•uaqsjsjB pU3i9}liqOB 'SBM pi9I8J9A {BBZ J8p ajjaapaS lip 99UI -jbbaa 'agifidsi u9A9Maoop pBBjppnoS lam apjnajqaS qnoq ap uaSaj aip 'uaSasqaEdo i9A[iz puaja}sui[8 iBca na |BB}s isfijodaS uba spSaids aajBM pjB} apuajsnj uaSeiqos do 'a3un[ op uba apfizjaj U9 jaiqoy qez jbbui -Snppuu iaq ubb siappu U9 uoppa apMiioiiiaA jsaaui aufiz joop pSauuio 'uazAnoioauajj uba jbbjq op {ajaz uajqapaS uoojq uap[ti8 uga joop ua uaptqiaAO qia.w -fins lam ufiz uijbbaa 'uaizjaAo jbbz lap aqaapaS ajs -laiqoB iaq uapuapajjuauuiq ap uapuoq ua uapiaqasaS uaaa.wi ui jBq aSijqaBsnaj ap sbaa. 'uaSB[saS°riiai uajBAV suBqi aip uaifidBi apaaiq jooq 'uapuBM 'apiappqasaq uajaaijBi aqosuoisiq lain 'ap do 'apuaqaai uaAAUpaqos ua uapiasqiqoi] a°i||u8 ua jaojA uapSajaSui spSa} apsBB|SiaA lam uap do 'appads aaina|q apuaipqasiaA ui iqoq apuapBA uauuiq jbbu sjajsuaA apjappqosaq inoq ap loop 'apjadmaiaS iaq ij'iAuaj 'pjooq unq uaAoq pqjooA jap SuuSai aSooq ap qoiz jaiqjaA Si]Big •apjailiqos uozua^jom ap ui qsp uapooj sqjaza 'MnoqaSpjooq iaq lO) jbS SaaSaoi aip 'dBJj ■uauaais uapaajq uap 'p°[OAa§ Suqauijaqosaq uftz joop *mo[qaq dBBaqpfiqas ap ua SaM apjaus UBur)suaip aQ (/uauioq luapnq jbbu spuoisuBB jbz jbbjq ap :jubm// 'uaSuBA -a}do jaaM '}qrua2so[ pBq qoiz iBp 'uapnoqiqasf jad •doq uaa anqoBJi najapuB aSiuaa Sou }aui aqpM 'ubui qsuaip uaa 'deBuqppqos ap jBAaq ,,'ibai n isbbjj// •uBinpiaM aap uba isiua ap do sjaaq -pin( uaiqosfuq uaqqiABq ap ua Shb)b unq do uajsuep •"aaizjooA safjapaq apuaqupq pnapmpaAV ua uaddsq ■aqfqjais uba 'uaq[BA aQ -apuiaisjaAO Sou puoj iaq ui -AinaajqasaS ua daojaS iaq 'uapnoqaSisBA uapnuqiaj I 6 «Ja, ik ken die soort,riep nu een Walsche voet knecht, //toen ik nog te Parijs was, beb ik er wel meer zoo gezien aan het hof van Koning Filips die zijn Vlaamschen schoonzoon op hem afzond." //Weg met den spie," riep thans de gansche hoop, •die zich om de sprekers had verzameld en het klonk weldra uit al die ruwe kelen in Walschen en Diet- schen tongval: //Naar den toren met hem, werpt hem in het burcbtverlies." Valsche dief," mompelde de pelgrim tusschen de tanden, terwijl hij zoo vlug als een aal aan de handen van den boogschutter, die zich reeds naar hem uit strekten, ontglipte. //Valsche dief!" riep nu ook een schildknaap, die de twistenden naderde, „gij hebt recht Huijbrecht! Wie anders dan een edelman zou in zulke termen zijne minachting weten uit te drukken, doch een edel man is geen spie, en het voegt u niet, hem terstond in den toren oplesluiten. Volg mij naar de voorhal, dan zal den graaf uw komst worden medegedeeld, doch weet, dat men u in het oog zal houden," ein digde hij kortaf tot den pelgrim, die thans weer met -gebogen hoofd voor hem stond en naar het scheen hem met moeitevollen tred begon te volgen. Door de breede steenen, van kanteelen en schietgaten voor ziene muur, die het met zand en schelpen bestrooide buitenhof omringde, betrad nu de pelgrim de tweede brug, die toegang gaf tot het binnenhof, waarop het vorstelijk slot zijn trotschen gevel verhief. Hier was alles leven en beweging. Vurige, fraai getuigde rossen en trappelende telgangers konden nauwelijks in toom worden gehouden, terwijl het gebas der slanke haze winden, door bevallig gekleede edelknapen aan lederen HOOFDSTUK I Het was een heldere, koude voorjaarsdag van bet jaar 1296. Scherp streek de gure oostenwind over de doodsche, nog in hun winterslaap sluime rende velden, schudde de dorre takken en twijgen der bladerlooze boomen en bewoog het weinige lange, halfverdorde gras, dat de langdurige winter nog op het plein van het grafelijk slot te Valenciennes had overgelaten, terwijl de wapperende banier op de trot- sche tinne klagend ruischte op zijn scherpen adem en den wachter die op zijn post stond op den trans, deed huiveren onder zijn zwaar opperkleed van Door niks laken. Met langzamen tred kwam een grijsaard in de gewone dracht der pelgrims: het kruis op den man tel van grove, grijze serzie gehecht, den breedge- randen donkeren met schelpen versierden hoed op het hoofd en een staf van knoestig appelboomenhout in de hand, den breeden, goed geplaveiden weg op, die naar het //Hooge Huis" voerde, het verblijf

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1896 | | pagina 8