Wereldkroniek,
Mei. Vereen, tet bevordering
van Zondagsrust.
No. §5
No. 92 Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 84 Achttiende Jaargang.
van ZATERDAG 14 November 1896.
Nieuwsberichten.
ULEPHOONlfüMMSK TT A A Iff l¥l pH! TELEPHON1SCHE VERBINDING
■j 4. b&JL e&S» JkJtim JL-£**4 «AunJ «&&JL c£J$s mat AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenf ,25.
franco p. post —,40.
Afiwnderlijke nommers 3 centen per stuk.
Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentim worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG cfos middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Doet Uwe inkoopen liefst niet
•p Zondag. Waarom zoudt gij
geheel onnoodig de Zondagsrust
van anderen storen?
Het Bestuur der Afdeeling.
VAN DE
is direct na uitgave voorhanden in den
Boekhandel van DE ERVEN LOOSJES.
Prijs 10 Cents.
St. MCOLAAS.
Sedert den tjjd der winkel paleizen en
de enorme spiegelruiten is de kunst van
uilstallen een nieuw stadium ingetreden.
Reeds had de invoering van het gaslicht
den eersten stoot gegeven aan het laat
openstellen van winkels en magazijnen,
want als men oude winkeliers hoort
vertellen van de wijze waarop zij zaken
deden, dan verneemt men steeds met
eene hatelijkheid op den tegenwoordigen
1jjd „om negen uur hadden we ge
sloten." Dat kon in dien tijd doorloopend
geschieden, eerstens omdat de toen in
gebruik zijnde olielampen deteverkoo-
pen voorwerpen niet flatteerden en ook
omdat het publiek toen huiselijker was.
Men zocht het in dien tjjd meer in den
huiselijken kring, misschien wel, omdat
de straat wegens slechte verlichting
's avonds alle aanlokkelijkheid miste.
Dat die verregaande huiselijkheid der
vaderen ook wel zijn tegen zal gehad
hebben is te begrijpen.
De winkelramen of kasten hadden
meer roeden dan ramen, soms deed
zoo'n uitstalkast meer dienst om win
kelzaken uit den weg te zetten dan om
uit te stallen en menig Haarlemmer zal
zich nog herinneren, dat da winkelier uit
den tjjd van voor veertig of vijftig jaren
steeds dezelfde voorwerpen ten toon hing;
bij den kaarsenmaker steeds kaarsen,
lang en recht en wit en dan kwam er
tegen Nieuwjaar nog een driekoningen
kaars bij, ten bewijze dat hij zulke
drievlammen ook verkocht. De boekhan
delaar verwisselde ook niet dikwijls. In
een boekwinkel op het Verwulft dezelfde
boekjes, waar alleen de leesgrage jeugd
soms een kijkje nam om te zien of er
van een boekje al eens een ander plaatje
was opgeslagen. Dan was daar dicht bij
op den hoek van de Oude Gracht
men dacht er nog niet aan haar te
dempen een koekwinkel, daar lagen
steeds dezelfde drie ovale koeken met
op ieder vier reepen sucade. Een tabaks
winkel, daar ook dicht bij, liet steeds
zien twee bossen ongekorven tabak en
vier elkander kruisende Goudsche pijpen
en zoo zoude nog wel een dozijn kun
nen vol gemaakt worden betreffende
étalages van allerlei genre.
De oude lui stierven, of althans zij
verdweenen, hunne opvolgers zouden
het wel beter doen. Eerst gaslicht, toen
de kleine vensterruiten plaats gemaakt
voor groote en daarvoor uitgepakt wat te
koop was, meestal zonder eenigen smaak
en, de nieuwste mode van dien tijd vol
gend, alles voorzien van prjjsetiketten.
Met het meerdere aan den weg timmeren
van den winkelier kwam ook des avonds
nog ander publiek op straat, dan de
jongens van de teekenschool in het Pand
of de dienstmeisjes die hun avondje
hadden.
En zoo kwam men er langzamerhand
toe om de winkels laat open te houden,
tot bate ook van de straatverlichting,
welke toen uit der aard, natuurlijk nog
alles te wenschen overliet. Menig Haar
lemmer, die niet al te jong is, herinnert
zich de olielantaarns en den typischen
lantaarn-opsteker met witten kiel, inden
winter den karpoetsmuts, 's morgens ge
wapend met een twintigliter oliekan
wij schreven toen nog olijkan
en een oliemaatje. De winkellichten
telden in dien tjjd mede. Nu niet meer?
Tegen St. Nicolaas kwam er wat leven,
wat beweging in de stad. Maar wat was
toen de St. Nicolaas bij nu! Er waren
b. v. b. mensehen, die zich ten opzichte
van dien dag plaatsten op het voetstuk
van geheel onthouding wegens..ge
moedsbezwaren, alsof het door daden
eeren van een goed man een Gode on
welgevallig werk was, en er waren er
ook, die niet mêe feestten als een zuinig
heidsmaatregel, doch, en dit moet tot
eer van onze grootvaders gezegd, de
gezinnen der behoeftigen werden in den
regel niet vergeten, vooral waar het gold
het gezin van een oude dienstbode of
een oude getrouwe van vader of groot
vader, wat alweer aanleiding gaf tot de
gedachte, wij zijn nog niet vergeten
entot meer onderlinge waardee
ring, dan tegenwoordig meer en meer
aan de orde is. Men kende toen in 't
algemeen meer zijn eigenlijke plaatsin
de maatschappijde baas bleef de baas
en de knecht zijn ondergeschikte, maar
als 't er spande, óf bij den baas óf bij
den knecht, dan ouden van dagen
zullen zich gevallen van dien aard her
inneren vloog men voor elkaar in
'tvuur.
Hoe is 't zoo anders geworden 1 Hebben
hoogere loonen, heeft meerdere weelde
dezen ommekeer teweeg gebracht? Ligt
de schuld bij den baas of bij den knecht?
Aan beiden! En er zijn er wel die de
jammerljjk veranderde omstandigheden
toeschrijven aan haar, die in zeker op
zicht staan buiten de kwestie; aan de
vrouw van den baas en aan de vrouw
van den knecht. Wat hiervan aan is,
mogen de wederzijdsche vrouwen maar
eens samen uitvechten.
Bij 't gaslicht en de winkelruiten was
ik. Nu, de meerdere kunstsmaak van
den hedendaagschen winkelier, gepaard
aan den toenemenden drang der con
currentie en deze beide ondersteund door
betere verlichtingsmiddelen, geloof ik,
dat hebben medegewerkt tot smaakvoller
étalages.
Dat in deze de galanterie-winkels den
toon aangeven, is verklaarbaar. Aan de
menigte hunner artikelen het een en
ander te ontleenen, dat te samen een
goed geheel vormt, lijkt zoo lastig niet
maar probeer 't eens en ge stuit op
allerlei moeielijkheden wat vorm en kleur
betreft; eindeloos verschikken is er ge
volg van. Hier slaat een schelle kleur
de omgeving finaal dood, daar werkt, een
te groot of te klein voorwerp schadelijk
op de schoonheid van iets dat men be
paald wil in 't licht stellen, dan weer
blinkt of schittert iets anders meer dan
noodig is om de omringenden niet geheel
te overschitteren.
Als voorbeeld van goede étalage ten
opzichte van verlichting der artikelen
zou bier mogen genoemd worden het
uitgebreide magazijn, hoek Groote Hout
straat en Paarlaarsteeg. Nu werkt hier
alles mede, de enorme ruimte, de groote
keuze van étalage-artikelen en de mooie
verdeeling van licht, maar men hebbe
respect voor de wijze waarop daar van
beiden is partij getrokken.
Van anderen aard is de étala'ge bij
Lamp, Barteljorisstraathier was te
overwinnen het meer gedrukte van de
winkelramen, terwijl de veelsoortigheid
der artikelen aanleiding geeft tot over
lading. Doch als men hier opmerkt een
goede verdeeling naar vorm en een goed
toegepast besef van kleurenkeus, met
een kennelijk streven om de kleureen-
heid niet te doen lijden onder metaal
glans, dan is ook daar veel goeds te loven.
Weer een geheel ander karakter heeft
het uiterlijk van het aloude Haarlemsche
magazijn van Van Ek in de Groote
Houtstraat De étalage is daar in 't
geheel niet pretentieus. Ge vindt er de
meest uiteenloopende verscheidenheid
ten toon gesteld, te begiÜnen rechts met
kinderspeelgoed, opklimmende naar ar
tikelen voor huiselijk gebruik, naar de
luxe artikelen voor huiskamer en salon.
Deze klimax heeft veel voor, maar
schaadt het algemeene overzicht. Neemt
men echter elk der afdeelingen afzon
derlijk, dan bemerkt men een streven
om meer elk voorwerp afzonderlijk tot
zijn recht te doen komen, wat veel
waarde heeft voor hem, die spoedig eene
goede keus wenscht te doen.
Hoe verwisseling van eigenaar of per
soneel van invloed kan zijn op uitstalling,
kan men bemerken aan het magazijn,
vroeger Gunst in de Anegang. Bleef
daar voor een paar jaar zelfs de meest
onverschillige even staan, zich aange
trokken gevoelend door den mooien toon
in de winkelkasten, thans merkt men
bij minder gevoel voor kleur, meer smaak
voor vorm op. Beiden te vereenigen lijkt
makkelijker dan het is.
'Wordt vervolgd).
Een quartet-avond.
Onze stadgenoot de heer W. Robert
heeft Dinsdagavond in vereeniging met
de h.h. Tak, Robert Jr. en de Maaré
de eerste quartet-séance gegeven, die
geljjk bekend is in dit seizoen nog door
drie andere zal worden gevolgd.
Tot hiertoe had onze stad, hoewel
zij van het genot van Kamermuziek niet
verstoken bleef, geen bepaalde Quartet-
Vereeniging, zoodat de avonden, door
het genoemde viertal geboden, als eene
aanvulling mogen worden beschouwd
van het bloeiend muzikale leven, dat
zich in de laatste jaren hier heeft ont
wikkeld.
Met ingenomenheid zal door de mu
ziekliefhebbers het streven van den heer
Robert worden toegejuicht; niet het
minst door hen, die het eenvoudige
strjjkquartet hebben leeren waardeeren
als de schoonste in zich zelve volmaakte
kunstuiting, waarbij de instrumentale
evenredigheid door geen toevoeging
wordt verbroken.
De mate van. die ingenomenheid zal
stijgen, wanneer bovendien de muzikale
behandeling van dezen zuiver belijnden
kunstvorm aan uiterst bekwame handen
blijkt te zijn toevertrouwd.
Naar onze meening heeft het quartet-
Robert te dien opzichte aanspraak op
onverdeelden lof.
De muzikale eenheid in het samenspel
moest wel in de eerste plaats bij de
uitvoering de aandacht trekken. Zij wees
terug en hierin ligt voor eiken kun
stenaar de beste lof besloten op eene
ernstige en toewijdingsvolle voorberei
ding. De even bezielde als zekere leiding
van den heer Robert miste ook hier
hare werking niet Doch niet alleen
aan het keurig ensemble kon het oor
zich te goed doen, het mocht zich tevens
vermeien in eene schoonheid van samen
klank, die zich leende tot de rijkste
effecten.
De quartetten, waarbij de uitvoering
zich voor den eersten avond bepaalde
waren, Schubert (A. kl. terts Op. 29),
Dvorak (Es. gr. terts Op. 51), en Beet
hoven (G. gr. terts Op. 18 No. 2).
De keuze en de volgorde deden een
climax ontstaan, die in Beethoven haar
hoogste punt bereikte. Het Schubertsche
quartet ontleent in het bijzonder zijn
bekoring aan de eenvoudige behandeling
van het bekende zangmotief in het
Andante. Dat van Dvorak is grootscher
van conceptie, hoewel het zich misschien
in de verschillende deelen minder logisch
ontwikkelt. De karakteristieke Hongaar-
sche melodieën met dat eigenaardig
rhytme en die sprekende accentuatie
wijzen als van zelf de herkomst van het
werk aan. Dvorak is van Boheemschen
bloede. Hij werd te Mühlhausen geboren
(4841) en heeft zich o. a. door zijne
Slavische dansen algemeene bekendheid
verworven.
Boven Schubert en Dvorak verhief
zich verre het werk van Beethoven, No.
2 van de zes quartetten onder het opus
tal 18 bekend. De uitvoering van dit
verrukkelijk quartet een der werken
die, mede uit des meesters eerste rijp
heid gesproten, (het dagteekent van
1799) reeds het gansche genie van den
symphonicus binnen den beperkten om
vang van den quartetvorm kristalliseeren
muntte evenzeer uit door fijnheid
van opvatting, eenheid van nuanceering
als duidelijkheid en klaarheid van figu-
renspel. Grooten indruk maakte het
Adagioin zijn breede melodische vlucht
gedragen door den nobelen klank der
vier snaarinstrumenten. Niet minder
het geestvol Scherzo en het wonderbaar
rijke, ook door contrapunctischen arbeid
zoo boeiende finale.
Met zichtbare ingenomenheid werd
de uitvoering in haar geheel gevolgd,
zoodat de heeren van hun studie veel
voldoening hebben mogen smaken.
Op de tweede séance zullen werken
van Schumann, César Franck en Rubin
stein worden gemaakt. De tweede avond
zal dus niet minder belangrijk zijn.
B.
Tioeede Kamer. De Kamer is weder
vergaderd. In de zitting van Dinsdag
was ingekomen 't bericht van het over
lijden van den heer Cremers, Minister
van Staat en oud-Voorzitter van de
Tweede Kamer. De Voorzitter bracht hul
de aan zijn talentvolle en onpartijdige