HAARLEMSCH Wereldkroniek, Eerste Blad. No: 74 Ditgave van DE ERVEN LOOSJES. Gedempte Oudegracht 84 Achttiende Jaargang. 144 met AMSTERDAM. van ZATERDAG 12 September 1896. Mei Vereen, tet bevordering van Zondagsrust. Doet Uwe inkoopen liefst niet •p Zondag. Waarom zoudt gij geheel onnoodig de Zondagsrust van anderen storen? Ho. 76 Nieuwsberichten. ÏÏLEPHOONNUMMER TELEPHON1SCHE VERBINDIN8 ABONNEMENTSPRIJS Per drie maandenf ,25. s franco p. post ,40. Afzonderlijke nommers 3 centen per stnk. Prijs per Advertentie van 1-5 regels f 0.25, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT: Dinsdag- en Vrijdagavond. Advertentiên worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. Het Bestuur der Afdeeling. VAN DE is direct na uitgave voorhanden inden Boekhandel van DE ERVEN LOOSJES. Prijs 10 Cents. Eerste Kamer. In de zitting van Vrij dag verklaarde de heer Fokker, dat hij vóór het ontwerp zou stemmen, niet omdat hij de wet eene nationale vindt ze gaat zijns inziens niet ver genoeg hij ziet er slechts een gevolg in van den uitslag der verkiezingen na de ontbinding. Maar als hij vóór stemt, dan doet hij dat alleen omdat hij wil nemen wat hg krijgen kan, wat hem verstandig voor komt. De heer Wertheim acht dit ont werp eene logiesche konsekwentie van de verkiezingen. Hij beschouwt het niet als een finale, niet als eene pacificatie, maar als een kompromis, en hij zou er vóór stemmen, omdat de wet geboden is door de omstandigheden, omdat ze eene daad is van rechtvaardigheid en door 's lands belang vereischt. Wij hebben, beweerde Spreker, veel te lang gedraald met de uitbreiding, waarop het volk recht heeft, en hij vreest noch het klerikalisme, noch het protektionis- me. Blijkt het land klerikaal te zijn, dan mogen de liberalen de meerderheid niet behouden. Maar is het land niet klerikaal, dan moet het uit zijn met de praatjens over klerikalisme, waaraan hg niet gelooft. We hebben tweemaal een klerikaal ministerie aan 't werk ge zien, en op grond daarvan durven wij wel een derde afwachten. Een wat be treft het radikaal-socialisme, Spreker heeft daarvoor geen vrees, met het oog op het gezond verstand der natie. Voor de oplossing van arbeiders- en andere kwestieën zijn nieuwe elementen nuttig en noodig. Uitbreiding zal niet nadee- lig zijn voor de dynastie, met het oog op de warme gehechtheid der mingé- goeden aan H. M. de Koningin, die zich alom openbaart. Een paar fluitjens zijn slecht dissonanten, die het volle akkoord te meer doen uitkomen. Spreker had gaarne geziendat de zoom van het kiesrecht ruimer ware genomen; maar hij wil nemen wat te krijgen is, en laat het aan de nieuwe kiezers over, verder te zorgen. Hij acht het niet de taak der Eerste Kamer eene wet te verwerpen, omdat zij niet ver genoeg gaat. De heer L. v. Nispen zou ook vóór de wet stemmen, omdat ze met medewer king der Kroon is voorgesteld en een noodwendig gevolg is der omstandig heden. Hij mist den moed, om deze wet te verwerpen. Alleen had Spreker gaarne gezien, dat beter gezorgd ware, dat be zadigde elementen niet van de stembus werden gehouden, en dat tegen omkoo- perg strenger ware gewaakt. Hij had gaarne stemplicht gezien als middel om in deze bezwaren te voorzien. Ook op perde hij nog eenige bezwaren tegen de wijze van kandidaat stellen. De heer van Lier sprak zijne waardeering uit over de werkzaamheden des Ministers. Hij is vóór uitbreiding van het kiesrecht zoover de Grondwet toelaat, en hij zou ook voor het ontwerp-Tak gestemd hebben, maar hij gaf aan het tegenwoordige ontwerp de voorkeur, omdat het pozi- tieve kenteekeuen stelt, en niet nega tieve. Spreker acht uitbreiding noodza kelijk, als eene daad van rechtvaardigheid en hij vreest er geen gevaren van. De heer Regout had wel met de wet mee kunnen gaan, indien daarin de kiesplicht ware opgenomen. Nu zou hij tegen moeten stemmen. De heer Sassen vindt de wet uitnemend en sympathiek; hij noemde ze zelfs een monument van goede wetgeving. Toch zou hg tegen stemmen. Door het niet invoeren van stemplicht en meervoudig kiesrecht, die zoo heilzame korrektieven, is er thans geen kwestie van finale regeling, en Spreker hield het er voor, dat de gevolgen van aagneming veel nadee- liger zullen zijn dan die van ver werping. De heer van Weideren Ren- gers achtte uitbreiding gewenscht, en hij beriep zich op de geschiedenis, die bewijst dat alle vreesaanjagingen 40 jaar geleden bij de toenmalige kies wet niet zijn uitgekomen. Van uitbrei ding verwachtte Spreker grooter ener gie van de meergegoeden. De heer Schimmelpennink van der Oye legde namens zijn antirevolutionaire vrienden eene gemeenschappelijke verklaring af, inhoudende, dat zij, ofschoon rekening houdende met de omstandigheden en uitbreiding wenschende, geneigd zouden geweest zijn vóór te stemmen, indien de gezinshoofden als kenteeken van ge schiktheid waren opgenomen, en de regeling der kiesbevoegdheid voor alle kolleges niet gezamentlijk ware geschied en precies in denzelfden zin, wat Spreker eene staatkundige fout noemt. Daarom zgn hij en zijne vrienden verplicht thans tegen te stemmen. De heer Albarda van Ekenstein verklaarde zich vóór de wet omdat ze geeft wat op het oogenblik mogelijk is, en omdat hij ze acht te zijn in het belang van Vaderland en Kroon. De heer van Zinnicq Bergmann zou tegen stemmen, uit vrees voor de gevolgen. De heer van Swinderen zou vóór stemmen, en richtte tot de Minister eenige .vragen betreffende de techniek van het ontwerp. De heer Franssen van der Putte verklaarde zich vóór het ont werp, ondanks het hoofdbezwaar, de Bplitsing der gemeenten. Spreker achtte de uitbreiding gewenscht, en ontkende de gevaarlijke gevolgen, met het oog op de ordelievendhnid en de Oranjegezind heid des volks. Moge zeide Spreker hopen en bidden wij dit dejeugdige Koningin in staat zijn aan alle verwach tingen te voldoen, het voorbeeld nemen aan haar Vader, wat de konstitutioneele praktijk betreft, en met de eigenschap pen van haar geslacht streven naar eenheid van binnen en kracht naar buiten. Spreker verwacht geen buiten gewone dingen van deze wet, maar hij heeft nog veel minder vrees voor de gevolgen. Hij zou het eene zeer groote fout vinden het kiesrecht te weigeren. Hij acht het verstandig en staatkundig het te geven. In de zitting van Zaterdag nam de Min. van Binnenl. Zaken het woord. Hij begon met den heer Sassen te danken voor den lof door hem aan het ontwerp gebracht, dien hij ook aanvaardde voor zijn voorganger. De Min. was van oor deel, dat de wet ver genoeg ging, en verklaarde, dat hij voor zich niet zou streven naar verdere verlaging van de eischen van bekwaamheid en geschikt heid. Wat de opmerkingen van den heer van Alphen betrof, ook de Min. zou liever de militairen buiten de verkiezing hebben gelaten, doch de grondwettelijke bepalingen verbieden dit, en men moet daarin berusten. Verschillende andere détail-opmerkingen beantwoordende, konstateerde de Min., dat de nietigheid van stemmen, uitgebracht op niet-kan didaten een noodwendig gevolg is van het aangenomen stelsel, en evenmin at te keuren als thans de nietigheid van dergelijke stemmen bij herstemmin gen. Door verschillende leden was ver klaard, dat zij niet hunne stem aan deze wet zouden geven. Een groep deed dit in een manifest, dat weinig hoop gaf hen tot een ander gevoelen te brengen. Zg wénschten een huismans kiesrecht. Anderen wenschten stemplicht, nog weer anderen meervoudig stemrecht, al het welk de Min. rechtstreeks of minder rechtstreeks in strijd achtte met de Grondwet. Wat den stemplicht betreft wees de Min. er op, dat de ervaring in België nog volstrekt niet uitspraak had gedaan; eerst later zou beoordeeld kunnen worden, of deze vrijheidsbeper king geslaagd is. Tegenover den heer Muller verklaarde de Min. alleen voor een twee-kamerstelsel te zijn, als de rechten van beide Kamers verschillen; anders zou hij geen recht van bestaan zien voor de Eerste Kamer. De Min. konstateerde, dat zijn ontwerp het meest nadert tot het Engelsche attributieve stelsel, en evenals daar 65 pet. kiezers maakt; dat deed ook het ontwerp-Tak behoudens het schrijfstelsel. De ken- teekenen in 's Ministers ontwerp zijn ter goeder trouw gekozenze zijn zelfs door hern zoo veel mogelijk uitgebreid, maar hg zal nooit besluiten rechtstreeksche politieke invloed toe te kennen aan het verarmde deel der bevolking. Deze uit breiding van het kiesrecht zal goed werken. Ook de uitbreiding van 1887 heeft zeer goede vruchten opgeleverd. Ze heeft ons ons stelsel van direkte be lastingen laten herzien, wat geen enkel ander land heeft kunnen doen. De Min. ducht niet een nieuwe kiesrecht-agitatie en verwacht die volstrekt niet bij de aanstaande stembus. Ten slotte wees de Min. er op, dat de liberalen schier een parig adhezie betuigd hebben, behalve de heer Muller. Dit laatste betreurde hij zeer. Immers heden neemt de kies- rechtstrijd een einde en vangt de stem busstrijd aan, en daarbij moeten alle liberalen, om de gevaren van protektio- nisme en klerikalisme te bestrijden, voor welke de heer Muller beducht is, maar de Min. 'niet minder. Hij wekte tot die eensgezindheid op. De Kieswet werd daarop aangenomen met 34 tegen 12 stemmen. Tegen stem den de heeren Engelherts, Godin de Beaufort, Muller, Schimmelpenninck van der Oye, Regout, Prinsen, Merkelbach, Sassen, Magnée, Melvill van Lijnden, van Zinnicq Bergmann en Pijls. De Kamer is daarna uiteengegaan. De Kieswet is Maandag door H M. de Koningin-Regentes bekrachtigd, en verschijnt deze week in het Staatsblad. Het nut van mollen als verdelgers van insectenlarven heeft men nog dezer dagen te Dirmingen en Berschweiler (Rijnpruisen) met schade leeren erken nen. De overheid in die plaatsen loofde sinds eenige jaren een premie van '10 pf. uit voor iederen gedooden mol. De dorpsjeugd ging ijverig op jacht, en ten slotte had zij de ondergrondsche gravers bijna geheel uitgeroeid. Maar het duurde niet lang, of de landbouwers begonnen het nadeel daar van te ondervinden. De vroeger zoo welige weilanden, die altijd een rijken hooioogst opleverden, worden dor en schraal vernield door de vele wormen onder den grond. Nu neemt men maatregelen tot be scherming van de vroeger zoo mikkende weldoeners. Een rechtstreeksche afstammeling van Maarten Luther is dezer dagen te New- York overleden, namelijk J. F. Luther, pianofabrikant aldaar. Hij werd in 1808 te Alsar bij Wisslar geboren en hij woonde sinds 1837 te New-York. Een arme man te Malstalt (distr. Trier), die geen onderkomen meer had, heeft dezer dagen aan keizer Wilhelm, die peet is over een zijner kinderen, een buiten dienst gestelden spoorweg- waggon gevraagd, om in te wonen. De Keizer heeft voldaan aan het ver zoek en den daklooze een waggon 3e klasse geschonken. Maar nu heeft de man nog eenig bezwaar met de vervoer kosten van den wagen naar de plek waar hij hem kan plaatsen. Hij hoopt natuurlijk dat de keizer ook daarin zal voorzien. Ter gelegenheid van het vertrek der Spaansche troepen naar Cuba werd een plechtige mis gehouden, die ook door den koning werd bggewoond. De geeste lijke verklaarde dat de koning het be treurde, zgn soldaten zelf niet ter overwinning te kunnen voeren. Koning Alphons XIII is 10 jaar. Uit Rome wordt aan de Standard geseind, dat de Paus heeft geweigerd het huwelijk van den kroonprins van Italië te doen inzegenenen door een kardinaal. De koning moet nu besloten hebben dat het kerkelijk huwelijk zal worden voltrokken door zijn eigen aalmoezenier. Voor het overbrengen van koningin Victoria en haren hofstoet naar Balmoral, het landgoed in Schotland dat de koning in telken jare voor korten tijd betrekt, betaalt de koninklijke kas aan de spoor wegmaatschappij twee en zeventig dui zend gulden. In aanmerking genomen de stoornis, die de gewone treinenloop hierdoor ondervint, wordt deze som niet buitensporig hoog gevonden. Vrijdag werd op het Apeldoornsche kerkhof aan den schoot der aarde toe vertrouwd het stoffelgk overschot van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1896 | | pagina 1