een trommel met tweehonderd vijftig duizend gulden, die door den eersten heel handig wegge pakt en door den laatsten verborgen werd. Wel werd de postbode verdacht, doch geen enkel bewijs werd tegen hem ge vonden, waardoor hij nog twee jaar bij de post kon werkzaam blijven. Toen nam hij ontslag en begon zaken te doen, nam een hótel over en werd algemeen voor een solide en welgesteld man ge houden. De daglooner had zich onder vreem den naam gevestigd op een der eilanden aan de kust van Dalmatië. Hij bracht van tijd tot tijd een bezoek aan zijn vriend den postbode-logementhouder, dit bracht de politie, die hem steeds in het oog had gehouden, tot de ontdekking. Een groot deel van het geld werd nog bij de dieven gevonden. Het ongeluk kigste van de zaak echter is, dat het waardige tweetal niet gestraft kan wor den, aangezien de zaak is verjaard. De heer Jokovitch, het slachtoffer van den aanslag tegen baron Alphonse Rothschild gericht, bevindt zich naar omstandigheden vrij wel. De patient heeft geen koorts. De geneesheeren vertrouwen, dat het hun zal gelukken het gekwetste oog te behouden en de wonden aan de hand beginnen te genezen. Het bericht, dat den patient drie vin gers zijn afgezet, wordt tegengesproken. Wel bestaat er gevaar, dat de heer Jokovitch het vrije gebruik van eenige vingers zal moeten missen, maar ove rigens is de toestand van den patient bevredigend. De man, die den brief met het knal-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1895 | | pagina 1