Nieuwsberichten.
beid der volken, maar handhaaft de orde.
Ondanks het zwaard niet in de schede
rustte, strekken zijne zorgen zich over
alles uit en vindt waardeering bij de
Franschen, die inmiddels verlangend
naar den vrede uitzien, en het volk en
de soldaten vergoden hem en hij oefent
steeds zijne tooverkracht uit over allen,
alweer behalve over Engeland. Sterker
en sterker wordt zijn hartstocht om
ook dit te doen buigen voor zijn toom-
looze macht, en sluit het door het con-
tinenteel stelsel van het overige Europa
uit. Steeds moet hij voort, doch ver
grijpt zich aan het Hoofd der Katholieke
kerk en die misslag zal niet ongewroken
blijven.
Thans, op den top van den berg des
fortuins, slaat hij den blik om zich
heen en vraagt zich af, wat er na zijn
dood worden zal van zijne schepping
en die vraag te beantwoorden moet de
Spreker laten rusten tot eene volgende
gelegenheid, want de tijd is omgevlogen
en wij hebben niet bemerkt, dat er een
tijd van gaan is.
Nu, dit pleit voor den Spreker, maar
ook voor zijne toehoorders.
(Tweede Kamer.)
In de zitting van Woensdag werd
besloten, na afloop van het aan de orde
gestelde te behandelen de Konversie-
wet en tevens zoo noodig te vergaderen
Zaterdag 11 uur, Maandag 11/2 uur des
avonds en Dinsdag 11 uur. Tevens is
de Voorzitter voornemens als nog in
behandeliug te brengen het ontwerp
betreffende de geldleening voor Surina
me. Geopend werden de algemeene be
raadslagingen over Hoofdst. VIII der
Staatsbegrooting (Oorlog). De heer
Smeenge drong aan op verbod van het
dragen van wapenen voor militairen
buiten dienst, ter voorkoming van vele
ongelukken en vechtpartijen. De heer
Truijen opperde het denkbeeld om ter
verlichting van den militairen dienst
plicht voor mingegoeden, evenals in
België de ouders schadeloos te stellen.
De heer de Ras billijkte het, dat de Min.
thans geen reorganizatie der strijdkrach
ten voorstelt en prees de door hem aan
gebrachte verbeteringen ip de admini
stratieve dienst en zijne maatregelen in
het belang der soldatenvoeding. Daaren
tegen laakte hij ten zeerste 's Ministers
wispelturige houding in zake de bevor
dering van officieren en betreurde hij
het, dat hij juist een verdienstelijk of
ficier en Kamerlid, den heer Seret, als
slachtoffer zijner willekeurige zienswijze
heeft uitgekozen. Spreker betoogde, dat
de wet juist de promotie der Kamer
leden wilde waarborgen en meende,
dat de Kamer uitspraak tegen de houding
van den Min. moest doen. Hij kritizeerde
ook 's Ministers beleid in zake de ge
weren levering, dat niet getuigde van
sympathie voor de binnenlandsche nij
verheid, die alleszins aan de eischen der
levering had kunnen voldoen. De heer
Veegens betoogde, dat de Min. inzake
de heer Seret niet gehandeld had over
eenkomstig de wet, die officieren Kamer
leden, ook ter handhaving hunner on
afhankelijkheid, waarborgt hunne aan
spraken op bevordering, die vooral had
moeten verleend zijn na intrekking van
het wetsontwerp betreffende de promotie
van non-aktieve officieren. De heer
Heemskerk besprak, na het vloeken in
het leger te hebben veroordeeld, uit
voerig de zaak Seret. Hij betoogde, dat
de Min. in flagranten strijd met de
bevorderingswet gehandeld had, door
den heer Seret niet te bevorderen wegens
zijn Kamerlidmaatschap. Hij wees er op,
dat de Min. den heer Seret vroeger zelfs
geschikt heeft verklaard, door zijne mili
taire kennis te prijzen. Op grond zijner
non-aktiviteit mocht hij niet gepasseerd
worden, 's Ministers houding wordt nog
verergerd door de bevordering van andere
officieren-Kamerleden. Door zulk een
ongelijke beoordeeling ondermijnde de
Reg. haar gezag.
De heer Rutgers van Rozenburg be
streed 's Ministers bezuinigingspolitiek
ten opzichte van de Amsterdamscne
stelling,-in strijd met het advies van
het techniesche defensie komitc. De heer
Farncombe Sanders keurde 's Ministers
voornemens ten aanzien van de afwer
king van het kleine plar. voor de stelling
Amsterdam goed en achtte de kracht
onzer verdediging meer gelegen in het
grensleger.
De heer Guyot besprak de zaak Seret
Z. i. zou voor de Kamer alleen aanlei- stemmen. Bij art. 28 werd de diskussie
ding bestaan tot tusschenkomst, indien verdaagd tot den volgenden dag.
in de vastgestelde feiten wetsschennis
voorhanden ware. Zij mag niet afgaan Van overal in den lande ijsberichten.
op de onvolledige inlichtingen van be- I De Zuiderzee met ijs bedekt, in de ri-
langhebbenden. De heer de Beaufort vieren drijfijs, hier zwaar en daar licht,
(Amsterdam) waarschuwt tot voorzich-
heid, bij het al te breed uitmeten van
militaire benoemingen louter uit belang
stelling in een algemeen geacht persoon.
Spreker verdedigde de houding van den
Minister in deze zaak. De heer Staalman
protesteerde tegen de hooge geldelijke
eischen voor de verdediging van het land.
overal stremming van scheepvaartver
keer, in niet geringe mate toe te schrij
ven aan de vorst gedurende de kerst
dagen, toen de schipperij stillag en niet
aan het maken van vaargeulen dacht.
Beziet men het ijs, dat in een dag of
drie gemaakt is, dan kan men nagaan
welke arbeid wordt vereischt om als
Hij wees op verschillende dingen, die nog een vaartuig te verplaatsen.
z. 1. te veel kostten, en maakte nog
enkele andere opmerkingen. De Min. van
Oorlog zal overwegen de kwestie van
het dragen van wapenen buiten dienst
en het wenschelijke van schadeloosstel
ling 'aan de ouders van miliciens. Wat
het vloeken betreft, dat vermindert
merkbaar door den omgang met officie
ren. Op nog eental gemaakte opmerkin
gen antwoordde de Minister, en hij
moest zelfs zijne rede afbreken, om haar
in de avondzitting te vervolgen.
In de avondzitting besprak de Min.
de kwestie der geweren. Hij wees er
op, dat hij aan het gebeurde in de
zaak volledige openbaarheid gegeven had
en meende, dat hij de kamer tot een
volledig en duidelijk oordeel in slaat
had gesteld, en dat daaruit had kunnen
blijken, hoe hij zooveel rrffee!ijk ge
tracht heeft, de binnenlandsche nijver
heid te bevoordeelen. Daarom had hem
de rede van den heer de Ras verwonderd.
Nogmaals verdedigde de Min. zijn han
delwijze in deze zaak. Komende tot de
kwestie Seret, betuigde de Min. alvorens
de bestrijders te beantwoorden, zijn dank
aan de heeren Guyot en de Beaufort
voor den verleenden steun. Uitvoerig
verdedigde hij wat er geschied was. Hij
wees er op, dat tot bevordering tot hoo-
geren rang dan kapitein niet alleen
wordt geëischt, dat hij daartoe geschikt
zij, maar ook dat hij tot de geschiktsten
moet behooren. 's Ministers plicht is het,
dat voorschrift na te leven, zoowel voor
officieren die leden, als voor zoodanigen, 1
die geen leden van de Kamer zijn.
Schenkt hij een privilege, dan verzaakt
hij zijn plicht. En nu deelde de Min.
mede, dat hij in het speciale geval, dat
hier geldt, drie kapiteins die boven den
heer Seret stonden, had moeten pas
seeren, om dezen te kunnen benoemen.
De heer Rutgers van Rozenburg bleef
het afkeuren, dat de Min. zuinigheids
halve zich met onvoldoende werken
wilde tevreden stellen. Zoodoende zou dp
Min. allicht spoedig in de richting der
anti-militairisten komen. De heer de Ras
kwam terug op de kwestie-Seret, en meen
de,dat de geschiedenis van de wet van 1850
tegen 's Ministers sastenu pleit en vóór
Sprekers stelregel. De heer de Ras was
nog niet tevreden over't geen de Min.
over de geweren-kwestie had gezegd.
Evenmin meende de heer Heemskerk,
dat de kwestie Seret op voldoende wijze
was opgehelderd, De heer Farncombe
Sanders beweerde, dat de heer Rutgers
van Rozenburg hem verkeerd begrepen
had. De heer Truien kwam nog eens
terug op de door hem gewenschte
schadeloosstelling aan de ouders van
miliciens. Nadat de Min. zijn standpunt,
wat betreft de promotie-kwestie, tegen
over den heer Veegens getracht haa te
handhaven, werd de algemeene beraad
slaging gesloten. Bij art. 6 intendance
verdedigde de heer Smeenge het am.
door de Komm. ran Rapp. voorgesteld,
om den post te verminderen met 4000,
met de bedoeling om niet over te gaan
tot het bereden maken var. de 8 inten
danten, bij de Mem. van Toel. bedoeld.
Het am. werd bestreden door den heer
de Ras en den Minister. Het am. werd
aangenomen met 45 tegen 40 stemmen.
Bij art. 15 (/deeding en uitrusting van
onderfficieren en soldaten enz.) wisselde
de Min. eenige woorden met den heer
Tydeman. Bij art. 20 oefeningenonder
wijs) wees de heer van Vlijmen op het
groote nut van het reserve-kader. De
Min. zou voldoen aan 's Sprekers wensch,
om meerdere bekendheid van het reserve
kader in de provincie te geven. Op art.
23 werd door de heeren Tijdens c. s.
een am. voorgesteld, strekkende om den
remontepost met f 25.000 in het belang
van aankoop van inlandsche paarden te
verhoogen. De Min. had geen principeele
bezwaren tegen dit amendement. Nadat
de heeren Ferf en van Dedem nog een
woord over paardenkeuring enz. met den
Min. hadden gewisseld, werd het am.-
Tijdens aangenomen met 56 tegen 27
Zaterdag werd de ijsbaan geopend
het ijs draagt er alle sporen van met
sterken wind te zijn gevormd.
Te Berlijn heeft het ijs bijna het
leven gekost aan prinses Friedrich
Leopold. De dame was er door gezakt
en het kostte heel wat moeite om haar
te redden.
Te Hillegom is een knaapje van zeven
jaar door het ijs gezakt en verdronken.
Heeft de ingevallen dooi voorloopig een
einde gemaakt aan de ijspret, velen zijn
met den thans bestaanden toestand meer
tevreden.
HAARLEM 31 December 1895.
Gaarne voldoen wij aan het tot
ons gerichte verzoek, de aandacht van
belanghebbenden te vestigen op het
j, Concert van Donderdag 2 Januari. Als
j sdliste zal daarbij' optreden mevrouw
CornóMe Meijsenheim, zangeres van de
Hofopera te Munchen, eene dame die
bij het vervullen van gastrollen in de
Ned. Opera onlangs te Amsterdam veel
succès heeft gehad en als zoodanig ook
aan het Haarlemsche publiek niet on
bekend is gebleven. Bij de laatste voor
stelling van de Ned. Opera in onzen
schouwburg zong Mevronw Meijsenheim
op voortreffelijke wijze de Marie partij
in de Regimentsdochter.
Aangezien dit concert gegeven wordt
voor de leden der Sociëteit zal het aan
de gewenschte belangstelling niet ont
breken.
Naar men ons mededeelt, wordt
den 13 Januari a.s. hier ter stede eene
soiree gegeven ten voordeele der Haar
lemsche Kookschool.
Met medewerking van een gemengd
koor uit Leiden zal bij die gelegenheid
opgevoerd worden „De Schipbreuk," het
gunstig bekende werk van den Heer
Joh. Wagenaar, terwijl nog van eenige
bekende solisten .uit Haarlem, Utrecht
en Amsterdam de zeer gewaardeerde
medewerking is toegezegd.
Nadere bijzonderheden worden tijdig
bekend gemaakt.
Bij Kon. Besluit is, met ingang
van 1 Jan. 1896, benoemd tot assistent
bij het Kon. Munt- en Penningkabinet
te 's Gravenhage, de Heer A. J. C. van
Gemund, alhier.
Door de politie is aangehouden j
eene 19 jarige dienstbode C. R. die zich
aan verschillende oplichtingen had schul
dig gemaakt o. a. van een heele en een
halve flesch cognac, banket enz.
Postkantoor Haarlem.
OPGAVE van de door dit kantoor verzonden
brieven en briefkaartenbestemd voor onbekende
personent gedurende de eerste helft van December
1895, welke stukken thans door de Afzenders
kunnen worden teruggevraagd.
Brieven.
Wed. Zenninge, de Jong, Boerrichter, Wed Bier
man, allen Amsterdam; Lion, 's Gravenhage; Et-
man, J. Steenhoek, J, de Vries, allen Haarlem;
E Dubois, 's Bosch; v. Oorschot, Kampen;
Schuurman, Nijmegen; M. v d. Linden, Rotter
dam Moeder Overste, Schoonhoven; v. d. Weijden,
Vlaardingen; J. v. BaarenP
Briefkaarten.
Wed. Karsenmeijer, P. Meijer, M. Visser, J.
Kruijt, C. de GraafF, allen Amsterdam; A. Mul
ler, Mr. C. Wilde, C. Kruijt, allen 's HageA.
Wegerif? P. J. v. d. Bosch?
Buitenlandsche Brieven.
A. Jansen, Glenwood; L. Hulsebosch Jersey
City; J. M. de Bosch Kemper, Montreal; P.
Sorgdrager, New-York; G. Croes, Paris; P. Roth,
Ziirich.
„Weldadigheid naar Vermogen".
AfdeelingWERK VERSCHA1FING.
Van 1 Nov. tot 23 I)ec. hebben zich de vol
gende persopen aangemeld:
8 voor werkvrouw.
10 voor grondwerker.
1-2 voor loopknecht.
35 voor los werkman.
5 voor schilder.
2 voor timmerman.
2 voor huisknecht.
1 voor kruideniersbediende.
1 voor bankwerker.
1 voor ko Bi huisbediende.
I voor kantoorbediende.
1 voor banketbakkersleerling.
1 voor oppasser.
1 voor smid.
2 voor breiwerk.
1 voor mangelwerk.
1 voor baker.
1 voor strijkster.
1 voor naaister.
1 voor wa8chvrouw.
1 voor witter.
1 voor metselaar.
1 voor opperman.
Bij de aanmelding moet een getuigschrift van
goed gedrag overgelegd worden.
Van 1 Nov. tot 23 Dec. zijn de volgende per
sonen geplaatst.
8 voor loopknecht.
6 voor werkvrouw.
1 voor snelpersdraaier.
30 voor loswerk.
Particulieren en werkgevers, die van bovenstaande
aanbiedingen gebruik wenschen te maken, worden
beleefd verzocht hunne aanvragen schriftelijk tot
het Bestuur te richten, bas Doelen of Stadhuis.
Inlichtingen kunnen dagelijks van 9-1 en van
3-5 nur verkregen worden bij den Administra
teur, bureau Doelen, Kamer No 2.
Staat van de Aardappelen- en Bo
termarkt over de maand Deo. 1895.
Boter. Aangev. 673 verk. 560 KG.
L. pr. 11-20, H. pr. 1.30 p. KG.
Biggen. Aangev. 586, verk. 564 stuks.
L. pr. f3.H. pr. ƒ7.00 p. stuk.
Schrammen. Aangev. 340, verk. 315 st.
L. pr 7.H. pr. f 12.00 p. st.
Aardappelen. Aang. 1276, verk. 1160HL.
L. pr. /1.20, H. pr. /2.50 p. HL.
Appelen. Aangev. 481 verk. 349 ILL.
L. pr. f 3.H. pr. ƒ8.p. H.L.
Peren. Aangev. 349, verk. 282 H.L.
L. pr. ƒ3.H. pr. ƒ8.— p. H.L.
VEEMARKT 28 Dec. 1895.
Aangevoerd: Prijs:
12 N. Kalveren
10 Schapen
4 Paarden
9.12—
10— 22—
t> 50— 150—
KAASMARKT van 28 December 1895.
Verkocht 48 stapels, uitmakende 5535
kazen, wegende 11304 KG.
Hoogste prijs per 50 kilogr. ƒ27.
Markt van 30 Dec 1895
Boter. Aangev. 127 verk. 127 KG.
L. pr. 1.20 H. pr. ƒ1.30 p. Kb,
Biggen. Aangev. 69 verk. 69 st.
L. pr. 4.00. H. pr. 6 p. st.
Schrammen. Aangev. 28 verk. 28 st.
L. pr. 7.H. pr. 11.00 p. st.
Aardappelen. Aangev. 14 verk. 14
H.L,
L. pr. ƒ1.75- H. pr. p. H. L.
Appelen. Aangev. 49 H. L. verk. 49
H.L.
L. pr. 3.00. H. pr. f 8.
Peren. Aangev. 19 H.L. verk. 19 H.L.
L. pr. 3. H. pr. ƒ4.00 p. H. L.
GRAAN- ENZAAD MARKT.
Marktbericht van 30 Dec. 1895.
Roode Tarwe 6.35
Witte Tarwe 5..75 6.15
Rogge 4.10
Hvaer i> 2.70 2.80
Groene erwten 6.75
Sociëteit „VEREENIGING
CONCERT door het gemeentelijk Muziekkorps
met medewerking van Mej. CORNELIE MEIJ-
SENHEIJM, Hof-opera-zangeres te Munchen, op
Donderdag 2 Januari 1896, des avonds te 8 unr,
PROGRAMMA.
1Ouverture zurOper Fidelio, op 72 Beethoven.
2. La Jeunesse de Hercule, Poëme
SymphoniqueSt. Saëns,
3Aria aus dcrOper der FreischiitzWeber.
4. Komerinskaja. FantaisieRutse. .Glinka.
5. Ouverture der Schanspiel Di
rectorMozart.
6. Adagio fur violoncel So'oBargiel.
Uitte voeren door den heer Ch. Biaser.
7a. Intermezzo de l'opera Tami Frita.Mascagni.
b. Entre acte de l'opera Mignon.Thomas.
8. a. Aus deine Augen iliessen
meine liederRies.
h. Die ForelleSchubert.
e LiebesgliickBöttcher.
9. Caprice op Walzer van Chopin.Dubois.