paq tnooq-sppqfijA nap mo fiq qoo 4ap pMnojaq pM
maq 4( paq '^qjajsjaA najqoizui nfiz ui apnpAaj aqosnajg
ap jooq -paoAaS paq npjq 8ip8naf nftz fiq nayuqos
-sS jaiM 4am '4saaMa8 uanuatn ap uaiaM 4ap 'najaag
-sfiM aqospgug aginaa saaAaaaq (piooqaS 4qaq poqos
- do pM af am uba) rmassno-jj na aim^o^ -A\naa apnaag
-jooA aap 4848844, uba nooz ajqoa uaa sbm fijj 'ufiz 34
4saagfijA uaa do ja qoiz apmaojaq siaqfmjj nap 4m
jaara ja 430m pjooM agooq 4, na 'Siuniziqoai
gja sbm qosoqa^niq; 4qoin 'qaq pgazag p qi spoog
<j4saaMag 8mi
-aSiaM aip naA napoj ap pM qfipagp nn sbaa 4BM ng//
•naSajA
34 8ni8od anaa japiaA japnoz naAajqag puaiJA jaaq
sbm na 'paq pjaugag piz nftz ui 404 maq 4, uooqosjo
'uaqoidsag sjaqfinjj paq ,,'napnaiJA apaog u9Ag//
-qoop 'maq uba pM ppiq ag
•Se|S4in jagpsnng uaaS 4am pjaaqojdag snaa Son 4, fiq
paq J84tig -qoo 4sijsaq na pjaSpMaS maq az pBq j-p%
•pmaon;
-a8 napjoM 4saom qaazjoo ap naAiaap japaA aaaq
4ap jbbmuo laara 'paq uadoopg afjMnajq naa qosoq
-04Uig 4qoiu fiq pf}4 jap ni sjaqfinjj 4ap '4, sbm jbb^
-8niq pdajq ap jbbm 4am 4SIM az aaam
'napxrq najooq afqojq naa pM '4aa§ jaara spooz 'SU84
-qoon pBq Mnojpnt aptnaouag ,,jpz naraoq uba 8431 4am
Son aaap jo 4aaM am// 'uaqajuaa 8az 4uaqjaAO uap
naa jaddojq nap pnaq ^jaqfinjj az jaauuaM snaqp4
J34qaa J04S Mnojjgnf qajds ,,'4aaM aiM *4aaM ai^W"
•uapnoqaguaa sbm naq joop spaa4®
daqospnaiJA ap qoop 'pppnaMaq uappaq padsuaAaj 4aq
qfipapnozp qp 004 8ou 404 apnimaq nfiz ua sjaqfinjj 4«P
'nfiz uamoqaS uap 4( noz ooz na tnapaJ4 34 qfipMnq 4c
SI
14
Stijf en strak hield hij vol, (waar een oude vrijer
zich toch al mee bemoeit!) dat men den pasgeboren
zuigeling geen mutsje op 't hoofd moest zetten, dat
wiegen een hersenkwelling was en baden het "jonge
gebroed" sterk vleesch en //ferme botten" gaf. Hij zelf
was in deze een voorbeeld, want wanneer niemand nog
aan zwemmen dacht, had hij zich al eenige malen in
't meer gedompeld, tot groote ontzetting van menig
eerzame huismoeder die vast overtuigd was dat //de-
taaie" (zoo was zijn bijnaam) nog wel eens in 't water
dood zou blijven. Maar al had Huijbers ook zijn eigen
aardigheden, de menschen mochten hem toch graag
lijden. Hij hield dol veel van kinderen, was gezellig in
't dagelijksch verkeer, roijaal voor zijne vrienden, en,
zij 't ook in stilte, een groot weldoener der armen,
zoodat telken keer als den maire des winters een aar
dige gift voor deze werd thuisbezorgd, hij wel vooruit
vermoeden kon wie de schenker was.
Doch ik zou afdwalen. Tol de velen dan, die
Zondagsmiddags bij juffrouw Lintebosch af en toe
kwamen aanloopen, behoorde ook onze gewezen sajet-
handelaar. De menschen hadden daar vroeger heel wat
op te zeggen gehadDat juffrouw Lintebosch in haar
jeugd een schoolkameraad van dien Huijbers was ge
weest, behoefde op zichzelf nog geen reden te zijn voor
die herhaalde bezoeken. Daar moest iets anders achter
zitten en Naatje Stof, die tegenover nicht woonde
en van alles het fijne wist, kon dan ook van deze zaak
het volgende vertellen
Indertijd zou Huijbers bij Juffrouw Lintebosch' vader
aanzoek hebben gedaan om de hand zijner dochter.
Deze zou echter hebben geweigerd en Anna de belofte
hebben afgeperst om nooit met den jongen man in
qan uap do 4aoA naqos}oi4 nop suo aip 'uagqainjaA
najjiM uapaqfuA spua[ s( aip 'naaS uapa 4, pz ooz
i aazaoq// 'fiq appqnf „j aazaojj// •apraj04sm sinq 4aq
sdajqsnaa asnaj nao4 'pqnpv nftz uba qnaqnoo4 SP Jatqoa
pM na gpsnj pnoAB-mnp uaa do sjaqfinjj pnauA azno
4BZ njq -appmaM pfij naip m 4aq hbajbbm 'siagipiMfijA
sdjoo naa fiq uaraas 34 napuaip 'na440U4ad raioojS gon
na sjaqnapftiA 340018 nao4 spaar 'qriQ na naf
jaajqos naj\[ -sbm naraoqaS 4ap aoq 4foon 4paa.i ag
•napuafu naSajsyoA najaf spnis qoop '4saaMa8
napniJA pamnaa naraM asuaf qriQ na sraqfinjj nap
•ario4siq aSiAaojp naa si 4ap 'snaSnof qoo
•naqards p rnpf qt Jooq (<(jna8aiA
4atnjpz maq4(sjaqfinjj jaaqnfim 8ni8 tnoieaM jbbj^//
•naqnap 34 jaAO ja fiq daq qaaA\ apaqaS ap na
'pspaar jaaqsojdouo naa maq naaqog 4, ufiz naproMag
mooiA 4ain qoo4 noz fijj (jtnaA uap apjaaqnatn 4a^
j nappuBM sgnaj iaaM smq ufiz 'narapna ap 4001 qfipg 34
'jaqqatn uapno nfiz fiq gaz 'anjaBp jnn aaA\4 aupp uaa
*pM af jaajq j praoojpag jaqaz paq fiq 'jbbm 4am sbm 4,
'qfip44odsaq sa^ 4, qiaq ap jaan ai(j asnap pnaiiA apno
nftz 4ap sbj^ ^nazaM qft|a8ora 4, uog -uaagagni sbav
qjaq ap fiq 4BP404 au nazap fiq apjaa4s qqq napuaMag
-jano 43]\x -qoi4 ppqraaazqjatndo a]pA nfiz jagnagfiq
-jooA naa pBtnoaa do nao4 'naap 04 apag ai4na44a ajp 4ocu
'(8niqqnjp4in apsooqjaqag nfiz sbm 4() ,/ppqnadmojqaq
jap jads// 4aq J348U8A 4t jooa 84nooMag jaan jaaM pnaiJA
azno 4bz 'qajds sad ooz qi ubajbbm uap uagjom nap dg
•uamoq apjooq do daJ4 ap ja;spnoqsinq
ufiz fiq 48P404 saj na 'jaaz» qaoq ufiz sjaqfinjj 044BA
uajBM nauniq pM na paog sragnagqjaq ap jaauna^
j4BBJ4s a||t4spoop sjapne ap ni guqassiMja
agijaizajd n,ooz sbm 4, 'snaguof gqpqosjaAuo japua ap
81
19
durven zettenhet vrije volk der Bataven laat zich
niet trappen," en daarop vertelde hij in groote opge
wondenheid, hoe de Princes aan de Vlist tusschen
Gouda en Schoonhoven, op haar reis naar den Haag,
door Luitenant van Marie was aangehouden, vervolgens,
naar de Goejanverwellensluis gevoerd en eindelijk
gedwongen was geworden naar Nijmegen terug te
keeren.
Nu maakte Jan Huijbers wel aanspraak op den
naam van Patriot, maar tevens wilde hij dien van
gentleman niet gaarne missen. Buiterlijk zei hij dan
ook tegen Dirk, dat hij die handelwijze tegenover een
dame, als hoogst onwellevend, afkeurde. Gelijk een tijger
sprong Dirk, bij 't vernemen van die woorden op. //Ook
gij mijn zoon Brutus, ook gij een Oranjeklant? O!
vriend, wat heb ik mij in u bedrogen Huijbers was
kwaad geworden, Dirk woedend, en 't slot van de ge
schiedenis was geweest dat zij elkaar na dien tijd nooit
meer gesproken hadden. Janse, kort daarop als apothe
kers-bediende naar Amsterdam vertrokken, was na
den dood van zijne vrouw (nu een half jaar geleden)
als rentenier in zijn vaderstad teruggekeerd, maar geen
van beiden had de minste willen zijn, en nog altijd
liepen zij elkander zonder zelfs te groeten voorbij.
Doch ik wil op mijn verhaal terugkomen.
Den volgenden Zondag dan, keek Huijbers weer uit,
en weer stapte zijn oude vriend naar de kerk. Zoo
geschiedde het drie weken na elkaar. Nu begreep hij
er niets meer vanPreekte die dominee dan zóó mooi
dat iemand als.Hij wilde er het fijne van weten.
Een nieuwe rustdag was aangebroken en Huijbers
zat met zijn huishoudster aan 't ontbijt. Trui had haar
beste spullen aan, en haar kerkboek lag al naast haar.