Eerste Blad.
No. 3. Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 84 Negentiende Jaargang.
abonnementsprijs: yan WOENSDAG 13 Januari 1897. verschijnt-
N ieuwsberichten.
tlIEPHOONNUMMBK TT A A U1 "F TP TV/T C3 jf* TSLKPHON1SCHE VERBINDING
J44 XX XjL il XV X.' ±U XTX IsJ V XX met AMSTERDAM.
ADVERTENTIEBLAD
Per drie maandenf ,25. VERSCHIJNi.
franco p. post ,40. Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel Dinsdag-en Vrijdagavond.
Afzonderlijke nommers 3 centen per stut. meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
Advertentim worden aangenomen tot dinsdag en vrijdag des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Zang en Vriendschap.
De koninklijke liedertafel Zang en
Vriendschap bood Vrijdagavond haren
kunstlievende leden een concert aan, dat
zoowel met het oog op de'koorwerken
als met het oog op de solo-voordrachten
goed geslaagd mag heeten.
Voor de laatste waren onze stadge-
nooten de h.h. Van Breemen en Steen-
man Jun. geëngageerd en met ingeno
menheid mag worden opgemerkt, dat
beiden in hunne verrichtingen niet
behoefden onder te doen voor de solisten,
die in de laatste jaren de uitvoeringen
der liedertafel hebben opgeluisterd.
De heer Van Breemen bezit als pianist
bekwaamheden en talent. Bij vorige
uitvoeringen mocht dit trouwens af
doende blijken. Zijn spel kenmerkt zich
door ongekunsteldheid en rust, zonder
te kort te schieten in kleur en kleur-
schakeering. De deugdelijke technische
ontwikkeling bleken Van Breemen een
krachtigen steun te zijn bij de beheer-
sching van de moeielijkheden, die Schu
bert's C-dur Fantasie oplevert zijn
muzikaal talent het middel, om zelfs in
dit omvangrijke werk den hoorders tot
het einde toe te boeien. Een pianist
verkeert in het algemeen in hachelijke
omstandigheden, wanneer hij geroepen
wordt, in eene groote concertzaal het
publiek bezig te houden. De geringste
matheid van zijne zjjde slaat over op
de hoorders en brengt het succes in ge
vaar. Blijkbaar was dit hier niet het
geval. De nommers na de pauze gespeeld
werden met evenveel frissche belang
stelling gevolgd en de toegift, eene kla
vierbewerking van Mendelssohn's Auf
Flügeln des Gesanges even dankbaar
aanvaard.
Ongetwijfeld heeft het spel van Van
Breemen de beste indrukken achterge
laten en mag op hem als pianist de
aandacht gevestigd worden.
Een gelijk succes als aan Van Bree
men werd geschonken, viel den heer
Joh. Steenman te beurt, dank zij zjjn
smaakvolle voordracht, zoo voordeelig
gesteund door den mooien, smijdigen
toon van zijn instrument. De Sonate
van Vieuxtemps gaf in de verschillende
onderdeelen recht veel te genieten, ter
wijl ook de nommers van het tweede
deel bij den hoorders den gewenschten
weerklank vonden. In hunne opgetogen
heid vond de heer Steenman aanleiding
het Abendlied van Schumann aan zijn
programma toe te voegen.
De liedertafel zelve gaf in hare voor
drachten wederom blijken van haar
deugdelijke samenstelling en flinke ge
oefendheid. De bekende werken Schlaf-
wandel van Hegar, In 't Woud van
Robert en La grande Route van Gevaert
werden met eenheid en pittigen klank
gezongen. Magnificat van Riga maakte
een machtigen indruk. Het is een Koor,
dat om meer dan eene reden eene eere
plaats waard is op het repertoire der
Zangvereeniging. Bij de reprises, die zeer
zeker aan het werk zullen geschonken
worden, kan mogelijk de tenorpartij
nog beter tot haar recht komen. De
heeren tenoren van Zang en Vriendschap
hebben immers eene goede reputatie.
De totaal-indruk van het concert, het j
zij nog met een enkel woord herhaald
was zeer gunstig, zoodat de Zangver-11
eeniging met voldoening op haar eerste
uitvoering in dit seizoen mag terugzien.
B.
Weten en Werken.
De Heer P. H. Lamberts, onze Spreker
van Maandag 11 Januari, is reeds lang
een goede bekende in onzen kring. Se
dert 1882 treedt de Heer Lamberts tel
ken jare op. In dien tijd deed Cremer
nog opgeld, Cremer met zijne Betuwsche
en Overbetuwsche novellen, welke schet
sen uit den boerenstand toen door ieder
werden gelezen en in den heer Lamberts
een verdienstelijk vertolker vonden. Doch,
als veelzijdig declamator heeft Spreker
nog andere snaren op zijn instrument,
dan die gestemd zijn in den Gelderschen
landbouwerstoon van den in dit opzicht
eenigen Cremer, maar zijn genre bepaalt
zich steeds bij de novellisten, die veel
actie in hun handelingen weten te
plaatsen, zooals De Buil, wiens novelle
Moeders pappot heden werd voorgedra
gen.
De hoofdpersonen zijn vader, moeder
en zoon Jorissen, drijvende een meu
belzaak. Er tusschen door beweegt zich
een kameniertjedus een liefdesgeschie-
denisje. En vader Jorissen is achteruit
gegaan. Geen rekening houdende met
het feit dat nieuwe tijden nieuwe eischeh
stellen, heeft hij de bakens niet verzet
toen het getij verliep. Wij treffen hem
aan bij een zijner principalen, die hem
dit ongezouten onder de aandacht brengt,
en er tevens op wijst dat Willem Jo
rissen, de aangewezen persoon is om de
zaak weer op te heffen tot den ouden
luister, maar, dat hij dan den vreemde
in dient te gaan. De oude Jorissen ziet
in, dat dit de eenige weg istwee
hinderpalen echter, geld en moeder
Jorissen. Het eerste, zegt de welmeenende
raadgever, is overkomelijk, het tweede,
moeders pappot, ja, dat is het moeras
waarin veel goeds verstikt is. Jorissen
moet zich echter nu maar eens man
toonen. En dat doet Jorissen. Tranen,
verwijtingen, harde woorden. De liefde
volle overredingskracht van eene andere
moeder hielp juffrouw Jorissen op het
goede spoor en hoezeer met bloedend
hart deed zij voor drie jaren afstand
van haar zoon, terwille van zijn geluk
en welvaart.
Willem vertrok. De „trekpleister"' in
het vaderland achtergelaten, zijn dege
lijk karakter, zijn ijver deden wonderen
na drie jaar keert hij terug in den
huiselijken kring, toegerust met hetgeen
men noemt de eischen van den tijd.
Het huis Jorissen bloeide op, iets wat
heel stellig bij moeders pappot niet zou
plaats gehad hebben.
Zeer mooi werd de novelle voorgedra
gen. De ingevoerde personen werden
fraai uitgebeeld. Elk van hen werd onder
de behandeling van den Spreker een
type en het behoeft dus niet gezegd,
dat de voordracht veel belangstelling
wekte.
Tot slot volgde een tooneelstukje
getiteld: Vijf minuten voor het schei
dingsproces, een allerdolst stukje, afge
speeld in de wachtkamer van het kan
tongerecht tusschen een rentenier en
een deurwaarder, tot achtergrond eene
vrouw, zijnde de gescheiden vrouw van
den deurwaarder en de echtgenoote van
den rentenier, welke laatste ter plaatse
was om zich van haar te laten scheiden,
maar van plan veranderde toen hij be
merkte, dat de deurwaarder, als de 1
scheiding was uitgesproken, tot zijne
eerste liefde zou terugkeeren.
Nu moet eerlijk gezegd, dat in lang
zoo'n klucht niet in Weten en Werken
was gehoord, maar de toon maakt de
muziek en de Heer Lamberts had de
lachers, d.w.z. alle toehoorders, op zijn
hand en zóó was het, dat het er in ging
zooals men dat noemt, als koek en men
amuseerde zich zelfs nog toen men
al lang op straat was.
Ook hier betoonde zich de Spreker
te zijn een vaardig acteur en mag het
een genot genoemd worden een uurtje
onder zijn gehoor te zijn.
Aanstaanden Maandag is er geen
bijeenkomst; wel Dinsdag op den gewo
nen tijd, als wanneer de Heer P.M. Keller
van Hoorn uit Dordrecht de spreekbeurt
vervult.
In de zitting van Dinsdag was de
lndiesche Begrooting aan de orde. Dé
heer van Alphen verheugde zich over
de voorstellen tot verhooging der ma
ritieme kracht in Indië, en speciaal tot
het geven van nieuwe geweren aan de
marine. Hij verdedigde eene blijvende
vestiging in Atjeh, bestrijding van alle
rustverstoring in het algemeen, en eene
bindende scheepvaartregeling. Spreker
drong aan op aanschaffing van snelloo-
pende recherchevaartuigen. De heer
Schimmelpenninck v. d. Oye adviseerde
ook, dat men aan eene militaire actie
in Atjeh geruimen tijd den vryen loop
late en den toestand konsolideere; door
volharding zullen wij in Atjeh ons gezag
blijvend vestigen. De heer Fransen v. d.
Putte kon in menig opzicht het beleid
van den Minister onmogelijk toejuichen,
doch hjj zou met het oog op de publieke
omstandigheden niet debatteeren, of
schoon de Min. in zake Atjeh zoo geheel
is afgeweken van vroegere verklaringen.
Intusschen hoopte Spreker, dat de Min.
nu in het ingeslagen vaarwater zou
blijven. De Min. van Kol. wees er op,
dat de toestanden in Atjeh zóó veran
derd zijn, dat verandering van beleid
allezins verklaarbaar is en ieder hetzelfde
zou hebben gedaan. Hij verzekerde, dat
voor eene spoedige afwijking van de
tegenwoordige Atjeh-politiek geen vrees
behoeft te bestaan. Ook de heer Pijn-
acker Hordijk verklaarde ernstige beden
kingen te hebben tegen het beleid van
den Minister, vooral tegen het financieel
beleid, maar hij zou bij Hoofdst. X
daarop terugkomen. De Min. zou dat
afwachten, maar ontkende, dat de toe
stand van Indië zoodanig zou zijn, dat hij
kans had noodlijdend te zullen worden.
De heer Fransen v. d. Putte hield vol,
dat de Minister van beleid was veranderd
vóórdat de omstandigheden in Atjeh
gewijzigd waren. De Min. antwoordde,
dat de Goev. Generaal zelf niet geweten
had, dat buiten de gekoncentreerde linie
vestiging was geschied. De lndiesche
Begrooting werd aangenomen, evenals de
andere ontwerpen. Bij de begrooting
voor Suriname beloofde de Min. aan
den heer Wertheim, te zullen overwegen
of er eene kommissie benoemd kan
worden tot een geologiesch onderzoek
in Suriname. Ook deze begrooting werd
aangenomen.
Tot rapporteurs over de definitieve
Suiker wet zijn benoemd de heeren Mag-
nee, Welt, Van Lynden, Muller en i
1 Godin de Beaufort.
In de zitting van Woensdag is het
wetsontwerp tot wijziging der bepalin
gen van het Wetboek van Koophandel
betreffende de Scheepsverklaringen aan
genomen, nadat de heeren Rahusen en
van Boneval Faure hun leedwezen had
den betuigd, dat het onderwerp niet
ruimer was herzien of anders was ge
regeld, terwijl de Min. van Justitie deze
regeling der buitengewone scheepsver
klaringen als urgent voorstelde. Ook
werden goedgekeurd de ontwerpen tot
bestendiging der wik- en weegloonen
voor de gemeenten Hoorn, Alkmaar,
Edam en Purmerendtot bekrachtiging
van provinciale belastingen in alle pro
vinciën; tot wijziging der wet betrek
kelijk de Kon. Nederl. Marine Rezerve;
tot wijziging der Arbeidswet, toelatende
Zondagsarbeid voor vrouwen in de zuij
velfabriekentot goedkeuring eener akte
tot ontbinding der overeenkomst van
koop en verkoop van een terrein te
Amsterdam; tot regeling van het pen
sioenfonds voor weduwen en weezen
voor burgerlijke ambttenaren tot ver
koop van het Capucijnessen-klooster te
Haren onder Megen. Aangenomen wer
den vervolgens Hoofdst. I Huis der
Koningin) en Hoofdst. VII A. (Nat.
Schuld) der Straatsbegrooting, benevens
de Middelenwet, nadat de Min. van Fin.
de hoop had uitgesproken, binnenkort
een wetsontwerp tot afschaffing van
den akcijns op vruchtensappen te kunnen
indienen, en verklaard had de hoop niet
op te geven, eene voldoende regeling
voor te stellen voor den vleeschakcijns,
zoolang tot afschaffing nog niet kan
worden besloten. De Kamer is tot nadere
bijeenroeping gescheiden en zal waar
schijnlijk 18 Januari a.s. hare werk
zaamheden hervatten.
Het is moeielijk, zich een denkbeeld
te vormen van den toestand op Cuba,
ondat van beide kanten over overwin
ningen wordt gesproken. Zeer hoog
zien de Spanjaarden op tegen de ziel
van den opstand, den aanvoerder Maceo.
Verscheidene malen is deze reeds door
hen dood verklaard en even zoo dikwjjls
dook hij weer op. In de laatste dagen
vernam men weer geruchten, omtrent
zijn dood, welke moest plaats gehad
hebben onder de romantische omstan
digheid, dat Maceo 's vriend zich op
de plaats waar het onheil plaats vond,
van het leren beroofde. Sterker kan
het bijna niet en de Spanjaarden
men gelooft zoo gemakkelijk wat men
wenscht gevoelen zich gelukkig. Als
zij nu maar niet weer te vroeg geju
beld hebben, want een vaag voorteeken
is het, dat de studenten, die ter zake
eene demonstratie wenschten te houden
hierin door de minister zjjn belemmerd.
Omtrent Turkije niet veel nieuws.
Hervormingen, lang toegezegd, worden
niet ingevoerdaltes, tot het gezag toe,
staat op losse schroeven; de ambtena
ren en het leger ontevreden over onge
regelde traktements uitbetaling en de
mogendheden druk in de weer.
Men zou zoo meenen, dat er niet
veel noodig is om het rjjk te
doen in een zinken, indien niet over
wegende bezwaren, natuurlek meest
van financieelen aard de executi deden
uitstellen. Dat het wegjagen der Tur
ken den Europeeschen vrede zou in ge
vaar brengen, daaraan gelooft men niet,
omdat de mogendheden vrijwel met
elkanders inzichten overeen stemmen.