HAABLEHSCH
Eerste Blad.
Uitgave van OE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 84
144.
Achttiende Jaargang.
van WOENSDAG 1 Januari 18V6.
1895
No. 1.
TELEPHOONNUMMER
TELEPHONtSCHE VERBINDINQ
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenf ,25.
franco p. post —,40.
Afzonderlijke nommers 8 centen per stuk.
Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG; des middags ten 12 ure, die alsdan zoo 'mogelijk nog worden geplaatst.
ligt achter ons. Met gemengde gevoelens
vernam menigeen liet laatste afscheid,
den laatsten klokslag van het jaar, dat
met al zijn lief en leed is toegevoegd
aan de geschiedenis.
Zullen wij den afgetredene toejuichen,
hèm kransen toeschikken, dankbaar voor
al wat hij ons schonk Of behooren wij
zijne nalatenschap te aanvaarden onder
voorbehoud
Zeker is het moeilijk een beslist ant
woord te geven. Staat 1896 als 't ware
niet op de schouders van '95 en vormt
het laatste één stuk geschiedenis?
Bereidde niet 1895 voor wat 1896
wezen zal, evenals het eerste tot voltooi
ing van vroegere tijden bijdroeg? In de
zen zin zou een terugslag op hetafge-
loopen jaar geen motief hebben, maar
de mensch wenscht na eenmaal eene
voorstelling te hebben van een afgesloten
tijdperk en met het oog daarop willen
wij een en ander in de herinnering terug
roepen, waaruit zal kunnen blijken of
de balans sluit met een voordeelig, dan
wel met een nadeelig saldo.
Als een der vele zaken, die in de stad
onzer inwoning tot stand kwamen, noe
men wij in de eerste plaats het in
gebruik nemen van de nieuwe stichting
liet Brongebouw. Niet wenschen wij te
herinneren aan de lijdensgeschiedenis
gedurende den bouw, waarvan het laatste
bedrijf in de Raadszitting van 6 Febru
ari werd afgespeeld, doch willen met
fierheid wijzen op het sehoone hoofdge
bouw, het badhuis en de drinkhal, welke
bij stadgenoot en vreemde zulk een
prettigen indruk maken en terecht mo
gen genoemd worden een parel aan
Haarlems stedekroon. Zijn de verwach
tingen hoog gespannen, wat aangaat den
vermeerderenden gunstigen invloed der
stichting op Haarlem's stofl'elijken voor
uitgang, met zekerheid wijst de weten
schap op de gunstige resultaten, die zij
hebben kan op den gezondheidstoestand
van hen, die in het heilaanbrengend
staalwater genezing zoeken.
Mogen de verwachtingen op beiderlei
gebied niet beschaamd worden 1
Steeds wijder sloeg inmiddels de ge
meente Haarlem zijne wieken uit. Nieu
we straten gevormd, nieuwe bouwplan
nen goedgekeurd, een grootsch project
aangenomen tot huizenbouw tusschen
Leidsche Vaart, Wagenweg en Wijde
Geldeloozepad, een plan, dat het be
loonde stadsgedeelte in het Zuidwesten
zal afronden. Natuurlijk kost een en
ander de gemeente menige opoffering,
doch naar allen oogenschijn zal het die
ook waard zijn, zal het daarin belegde
kapitaal vrucht dragen voor de toekomst,
ondanks het denkbeeld, dat der nako
melingschap het financieel niet te lastig
moet gemaakt, gaan wij hen voor op
den weg van voorbereiden tot nieuwe
toestanden.
Zal de nazaat er dankbaar voor zijn, j
dat wij Haarlem uitzetten, schatten
besteed hebben aan bestrating en riolee-
ring, welk pad eerst sedert 1895 niet
meer ingeslagen wordt, nu wij de
straataanleggers zelf de aanlegkösten
van een en ander laten betalen
De waterkwestie binnen Haarlem staat
opgelost te worden, door het maken
van een waterleiding in eigen beheer. En
wij moeten er natuurlijk voor leenen, en
het restant dragen wij weder den na
zaat op.
De gaskwestie
Ons gemeentebestuur leed gevoelige
slagen. In de tweede maand des jaars
overleed onze Wethbuder Dr. ,.D. de
Haan, een man van zeldzame wesMwaeht,
toegerust met groote gaven van hart
en veretand. Zijn heengaan liet menige
eervolle plaats* in hel maatschappelijk
leven ledig. Zijn aandenken zij ons
dierbaar. In Mei en Juni namen de
Heeren Figee en Prins ontslag als raads
lid. Door velen werd hun heengaan be
treurd. Mogen hunne plaatsvervangers
hunne voetstappen drukken.
Gedachtig aan de spreukBeter ten
halve gekeerd, dan geheel gedwaald,
kwam de Raad nog in de laatste verga
dering geheel of gedeeltelijk op vroegere
besluiten terug. Het laatst bedoelde
betreffende brug en pontveer over dè
Ringvaart. Een kleine veertig jaar heeft
die brug volgens hen die 't kunnen
weten bijgedragen tot den bloei der
gemeente, het kostte geld, maar wij
hadden 'ter voor over. Thans, oud en
ontwricht is de brug. Onbegaanbaar
voor rijtuigen, waarvan er veertigduizend
in 'tjaar haar passeeren, erkende de
gemeente haar nut, door daarstelling
van een pontteer.'Toeh besloot meh tot'
opheffing ervan en tot slooping van de
brug, en kwam ten laatste de Raad op
het besluit in zooverre terug, dat de
pont en de brug nog drie maanden
blijven.
Wij noemen dit een kloek besluit.
Hadden in 't laatst van '94 de Bak
kersgezellen hunne voorwaarden gesteld,
in 't laatst van April brak een werksta
king los bij de timmerlieden, doch deze
had geen ander gevolg, dan dat eenigen
hunner bij hunne patroons niet meer
terecht konden na afloop der staking.
Is in de plaats onzer inwoning nog
menig arbeidsveld óf geheel óf gedeel
telijk onontgonnen, ook in den Staat
is men nog verre van de volmaking.
In niet geringe mate danken wij dit
aan de partijen op politiek gebied, welke,
hoewel als geschikte remwerktuigen
werkzaam, toch veel goeds tegenhouden,
Klaagt de een, dan juicht de ander,
elke winst van de een rekent de andere
zich tot schade.
Bij al het verschil in meening dat
liet Nederlandsche volk verdeelt, komt
het echter vrijwel overeen daar waar het
betreft de gehechtheid aan, de liefde tot
liet Koningshuis, dat ook hierdoor staat
boven de partijen. En meer en meer
ontwikkelt zich de wederzijdsche aan.
hankelijkheid, nu onder de verstandige
leiding van hare Moeder, onze Konin
gin langzamerhand door eigen aanschou-
wing in kennis wordt gesteld met de
natie, waarover zij eens den scepter
zal voeren en met het kleine, doch rijk
gezegende land, dat eenmaal onder Haar
bestuur ongetwijfeld de vruchten zal
plukken, gerijpt onder eeuwenlang deelen
van lief en leed.
Europa verkeerde in betrekkelijke
rust. Nu eens op, dan weer neer ging
de politieke evenaar en voor het oogen-
blik schijnt alleen de gedragslijn door
Turkije gevolgd ten opzichte van Ar
menië de hartstochten op te wekken,
en het optreden van Amerika tegenover
Turkije en Engeland den schijn van
daden aan te nemen. Waar echter door
de mogendheden het vredewoord beslist
genoeg is uitgesproken, zal machtsver
toon wel voldoende zijn om den Turk
tot rede te brengen.
Frankrpf beleefde een tusschentijdsch
vrijwillig aftreden van zijnen president
«Périer en het aanvaarden van het presi
dentschap door Faure. Kleinzielige
achterklap maakt echter in den laatsten
tijd dezen het leven onaangenaam, en
het bewijst, dat het beschaafde en groot
moedige Frankrijk ook nog menschen
van lagere orde telt.
Madagascar heeft der Republiek han
den vol werks gegeven en schatten ge-
ëischt, doch het ergste is men te boven.
Doch laat ons niet klagen, zoolang
't nog erger kan, hoewel de gewapende
vrede menigeen doet de verzuchting
slaken: Waarheen en hoelang. En als
dan de optimist antwoordtDóór al die
blinkende en schitterende en geldver
slindende ellende heen naar den we
reldvrede, dan schudt menig man het
hoofd en in zijn bang gemoed tracht hij
de eeuwen te verwerken, noodig om
dien heilstaat te bewerken.
Wel langzaam gaat men vooruit, doch
laat dit ons niet doen versagen wat
langzaam gaat, gaat zeker en wie de
wereldhistorie met sprongen tracht te
bespoedigen, zal bedrogen uitkomen.
,11 et beschavingsproces vereischt tijd,
strijd en geduld. De wereld te door
dringen van het zuurdesem der alge-
meene menschenliefde, zijn eerste resul
taat, eischt eendrachtige samenwerking
van allen tot hetzelfde doel. Om het te
bereiken moet de maatschappij veel
aanleeren, doch ook veel afleerenhet
denkbeeldAllen voor één en één voor
allen wordt verwezenlijkt en eene op
wekkende gedachte behoort het te zijn,
om in deze opbouwend te mogen werk
zaam zijn.
Den nieuwen jaarkring in te treden met
den besten wil om het goede te be
trachten in de meest uitgebreide beteeke-
nis, doch met de ootmoedige overtuiging,
dat wij in veel zullen gewogen en te
licht bevonden worden, zij ieder toe-
gewenscht en dan zal 1896 zijne balans
kunnen sluiten met ruimer baten, dan
1895 heefft durven wenschen.
Nog altijd is de verhouding tot
Duitschland, ondanks tegemoetkomingen
van Duitsche zijde nog niet de ware;
het bleek bij de opening van het Noord-
Oostzeekanaal, toen de Fransche marine
hare beleefdheid slechts tot het aller-
noodigste bepaalde.
Evenals Frankrijk zijne onthullingen
van ergerlijken aard had, kan ook
Duitschland zich er niet op beroemen,
het hoofd van den staat onaangevochten
te zien, moge ook al de lasterbrieven-
kwestie in engeren zin opgelost zijn
Italië in geldzorgen met het vooruit
zicht van eene expeditie, Spanje ge
bogen onder den last van den Cubaan-
schen opstand, Oostenrijk belemmerd
door het anti-semitisme, Rusland door
een overdreven streven tot legaliseering
der godsdienstige overtuigingen, Noor
wegen trachtend den band losser te
maken, dien het verbindt aan Zweden,
Engeland steeds voorwaarts tredend,
waar anderen meenen te rtioeten zwijgen
en toezien, steeds de groote trom roerend
als liet eigenbelang spreekt, Turkije in
nerlijk en uiterlijk verdorven door wan
beheer en nauw op de vingers gezien, door
Europa. Ondanks dit alles VredeVrede,
ten koste van millioenen aan legers 'i
vloten en andere verweermiddelen!
't Is niet de Vrede.
Weten en Werken.
De Heer A. van der Voort vervulde
Maandag avond de spreekbeurt met het
onderwerpNapoleon de Groote als con
sul en keizer.
Frankrijk was vermoeid. Het had de
groote revolutie zien voorbijgaan, stroo
men bloeds had het doen vloeien, veel
had het geleden, doch met blijdschap.
En de strijd was gestreden, maar de
idealen waren niet verwezenlijkt en de
Fransche natie was teleurgesteld. jVer-
warring en regeeringloosheid en 'eene
bovenmatige schuldenlast drukten het
land; wat wonder dat het volk zich
hoopvol wierp in dè armen van Napoleon
Buonaparte, den jongen held, die zich
door zijn krijgskundig talent reeds
menigen lauwer behaald had, hoewel hij
pas nabij den dertigjarigen leeftijd was.
Als consul had Napoleon een zware
taak om al de genoemde euvelen te
herstellen, doch de natie vertrouwde op
hem, geloofde in hem en dat' maakte
hem het reuzenwerk lichter.
Hij schept een gemeentelijk en gewes
telijk bestuur, zooals het in Frankrijk
nog bestaat, ontwerpt en voert in een
belastingstelsel, dat van zijn diepen biik
getuigt, moedigt handel en nijverheid
aan, verbetert en sticht nieuwe kanalen
en legt aan vier wegen over de Alpen;
resultaat, in een jaar tijds was in Frank
rijk de algemeene orde hersteld.
De revolutie had den godsdienst ont
kend, de altaren ontwijd, de priesters
gedood en verjaagd; Napoleon, erken
nende de behoefte, stelde een voorbeeld,
door te Milaan een Te Deum bij te wonen,
de priesters terug te roepen en een
concordaat te sluiten met den II. Stoel.
In 1808 kon hij verklarenFrankrijk
is gered.
Doch nog immer bleven Duitschland
en Oostenrijk vijandig gezind. Na een
koenen tocht over de Alpen sloeg hij
Oostenrijk bij Maringo. Toen zocht
Europa de vriendschap van den mach
tigen Franschman. Napoleon zelf was
toen gelukkig, en hij verdiende het.
Engeland en de Fransche royalisten
bleven echter van verre staan. De laatsten
overstroomden Frankrijk met schotschrif
ten lasterende zijn naam, zijn afkomst,
zijn eer en Napoleon stoorde er zich
aan. Aanslagen op zijn leven weiden
gesmeed. In een onbedacht oogenblik
deed hij een onschuldige, een telg uit
het huis der Bourbons fisuleeren, wat
later bleek een vreeselijke vergissing
geweest te zijn en van toen af kreeg
zijne eerzucht eene andere richting. Hij
drukte zich de keizerskroon op het hoofd,
ontving de hulde van geheel de wereld
behalve die van Engeland en dit prik
kelde hem aan om ook dit land te
vernederen.
Weer kwam half Europa onder de
wapenen, Napoleon wint den driekeizers-
slag, doch hij vernedert en beleedigtde
overwonnenen en dat was zijn fout, dat
verbitterde.
Inmiddels is hij doende een Westersch
keizerrijk te scheppen, waarvan Frank
rijk het middelpunt, hij het hoofd zal
zijn, hiertoe breekt hij de grenzen af
verdeelt landen en volken, zet de wetti
ge vorsten af, verhoogt zijn macht door
verheffing van zijne familieleden, voert
oorlog, overwint en vernietigt de vrij-