HAARLEMSCH
Wereldkroniek,
Eerste Blad.
No. 102. Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 84 Achttiende Jaargang.
144
van ZATERDAG 19 December
Me& Vereen, tet bevordering
van Zondagsrust
Doet Uwe inkoopen liefst niet
ap Zondag. Waarom zoudt gij
geheel onnoodig de Zondagsrust
van anderen storen?
Xo. 90
1ST ieuwsberichten.
TSLEPHOONNUMMEK
TELEPHON1SCHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenf ,25.
franco p. post —,40.
Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk.
FrQs per Advertentie van 1-5 regels f 0.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentim worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Het Bestuur der Afdeeiing.
van de
is direct na uitgave voorhanden in den
Boekhandel van DE ERVEN LOOSJES.
Prijs 10 Cents.
„ONZE LEESTAFEL".
Onlangs versohenen werken op aan
vrage ter bezichtiging te verkregen bij
Dn erven Loosjes, te Haarlem.
BLINK (Dr. H Tegenwoordige staat van
Nederland. Een handboek voor de ken
nis van ons land en volk met histori
sche toelichtingen en aanwijzigingen
tot zelfonderzoek en studiegeb. 8.75
BOLLAND (G. J. P. J.) Het Wereld
raadseling. 6.25
BRINK (Dr. JAN TEN) Parijs tijdens de
Witte Terreur 2 dln .ing f 4.25 geb. 4.90
Be ,De GoeyenV' Toelichting in Kritiek.
Ie gedeelte1.
Feestnummer van de berichten uitgegeven
door het Utrechtsche Studenten-Zending-
gezelschap -Eltheto". Gedeokboek van
het halve-ecuwfeeat der vereeniging,
gevierd op Donderdag en Vrijdag, 4 en
5 Juni 1896, te Utrecht en te Zeist.
geïll.ing. 1,90
Maris Album. V ier en twintig Phototypiën
vervaardigd naar verschillende schilde
rijen en teekeningengeb. 12.50
MULLER (Dr. P J Onze Gouden Eeuw.
Compleet in 55 afl. k....O.Bq
Bovenstaande werken zijn voorhanden
bg de boekbandelaars oe erven Loosjes.
DE NUTSLEZING.
In October des vorigen jaars voerde
de Kon. Vereen, het Nederlandsch
Tooneel een nieuw drama van Coppée op
getiteld Pour la Courronne volgens de
vertaling van den Heer Schutte. Ook
de Heer W. C. Goteling Vinnis, die
Dinsdag in het Nut eene spreekbeurt
vervulde, gaf van hetzelfde drama eene
vertaling met den meer zeggenden titel
Aan men de Kroon.
De Nutsleden en hunne dames hadden
het genoegen met dezen letterkundigen
arbeid kennis te maken, voor zooverre
dit nog niet met het stuk zelf had plaats
gehad door de voorstellingen welke door
bovengenoemd gezelschap hier ter stede
hebben plaats gehad.
Het is zeer genotrijk den Heer Gote
ling Vinnis op den weg van het drama
te volgen en naast de methodische
ontwikkeling van den gedachtengang de
schoonste gedeelten te hooren voordragen
op eene wijze verre verheven boven
onzen lof.
De handeling voert terug naar de
vijftiende eeuw, den tijd toendeTurksche
horden Zuidoostelijk Europa overstroom
den, doch door wonderen van dapperheid
van de bewoners der Balkanstaten tot
stitstand gebracht werden. De plaats
der handeling is een der Balkanstaten
en het stuk beweegt zich als volgt:
Twee soldaten verkondigen den lof
van hunnen aanvoerder, Prins Michael
Brancomir, aan Zekeren Benco. Niemand
kent dezen; hij is als onbekende zanger
binnen de vesting gekomen en heeft zich
door vleierij weten te dringen in de gunst
van den Prins-aanvoerder en diens
tweede gemalin Basilide. Basilide be
heerscht haren gemaal geheel. Haar
stiefzoon Konstantijn deelt echter niet
in haar gunst. Haar haat komt duidelijk
uit, als Konstantijn binnen de vesting
komt met twee gevangenen uit het
Turksche leger, waarvan eene is Militza,
eene Turksche slavin.
De Koning des lands was overleden
één maand van rouw en een nieuwe
zou verkozen worden. Brancomir had
zich voorgesteld verkozen te zullen wor
den de oudsten verkozen een priester,
een man algemeen geacht en onder zijne
landgenooten een man van veel invloed.
Ook Basilide had zich een kroon ge
droomd.
Thans verschijnt op nieuw Benco ten
tooneele. Hij bewerkt Basilide, de trot-
sche, eerzuchtige vrouw, zegt haar de
kroon toe als zij haren echtgenoot tot
ontrouw aan de gemeene zaak weet te
bewegen. En dit gelukt haar; zijne liefde
tot de trotsche vrouw brengt hem van
't rechte spoor.
Militza, de gevangen Turksche, had
inmiddels in Benco een harer landslie
den ontdekt, een Turk van hoogen rang.
Zijne plannen had zjj weten uittevor-
schen en haren meester Konstantijn met
het aanstaande verraad in kennis gesteld.
„Er is gevaar. Let op uwe stiefmoe
der en wantrouw zelfs uwen vader", roept
zjj den meester toe. Zij deelt mede op
welke wgze het verraad door den vader
zal plaats hebbenhoe de vrijheid van
het vaderland zal opgeofferd worden aan
een koningskroon.
In den nacht vinden wij Michael
Brancomir op een der meest bedreigde
verdedigingspunten. Vandaar worden bg
een aanval der Turken alarmvuren ont
stoken, ten einde tot behoedzaamheid
aan te sporen. Michael is daar versche
nen om het ontsteken der vuren te be
letten, dan kunnen de Turksche legers
ongehinderd doortrekken en aan hem
dan de kroon! Doch ook Konstantijn
verschijnt daar. Hij, die alles van de plan
nen weet door Militza, bezweert zijn vader
het opzet niet te volvoeren. Te vergeefs;
eerzucht en liefde verdooven het gevoel
van eer en plicht. Vader en zoon binden
een zwaardgevecht aan, waarin de vader
valt. Maar het alarmvuur werd ontsto
ken en het Vaderland gered. Slechts
de zoon weet wat geschied is, maar het
volk richt ter eere van den verslagen
Brancomir voor hem een bronzen ruiter
standbeeld op. Het dankbare volk be
noemde Konstanstijn in 's vaders plaats
tot Krijgsoverste.
Konstantijn echter draagt met zich
om de gedachte zijns vader rechter en
zijns vaders beul te zijn. Het denkbeeld
overmeestert hem en doet hem in den
krijg misslag op misslag begaan. Het
volk begint het te verdrieten telkens en
telkens door den vijand geslagen te wor
den men fluistert verraad, Konstantijns
stiefmoeder, wreekt zich door aan den ko
ning en zijne edelen pver te leggen de stuk
ken welke tegen haren echtgenoot be
hoorden te getuigen, maar door haar
aan Konstantijn worden toegeschreven.
Konstantijn, ter verantwoordig geroe
pen, zwijgt ter redding van den tot
heden ongerepten naam zijns vaders en
wordt veroordeeld om, vastgeklonken
aan het standbeeld van Michael, een
langzamen schandelijken dood te sterven;
niet den dood van den soldaat, maar
die van bespotting en smaad. Ieder zal
het vrijstaan den veroordeelde te plagen
en te honen. Van allen verlaten spreekt
hij met het Michaelbeeld de meest
treffende woorden. Doch niet door ieder
is hij verlaten ééne bespot en smaadt
hem niet. 'tls Militza. In hare volle,
rijpe liefde brengt zij Konstantijn den
dood, welke hem verlost uit een naamloos
onverdiend lijden.
Het volk mishaagt dit spoedige einde.
Slechts een begint iets omtrent de
waarheid te vermoedende priesterko
ning.
Zeer terecht eindigt hier het aangrij
pend drama. De vraagAan wien de
kroon, is volkomen opgelost.
Men kent onze meening omtrent de
wijze waarop de Heer Goteling Vinnis
zyne verzen zegt, eene wijze, die zonder
bepaald op het effect te werken, daarom
te meer boeit omdat zij volkomen waar
is. Waren er toch meer verzenzeggers
van ,die kracht 1
De bijdrage, elke Nutslezing ein-
met eene bijdrage bevatteWaar
is mama? door den Spreker in rjjmlooze
jamben overgebracht naar eene studie
met dien titel door Johanna van Woude,
eenvoudig, liefelijk en schoon voorge
dragen.
Ons wil niet, krachtig van opzet en
in hiermede overeenstemmenden zin voor
gedragen, viel mede zeer in den smaak.
De man die niet fluiten kon, pakkend
door de luimige toestanden en uitnemend
verteld, besloot den avond.
TOONKUNST.
De leden der Maatschappij tot Bevor
dering der Toonkunst hebben ongetwij
feld eenige aangename uren doorgebracht
bij de welgeslaagde wedergave van
Mendelssohn's Elias op Woensdagavond
j.l. De Haarlemsche Afdeeiing, welke
zich in de laatste jaren heeft weten te
verheffen tot grooten bloei, heeft haar
goeden naam bij deze uitvoering voor
treffelijk gehandhaafd.
Onder de koren mogen er vele worden
aangestiptals gezongen met beschaafden,
rijken klank en schoone nuanceeringen.
Vooral de ensemble's in het tweede deel,
waaronder zeer dankbare zijn aan te
wijzen, muntten in dat opzicht uit.
In het algemeen werd er met toe
wijding gezongen en gaf de Zangver-
eeniging in hare onderscheide stem-
mengroepen deugdelijk samengesteld
bewijzen van nauwgezette, degelijke
studie.
Met bijzondere ingenomenheid mag
hier melding worden gemaakt van het
Kwartet, dat in de vertolking van eenige
kleinere koren zoo gunsiig uitkwam en
van den zang van mejuffrouw P. in het
keurige Terzett: Hete deine Augen auf
zu den Bergen.
Aangezien de Elias voor een groot
deel wordt gedragen door de solisten,
hangt het welslagen der uitvoering in
niet geringe mate van de keuze dier
solisten af.
Wjj meenen, dat het Afdeelings-Be
stuur in dezen op goede krachten het
oog heeft laten vallen en de totaal
indruk ook wat het sologedeelte betreft
uiterst gunstig mag heeten.
De dames Günter en Van Nievelt
beiden in het bezit van mooie, krachtige
stemmen hebben aan hare partijen
alle recht doen wedervaren. Als uitne
mend geslaagde proeven van hetgeen
deze zangeressen kunnen geven gold bij
de eerste het bekende H'óre Israel, bij
de laatste de innig mooie aria Sei stille
dem Hernn.
De heer Sistermans vond, bij verschil
van meening over de kwaliteit van zijn
geluid, waardeering voor de gloedvolle,
expressieve voordracht. Zij die bij den
artist in de eerste plaats vragen naar
temperament, zullen door z\jne Elia-
partjj wel bevredigd zijn. De behandeling
van de recitatieven bleek bij den heer
Sisterman in zeer goede handen te zijn.
Voor een Oratorium van Mendelssohn,
waarin aan den recitatiefvorm eene
belangrijke plaats is ingeruimd, is dit
geen gering voordeel.
De heer Rogmans, onze getrouwe
heldentenor, aan wien altijd zoo veilig
de medewerking bij onze groote uit
voeringen kan worden toevertrouwd,
had in de Elias eene kleine, doch dank
bare partij. Het bleek wederom, dat
Rogmans eene dankbare partij waard is.
Hoe groot is het genot, dezen emfnenten
zanger in zijne rustige vertolking te
mogen volgen. Hoe onverdeeld sympa
thiek klinkt nog immer zijn schoon
gevormde stem.
Dat het Orkest de instrumentale be
geleiding van Mendelssohn's oratorium
verhief tot een hoogst belangrijk onder
deel der uitvoering, behoeft niet te
worden gezegd. Sederv jaren zijn wij
van het Orkest niet anders gewoon.
Evenmin behoeft in het breede te
worden uitgeweid over de vaste en doel
treffende leiding van den heer Robert.
Wie in onze Concertzaal geen vreemde
ling is, weet, dat de heer Robert in dat
opzicht zijn sporen reeds lang heelt
verdiend. Liever sluiten wij deze beknopte
bespreking met een woord van dank
aan den Directeur der Zangvereeniging
en aan het Afd. Bestuurder Maatschappij
voor den belangrijken concertavond.
B.
Ticeede Kamer).
Donderdag was aan de orde Hoofdst.
VI der Staatsbegrooting {Marine). De
heer Seret, nadat hij eerst even geklaagd
had over den afmattenden arbeid, dien
het door voorstellen van de stukken der
Staatsbegrooting eischt, en over den vaak
weinig aanlokkenden stijl, waarin die
stukken zijn gesteld, waardeerde te meer
de heldere wijze, waarop deze Minister
zijn program had ontwikkeld. Hij be
tuigde den Min. zijn dank voor diens
reorganisatie-plannen bij de zeemacht,
waarover bij deze begrooting echter niet
wordt besjist. Hij zou wenschen de
reorganizatie-plannen bij suppletoire be-
grooting te doen vaststellen. Verder
vroeg Spreker inlichtingen aangaande
het voorges ,e tweede drietal kruisers
voor het eska in Indië. Hij wees op
de bestrjjdini'Ijer Regeerings-voorstellen
door verschillende marine specialiteiten
en vereenigde zich met den wensch naar
krachtiger schepen naasf de kruisers, en