staande de kampanje en met terugwer*
kende kracht. In het licht der wet. van
1867 is dit een kontrakt-breuk, terwijl
de landbouwindustrie er door wordt
vernietigd. Bovendien wordt in het
buitenland overal de protektie verhoogd.
Ook de heer Veegens noemde het on
rechtvaardig, de fabriekanten hangende
de kampagne hooger aan te slaan, waar
door zonder noodzakelijkheid, verkregen
rechten worden aangetast. De heerTy-
deraan, ofschoon eene verhooging van
de minimum opbrengst zelfs tot 9 miljoen
3 ton goedkeurende, achtte sapverhoo-
ging tijdens de kampanje niet gerecht
vaardigd en een vooruitlooper op de
definitieve regeling.
De Min. van Fin. ontkende, dat hjj
door dit ontwerp de fabrikanten wilde
knapen, of, dat verwerping van art. 1
den landbouw zou bevoordeelen. De
vermindering van de premie was te
voorzien geweest: ze heett de fabrikan
ten niet kunnen overvallen, en verhoo
ging van den Sapaanslag is het eenig
mogelijke om absoluut de belangen van
de schatkist te verzekeren. Men spreekt,
vervolgde de Min. van kontraktbreuk,
omdat eene terugwerkende kracht aan
de Sapverhooging wordt gegeven, maar
de leden, die dit bezwaar opperen, heb
ben niets tegen de verhooging van de
minimum-opbrengst van den akcijns,
wat dan toch ook zou zijn inbreuk op
verkregen rechtenkonsekwent zou men
dus niets moeten doen. Eindelijk ver
zekerde de Minister, dat de Kamer vol
komen vrijblijft in zake een definitieve
regeling. De heer Bahlman ontkende
de juistheid van 's Ministers betoog.
Verhooging van den aanslag zou reeds
ingaan 1 September 1896, verhooging
van de minimum-opbrengst 1 Januari
a.s. Spreker heeft voorgesteld een hooger
minimum, mits art. 1 van het ontwerp
niet aangenomen werd. Mocht de Min.
deze handreiking afwijzen, dan voorspelt
Spreker, dat men later de aanneming
van art. 1 zeer zal betreuren. De heer
de Boer ontkende, dat de landbouwbe
langen bjj dit ontwerp zijn betrokken,
daar de kontrakten reeds zijn afgesloten.
Na replieken werd het algemeen debat
gesloten, en werd art. 1 aangenomen met-
42 tegen 40 stemmen. De overige artie
kelen en het geheele ontwerp werden i
daarna aangenomen met 48 tegen 35
stemmen.
Eerste Kamer. Dinsdagavond zijn de
geloofsbrieven van de nieuwgekozen
leden Mr. I W. van den Biezen en Mr.
C. J Sickesz ingekomen, onderzocht en
goed bevonden, en deze heeren toegela
ten en beêedigd. De voorzitter sprak
naar aanleiding van de ingekomen over
lijdensberichten van de heeren Mr. P.
J. Smits en Mr. E. J. J. B. Cremers
een woord van hulde aan de nagedach
tenis der overledenen. Mededeeling werd
voorts gedaan van onderscheiden bjj de
Kamer ingekomen missieven, verslagen,
adressen en wetsontwerpen. Deze laatste
zijn verzonden naar de afdeelingen. De
Kamer is daarop gescheiden tot nadere
bijeenroeping, vermoedelijk tegen Vrij
dag a.s.
Tweede Kamer. In de zitting van
Dinsdag werden goedgekeurd ontwerpen
tot: ruiling van grond; toelating van
uitzondering op formaliteiten van invoer
afwijking van de regels voor heffing
van plaatselijkebelastingen,endebegroo-
ting van de Landsdrukkerij voor 1897
Daarna ving aan de behandeling van de
Staatsbegrooting voor 1897de algemeene
beschouwingen werden geopend. De
heer Beelaerts van Blokland, ofschoon
een politiek debat ongewenscht achtende,
voelde zich toch geroepen een enkele
opmerking te maken. Naar aanleiding
van de door den Minister van Houten
in de Eerste Kamer aangeheven leuze
„le cléricalisme voila l'ennemi", die echter
door het Kabinet als zoodanig niet
onderschreven wordt, meende Spreker
te moeten wijzen op de hooge wen-
schelijkheid in het belang van het poli
tiek leven en van de politieke reden
dat bij eene volgende Kabinetsformatie
geen snel en mindersnel vooruitstrevenden
elementen samen worden gebracht zooals
in dit en in het vorig Kabinet. Verder
drong Spreker krachtig aan op de instel
ling van een afzonderlijke landbouw-
afdeeling 't zij bij het Dep. van
Waterstaat, 't zij bij dat van Binnenl.
Zaken, en op een officieele vertegen
woordiging op de wereldtentoonstelling
te Parijs. De heer Travaglino behandelde
de muntkwestie, die van zoo groot belang
is voor handel en nijverheid. Als oprecht
agraziër stelde hij er zooveel belang in,
omdat eene goede regeling der munt
kwestie een der middelen kan zijn om
den landbouw op te heffen. Spreker
herinnerde, dat na de invoering van den
enkelen zilveren standaard de zilverprijs
is gedaald,de goudprjjsis gestegen,degoe-
deren in waarde zijn gedaald. Na en door
de afschaffing van het bimetalisme is de
algemeene welvaart verminderd, en dat
zal, meende hij, eerst veranderen, als
het zilver als muntmetaal in eere zal
zijn hersteld. Spreker drong krachtig
bij de Regeering aan om een internatio
nale munt-konferentie te bevorderen.
De heer Kuyper wilde ook geen po
litiek debat geen programmatie be
spreken, daar de Kamer niet zóó
is gegroepeerd, dat het debat voor-
liching zou geven aan de kiezers.
Toch wenschte hij do politieke pozitie
van het Kabinet ter toetse te brengen.
De houding van het Kabinet was korrekt
geweest, het had zich over 't algemeen
van de lijn van zijn oorsprong gehouden
en zich zelf beschouwd als overgaande
van den vasten in den demissionairen
toestand. Aan den Min. van Fin. kon
hij de hulde niet onthouden, dat hij in
fiskale geslepenheid moeilijk zijn weêrga
zal vinden. Spreker betreurde evenwel
een incident, dat aanleiding geeft tot
rechtmatige kritiek het slotvuurwerk
in de Eerste Kamer. Die woorden waren
wel niet door den Min. van Binnenl.
Zaken gesproken namens het kabinet,
maar, naar Sprekers oordeel, is de Reg.
toch daarvoor verantwoordelijk, en kon
zij die verantwoordelijkheid niet afwij
zen. Spreker noemde de daad van den
Minister van Houten in strijd met de
ministerieele verantwoordelijkheid en
homogeniteit, en z\j beteekent schending
van de Reg. tegenover de stembus. Men
heeft gepoogd direkten invloed uit te
oefenen op de stembus. De waarschuwing
tegen het klerikalisme was gericht tegen
de geheele rechterzijde, en tegen den
Christelijken godsdienst, 't Was bondge
nootschap met de sociaal-demokratie te
gen het Christendom. Ook het dogma van
de freetrade had moeten dienstdoen.
Spreker signaleerde deze daad als een
ree mali exempli, en hij heeft deze microbe
eens willen laten zien onder de parle
mentaire mikroskoop. De heer Harte
liet de landbouwkwestie daar, aangezien
de Regeering toch de bespreking on
mogelijk maakt. Spoedige Staatshulp
achtte hjj volstrekt noodig om eene
nationale ramp als gevolg van den
landbouwtoestand te voorkomen. Voorts
wees hij op benoeming, door deze Reg.
gedaan, die bij het Christelijke Nederland
gegronde ergernis en verontwaardiging
hebben opgewekt. Eindelijk laakte Spre
ker scherp het optreden van den heer
van Houten in de Eerste Kamer al het
werk van een stembus-agitator, strjjdig
met de ministerieele roeping en waar
digheid en met de betamelijkheid. Hij
verheugde zich, dat de Reg. de verant -
woordelijkheid voor die woorden niet
aanvaard had, maar begreep ook, dat de
Reg. zich gereserveerd uitspreekt, waar
het een kollega geldt. De heer de Boer
bestreed de eenzijdige richting der
agrariërs, om alles van den Staat te
verlangen, met miskenning van andere,
even gewichtige belangen. De Reg moet
alleen de voorwaarden voor de ontwik
keling van het landbouwbedrijf bevorde
ren, evenals van de andere takken van
bedrijf. Van een afzonderlijk Landbouw-
ministerie verwacht Spreker minder heil
dan van goede adviezen van het Land-
bouw-komité.
De heer de Beaufort ((Tijk bij Duurstede)
konstateerde, dat de Reg. haar geheel
program zal hebben uitgevoerd, eene
wezentlijke zeldzaamheid in onze parle
mentaire geschiedenis. Wat de uitlating
van Min. Van Houten betreft, konsta-
teert spreker, dat anti. rev. partij zelve
soms niet de hulp der sociaal demokra-
tie heeft versmaad. Hij drong aan niet
op bescherming, maar op wegneming
van grieven, als achterstelling van Ne
derlanders bij vreemdelingen; bestrijding
van oneerlijkheid in den handel en bil
lijker regeling van de opbrengst der
ongebouwde eigendommen. De heer
Heldt drong aan op spoedige indiening
van het ontwerp der verplichte verze
kering van werklieden tegen ongeluk
ken. De Min. van Buitenl. Zaken be
tuigde zijn erkentelijkheid voor de vele
gesproken welwillende woorden, vooral
voor de erkenning, dat de Reg. korrekt
is geweest in haar optreden en in de
vervulling harer taak, wat wel bewijst,
dat haar samenstelling goed is geweest.
Men heeft gesproken van het demissi
onair karakter van dit Kabinet. Maar
ware een permanent Kabinet hij het
scheiden van de Kamer op zijne plaats?
Men heeft gewezen op dit en het vorig
Kabinet. Dit Kabinet heeft echter de
meerderheid der Kamer vóór zich gehad
bjj de regeling van het Kiesrecht en de
personeele belasting. Wat betreft het
gebeurde in de Eerste Kamer wees de
Minister op het vermakelijk verschijnsel
dat de heeren Kuyper en Beelaerts in
waardeering van het Regeerings ant
woord diametraal tegen elkaar over staan.
De heer Beelaerts zeidede Reg. heett
den Min. van Binnenl. Zaken gedesavou
eerd, en de heer Kuyper ontkende dat.
Wel een bewijs, dat men dezelfde staat
kunde kan belijden en toch afzonderlijk
denken. De Reg. heeft de uitlating
van den Heer van Houten noch gedesa
voueerd, noch er mee ingestemd. Min.
Van Houten heeft persoonlijk gesproken
met het oog op den toekomstigen toestand,
en zijne neutralieit is genoegzaam ge
bleken uit vroegere uitlatingen, dat hij
door de Kieswet de konstitutioneele ver
houdingen niet zou willen veranderen.
Ten aanzien van het ontwerp tot
verzekering van werklieden verklaart de
Min.; dat zij ernstig is voorbereid, en
dat, zonder onverhoopteomstandigheden,
dit ontwerp uiterlijk in den aanvang
van Januari de Kamer zal bereiken,
wat betreft de vertegenwoordiging van
de tentoonstelling te Parijs, handhaafde
de Reg. haar gevoelen. Betreffende den
landbouw betuigde de Min. zijn instem
ming met het door den heer de Boer
gesprokene. Op de muntkwestie blijft de
aandacht gevestigd; op een internationale
konferentie is nog geen hoop. De Min.
van Binnenl. Zaken verzekerde, dat zijn
woord in de Eerste Kamer geen lapsus
geweest is. Zooals al door zijn ambtge
noot voor Buitenl. Zaken verklaard is,
is 's Ministers uitlating geen politieke
uitlating der Reg. geweest. Men heeft
's Ministers woord uit het verband gerukt
het bewoog zich op het terrein van het
debat. De Min. heeft geen leuze uitge
sproken, doch alleen gekonstateerd, dat
hij geen enkele zijner politieke idealen
losliet, en dat met aanneming der
Kieswet hij niet bevredigd zoude zijn.
»Men lacht," zeide de Min., »Er schjjnen
leden te zijn, die mij beter kennen dan
ik zelf." Na replieken van de heeren
Harte, Knyper en Beelaerts van Blok
land en van de Ministers van Buitenl.
en Binnenl. Zaken, werd het algemeen
debat gesloten. Daarna werd Hoofdst. I
ter Staatsbegrooting aangenomen.
Hoofdst. II van de staatsbegrooting
dat in de zitting van Woensdag eerst
aan de orde was, werd goedgekeurd.
Daarna was hoofdst. III Buitenl.zaken
aan de orde. De heer van Karnebeek
drong aan op protest onzerzijds, ingeval
De Doelwijk verbeurd verklaard mocht
worden. Verder bestreed hij de toepassing
der Duitsche verzekeringswetten op onze
Rijnscheepsvaart-ondernemen, waardoor
de IConkurrentie van onze scheepsvaart
wordt belemmerd.
De heer Goeman Borgesius wenschte,
dat de Reg. bij de Duitsche Regeering
zou aandringen op wijziging d^r Ver
zekeringswetten, om de onbillijke be
handeling van onze schippers te doen
ophouden. Verder bleef hij afkeuren, dat
tijdens de troebelen te Konstantinopel
onze gezant niet daarheen is terugge
zonden. Verdedigt de Min. dit, dan be
wijst hij dat zijns inziens diplomatie
overbodig is. De heer Mutsaers verzocht
een onderzoek betreffende de klacht van
een Nederlandschen handeldrijvende, die
op de Duitsche grens schandalig door
douanen is behandeld. De heer Hesse-
link van Suchtelen klaagde over be
moeilijkingder in Duitschland gevestigde
Nederlanders, die gedwongen worden
te dienen, als zij niet hier gediend heb
ben. De heer van Alphen drong er op
aan, dat Duitschland een kanaal zou
maken te Nordhorn op aansluiting der
sneltreinen Berlijn via Rheine. De heer
Bahlmann wenschte, dat tot vlagvertoon
drie kruisers om de Kaap naar Indië
zouden gezonden worden. De heer Staal
man meende, dat wij het te Konstan
tinopel best met een Drogman alléén
kunnen afdoen. We mochten, zeide hij,
wel een lesje nemen aan Transvaal, dat
op veel goedkooper wijze zijn belangen
in Europa weet te behartigen. De Min.
van Buitenl. Zaken verdedigde de niet
terugzending van den gezant naar Tur
kije in Augustus 1.1. daar het niets ge
baat zou hebben en onze belangen vol
doende behartigd waren. Verder ver
dedigde de Min. de Nederl. diplomatie,
die gewichtige diensten bewijst. Over
de aangelegenheid betreffende De Doel
wijk kon hij zich niet uitlaten of eenige
toezegging doen. De Min. deelde mede,
dat de Duitsche Regeering heeft voor
gesteld aan de vreemdelingen wel uit te
keeren volgens een verzekeringswet. In
dien geest zal voortgearbeid worden. In
de Nederl. wet zouden reciprociteits-
voorwaarden worden opgenomen. Om
trent de klacht van den heer Mutsaers
is den gezant te Berlijn een onderzoek
opgedragen.
HAARLEM 8 December 1896.
De Haarlemsche Bachvereeniging
herdenkt welhaast haar 25-jarig bestaan.
Opgericht den 16 December (Beethovens
geboortedag) 1871, heeft zij gedurende
een reeks van jaren aan de ontwikkeling
van den kunstzin in onze stad ijverig
medegewerkt. Door haren invloed is de
waardeering van de muzikale kunst, in
hare deugdelijkste en verheffendste uitin
gen, met reuzenschreden vooruit gegaan.
Geen wonder voorwaar. De grootste
artisten kwamen op hare roepstem naar
Haarlem om er hunne gaven ten toon
te spreiden, met de beroemdste orkesten
mocht men, door hare tuSschenkomst
kennismaken. Steeds trachtte zij hare
leden het beste aan te bieden, wat op
het gebied der muziek kon gegeven
worden.
Met erkentelijkheid mag over het
werk der Bachvereeniging gesproken en
lof gebracht worden aan heeren Di
recteuren, die met zooveel belangloozen
ijver de schoone stichting hebben be
stuurd.
Onder dezen zien wig nog steeds met
onverflauwde toewijding werkzaam den
heer E. A. Kruseman, die van af de
oprichting de veelomvattende betrekking
van secretaris-penningmeester in het
college van Directeuren vervulde. In den
grooten bloei der Bachvereeniging vindt
de waardige toonkunstenaar onget wijfeld
het schoonste loon voor zjjne bemoeiingen.
Het concert, a.s. Vrijdag te geven,
belooft, naar het programma te oordeelen,
zeer belangrijk te zijn.
De beroemde Wagner-zangeres Ma
rie Brema zal zich doen hooren naast
den heer Alexander Petschnikoff, een
kunstenaar, die met Burmester onder
de jongere viool-artisten om den voorrang
strijdt. Bovendien zullen de bezoekers
zich kunnen te goed doen aan het zel-
zaam muzikaal genot, dat de medewer
king van het Orkest uit het Concertge
bouw onder den heer Mengelberg in
zich sluit. Het orkestrale hoofdnommer
is de Zesde Symphonie van Tschaikowsky,
een kunstwerk, dat bij de uitvoering
in de hoofdstad bijzondere belangstelling
heeft gewekt.
Een en ander mag eene groote opkomst
doen verwachten.
In zake de kwestie omtrent het
maken van een brug of het leggen van
een stoompont over het kanaal te Vel-
sen is ook een adres aan de Tweede
Kamer der Staten Generaal uitge
gaan van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken alhier en waarin de bezwa
ren, verbonden aan een stoompont, op
heldere wijze worden in het licht ge
steld. De Kamer verzocht daarom, dat
geene gelden zullen worden toegestaan
zoolang geen zekerheid is verkregen,
dat deze in geen geval zal aangewend
worden tot het amoveeren der Velser-
brug.
De mededeeling werd gedaan van de
toezegging, dat met het inrichten van
een kantoor van inklaring hier ter ste
de voortgang zal gemaakt worden.
De aandacht wordt gevestigd op de
advertentie, voorkomende in dit num
mer, betreffende den uitverkoop van
linnen goederen in het perceel Anegang
30. De uitverkoop duurt nog slechts
acht dagen.
Ter zake diefstal van eenige plan
ken in een onbewoond huis aan de Spaar-
wouderstraat is aangehouden de 23 ja
rige hardlooper A. F. de L.
ORGELBESPELING.
in de Groote- of St. Bavokerk alhier, op
Donderdag 10 Dec. 1896, des namiddags
van S—3 uur door den Heer W. EZEH.MAN.
PROGRAMMA.
1. PassacagliaJ. S. Bach.
2. Choral'AndanteJ. G. Bastiaans..
3. Sonate op 2.
a. Allegro moderato.
b. Andante.
c. Allegro risolnto.
4. Vorapiel za Parsiial..."Wagner.
5AriaLs ist genug" uit EliasMendelasohn