•ubb iBBq snai ap Sbz psBBqja^
•fiz a;qms <('uappaj a; raaq
too uaop qi uaq pw 'si poop piu fiq pp *Saz 'qh
•auaSnBAaS azooj
-uaAaj iBBqufiqos Son nap fiq xaan fiz a;;iop pajq naa
ptu ua mBMq fiq jaaM aip 'apiaa ap sbaa sanSy
•uapaipd apraq anfiz ubb uapfiAi a; noSaq uaSxoz
anfiz piaqSipfipuduo aSuajp jam na apjaiuqiaau xaojA
nap do fiq jfiAua; 'ssbjq apinoxq ,/pbbj uaaS paui
-ajaaq nn qi piAi siapus 'pxaAv gipsppq a; p fiq uao;
'ccibujb lizaApra afqmiq naa jfnnqof qi pp 'paoS paa
,'naqBin puaAaj jaaM uapoopufiqos aaA\; qi uaq nn
'piaqSiniajq n(ooz mo uajpA aaubp fiz pom 'uainp
a; jbm nap m jaara Son sajp xno paoS uaajp ufiz fiz
'naiqoBMxaA uoamoja uba djnq ibbcu pom uaj\[//
•psq pfuAaq fiq naip 'anaSuBAaS azooj
-a;snMaq ap sp pnoq na qaajq naAa ';qajpa8;in mriA
pq fiq jBsq fiq pnoA 'Saoip uauuiq jbbu psj nfiz
napnaq apnoMaS na siapnoqos apsnanqaS put saBjg
qfippuia uao; na napiaSiaxA puaip uap uufiq JUBq
uapoA aiBq uooqosjo 'naaq sanSy SniS mBBziooqag
<(-|aSoAsqrqaSno ap 'naqqaq Sipoon pAA
]3aa |bz fiq 'raoq raaq pen qi pp naSa] 'uapiaiaq a;
suiibaa spi aiz na 'junoiAqnof naAoq jbbh nn fiS bq»
•ua;qBBjq naSaoA annnq ui fiz ;o; 'uaqniqd
ojbaaz ap naSa? japnoqos uaSipoBsnai nfiz a;qmp fijj
•piu uiz nfiz apSipniajoA saBjQ
Ijaaq
ppqos naaS aip 'uBtuspuBj naa pp 'uapjnp piu
pz qi na UBuSpn uapj paq piu siasq ap fiS pp
'apjiAA qi jBBtn 'AinoiAquof 'pnoS naaS xaaSaq qj//
,/ufiz |aap aau uaqnz ua;pqos na» 'pn apaora pin
Ciz ;qoBjq <('n pq piq qi 'anaSnBAaS uaip pa'jj//
6tl
152
En thans
De Gravenzoon was een gebroken gevangene, van
jde zwartste misdaad beticht, een vluchteling nergens
veilig, wien men zou zoeken en najagen, werd zijn
ontsnapping ontdekt, zijn gevierde bruid, verjaagd van
haar erfgoed, gebannen van den vaderlandschen grond
vond uit genade een schuilplaats aan het vreemde hof,
haar verleend door de gunst van den grilligsten vorst
Diepe sporen had die korte tijd van lijden en smart
achtergelaten en toch voelden zij, dat het doorgestane
leed hen inniger had verbonden dan vroeger de la
chende vreugde.
De oogen van Agnes zij waren zoo diep en "zacht
geworden sinds zij zooveel tranen hadden gekend er
zetelde een uitdrukking in van dieper, rijker zieleleven,
terwijl ondanks alles het gelaat van haar verloofde be
wees, dat er ook thans bij hem staal school onder het
fluweel, dat, mocht weer de verzoeking over hem ko
men, hij die nu zou weten te weerstaan en aftewijzen,
zonder aarzelen.
De laatste treurige tijd, hij had hem zooveel nieuwe
gedachten gebracht, dat het hem dikwijls scheen alsof
hij jaren had doorworsteld, de plotselinge schok die
hem trof had zijn zieleleven tot rijpheid gebracht en
hem leeren nadenken over de hooge bestemming van
den mensch. Uit het leed was zijn beter ik geboren en
met zijn, door de smart verruimde gezichtskring, zou
hij voortaan niet meer de bevrediging van eigen wen-
schen zoeken, doch zich zeiven weten te vergeten voor
het heil van anderen. Hij gevoelde, dat een nieuw,
rijker leven zijn deel was geworden en, dat dit ondanks
alles niet te duur was gekocht, al was de prijs van
smart en lijden zeer hoog geweest.
•naSuBAafldo pnq uanuB aufiz ui
piu xBBq snai ap sp uaquozafljaau ufiz noz ua uaqsA
qqoji iBBq sanSy laq gnpjaz^uo uba ^aaiq naa ^ajq
'apuna^s
jaojA na^BU nap do piaqnaAaqxaA nanaa;s naa
do pjooq ;aq aqjaAi 'ajuBcpafl aqaajq uaa xaAO nadxaiAA
psnfiqas AAnBg naa na napu nauniq jbbh ^qoqnaSiom
pnazfix ;aq uba najBip apiaa ap uubbaa 'ajrain.i aniajq
uaa ut 'jqoBiqaflnBB sbaa 'map na§Bjsaq xazfi pm 'ua;
-noq naa ni pp 'pgqfiq uaa joop naSuz na uaqosmi
ia;BAi ;aq uapxooq fiz 'napanaq fiz naxBAi qfqapnig;
•nBB§joop napuoq pjooq uafloqaS ;am sjqoajs
fizj aqjaAv 'SubS aSej ap ;m poraafla; naq laoAV 'a;pj
-aq Sui|BqmapB ap Bnfiq aip ';qon; apMnsnaq nag-
•napanaq jbbu naddcx; afluaqqqS 'aqfif
-aSno ap xaAO snai nap apSjoA na ubb xaaM siBBq ap
'HBBdspoq uaa pra qsp 'pnamuiapao; a;qinq fig
(i^ubbS a; ao; firn fjfl pB}g/r
•jqaBZ fiz laz <('spaax fiq si ibbq/.
•a;daip axaquop ap jbbu sanSy saaM pnaSfiAA^
(<i,gnB§ui uaip
jbbu naqaoz qi °biu 'napfiJAaq a; UBraspuBj uaa uadpq
uaqiAA firn fiS ;pnoz 'jaqiaq uaip p; ;jaa§ fluaSao; aip
'ufiz anap amiaqafl uaa jamaq azap ui ja pora n\["
•uauafluBAaS uapSxaA uba uapsjfqqjaAo qoo
'uaSiJOA ap fiq a;mBBja§ Ainaiu uaa ja ;8ij ubbSbS si
ftqjooA pft; uaa sjb ua iqonpaS piu ;pjOAi anaSuBAaS
-a8 nap mo jbbüi 'uauuiq jbbu japAv aSiqqsjp pq
pioojp 'si Sooq jaiAij ap sp 'MnojAquop *fiq jSaz
jaaM pin ja ;moq ';moq ut jBBp aiQ« uba
-ojj uap uba uassiuafluBAaS apdaip ap uba uaa ui
ppjgomaflflaM uappnq safpjjip jbbui 'uaSSaz a; ooz
oto maq az pp ua poozjapuo sbaa ;ioou japuBpojj
Sï-I
145
"■vader medeplichtig was aan den aanslag tegen hem,
wiens zoon haar verloofde was geweest, wien nog al
tijd haar hart behoorde.
O, die vele feesten aan het hof waarbij ook zij
tegenwoordig moest zijn, schertsend en lachend, met
zooveel bitter wee, met dagelijks stijgenden onrust
in het hart. Nimmer tijding van de kruisvaarders
waarmee Witte was vertrokken, alleen zekerheid, dat
■er Hollandsche schepen met man en muis waren
vergaan, in het gezicht der Engelsche kust!
Buiten huilde de nachtwind om de grijze torens
van den Tower en viel de kille regen neer, rillend
verborg zij het gelaat in de handen. Kon de gieren
de stormwind met al zijn geraas, de bleeke dooden
wekken, die vergeten door de levenden waren omge
komen van gebrek in de diepe kerkers der konink
lijke burcht, kon de kletterende regen met al zijne
tranen, de bloedvlekken uitwisschen welke de stee-
nen roodkleurden op Towerhill?
Haar oog gleed langs de donkere beschotten der
wanden, hier en daar door een enkel tapijt afgebroken,
dat door den tocht werd heen en weer bewogen.
Maakte de sombere Tower ook haar beangst en vreesde
zij voor wat van achter die donkere wanden zou kun
nen te voorschijn treden? En, was het geen waan,
zag zij daar in dien hoek geen lichtere streep, was
het niet of daar de planken van elkander weken?
O, als daar eens een geheime deur was, die naar een
onderaardschen kerker voerde, als straks die deur
eens openging en een bleeke geest trad binnenZij
had geen kind der dertiende eeuw moeten zijn, om
niet aan hun bestaan te gelooven en, week daar
■die wand niet reeds terug?
