HAARLEMSCH
Eerste Blad.
No. 43.
Citgave van DE ERVEN LOOSJES Gedempte Oudegracht 84
Achttiende Jaargang.
144
WOENSDAG
Nieuwsberichten.
A'SLEPHOONNUMMER
TELEPHON1SCHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenf ,25.
franco p. post ,40.
Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk*
Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentiên worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
oord-Zuidliollandsclie Stoomtramweg-Maatschappij: HaarlemLeiden. L Mei 1895.
Amsterdamsche tijd. ilaarl.—Hilleg.— Leiden 3.30+, 5f>P7 15, 8.35,9.55,11.15'sm., 12.35,
I.55, 3 15, 4.35, 5.55, 7 15, 8.35 'sav. HaarlemHillegom 9.55, 11.15 'sav.
-j- Alleen des Vrijdags.
Haarlemsche Tramway.Maatschappij. Van 't Station 7.30 's morgens tot 10.30 's avonds.
Uit den Hout 7.50 's morgens tot 10.50 's avonds.
Vertrekuren der Spoortreinen van Haarlem. 1 Mei 1896. Tijd van Greenwich. Naar Am
sterdam: 5.40, 6.25* 7.31, 7.42*. 7.52* 8.4*, 8.37, 9.10*, 9.25* 10.-, 10.20, 11.S+,
II.15, 'sm. 12.41,1.32,1.52*.2.25*, 3.3*, 3.14, 3.48*, 4.22,4.58* 5.28*, 5.38*, 6.2", 6.44+,
7.34, 8.48*, 9.(4*, 9.44, 9.58* 10 28', 10.50*, 11.19 'sav.
Van Amsterdam: 5.38, 5.50*. 7.20f, 7.43, 8.3*, 8.17*, 8.46*, 9.10*, 9.16,9.30*, 9.16*, 10.40,
11.5*, 11.37 'sm., 12.12*, 12.29', 12.56, 1.2t\ 2.35, 3.5*, 3.25*, 3.54, 4.40'. 5.6, 6.1C+,
6.36, 7 31, 8.34*, 9.11, 10.-*, 11.3*, 11.45 'sav.
Naar Rotterdam: 6.19, 7.41+, 8.29*, 8.35, 9.31', 10.8*, 11.28* 'smorgens, 12,15, 12,50*,
1.55, 3.28', 4 24, 6.31+. 7.6, 8.56*, 10.23* 'savonds.
Van Rotterdam: 5.8, 5.58+, 6.50*, 7.35*, 9.48', 10.41'smorg., 18.40*, 1.—Ï.23*, 3.35', 3.55,
4.32', 5.31*, 6.35, S.iü*, 9. 10.7* 'sav. De metgemerkte treinen zijn sneltreinen.
De met -j- zijn ezprestreinen alleen le en 2e klasse.
Naar den Helder: 6.12, 9.49 'smorgens, 1.30, 5.7, 7.10, 9.42 'savonds.
Naar IJmuiden: 5.50, 6.12, 7.32, 8.43. 9.49, 11.31 'sm., 1,30,3.52, 5.7, 7.10, 8.8, 9.42's av.
Van IJmuiden: 7.23, 7 58, 10.37 'sm., 12.8, 2.26, 4.51, 5.44, 6.59, 9.10, 10.18 'sav.
Naar Zandvoort: 6.49*, 7.44*, 8.40+, 9.59*f, 10.11*, 11.16*+ 'smorg., 12.42,2.—*t,3.31,
4.27'f, 5.10*, 5.37f, 6 3t*+. 8 5, 9.45*+ 'savonds.
Van Zandvoort: 7.16*, 8.11*, 9.3f, 10.43*'smorgens, ,2.10*+, 1.5,2.45*+, 4.— 4.58'+, 6.2-j-,
7.12, 8.29*, 9.33*+, 10.26*+ 'savonds.
De met gemerkte treinen stoppen aan de Halte Zandvoort (dorp). van af 1 Juni.
[ram-Omnibus-Maatseliapplj. BloemendaalOverveenHaarlem. 1 Mei ;896.
Vertrekuren van Bloemendaal (Hotel Kennemerland): 7.45*, 8.2)+, 8.50, 9.40, 10.40,
11.5', 11.40' 'sn12.20, 1.5, 1.30, 2.5, 2.55, 3.25, 3 55, 4.35 5.5, 6.—, 6.25, 7.10,
8.15, 9.10. 10.— 'sa\onds.
Van Haarlem (Station): 8.28* 9.31, 9.50, 10.25, 11.28* 11.45 'sm., 12.25', 1.8,1.43 2.9,
2 45, 3.45, 4.8, 4.39, 5.23, 5.49, 6.49, 7.21, 7.55, 9.13, 9.58, 10.40 'satonds
f Vertrekt Zondags 8.5. Van af 1 Juni.
Telegraafkantoor, i Mei 1896. Het kantoor is geopend op werkdagen van 's m. 7.30 tot 's sv,
9.30 uur, op Zon- en algemeen erkende Christelijke feestdagen van 's m. 7.30—3.30 's av.
5.308.30 lur Binnenl. Telegrammen worden berekend tegen 25 cents voor de eerste
10 woorden, var r elk tweetal woorden daarboven 3 cents.
Dienstregeling van het Postkantoor. 1 Mei 1896. Tijd van Greenwich. Openstelling
van het kantoor: Dag van 7.30 'smorg. tot 9 uur'sav. Op Zondag van's morg. 7.30 tot
9,30 en van 11.30 tot 2.30 uur 's av. Voor de storting en uitbetaling van postwissels, post-
bewijzen en de invordering van gelden op kwitantiën alleen op werkdagen, van 8 30 uur
's morg. tot 2.30 uur 's av. Voor de Spaarban» van 's m. 8.30 tot 8.30 uur 's av., op Zon
dag van 8.30 tot 9.30 ure 's m. Voor de Postpakketten alleen op werkdagen, van
's morgens 7.30 tot 9 uur 'savonds.
Aanvang der bestellingen. Op werkdagen: 6.40, 8.10,10.40'sm., 12.10,2.40, 6.10. 8.55'sav.
Op Zon- en algemeene erkende Christelijke feestdagen: 7 25 's morgens, 2.30 'savonds.
Lichting der hulpbrievenbussenBotermarkt, Gr. Houtstr., 2e Hassel.str., Parklaan, Kaasplein,
Amsterd. Poort: 6.25, 9 40 'smorg., 1.40, 4.55, 8.10 'sav. Florapark, Kampersinee',
LeidscbevaartSchootersinge), Brongebouw: 6.10, 9.25 'sm. 1.25, 4.40, 7.55 'sav.
Des Zondags: buitenwijken 'sm. 6.10 en 12.25 's av., binnenwijken 's m. 6.25 en 12.40'sav.
Lichting aan bet Station: Richting Amsterdam 7.26,10 58,11.10'sm., 12 36', 1.47,2.58" 5.23",
5.34* 6.39', 1018* 's av. Richting Rotterdam7.36, 8.30,11.23* 'sm.. 12.45.4.19', 6 26,
8.51*, 10.18" 'sav. Richting den Helder, 6.7, 9.44 'smorg., 1.25', 5.2*,9.37"savonds.
De met wordei Zondags niet gelicht.
Vervolg zitting vau Dinsdag2e Kamer).
De heer Vermeulen betoogde, dat de
Min korrektieve amendementen fcestrij
dende, zich ten onrechte beriep op het
feit, dat in het manifest der Katholieken
niet van korrektieven sprake was; dat
kon niet, omdat toen geen bepaald ont
werp aan de orde was. Spreker achtte
korrektieven wel gewenscht en stond
vóór intrekking van art. 161 overgangs
bepalingenverzwaring van de eisclten
van het gemeentelijk kiesrecht in dit
ontwerp, en kiesplicht. Wil de Min.
niets toegeven, dan zal het hem moeielijk
vallen vóór te stemmen, maar hij ver-
vertrouwt, dat de Min. zal toegeven. Met
leedwezen had Spreker gezien, dat de
heer Goeman Borgesius nu reeds wissels
trekt op eene toekomstige Kamer tot
kiesrechtwijziging. Daaruit blijkt de
verkeerdheid, dat men in 1887 de voor
waarden niet in de Grondwet heeft
vastgesteld, alsmede, dat men niet vóór
deze wet moet stemmen om van de zaak
af te zijn. Kiesrust zal deze wet niet
brengen. De heer Harte leidde uit de
houding van den Min. af, dat verwerping
van het outwerp wèl beslissen zal over
het lot van den Minister, maar niet, over
het lot van het kabinet Roëll, of over
de oplossing van het kiesrechtvraagstuk
in den geest van de meerderheid der
Komer. Verder verdedigde Spreker na
dere wettelijke maatregelen op de op
komst als plicht te verzekeren. Hij heeft
daartoe reeds eene formuleering ontwor
pen eene geldboete van ten hoogste
f 3, tenzij wettige verhindering worde
bewezen. Hij achtteniethetnoofdbezwaar
bij den Min., dat Kiesplicht hem tegen
de borst stuit Maar wat blijft zoodoende
over van 's Ministers onpersoonlijk op
treden? Dringt de Minister zoodoende
niet zijn wil op aan de KamerSpreker
betoogde, dat kiesplicht geen korrektief,
maar een komplement van het kiesrecht
is: zonder kiesplicht is het kiesrecht
dood. Hij konstateerde, dat het manifest
der Katholieken niet behoefde en niet
behoorde melding te maken van kies
plicht. De weigering des Ministers berust
niet op zakelijke gronden, maar op per
soonlijken tegenzin. Zij is willekeurig
en onredelijk. Spreker zal zijn am. in
dienen, en niet wijken voor willekeur.
De heer Pijnappel bleef zijne stelling
verdedigen, dat het niet de vraag moet
zijn, of de uitbreiding groot of klein is,
maar of voldaan wordt aan den grond-
wettelijken eisch van geschiktheids-
eischen. Hij achtte stemplicht ooge-
wenscht, al begreep hij 's Ministers
tegenzin niet bij aanneming van dat
beginsel, 't Gemeentelijk kiesrecht achtte
Spreker niet belangrijker dan het kies
recht voor de Kamer. Ten slotte wees
hij op tijdverspilling in herziening der
Staatsinstellingen door steeds het kies
recht voorop te stellen. Wanneer men
straks weer het kiesrecht gaat herzien,
dan zal men nogmaals tijdverspilling in
de hand werken, en het zoo i.oodig
herstel van onze verouderde staatsiu-
zichting tegenhouden. De heer de Beau
fort Amsterdamverklaarde zich in
hoofdzaak vóór het ontwerp, maar tegen
art. 161, en ook tegen gelijke eischen
voor het gemeente kiesrecht. Spreker
zag niet in, dat kiesrechtuitbreiding
spoediger zal leiden tot gewenschte
hervormingen, maar zij zal bevrediging
schenken. Het zelfvertrouwen des Minis
ters verheugde hem, omdat daardoor
misverstand wordt voorkomen. Spreker
waarschuwde tegen eene koalitie van
minderheden om het ontwerp te doen
vallen. Men zou dan staan voor groote
moeielijkheden en waarschijnlijk deze
eeuw uitgaan zonder kiesrechthervorming
en andere noodige hervormingen, die
daarop wachten. De heer Heldt bestreed
op vrij heftige wijze het ontwerp, dat
hij eene verminkte reproduktie van
het ontwerp-Tak noemt en dat volstrekt
niet voldoet aan het verlangen, lang
zoover niet gaat als de Grondwet toe
laat, en maakt, dat kiesrechthervorming
aan de orde zal blijven ook na liet ein
digen van het regentschap. Tegenover
den heer Rutgers van Rozenburg, en
den Minister ontkende Spreker, dat er
rust en tevredenheid in de kiesrechtzaal
bij het volk heerscht. Het volk, be
weerde Spreker, heeft nooit gedacht,
dat de heer Houten zich tot zulk con
servatief broddelwerk zou leenen. De
heer van Borssele verklaarde zich tegen
splitsing der gemeenten volgens dit
ontwerp, en tegen het couloir stelsel.
De heer Veegens repliceerde en bleef
volhouden, dat de Grondwet eischt, dat
er verschillende kenmerken moeten zijn
van geschiktheid en van welstand. Hij
bleef het ontwerp onredelijk, onbillijk,
en gebrekkig noemen. Zijn grootste
bezwaar, de invloed van de administratie
op de toekenning van kiesbevoegdheid
was in 't geheel niet weerlegd. De heer
Beelaerts van Blokland meende, dat de
Min. te ver gegaan was, door dit ont
werp voor te stellen als een noodzakelijk
gevolg van de Kiesrechthistorie; het
optreden van dit Kabinet is toch niet
het onvermijdelijk gevolgd geweest van
de uitspraak der kiezers. Ook de Savor-
nin Lohman, Bastert, van Karnebeek,
Vermeulen hadden geroepen kunnen
worpen; dan zou er waarschijnlijk een
ander ontwerp dan het tegenwoordige
zijn voorgesteld. Spreker kwam op tegen
het wijzen van den Min. op de voor
treffelijkheid van de techniek van het
ontwerp. Volgens hem moet de techniek
niet enkel theoretiesch voortreffelijk zijn,
maar ook praktiesch, en nu vond Spre
ker een groot gebrek in de regeling
van hen, die door woning en loonen tot
het kiesrecht zullen moeten komen. Dit
bezwaar zal het hem moeielijk maken
zijne stem aan het ontwerp te geven.
Hjj zou stemmen voor kiesplicht,
als daartoe een voorstel werd gedaan,
wat hij beschouwt als een korrektief
van het couloir-stelsel, waarvan hij geen
voorstander is.
Bij de opening van de zitting van
Woensdag verklaarde de Voorzitter geen
bezwaar te hebben, dat men bij het
algemeen debat sprak over het stelsel
van art. 1 in 't algemeen, daar het zijn
voornemen was voor te stellen de dis-
kussie over art. 1 te doen voeren, ge
splitst in de verschillende alinea's. Het
algemeen debat werd daarna voortgezet.
De heer v. Karnebeek repliceerende,
hoopte, dat de Min. niet al te vasthou
dend zou zijn, en het hem niet onmo
gelijk zou maken vóór te stemmen. De
heer Staalman achtte de vrees voor de
gevolgen van kiesrechtuitbreiding volko
men en ongemotiveerd. Hij noemde het
ontwerp aller abominabelst, maar ten
eenenmale overeenkomstig het karakter
dezer Kamer, die de rechten des volks
miskent. Men wachte zich echter wèl,
voort te gaan met hej, volk te sarren en te
bespotten. Het volk adresseert niet meer,
omdat het weet, dat er hier geen acht op
wordt geslagen, dat men glimlacht om de
uitgesproken wenschen en billijke ver
langen. Maar de ontevredenheid wordt
gevoed, en men voert fatsoenlijke arbei
ders tot revolutie. Wil men de gevol
gen voorkomen, wil men Christendom
en godsdienst bevorderen, men geve
het kiesrecht, vóór dat de geheele
menigte geheel vervreemd is van
God en gezag. De heer ICuyper, repli-
ceeren de, bestreed den heer Beelaerts
en lichtte zijn standpunt nader toe, als
gegrond op de antirevolutionaire begin
selen, dewijl de historische lijn van de
antirevolutionaire ontwikkeling in het
Kalvinistisch Nederland gelegen is niet
in de achterhoede, maar in de voorhoede.
Tegenover den heer de Beaufort hield
Spreker vol, dat in de rustige arbeiders
kringen teleurstelling heerscht over dit
ontwerp, en tegenover den heer de Sa.
vornin Lohman handhaafde hij zijne
stellingen. Tegen den aanhef van 's
Ministers rede protesteerde Spreker met
kracht. Kracht is aan de ministers
tafel gewenscht, zeide hij, maar de
Minister moet slechts den teugel in de
hand hebben, niet de de karwats. Ein
delijk verklaarde Spreker niet te zijn
voor stemplicht, gelijk is voorgesteld,
maar er zou wel een voorstel kunnen
komen daaromtrent, dat hem meer
toelacht.
De heer Hartog konstateerde, dat de
Min. de uitbreiding van het kiesrecht,
zoover de Grondwet toelaat, voorstaat,
maar in zijre jongste rede zich tegen
uitbreidingen verzet. De heer Farncombe
Sanders verheugde zich, dat in het ont
werp niet zijn opgenomen evenredig
kiesrecht en stemplicht. De vrees voor
de gevolgen van een zeer uitgebreid
kiesrecht koestert hij niet. Wat hem
betrof, had de Min. gerust verder kun
nen gaan. Spreker betreurde, dat het
gemeente-kiesrecht in dit ontwerp is
geregeld, daar de kiesrechtkwestie toch
bij eene andere Kamer moet terugkomen,
en hij kwam op tegen de erkenning
van de kiesvereenigingen in dit ontwerp
als een soort van Staatrechterlijke kol
leges. Hij behield zich zijne stem voor,
maar wees er op, dat de pogingen van
konservatieve zijde om Tak's ontwerp
te doen vallen weinig gebaat hebben,
als men het ontwerp—van Houten na
gaat, dat veel gelijkenis er mee heeft.
De heer Rutgers van Rozenburg verde
digde nader stemplicht, en konstateerde
dat een groep, vroeger oppozanten, be
reid is te kapitaleeren, wat hem zeer
verklaarbaar voorkomt, daar anders
hunne pozitie zeer zwak zou zijn. Hun
spijt, dat zij eene tweede editie van het
am.-v. Kaay moeten aannemen, is be
grijpelijk. Sprekers slotsom is, dat de