HAABLEMSCH Wereldkroniek, Eerste Blad. No 101. Uitgave van OE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 84 Zeventiende Jaargang. 144. van ZATERDAG December fted. Vereen, tet bevordering van Zondagsrust Doet Uwe inkoopen liefst niet tp Zondag. Waarom zoudt gij geheel onnoodig de Zondagsrust van anderen storen? Nieuwsberichten. IIIEPHOONNUMMEB TELEPHON1SCHE VERBINDING met AMSTERDAM. ABONNEMENTSPRIJS: Per drie maandenf ,25. franco p. post ,40. Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk. Prijs per Advertentie van 1-5 regels f 0.25, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT: Dinsdag- en Vrijdagavond. Advertentiën worden aangenomen, tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. Het Bestuur der Afdeeling. Xo. 38 VAN DE is direct na uitgave voorhanden in den Boekhandel van DE ERVEN LOOSJES. Prijs 10 Cents. Voordrachten in Teylers stichting. Woensdagavond trad als Spreker op Professor I. J. de Bussy van Amsterdam, met eene voordracht over hooren en zien en den invloed van beiden op het gemoedsleven. Steeds heeft men zich verbaasd over enkele personen, die in vroeger en later tijd met eene benijdenswaardige nauw keurigheid de moeilijkste getallen uit het hoofd de meest ingewikkelde bewer kingen als machtverheffing en wor teltrekking deden ondergaan, of andere die in den blinde twaalf partijen schaak speelden, waarbij werd opgemerkt dat de eersten door het geschreven getal worden in de war gebrachtzij zijn gehoorsmenschen, de tweede zijn de gezichtsmensciien. Alle begin van geestelijk leven ligt in aanschouwing, de studie van het zien vormt het voorportaal der zedekunde, doch de wijze, waarop de gewaarwor dingen in gevoel worden omgezet is zeer ingewikkeld. Licht en kleur zijn gewaarwordingen, die zich door middel van aethertriliingen aan onze organen overplanten, waardoor de taalkundige onjuistheid in het licht komt van uitdrukkingen alsWij hooren de klok slaan e. a. Zien en hooren zijn middelen om ken nis op te doentot het goede en schoone te leeren besluiten. Zien is gewaarwor den van licht en kleur. Licht wekt leven en daarom ook bekleedt in de godsdienst het licht eene voorname plaats en vloeit de Bijbel over van uitdrukkingen be treffende licht, waardoor het eene sym bolische beteekenis bekomen heeft, ook als tegenstelling van duisternis. Door het licht onderscheidt men de kleuren en deze zijn werkelijk van in vloed op den mensch, zelfs zoo, dat men aan bepaalde kleuren in sommige geval len eene genezende kracht toeschreef. Zeker schijnt het, dat kleuren verschil lende aandoeningen des gemoeds wekken. Geel, oranje en rood verheugen het ge moed, blauw en purper doen koud aan, groen bewaart het midden, bruin en bruingeel doen in het algemeen niet aangenaam aan, en zelfs hecht men aan enkele kleuren bepaalde beteekenissen als blauw, hemelaan groen, plantaan rood, vlam evenals men spreekt van grijze stemming enz. Zonder samenwerking van gehoor en tastzin zou de wereld ons vlak voorko men; wij zouden niet om de dingen heen zien, het perspectief zou ontbreken. Bij den blinde is de tastzin in sterke mate ontwikkeld, doch dat blinden zich in deze gemakkelijk vergissen, toonde Spreker met een paar voorbeelden aan en in het algemeen zouden wij andere menschen zijn als men zich niet reeds in zijne jeugd had geoefend in het samen doen werken van zien en tasten. Het gehoor is eene gewaarwording van de wereld in de tijdsruimte. Schelle geluiden mogen kinderen aangenaam zijn, naarmate het gehoor in ontwikke ling toeneemt schijnen zij onaangenamer en Spreker formuleerde deze opmerking door vast te stellen dat de schelheid, de sterkte der geluiden in omgekeerde reden staat tot de geestelijke ontwik keling en uit de waarheid, dat sommige geluiden voor enkele personen bepaald ondraaglijk zijn, zou men mogen be sluiten tot den regel, dat gehoorgewaar- wordingen van meer invloed op den geest zijn dan die van het gezicht. Uit de natuur komen weinig klanken tot ons, doch hoewel volstrekt stilte hindert, de stilte, de kalme rust der natuur doet dit niet. Vervolgens besprak de Heer de Bussy nog de waarde de geluidentaai voor onze levensopvattingen en den invloed der muziek op ons geesteleven. Ten slotte werd overwogen de ge moedstoestand der blinden in betrekking tot het gehoor, dat bij hen in zeer hooge mate ontwikkeld is. Bij het beoordeelen van personen, of misschien beter, bij het vormen van een denkbeeld omtrent personen, gaat de blinde in hoofdzaak op het stemgeluid af, en zijn uitdruk kingen omtrent kleur en uitgebreidheid voor hem in zekeren zin onverstaanbaar, waardoor de indiukken bij zienden door het gezicht te weeg gebracht, door hem worden omgezet in zulke, die betrekking hebben op gehoor of tastzin. In verband hiermede verklaarde Spreker het niet bestaan van blindgeboren dichters. Met den wensch, dat Spreker ook mocht medegewerkt hebben tot medelijden en het verkenen van allen steun aan hen, die door het lot bestemd zijn tot eeuwige stilte of tol eeuwige nacht werd de voordracht besloten. Bachconcert. Het tweede Bachconcert, Dinsdagavond voor een dicht bezette concertzaal ge- geven, ontleende zijne belangrijkheid voor een niet gering deel aan het op treden van den jeugdigen viool-virtuoos, Willy Burmester uit Weimar. De gespannen verwachtingen over diens bijzondere kunstenaars gaven, dooi de berichten van elders gewekt, vonden bevrediging in een spel, dat uitblonk door technische volkomenheid, verruk kelijk schoonen toon en, wat nog meer beteekent, door eene tot het gemoed sprekende phraseering en voordracht. Het dankbaar geschreven viool concert (No. 7) van Spohr en niet minder het bekende Aria van Bach gaven den heer Burmester gelegenheid, door een innig mooi cantilene zijn hoorders in onge wone mate te boeien. Van zijn buiten gewone kunstvaardigheid op de viool gaf hij bewonderenswaardige proeven in eene reeks schitterende variaties op een thema van Paganini. Zij, die niet geheel onbekend zijn met de techniek van het vioolspel, zul len ongetwijfeld verbaasd hebben gestaan over de staccati en flagioletta's, over de octavengangen en polyphone grepen,' met zooveel zekerheid in het passagespel ten gehoore gebracht. Geen wonder, dat zooveel talent, zulk eene gelukkige vereeniging van benijd bare kunstenaarsgaven bij het publiek en de musici in het orkest de rechte waardeering vonden en de laatsten zich genoopt voelden, aan hunne bewondering in luid klinkende fanfares lucht te geven. Voorzeker de heer Burmester mag er op bogen, ook hier als een vorst gehuldigd te zijnvoor de geboden gelegenheid, met zijn spel kennis te kunnen maken, mogen wij heeren directeuren der Bach vereeniging ten zeerste erkentelijk zijn. Naast de vonkenspattende voordracht van den viool-artist moest het sobere talent van mejuffrouw Helen Jordan wel eenigermate in de schaduw blijvendoch deze schaduw had hare liefelijkheid. Althans de vrienden van eenen gekuisch- ten zangstijl zullen haar dankbaar ge weest zijn voor de wedergave van de aria Uit Eritrea van Cavalli met de daaraan toegevoegde variaties van Pa- gens en evenzeer voor de vertolking van hare liederen, keurig door den heer Mengelberg geaccompagneerd. Het orkestrale gedeelte van het pro gramma bevatte: de ouverture Sommer- naclitslraumhet voorspel uit de 3e acte van Lohengrin en de 3e Symphonie van Beethoven. Afgescheiden van de bedenkingen, welke kunnen rijzen tegen een program ma-indeeling, waarbij een zoo belangrijk werk als de Eroica achteraan wordt geplaatst mag met onverdeelden lof over de verrichtingen van het Orkest worden gesproken. Blijkbaar duchtig voorbereid, bleef het niet in gebreke, de schoonheden in genoemde werken in al haar heerlijk heid te ontvouwen. Ten opzichte van de begeleiding is de de opmerking geoorloofd, dat deze wat al te bescheiden klonk, vooral in de aria van Bach. Dat de heer Mengelberg in den kring van de leden der Bachvereeniging met sympathie werd begroet en de geache veerde en gloedvolle vertolking der orkeststukken hare werking niet miste, mocht blijken uit de toejuichingen, hem geschonken. Met goed vertrouwen kan, meenen wij, de leiding van het orkest aan zijne handen worden toevertrouwd. B. Ticeede Kamer. Zaterdag werd de be raadslaging over de Marine begrooting voortgezet. De heer Roessingh betoogde, dat het maken van buitgelden voor de hedendaagsche marine buiten den tijd is, en allerminst een prikkel kan zijn tot plichtsbetrachting. De heer van Karnebeek ondersteunde krachtig den wensch om Indië te doen bijdragen in de kosten van het auxiliair eskader, en achtte het raderschip Valk onbruik baar als Koninklijk jacht voor het ver voer van leden der Koninklijke Familie. De heer Rutgers van Rozenburg ont vouwde de noodzakelijkheid der verbete ring van het marine materieel, de kosten te vinden uit eene geldleening, opdat onze vloot niet meer zoo'n treurig figuur make als te Kiel. De heer Bahlmann verklaarde zich bereid mede te werken tot versterking van het materieel, mits Indië in de kosten bijdrage, en een vast plan van aanbouw worde aangenomen. Hij vroeg inlichtingen omtrent den toe stand van het schip Sumatra. De heer Staalman weet de behoefte aan nieuw materieel voornamelijk aan den slechten bouw onzer schepen, die daardoor te spoedig voor den dienst onbruikbaar worden. Uit een zuinigheidsoogpunt beval hy het bouwen van kazernen aan land voor het zeevolk aan, terwijl hij tevens aandrong op spoedige lotsverbetering van de onderofficieren der marine, en op maatregelen tot verbetering van het moreel gehalte van het personeel, inbe grepen de officieren, die vaak in vloeken en Godslastering aan boord de minderen voorgaan. Spreker wenschte krachtige bevordering der zedelijkheid bij de Ma rine. De Minister van Marine deelde mede, dat over eene regeling der Indiesche bijdragen voor de Marine de Indiesche Regeering wordt gehoord dat een organizatie der zeemacht wordt voorbereid dat verhoo ging der bijdrage tot toelating aan het Marine-instituut bezwaar heeftdat de regeling van het passagieren moet blij ven in handen der kommandanten dat verandering in de regeling der buitgel den zal worden overwogendat de kwestie van kazerneering zal worden onderzochtdat eene regeling van de stoomvaartdienst bij de Kamer is inge- gekomen. De Min. stelde het moreel gedrag der officieren boven zijn lof, al zijn er uitzonderinge, en meende, dat de heer Staalman voor enkele gevallen een smet werpt op het geheele officiers korps, waartegen de Min. ernstig pro testeert. Hij wees op maatregelen tot verbetering van het moreel gehalte. De Min. beloofde zooveel mogelijk de inrichting van schepen aan de binnen- landsche nijverheid op te dragen. Over de reis met de Valk was H. M. de Regentes zeer tevreden geweest, en het schip is nog alleszins bruikbaar. De heer Staalman verklaarde 's Ministers lofspraak op het gedragvan de officieren onbewezen. Het algemeen debat werd gesloten. Bij de artiekelen betreurden de heeren Heldt en Staalman uitsluiting van de schrijvers van loonverhooging bij de rijkswerven. De Min. zal op hunne belangen letten. De heeren Zijlma en Yeegens vroegen opdracht van de leve ring van gort door de inlandsche nij verheid. In de zitting van Maandag werd de beraadslaging over Hoofdsi. VI der Staatsbegrooting Marinevoortgezet. Bij de afdeeling Loodswezen voegde de heer Guyot zich bij de wenschen van den handel naar verbetering van de verlichting van den Rotterdamschen Waterweg ter bespoediging van het binnenvallen van schepen en ter voor koming van gevaren bij mist. Het bran den van licht op het Noorderhoofd moet steeds verzekerd zijn, en de kapaciteit van het licht moet worden vergroot, zal de verlichting van den Waterweg aan den eiech voldoen. De Min. verklaart zich verantwoordelijk voor de bestendi ging van den bestaanden toestand. De heer Plate betoogde de wenschelijkheid van de overbrenging van het loodswezen van Marine naar Waterstaat en sloot

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1895 | | pagina 1