HAARLEMSCH Eerste Blad. No. 97. Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 84 Achttiende Jaargang. 144 van WOENSDAG 2 December N ieu wsbericht en. TIliEPHOONNUMMKR telethon1sche vekbindino met AMSTERDAM. ABONNEMENTSPRIJS Per drie maandenf—,25. franco p. post ,40. AJhonderlijke nommers 3 centen per stut, Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT: Dinsdag- en Vrijdagavond. Advertentie», worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten IS ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. „ONZE LEESTAFEL". Onlangs verschenen werken op aan vrage ter bezichtiging te verkrijgen bg De erven Loosjes, te Haarlem. Album (Koningin Wilhelmina) 1897 onder redactie van Fiore Delia Neve geb. 390 Anonymn8. De toekomstige partijen in den Nederlandschen staating. 0.40 BEEN (Joh. H.) Een zeemanszoon uit de Zeventiende eeawing. 0.90 BETTEX (F.) Wat dnnkt U van den Christus? Uit het Duitsch vertaald door J. W. Berkelbach v. d Sprenkel.geb. 1.25 iNatuurstudie en Christendom. Uit het Duitsch vertaald door A. Tap.ing. 2.25 geb. 2.75 COENEN Jr (FRANS) Een zwakke.iDg. 2.50 geb. 2.90 COHEN STUART (A. C. E.) Does. De geschiedenis van een honding 1.50 FALKLAND (SAMUEL). Schetsening 2.25 geb. 2.90 HONIG (MDoornroosj'egeb. 1.25 JOHANNA. Altijd blijde. Een geschiede nis nit het jonge Meisjesleven. .geb. 1.90 KEETELAAR Jzn. (J. L.) Den-Appels. Geldersche Verhalen, met een voorwoord van Prof. J. H. Galléeing. - 2.70 LYALL (EDNA). Hoe de waarheid haar eigen geschiedenis vertelt ing./0.75 geb. tl. MACLAINEPONT (M. W.) Twee Vrouwenbeelden uit vervlogen eenwen. ing. 2.50 geb. 3.25 MEISCHKE SMITH (W Kinderen der Zoning. ƒ1.90 geb. 2.50 Mnziekkalender (Neder) andsche) 1897... 0.90 SCdRöDBR (J. E.) Eerstelingen uit de geschiedenis der Christelijke Kerk.... 0.90 SNIJDER v.WITSENKERKE(M.C. A Kittyirg. 1.75 TREUB(Mr. M. W. F.) De ontwikkeling der staathuishoudkunde .ot sociale eco nomie. Rede uitgesproken bij de aan vaarding van het hoogleeraarsambt in de staathuishoudkunde en de statistiek aan de gemeentelijke universiteit te Amsterdam op den 23sten November 1896ing 0.90 Volksliederenboek (Nederlandscb). Samen gesteld door D. de Lange, Jhr. Mr J. C. M. v. Riemsdijk en Dr. G. KalfF. 134 liederen voor zang en klavier..geb. 1.75 ing. 1.— Bovenstaande werken zijn voorhanden bg de boekhandelaars de es ven Loosjes. St. NICO LAAS. Dichter Bilderdijk heeft zijn gemoed eens lucht gegeven ten opzichte van het Nicotiaansch kruid en onze Hildebrand kon de sigaar niet uitstaan. Hoewel beide groote mannen in dit opzicht vol strekt niet alleen staan, en zij op hunne hand hebben alle huismoeders, natuur lijk sommige Spaansche dames daarge laten, is de koperen keel des eenen en de gladde pen des anderen tot heden gebleven gelijk de stemme des roependen en zoovele malen als het tabakrooken is veroordeeld, even dikwijls is het matig gebruik van geschikte, rijpe tabak, die zorgvuldig behandeld is, voor het gebruik óf aanbevolen, óf onschadelijk verklaard. Aan deze uitspraak houdt zich verreweg het grootste deel van de heeren der schepping en de dames van idem hebben geleerd zich in deze naar het onvermij delijke te schikken. Als alle andere zaken is de luxe ook het tabaksvak binnengedrongen; zie de keurig geëtiketteerde kistjes met de slangachtige monsters van Hildebrand, of de niet verpakte rooktabak in onze winkels. Wie zou er voor een vijftig jaar aan gedacht hebben, zoo mooi met de elegante kistjes en de pakjes te kunnen étaleeren. Dat het nu kan, zie in den snuifmolen, Groote Houtstraat bij den Heer Bertram. Nu is daar goede gelegenheid, maar 'tis ook met goeden smaak gedaan. Juist op het punt waar de Gierstraat de Groote Houtstraat ingiert, is het sigarenpaleis van Langeveld, op een mooi punt en goed uitgestald. Weer in de Groote Houtstraat op een even mooi punt trekt de fraaie étalage van de Kamper firma Boelen de aandacht en een dito in de Anegang, beiden een lust der oogen voor hen, die Bilderdijks antipathie niet deelen. Het Verwulft prijkt ook met iets smaakvols bij van Dobben. Naar men meent troont de oudste tabaksfirma van Haarlem in de Groote Houtstraat, doch wien in deze den palm toekomt, Van der Pigge of Bertram, zou ik niet durven zeggen, wel, dat sedert menschenheugenis daar zulke winkels waren, zij 't dan ook, dat de winkel des laatsten in een ander perceel was. De plaats waar thans de mooie sigarenwin kel van de firma Voet, Kruisstraat, is riekte ook al jaren naar tabak, voordat Voet er woonde. Onder de jongere broederen wqs ik nog even op de aardige étalage van Van Ghert in de Kleine Houtstraat. Hij heeft er slag van zijne artikelen aardig te rangschikken. Verder krioelt het in de stad van sigarenwinkels. Waar men zjjn bepaald merk het best kan koopen, behoeft niet aangewezen te wordende Heeren roo- kers weten dit zelf 't beste en hunne vrienden, die hun met de St. Nicolaas een geurig cadeau willen zenden, kun nen er wel achter komen, wat in deze het meest gewenschte is. Pijpen zijn in mooien vorm te zien bij Federmann, Groote Houtstraat, ter wijl hij of zij die noodig heeft de oogen te beschutten tegen tabaksrook, of om andere redenen, aan het zelfde adres terecht kan voor brillen, lorgnetten, monocles. Het weer heeft zich de laatste dagen goed gehouden. Een schraal, droog noordewindje met een beetje vorst, maar dat hoort er zoo bij, meenen de ver- koopersbeter zoo dan morsige straten die doen meer kwaad aan den verkoop dan de felste kou. En dan, als 't weer zoo guur is, wil men nog wel eens gemakkelijker denken aan den arme, die in gewone tijden al niet dadelijk voor zijn pleizier op de wereld is en dus in den winter met luttele verdiensten en veel behoeften, in de eerste plaats aan kleeding en brand stof, met weemoed vrouw en kinderen ziet verkleumen en een mensch is niet altoos even gelaten een wrok in het hart voelt opkomen tegen hen, die 't zooveel beter hebben. St. Nicolaas, dien wij nu eenmaal gestoken hebben in 't kleed van een vriendelijken weldoener, al hebben wij hem soms wat onhebbelijke manieren doen vertoonenSt. Nicolaas, werke tot het goede bij den gezegende in den lande, dan zal het den minder be deelde stemmen tot mildere levensop vatting, tot het besef dat arm, doch niet vergeten te zijn, dragelijk is. In een der Haarlemsche bladen kwam Donderdag avond een aardig, welge meend gedichtje voor. Het handelde over het kind der armen en wekte op tot goede gedachten in deze. Maar't versje kwam een dag vroeger te voorschijn dan was verzocht, daarom plaatsten wij het nietniettegenstaande 't ons verzocht was. Het was waard gelezen en over dacht te worden door velen, door allen. Jammer, dat soms door voorbarigheid of misverstand goede dingen niet den steun ondervinden, dien ze werkelijk verdienen. Men zou echter de feest stemming door een bits woord kunnen bederven, dat is niet de bedoeling en daarom steken wij er nu maar een speldje bij, om te zorgen, dat wij ons later niet weer aan iets dergelijks behoeven te ergeren. Tweede Kamer. Bij hetDonderdag voort gezet debat verklaarde de Min. van Kol. voornemens te zijn, invoering van de opiumregie over geheel Java ter zijner tijd bij afzonderlijke wet te zullen voor stellen, nadat de heer Bool had aange maand tot voorzichtigheid in deze aan gelegenheid, en de heer Boolen Pijnacker Hordijk er op had aangedrongen om die algemeene invoering niet te lang uit te stellen. Bij art. 28 (verlofs- en nonaktivi- teits-traktementen) klaagde de heer Bool over de sterke stijging dezer uitgaven, en vroeg nadere specifikatie. Ook trad hij in eenige beschouwingen over het civiel weduwen- en weezenfonds, en klaagde hij over de verhooging der be drage. De Minister antwoordde en beloofde te zullen overwegen, ot de gevraagde specificatie mogelijk is. Hij betoogde de noodzakelijkheid van de verhooging der bijdrage voor het civiel weduwen- en weezenfonds, waarop de heer Bool er op wees, dat de Min. voor het militaire fonds de staatskas had aangesproken, wat hij niet had gedaan voor het civiele. Spreker noemde dat me ten met twee maten. De Min. ontkende dat, en wees er op, dat de militairen veel meer blootstaan aan sterfgevallen, en daarbij was staatshulp gerechtvaar digd. Bij art. 34 A reorganisatie der ■politie op Java en Madoera) maakte de heer Bool daaromtrent eenige opmerking, en verklaarde de heer Pijnacker Hordijk, dat deze reorganizatie groote teleur stelling bij hem had gewekt. Tegenover deze Sprekers verdedigde de Min. den voorgestelden maatregel als een stap in de goede richting en een streven naar het bereikbare. Het art. werd goedge keurd. Bij art. 35 Inlandsch Bestuur) drong de heer van Vlijmen krachtig aan op het tegen gaan van den verderfe- lqken invloed der Chineezen op Java, door beperkende voorwaarden tot toe lating te stellen en door beperking op verbod van grondbezit in het binnen land. De Min. antwoordde, dat de heer van Vlijmen behoorde tot de sChina- pholen"hij echter is neutraal. Hij wees er op, dat er slechte Chineezen zijn, maar ook uitstekende, en dat wij aan de aan wezigheid van de Chineezen in Indië veel te danken hebben. Door de opium regie zal de invloed van Chineezen in het binnenland veel verminderen; geheele uitsluiting echter ware ongewenscht. De Indiesche Regeering doet wat noo dig is, om te voorkomen, dat de toevleed van Chineezen verderfelijk zou worden. Zoolang de Min. aan 't bestuur is, zal hij geen drijfjacht tegen de Chineezen houden, maar hen gastvrij blijven ont vangen, als anderen. De heer van Vlijmen was blijkens zjjne repliek, niet tevreden gesteld door het antwoord van den Minister. Bij art. 47 (Jo^ie)stelde de heer van Limburg Stirum de magere resultaten van het Bijclag stelsel in het licht, dat volgens hem, eer de onbillijkheden voor den inlander heeft vermeerd dan weg genomen; veel beter achtte hij verhoo ging van plantloon. Spreker betoogde, dat de Goevernements- Koffie-Kultuur steeds meer afnam, en dit zou blijven doen, als men haar niet tot volkskuituur maakt. De heer Hintzen wees op het groote verschil tusschen de Regeering en haar officieele advizeurs voor koffie- kultuur, omtrent de wijze der bewer king der beschikbare gronden. H\j vrees de, dat de koffie-kultuur geheel zou verdwijnen. De heer van Gennep wensch- te handhaving der kuituur, totdat Java produktiever zal zijn gemaakt, tengevolge van aanleg van verkeersmiddelen. Hij maakte zich niet zoo ongerust over de koffie kuituur, maar was nog even sterk gekant tegen dwangkultuur als vroeger met deze uitzondering, dat die dwang kultuur nu ten bate van Indië wordt gebruikt, vroeger voor Nederland. De heer Rutgers van Rozenburg kwam op tegen de bewering van den heer van Gennep, dat men zich niet ongerust behoeft te maken over de koffiekultuur. De oogsten nemen geregeld af, niet in eén jaar, maar' in een doorslag over een reeks van jaren. Dat zijn, zeide Spreker, geen redeneeringen, maar feiten. De heer van Vlijmen wees er op, dat de particuliere tuinen driemaal meer opleveren dan de Goevernementstuinen eu volgens Dr. Burck, den wetenschap- pelijken advizeur der Regeering, komt dat, omdat men de Goevernementstuinen verkeerd bewerkt. De heer van Gennep begreep niet, waarom de heer Rutgers zich zoo boos op hem had gemaakt, alsof hij een Atjeher was. Hjj had zich alleen verdedigd tegen de legende alsof hij voor de dwangkultuur zou zijn. De Min. van Rol, konstateerde, dat het bijslagstelsel in Ntderland was uitge vonden, dat de toepassing van dit stelsel zeer moeilijk is, en nog moeilijker wordt gemaakt door de vele gegevens en staten, welke deze Kamer verlangt. Naar 's Mi nisters overtuiging moet de gedwongen kuituur langzamerhand volkskuituur worden. Aan verhooging van den inkoops prijs der koffie valt niet te denken, afschaffing van het bijslagstelsel is on mogelijk gemaakt, daar de bevolking zou gaan twijfelen aan de goede trouw der Regeering. Op de vraag van den heer Bee)aert8 van Blokland, of de bewering van den heer van Limburg Stirum juist was, dat de toepassing van het belas tingstelsel zoo slecht is, beloofde de Min. dit nader te zullen overwegen. Bjj art. 49 (Boschwezen) drong de heer Bool er op aan, om zonen van inlandsche hoofden op te leiden tot adjunkt hout- vesters. De heer de Beaufort Amsterdam betwijfelde, of de financieele uitkomsten der voorgestelde organizatie wel zeker waren. De heer van Karnebeek gaf den Min. uitdrukkelijk in overweging bij de nieuwe regeling niet op den voorgrond te stellen het financieele belang, maar het veel grooter belang van het instand houden van de bosschen met het oog op de vruchtbaarheid van den bodem. De heeren de Beaufort (Amsterdam) en Cre- mer drongen er bg den Min. op aan, om de reorganizatie afzonderlijk voor te stellen bij speciale suppletoire be grooting. Laatstgenoemde achtte staats exploitatie onvoldoende voorbereid. -t W

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1896 | | pagina 1