CARLO DONATI, (DE DOLENDE RIDDER) VAN EDNA LYALL. Naar de tiende Eng else he uitgave 40) Het was er verre van daan dat hij zich veel moeite zou geven om verder in de zaak door te dringen, maar dit was de eigenlijke reden waarom hij zich, na hun twist, zoo sterk tot zijn vriend aangetrokken gevoelde. Sardoni was niet weinig nieuwsgierig, iets meer omtrent Carlo's liefdesaange legenheden te vernemen; toch kon hy niet besluiten hem er naar te vragenin plaats daarvan zocht hij er op een andere manier achter te komen, toen hij en Anita dien middag in het salon een duet bestudeerden, dat zij 's avonds moesten zingen. „Mademoiselle de Caisne doet al haar best uw broeder voor zich in te nemen, gelooft gij ook niet zeide hij, om te komen waar hij wezen wilde. „Ja! zoo'n onnoozel schaap 1" zeide Nita, „het maakt mij wezenlijk boos, als ik het zie „Onze Valentino vindt het ook alles behalve aangenaam, geloof ik," zeide Sardoni. „Ik meen gemerkt te hebben dat hij op het punt geweest is van te trouwen." „Ja, hij was verloofd met Miss Britton, een Engelsch meisje, dat naast ons woonde. Het engagement werd verbroken toen hij zich aan het tooneel verbondin zekeren zin was het jammer, want zij was rijk, en hij zal niet licht weêr zulk een meisje vinden. Maar och, zooals ik hem laatst nog zeide: van die huwelijken met vreemden komt nooit iets goeds „Wat antwoordde hij daarop?" vroeg Sardoni zich verwonderende over de onverschillige manier waarop zij sprak over het offer, dat zij moest het weten, om harentwil gebracht was. „O, hij zeide niets! alleen kreeg hij een kleur als een jong meisje, en zette een gezicht zooals hij altijd doet als ik iets zeg dat liij niet prettig vind." Terwijl zij sprak, ging de deur open en diende de meid „Signor Co- merio" aan. Sardoni, die in stilte genoot bij de gedachte hoe woedend Comerio op hem zou zijn, nu hij hem in den weg was, groette hem zoo vriendelijk mogelijk, en besloot te blijven, en zijn haat aan te wakkeren tot het einde toe; uit Anita's manieren merkte hij op dat zij niet geheel on voorbereid was op Comerio's onver wachte verschijning. „Maar ik stoor een tête-a-tête," zeide Comerio met zijn zachte, vleien de stem. „Wat hoorde ik daar van Mad "fMerlino's lippen? „„Als ik iets zeg dat hij niet prettig vindt Kan onze prima donna ooit iets anders zeggen dan hetgeen aangenaam is te hooren Nita lachte. „Wij spraken over mijn broeder," zeide zij, zich op Sardoni wrekende, om dat hij niet terstond heenging, door iets te zeggen, wat zij wist dat hem hinderen zou. „Ik trachtte hem laatst aan het verstand te brengen, dat het maar goed was dat zijn engagement met Miss Britton verbroken was, en natuurlijk vond hij dit niet prettig." Sardoni beet zich op de lippen. Hij had veel willen geven als hij dit onderwerp nimmer aangeroerd had, en hij vond het heel onkiesch van Madme Merlino er over te spreken in het bijzijn van Comerio, terwijl, om de zaak nog erger te maken, Carlo juist de kamer binnentrad. Nu stond Comerio met zijn rug naar de deur, maar in den Bpiegel kon hij alles zien, en hij maakte terstond van de gelegenheid gebruik, om zijn vijand een wond toe te brengen. „Miss Britton, dat mooie Engelsche meisje?" riep hij uit. „Ja, ja, ik heb haar nog kort geleden gezien. Zij maakt tegenwoordig veel opgang in Napels." Sardoni keek van het koude, wree- de intelligente gezicht van Comerio naar dat van zijn vriend. De woorden schenen Carlo te treffen. Hij bleef een oogenblik met zijn hand aan de deurknop staan, maar terstond een kalmte herwinnende die on der deze omstandigheden meester lijk waB, kwam hij naar voren, groette Comerio op zijn plechtstatige Itali- aansche manier, en deed al zijn best om, gedurende het geheele bezoek van Comerio, het gesprek gaande te houden. Sardoni was hem hierin niet weinig behulpzaam, door op zijn luch tige, zorgelooze manier een kruisvuur van grappen en bon mots te openen, terwijl hij al dien tijd het zonderlin ge drietal bestudeerde, dat onder zijne oogen een zoo ernstig drama speelde: Nita zenuwachtig en gejaagd; Comerio, met zijn minachtenden haat, en verachtelijke liefde, die nu en dan onder het dunne masker van gewone beleefdheid uitkwamen „de dolende ridder" zelf, met zijn mannelijk, le vendig gelaat, en zijn benijdenswaar dig talent om het juiste antwoord te geven op den rechten tijd. Voorzeker, Comerio won dien mid dag weinig; maar zijn vervolging had Anita aan het wankelen gebracht, en hoewel Carlo er niet achter kon komen of zij hem nog ergens anders zag dan in de wachtkamer, als er anderen bij waren, toch was hij zich bewust dat er nooit een tijd was ge weest, waarin zijn hoop zooveel kans liep verijdeld te worden. Het was hem eene uitkomst toen zij Londen weder verlietenin de pro vincie, gevoelde hij, hing het zwaard niet zoo vlak boven zijn hoofd. In- tusschen verergerde zyn hoest, en hij begon er zeer zwak uit te zien, ten minste, zoo dachten Gomez en Sardoni, de eenigen die wezenlijk op hem letten. Op zekeren avond, te Birmingham, gelukte het Gomez zijn vijand den scherpsten steek toe te brengen, dien hij nog ooit ontvangen had. Eeuige dagen was Carlo in het geheel niet bij stem geweest, en dezen avond wist hij, dat hij slechter dan ooit gezongen had. Hij kwam in de wacht kamer, ontstemd en doodmoê. Gomez, Sardoni, Nita en twee of drie ande ren, zaten om het vuur bijeen. Ter stond begon Nita hem op haar oudere- zuster-achtige manier de les te lezen „Gij hebt afschuwelijk gezongen, Carlo!" riep zij hem toe, terwijl zij haar klein, net geschoeid voetje dich ter bij het vuur bracht, en met een alles behalve vriendelijk gezicht haar heldere, koude oogen naar hem op sloeg. „Gij hebt mij in het laatste tooneel geheel van mijn stuk gebracht. Het is onverdragelijkl" „Het spijt mij wel dat ik u ge hinderd heb 1" zeide hij, met dien droeven blik die tegenwoordig altijd op zijn gelaat kwam, als Nita hem aanviel. „Ontmoedig hem niet; dat is niet mooi tegenover iemand die pas be gint!" zeide Gomez. „Kijk, Donati, daar hebt ge een critique over uw Rigoletto in de Avond Editie." En met een sarkastische buiging reikte hij hem 1 et blad aan. „Dat is wat al te erg! te erg!" riepen sommigen, maar zij lachten toch, want de nieuwe baryton had tot nog toe niets dan lof ontvangen, en zij oordeelden dat eene verande ring van spijs wel eens goed voor hem zou zijn, terwijl het voor hen, zonder twijfel, heerlijke kost was! Zonder een woord te spreken, nam Carlo de courant aan, en liep hij het verslag door, wel wetende dat Gomez er zijn aandacht niet op gevestigd zou hebben, ware de critiek guns^g geweest. Het lag niet in zijn aard onverschillig te zijn voor de beoordee ling van de pers; hij hechtte véelaan haar goedkeuring, haar op- en aan merkingen, en trachtte dit nooit te verbergen, ofschoon niets hem zou hebben kunnen bewegen tot buiten gewone middelen zijn toevlucht te nemen ter verkrijging van gunstige recensies. De critiek stond echter in nauw verband met zijn toekomst, en al zijn plannen ten opzichte van Nita's bescherming berustten op zijn welslagenzoodat hij het geheel met Macready eens was, dat „wij niet „„onze geschiedenis kunnen lezen in de oogen van een volk,"" maar in de couranten." „Het is volkomen waar," zeide hij, met een onderdrukten zucht het blad nederwerpende. „Ik heb gisteren avond slecht gespeeld en nog slechter gezongen Zij hebben groot gelijk met mij af te breken." „De zaak is eigenlijk," begon Go mez, een vriendelijk vermanenden toon aannemende: „Gij moest in het geheel niet zingen. Gij zijt ziek, en hebt eenigen tijd rust noodig." „Neen, neen," wederlegde Carlo terstond, „het is niets dan dit akelige klimaatIk zal weer in orde zijn als het warm wordt. Ik ben van plan een Ammoniaphone te nemen, en te zien of gemaakte Italiaansche lucht geen wonderen doet „Nu!" zeide Gomez, „Comerio voor spelt dat hij met September weer met ons naar Amerika gaat, en ik wed dat zijn voorspelling uitkomt 1" Carlo keek naar zijne zuster, en las op haar gelaat blijdschap hij meende zelfs hoop. Dit kwetste hem, zooals Sardoni, die het gesprek had aangehoord, zonder er aan deel te nemen, zien kon. „Heeren en dames voor de laatste akte!" riep de coulissenjongen, en het kleine troepje om het vuur verspreid de zich. Carlo, wiens rol in de opera afge speeld was, verliet met Anita de wachtkamer, en bracht haar tot de coulissen. „Ik hoop dat ik bij u zal kunnen blijven," zeide hij op zachten toon, gevoelende dat hij een vriendelijk woordje uitlokken moest, hetwelk den blik zou tegenspreken dien hij vrees de op haar gelaat gezien te hebben. „Zoo antwoordde zij, op koelen toon. „Het doet mij wezenlijk plei- zier te zien hoezeer u het nieuwe leven bevalt. Ik dacht dat, nu uw stem zoo verminderd is, gij wel blij zoudt zijn als Merlino tegen het eind van den zomer uw verbintenis liet eindigen. Wat mij betreft, ik zou het wel willen." De bittere toon van afkeer waarop zij dit zeide was meer dan hij kon dragen. Hij wendde zich af, en sloot zich op in de kleedkamer, waar Sar doni hem een oogenblik later vond, met zijn armen op den schoorsteen mantel geleund, zijn gelaat in zijn handen verborgen, en geheel ontdaan van het snikken. „Maar beste Val 1" riep zijn vriend uit, „heeft die beroerde Spanjaard u weer getergd?" „Ga heenriep Carlo in het Ita- liaansch, op heftigen toon. „Gy kunt het niet begrijpen!" „Ik laat mij hangen als ik ga!" zeide Sardoni, en legde zijn hand op Carlo's schouder. „Och! wat zijt gij toch onnoozel! Denkt gij dat een Engelschman nooit tranen stort? Ik weet wat het geweest isGomez was het niet Madame Merlino heeft u zooeven iets onaangenaams gezegd!" Carlo lichtte het hoofd op, greep met de handen in zijn dikken haar bos, en terwijl zijn gezicht nog weg gedoken was, zeide hij met een stem die hij tevergeefs trachtte niet te doen beven „Zij hoopt dat Gomez gelijk zal hebbenZij hoopt dat ik weggaan zal 1 Het helpt alles nietsik kan niets voor haar doenniets „Kom, kom 1" troostte Sardoni. „Hoor eens hier; van avond helpt het u toch niet; al wilt gy, gij kunt niet geregeld denkenDie critiek speelt u steeds door het hoofd, en het slechte onthaal dat gij zooeven gehad hebt, en die Gomez, en natuur lijk honderd dingen meerZet alles tot morgen van u af; ga wat oesters met mij eten, en dan als een goed Chris ten naar uw bed." Carlo deed zijn best kalm te zyn, en wandelde spoedig arm in arm met Sardoni naar huis; zijn hoed over de ooren getrokken. „Om u de waarheid te zeggen, oude jongen! gij zijt een beetje te gevoelig om met menschen als Gomez en Comerio in aanraking te komen," zeide Sardoni. „En toch, als gy niet zoo overgevoelig waart, zoudt gij nooit kunnen handelen zooals gij doet, dus snijdt het mes aan beide kanten!" „Ik voor mij zou het liever noemen dat ik te fijn van huid ben," sprak Carlo, zijn gewonen toon hernemende. „Geef eenmaal toe aan een gevoelige zijde, en gij zijt verloren! Ik weet niet hoe ik straks zoo zenuwachtig heb kunnen zijn. Die oostenwind speelt iemand verduivelde parten. Wanneer denkt gij dat hij verande ren zal?" „O, al vrij spoedig!" zeide Sardoni, zijn verbeelding latende werken, want zij waren nog niet door de helft van Maart „Gij gelooft toch niet dat het waar is wat Gomez zeide? gij gelooft toch niet dat ik mijn stem verliezen zal?" vroeg Carlo, vol verlangen Sardoni de vrees te hooren tegen spreken die hem dagelijks grooter kwelling werd. „Geen oogenblik!" riep de En gelschman vroolijk, „het is niets an ders dan het klimaat! Houd moed, oude jongengij zult er spoedig door heen zijn, en dan lacht gij dien Co merio en den geheelen troep uit! Gij kunt verzekerd zijn dat Merlino u- zoo spoedig niet zal laten gaan. Lieve tijd! gij zijt troef-aas voor hem!" En al dien tijd wist Sardoni dat zijn vriend op het punt was doodziek te worden, en Carlo zelf vreesde het evenzeer, en toch vond hij er een zekeren troost in, zijn bezorgdheid te hooren wegredeneeren. Wij zijn allen wel eens blijde ge weest door een moeielijke période in ons leven heen te komen, met behulp van illusies, zelfs al hadden wij een vaag vermoeden dat deze niet meer dan hersenschimmen waren!... (Wordt vervolgd) Gedrukt by DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1896 | | pagina 6