-I0OA uafuazuBqqood aqjn^ j SfjaqpA8}i paqaS pra fiq apjaasiaAuoo nop nocn fiq sp jbbui 'aapquBB piu pq apjim fiq qeg •ubbScqo uoq fiq aim pra "pjaASB]^ 8a[Bqaq uaqosuara jaara |8av Son quappog aajbm j;j juapqos qfquaSia inaq i( uoq p^V •uapds aj aSijiiqasiaAUO aap '[baoS Siuap -stip naa ui napA sp 'dmBqsBB|{j noSaq qfippuig •puojs drop apqaS pq uaimq jaipsAAq aaa 'pBq uCiz ubb AMioqaS ppopaq pp fqq pfijp fiq sbaa UBp 'nfiz SjaqpAajf aj uoipp i, ubb uazaMpaaj afiz pi smos mspja^ paoin ua 'uaqera a; spi ipon TOBpp2 ui paq qooi SjaqpAag; 'apaA ap ui pin sjpz jaara pia japtiBqjo uaSsz uapuauA nazaMaS bq •uapdsuiz apjJinp do naaa Biqoajs ja uipuaiJAiqoa uftz sp Saof uaSuBAV ap jbbu paojq i, maq aqpAA ppqjBj aaa indijirj uaSipaomiqoBz nap sjpz naaqos 'uaqojq -A8A apaoin usjjb ui uafijjBd jap naa joop 'nappaq ai daqospuaiJA janaa SniMnainjaq mo 'qfijjnnpu Tua si 'paap dsjs najsjaa nap pin suBiqoou ppASB[y\ pg •quoqos siuajji&iaA paq uftz ui aezap fiq ooz 'sbaa ma?/ uba Sipaomppa jaaz spaaj pq aa 'spuaiiA sufiz apfiz ap ubb jqoajuo pq pp 'spip qoiz sjapuB fiq uoq aiqBBiii ua ua)qoBA\ a; mpq aApqjap joojsaq dojBqsBBjg 'padsjaA Sbaa uap naApzqoiz ptn piaquamouaSui jaiq qtipS jbbaa qfipra -bujooa 'aaA\i uftz pbbp ua aiqoupaS 'uaqossnjui (iSaojp pjnqos ap ppqjBBAA m 'psq piSjaA |B qoiz azap uaipui 'SnissiSjaA sppASBj^ pin 'rami eiqoajs aoq ppiqaooA maq pna§B[d §ijsu[ 'napAiaS afiz nn jaatn a] 'sbaa pnja pSajpp nazap ptn jpz maq pq pp nauooi piu susqi fiq paotn jSooq -J8A pq papnaSapi iqajp apuBqos pi pin jajqBJ -Bqpq nfiz uaqiAA ai apuim ap pp 'uapnoqaSjooA 6 12 't gezelschap van haar Heer en Meester het Nuts concert bij te wonen. Nu moest zij tevreden zijn met de gedachte, dat haar echtvriend haar zou afhalen om gezamenlijk de terugreis te aanvaarden. Lilliput, dus was 't voor nemen, zou bij die gelegenheid door Blaaskamp worden meegenomen (want voor geen geld ter wereld hadden zij het beestje aan vreemde zorg overgelaten) en aan den gastheer en gastvrouw worden vertoond, die dus schreef de meestersche zeer verlangend waren dit hondenjuweel eens te aanschouwen en te bewonderen. Daar krijgt hij twee dagen vóór den tijd, van Ds. Meelwinkel het ontzettende bericht dat deze ziek is en zijn waardeni vriend dringend verzoekt om nu toch te gaan, daar niemand zich bereid verklaart en Kevel- berg noodzakelijk moet vertegenwoordigd worden. Verplet grijpt Blaaskamp naar 't weinige haar dat nog den schedel dekt, en zit een wijle roerloos, maar 't volgende oogenblik heeft hij zich hersteld. //Wel drommel, wat'doet het er ook toe! Als hij Vlasveld ontmoet, dan is 't immers nog geen doodwond. Hij zal doen of hij hem nooit gezien heeft, hij zal hem eenvoudig negeeren Dees manhafte taal steekt hem een hart onder den riem, en geen vijf minuten later draaft reeds het dienst meisje naar het telegraafbureau met een telegram van den volgenden inhoud //Ik kom overmorgen. Breng Lilliput mee." Een half uur vóór 't vertrek stond meester Blaaskamp gelijk alle reizigers te hooi en te gras, reeds met pak en zak klaar. De glimmende cilinder lag op een stoel, zijn reistasch er onder. De spiegel weerkaatste het beeld van een zwartgejaste, met staanden boord en aadBnqpoqos nap fiq psq sjfmqiQ iubbS aj jpz jBBjq -iqoom uanaoziaA uiaq ptn qoiz na aauioqaoj raaq jbbu ppASBj^ pp UBp jaAaq spin fxq «iqosuaAV Sap uapnaSjoA nap spaay 'ajJooqaS ap ui qoiM ap ajqip na ppoqaq Sipaods apaoAA sduiBqsBB|g[ sbaa 'jbb" uaqosuara aSipsqpaoS pra raam j( bjbooz -sno uaqossn; jm si pq uaqajds a; jsao jaara pin ja 'qfippuaiJA af qi qaozjaA nu ng -uauooq nap; soopjjBJis qoiz Sara pasraai^// -piaq°ipjBBAA pin fiq «ppjooAApB (('naqqaq naspaS ooz naaa spsjd ufira nt UBcn qfijiaa rapai noz 'AAnojA 'qaq nsspaS qi p^// (((j nBBpaS af qaq pAV// 'raap jBBq ui ifitó -J3A japuoz pin 'uamoqaS sinqai az qsjds (('noiny// -aiqopuo qqq naSiujoo) uaa sraos raaq qouaS iqnjp -japno jaiAA 'ijooa BqBiny anfiz pbbu apnaiz i;n qoiz jooa iqoaj na apaoAA iiba pnaiinp iqosz 'naqqsz ap ni uap -usq ap'uado jpq ssfiaAO ap 'paajqos dtuBqsBBjg jbbui naSai unq saqq puiAAuapoo apuadjaus uag 'Snaai Sraq -pAa^ jbbu 'ppiJBqaS sjb uajodsuaSBM apjfipjaA ufiz joop SaAApijS uazoJAaq nap sSubj fiz uapjaaq puaSfmg qin jnap ap 'pSjOAaS UjaqjaaAA apuaiaiqas nfiz uba jasssjsnoms apuroopaA ap aidap 'sjpz porS japuoz 'ua88az ai spi japuo^ •jnnA i4 ui aqo siqoajs sb^ i( uajapaq uaop aj 'duiBqsBB|a rao uaSuiSod s(ppASB[^ uajB.vv sjaaSjaA aj, •uoq uapq pin JBBq qBBjdsuaSai pp daajSaq ag 'jaAaq i( ubb B§a ufiz paapjOA ua88az a; spi japuo^ *)JOOA PAA 3[bbm ua pao§ ooz saaAi afipBpj 'ubbisjoa ara af qapj/» •uajapuiq sjb uapjinq uaAinojjqnf sq ,/ufiz pnaAapaAAuo noz uaAfqq uaop a; jBBuaSnaj aaa iiba dsqosjazaS i( ui jaSuBj Sou ppasb]^ Jaaq -ufijq uaqqajjJaA baa pp qfipqosuaAA sii( j ubb paoS af 8 5 Lijnrechte tegenstelling scheen hier den band nauwer te hebben toegehaald, en ook daardoor de waarheid te bevestigen, dat uitersten elkander vaak raken. Blaaskamp toch was krachtig van gestalte, bloedrijk en driftig, maar waar het pas gaf vol luim en geest; echtgenoot van een vrouwtje, onderwijzersdochter, dat hoe lief hij haar had, nooit den moed zou hebben bezeten, zijn meerdere te willen zijn. Vlasveld daaren tegen nietig van bouw, bleek, schuchter en besluite loos, kundig zonder gave van mededeeling en tot zijn veertigste jaar ongehuwd, toen hij had een aardig duitje opgespaard een boerendeern hem verschalkte en hij zonder tegenstribbeling onder de pantoffel kwam; beiden trouw en oprecht en het geheim hunner lange vriendschap volstrekt niet jaloersch, al wave hiertoe voor Zeldam's onderwijzer, wiens salaris, school en woning, zeer afstaken bij 't geen Blaaskamp in dit opzicht bezat, aanleiding te over geweest. Toen "Vlasveld huwde, wreven Kevelberg en Zeldam zich in de handen nu zou 't met den vertrouwelijken omgang wel gedaan zijn 1 maar juffrouw Blaaskamp was een zachtmoedig vrouwtje en gaf juffrouw Vlasveld altijd gelijk, zoodat van die zijde althans geen adder in 't gras verscholen lag, gereed om vroeg of laat het vriendenhart des eenen als van den ander, met haar venijn te vergiftigen. Gelukkige dagen werden door hen gesleten, vooral sinds Blaaskamp's vrouw, nu een jaar geleden in Vlas- veld's echtgenoote een praatster had ontvangen die met haar babbelen kon, als de heeren Kevelberg's onderwijzer volbloed idealist, Vlasveld kalm en be zadigd, met elkaar redeneerden over zoo menig brandend vraagstuk van het vak.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1896 | | pagina 7