CARLO DONATI, (DE DOLENDE RIDDER) VAN EDNA LYALL. Naar de tiende Engehche uitgave. 13) „Maestro," stamelde hij, „wat be- teekent dit P Wat hebt gij mij gedaan „Vergeef mij," zeide de oude man, „ik ben niet zoo zeer te berispen als gij denkt. Ik heb signor Merlino gevraagd u te komen hooren, maar, met dien verstande, dat hij zich niet vertoonen zou. Gij hebt uw belofte aan mij verbroken, signor." „Ik vraag u duizendmaal vergiffe nis," zeide Merlino koeltjes, „maar inderdaad, uw leerling moet big zijn met het compliment. Ik was zoo door zijn zingen meegesleept, dat ik alles vergat. Ik begrijp niet waarover nu zooveel beweging gemaakt wordt." Hg keek naar Carlo, die zich bij zijn eerste woorden had omgekeerd, en nu met den rug naar hen toe voor het venster stond, klaarblijkelijk al zijn best doende om een uitbarsting van drift te onderdrukken. Piale keek ook naar hem, vol berouw, maar met de grootste ontsteltenis opzijn gezicht. Hoe zou hij alles weer in orde krijgen P hoe zich losmaken uit die verwarring door Merlino's plotselinge komst te weeg gebracht Carlo stond uit te kijken in de drukke straat, maar hij zag niets; hij wist niets dan dat Merlino met hem in de kamer was, Merlino, de oorzaak van al zijn verdriet en wan hoop. Hij had door een bijna boven- menschelgke inspanning zijn eerste opwelling bedwongen om dien man, die zijne moeder zooveel verdriet veroorzaakt had, naar de keel te vliegen, maar nog brandde een woeste toorn in zijn hart, en deed hem het bloed wild door de aderen stroomen. Hij werd als het ware verteerd door een storm van woede en verontwaar diging, als hij aan de misdragingen van Merlino dachthij was ook boos op Piale, want natuurlijk begreep hij wel hoe hem een strik gespannen wasen boos op zichzelf, omdat hij, zelfs in dit oogenblik van verwarring, wist dat hij uit vrijen wil de vraag, die hem nu opgedrongen werd den rug toegekeerd had, en dat het zijn eigen schuld was, thans niet te zijn voorbereid. Want oogenblikken, waarin wij plotseling verzocht schijnen te worden, komen zelden werkelijk onverwacht. God heeft ons onzen tijd van voor bereiding gegeven, en als wij dien, uit vrijen wil, ongebruikt voorbij laten gaan, is de strijd des te grooter, of hij eindigt in een nederlaag. Hoe zou hij thans de vreeselijk ingewikkelde kwestie voor zich zeiven beslissen? Hoe het uitmaken, welke weg de rechte was? En toch zou een verkeerde stap Nita's ondergang kun nen zijn. Het ontzettende van die gedachte, en de verachting van zijn eigen zelfzuchtige wenscken, deden zijn toorn bedaren. Op eens raakte iemand zijn arm aan. Piale stond naast hem, met een uitdrukking van innig spijtgevoel op zijn gelaat. „Carlo mio," zeide hij met zachte stem, „ik heb verkeerd gedaan, en vraag u vergiffenismaar nu de zaken eenmaal zoo geloopen zijn, zult gij mij wel vergunnen u voor te stellen aan Signor Merlino, die ons dan beter begrijpen zal." Carlo knikte toestemmend, en on derdrukte de booze gedachten, die nog altijd in hem opkwamen. „Signor," zeide de grijze musicus, zich tot Merlino wendende, „er is niets vreemds in de gelijkenis die gij hebt opgemerkt. Vergun mij Sig nor Donati aan u voor te stellen." M erlino ontstelde, en scheen een oogenblik heel verlegen. Piale keek, met een gelaat waarop de grootste spanning lag uitdrukt, naar zijn leer ling, die zich van het raam afgewend had en nu, doodsbleek, een diepe buiging maakte. Er volgde een pijnlijke stilte, welke Carlo na een oogenblik verbrak, door op beleefden toon tot Merlino te zeggen „Ik heb mijne zuster een uur ge leden naar het Palazzo Forti gebracht, Signorik dank u dat gij haar mij zoolang hebt willen afstaan." Het kostte hem veel dit te zeggen, doch hij was blijde met de overwin ning die hij aldus op zich zeiven be haald had, want hij begeerde volstrekt niet met Nina's echtgenoot ruzie te maken integendeel, hij erkende Mer lino's rechten ten volle, ook al begon zijn bloed te koken zoodra hij dacht aan de wijze waarop hij ze verkregen had, of aan het misbruik dat hij er van maakte. „Een paar dagen rust zullen Anita zeker goed gedaan hebben," zeide Merlino beleefd, maar over zijne vrouw sprekende, zooals hij van een paard gedaan zou hebben dat zich overwerkt had„zij heeft in Amerika hard moeten werken, en wij moeten altijd maar voort. Het is mij aange naam kennis met u te maken, signor, doch het zou mij nog aangenamer zijn, zoo ik u kon overhalen het voor beeld van uwe zuster te volgen, en van uw groot talent partij te trekken." Carlo's hart begon hevig te kloppen. Kon het wezen dat hij hiertoe ge roepen was Kon het wezen dat deze man deze ruwe, despotische bulle bak hem zijn bestemming zou aanwijzen De woorden die hij een paar dagen geleden zoo beslist Sar- doni had ten antwoord gegeven „Ik denk mij een geheel andere toekomst," brandden^hem op de lippen. Maar het gelukte hem ze in te houden. Had hij zijn wil niet ten offer (gebracht P Hij zweeg, wachtende op een in geving; hopende tegen alle hoop in zooals wij, arme stervelingen, soms doen kunnen dat zijn eigen wil geschieden zou. Hij wachtte. Eindelijk Bprak Pialeen zijn woorden vielen op hem als zoovele slagen. „Ik heb mijn élève lang voorge houden, signor, dat hot zijn plicht was zich aan het tooneel te wijdon, waarvoor hij bijzonder geschikt is. Ik heb nog niet alle hoop opgegeven, dat de omstandigheden er hem ein delijk toe zullen brengen. Maar op het oogenblik is er, geloof ik, geen plaats vacant in uw gezelschap, zoodat ik vrees dat gij niet de eer zult hebben beiden, Mme. Merlino en Carlo Donati, aan het publiek voor te stellen." Carlo stond zwijgend te luisteren naar de bespreking van zijn lot, nu eens kijkende naar Piale's bruin, ge rimpeld gelaat, met zijn perkament achtige huid, zijn doorploegd voor hoofd, en grijzende, vliegende haren dan naar het onaangename uiter lijk van Merlino. Hij wist dat als de impresario wederom sprak, hij zeggen zou, dat Comerio's engagement bin nenkort kon verbroken worden, zoo hij dat wilde; hij wist dat hij op dit oogenblik wederom door Merlino ge wogen werd, dat deze de symmetrie opnam van zijn gelaat en gestalte, en berekende of hij „trekken" zou. Hij had een gevoel als was hij een slaat die op de markt stond, maar nog zweeg hij, en wachtte hij af. „Het zal niet mijn schuld zijn, als die eer mij ontgaat," zeide Merlino eindelijk, „gelukkig kan Comerio's engagement met achttien maanden ten einde zijn als ik dit verlang, of, binnen veertien dagen verbroken worden. Wat dunkt u, Piale? Kunt gij in dien korten tijd uw leerling zoo ver brengen, dat hij de ledige plaats zou kunnen innemen P" Piale was voor geen kleintje ver vaard, ofschoon hij heel goed wist, dat de tijd werkelijk zeer kort was voor de voorbereiding die noodig zou zijn. „Of Comerio's costumes zoo spoedig voor litem veranderd kunnen worden, is misschien twijfelachtig," antwoord de hij op hoogen toon, „die zullen al of niet afzijn in veertien dagen maar mijn leerling zal klaar wezen en er zal niets aan ontbreken." „Nu, dan wil ik het er op wagen," zeide Merlino, die een echt man van zaken was, en wist dat Carlo een goede speculatie zou blijken te zijn. „Ik ben bereid, signor, u een engage ment voor drie jaar aan te bieden, dat na verloop van het eerste jaar door elk van beide partijen geëindigd kan worden. Wat het honorarium betreft, daar zullen wij het wel over eens worden, denk ik: Oro che oro vale." Laat eens zien...." Hij begon eene berekening te ma ken en met Piale over geld te spreken, die, in zijn verrukking dat hg einde lijk zijn leerling had overgehaald op het looneel te gaan, alles zou hebben goedgevonden. Carlo zag, altijd nog met de ge dachte aan dien slaaf, als in een droom het marchandeeren van de twee aan, zonder veel te letten op hetgeen zij zeiden. Hij gaf er op dat oogenblik niets om, of hij vijf pond in de week ontving, of vijftig, maar wat veel bij hem woog, was, dat hij gebeden had om een vingerwijzing, en dat daarna dit aanbod kwam. Hij durfue niet weigeren, hij aarzelde aan te nemeD. Terwijl hij den boozen demon in zijn binnenste tot zwijgen bracht, die hem toeriep met één woord Merlino's voorstel af te slaan, met één woord den zelfzuchtigen vrede te zoeken, welke die beslissing brengen zou, gordde hij zich aan tot een antwoord. Het gesjachel nam eindelijk een einde, en Merlino wendde zich tot hem. „Wel, Signor Donati, gij hoort mijn aanbod, en Signor Piale keurt mgn voorwaarden goed, het hangt nu slechts van u af, ze al of niet aan te nemen. Het is niet aan mg u raad te gevenmaar, wat mij be treft, ik twgfel niet, of' gij zult, zoo gij goed studeert, een der beste zan gers worden van dezen tijd." Piale's oogen schitterden hij kon zijn blijdschap nauwelijks inhouden, maar bij bekoelde eenigszins toen hij zag dat dit roemrijke vooruitzicht geen het minste bewijs van vreug de op het gelaat van zijn leerling bracht. Hij wreef met woede op zijn perkamentachtige wangen, hetgeen hij altijd deed wanneer hem iets hin derde, of zijn geduld op de proef' werd gesteld. Eindelijk sprak Carlo „lk ben u zeer verplicht voor uw aanbod, Signor, maar gij zult wel begrijpen dat het mij niet mogelijk is, dit zoo in eens aan te nemen. Mijn besluit zal ook voor anderen van invloed zijn; ik moet aan hen denken, zoowel als aan mijzelf, ik moet de mijnen er over raadplegen." „Welnu," zeide Merlino, een wei nig ongeduldig, „zoolang gij de zaak geheim houdt als het Comerio maar niet ter oore komt, is het mij welmaar ik kan hem niet afzeg gen voor ik het met u eens ben." „lk beloof u dat alles geheim zal blijven," zeide Carlo. „Wanneer moet gij mijn besluit weten P" „Kom Woensdag aan de Merca- dante bij mij of, dit is nog be ter, hier aan huis, als Signor Piale er niet tegen heeft, lk zal het con tract in orde maken. Gij hebt dus bijna een week, en ik hoop zeer dat gij mij dan een gunstig ant woord brengt. Intusschen zal ik er mijn vrouw nog niets van zeggen; zij zal er zich natuurlijk zeer in ver heugen als gij in onze troep komt. Vaarwel nu, Signor, nogmaals bid ik u: laat deze goede gelegenheid Al wat goud waard is, is zeli goud. niet voorbij gaan. Duizendmaal dank, Signor Piale, en vergeef mij mijn on besuisde binnenkomst." En met een buiging verliet hjj het vertrek. Carlo zag hem na toen hij de straat afliep alles duizelde hem. Zoodra Merlino uit zijn oog verdwenen was, viel zijn blik op een zwaar beladen muilezel die daar juist aankwam, met groene takken aan zijn kop om de vliegen af te weren; het arme dier zwoegde geduldig voort, terwijl het aardige jongentje dat hem leid de, met de rechterhand zijn staart vasthield om zich te laten voorttrek ken, en in de linker een groot stuk brood, hetwelk hij onder de hand opat. Carlo keek met zekeren na ijver naar de laconische gemakzucht van den jeugdigen Italiaan dat beeld van behagelijke tevredenheid was in zoo zonderling contrast met zijn eigen gemoedsstemming. Piale wakkerde weldra den storm in zijn binnenste aan, door dringende en bijna overdreven smeekbeden, Mer lino's aanbod toch aan te nemen. Met tranen in de oogen liep de oude musicus heen en weer, hartstochte lijk redeneerende over het goddelijke van de kunst, en de verplichting van een mensch om zoo groote ga ven niet ongebruikt te laten; ter- Carlo luisterde met de half weerstre vende aandacht van iemand, die zich niet wil laten overtuigen. Het was al hard genoeg tegen zijn eigen overtuiging te kampen te hebben; hij begeerde Piale's argumenten niet om den strijd nog zwaarder te maken. „Ik zeg u," sprak de oude, „de Italiaansche opera" gaat te niet, te niet, bij gebrek aan goede krach ten. En er is bijna niet een zanger, naar wien men met] pleizier luistert, en zij zal nooit door een of twee prime donne in stand gehouden kun nen worden. Gij zoudt haar kunnen doen herleven, en toch aarzelt gij Corpo di BaccoKent gij dan uw eigen gaven niet? Of zal uw be scheidenheid de vloek van uw leven zijn, en de vernietiging van mgn hoop Luister het is de zuivere waarheid] die"ik ]u]{zeg," en gij weet wel, dat ik de menschen niet vleien zal. Jaren [en jaren theeft Italië geen grooten tenor, of baryton, of bas voort gebracht nu geeft zij u, en als gij wer ken wilt, zult gij de eerste zanger van Europa worden „Italië geeft u, en gij volhardt er in uw licht onder een korenmaat te zet ten Diavolohet is om een engel zijn geduld te doen verliezen!" „Mijn beste Maestro," antwoordde Carlo, met een flauwen glimlach, „wat kan ik meer doen dan beloven, dat ik over het aanbod zal nadenken. Hoe kunt gij verwachten dat ik in één oogenblik een beslissing neem Ach, een diepe zucht ontsnapte hem gevoelt gij dan niet wat het met zich sleept?" „Hein! Wat het met zich sleept? Nu ja, ik begrijp dat uw huwelijk misschien wat zou moeten worden uitgesteld.De kunst eischt offers." „En welk recht heb ik Erancesca's geluk op tej'offeren Aan een plicht, dat zou misschien goed zijn, maar aan een droom van roemnooit!" Hij lachtenu hij die gedachte onder woorden bracht, scheen het hem zoo ongerijmd mogelijk. Wordt vervolgd) Gedrukt bjj DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1896 | | pagina 6