Xo. 43 Wereldkroniek, 144 XI Xl XI XV XJ JjJ XTX k/ V XJL met Amsterdam. Eerste Blad. No. 6. Negentiende Jaargang. abonnementsprijs: yan ZATERDAG 23 Januari 1897. verschijnt Net Vereen, tot bevordering van Zondagsrust. Doet Uwe inkoopen liefst niet ■p Zondag. Waarom zoudt gij geheel onnoodig de Zondagsrust van anderen storen? Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 84 T11EFHOONNUM1HK TT A A "O T "IP. Tl/T Cl n XT TBLEPHOK1SCHE VERBINDIN9 ADVERTENTIEBLAD Per drie maandenf ,25. vikusutujiNi 9 franco p. post ,40. PrQs per Advertentie van 1-5 regels f 0.25, elke regel Dinsdag- en Vrijdagavond. Iteiderlljie nommerg 3 centen per stak, meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden aangenomen tot dinsdag en vrijdag des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. Het Bestuur der Afdeeling. VAN DE ie direct na uitgave voorhanden in den Boekhandel van DE ERVEN LOOSJES. Prijs 10 Cents. DE NUTSLEZING. afperser bij de familie Jonkers achter gelaten. Thans ontwaakt in den vader de betere mensch, hij vliegt terug, beklimt het brandende huis, redt daar met levensgevaar zijn hulpbehoevende kind, eneën brandende balk verplettert hem. De tragische geschiedenis werd met aandacht gevolgd, een bewijs dat men haar belangrijk genoeg achtte, al kwa men nu juist alle misères tegelijk over den schuldige. Men meende zuO, dat de doode had moeten blijven leven om, door straf gelouterd, zijne daden van schande en misdaad uit te wisschen door eeu leven gewijd aan deugd en plicht. Doch de Heer Chappuis vond het noodig den afgedwaalde den dood te geven, juist toen de geest van het goede vaardig over hem geworden was. Ten slotte volgde de bedrage. Deze gaf soms aanleiding tot vroolijkheid. De zaal was, in aanmerking genomen, dat ook elders in de stad bijeenkom sten van anderen aard veel publiek trokken, goed bezet. Diasdagavond trad in de buitenge wone vergadering van het Departement Maarlem der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen de Heer H. T. Chappuis als spreker op met de voordracht van «ene Novelle uit het Noordbrabantsche volksleven. Eene treurige geschiedenis. Moeder Jonkers hield een winkeltje in een der dorpen van Den Bosch, de zoon was vrachtrijder, de oudste dochter diende •n de jongste was gebrekkig, hierdoor altijd thuis bij moeder en de vader was aan den drank geraakt en had reeds voor jaren vrouw en kinderen aan het noodlot overgelaten, na in een van zijne onhebbelijke buien de kleine liieke mishandeld te hebben, waardoor ket gekomen was in den afhankelyken toestand, waarin wij haar aantroffen. Moeder was eene flinke vrouwtrots de ontstentenis van den wetteljjken verzorger haren kinderen wist zij ze op to voeden tot geschikte menschen. Daar komt op een goeden dag een papierman aan de deur van het winkel tje. Hij probeert de vrouw des huizes «p brutale manier geld af te persen; de jonge Jonkers, pootig genoeg, ranselt den landlooper af en hij verdwijnt in «sn kroeg, waar hij aantreft een andere van zjjn kaliber, die mede een bezoek heeft gebracht aan de familie Jonkers. De twee beramen een wraakplan, het wordt uitgevoerd den volgenden dag op •en weg waar Jonkers met zijn vracht kar, en zijne oudste zuster er op, door de boeven worden aangevallen. Twee tegen twee. De dochter stelt er een buiten gevecht, de andere ont vlucht. Na eenig beraad wordt de ge wonde landlooper in de kar opgenomen en naar het dorp gebracht, waar vrouw Jonkers in hem haren echtgenoot her kent. Politie, opgesloten in den toren. Daar komt de boef tot nadenken en ook hij heeft zijne vrouw herkend, 't Wordt hem te bang, besluit tot het allerlaatste waartoe een wanhopig man kan besluiten. Hij hoort zijn naam roe pen zijn kameraad is het, die hem helpt ontvluchten uit den toren. Fluks over de grenzen. De gewonde ziet om, be merkt aan de roode lucht dat er in het pas door hen verlaten dorp brand is; >t is het ^adreskaartje" door den boef-1 Weten en Werken. Dinsdagavond waren wij onder het het gehoor van Dr. P. M. Keller van Hoorn van Dordrecht. Verschillende machten moeten te sa men werken, ora iets groots, iets goeds, iets blij 'ends te bewerken en de kracht hiertoe moet geoefend worden, zoowel op lichamelijk en geestelijk gebied. Een voorbeeld hiervan noemde spreker Fridjof Nansen, de koene poolreiziger, die tot onderwerp gekozen werd voor de voor dracht van dezen avond. In herinnering werd gebracht, hoe onze koene vaderen driehonderd jaar geleden door Heemskerk, de Rijp en Barentz een tocht deden ondernemen door het hooge noorden, om een noor delijken waterweg te zoeken naar Oost Indië, omdat de zuidelijke vaart ons door Spanje en Portugal werd betwist en hoe de mannen na eene moeilijke reis op Nova Zembla overwinterden, doch zonder het doel der reis bereikt te heb-1 ben. Sedert langisdetocht naar de noordpool van beteekenis veranderd. Sedert de weg j naar Oost Indië ligt over Suez is geen korter weg mogelijk, doch meer op de voorgrond is getreden het wetenschap pelijk belang; de kennis van het land en het water, van het ijs en van de hichtstroomingen en dit alles natuurlijk met het doel hierdoor praktisch van nut te zijn en in dien geest is Nansen werk zaam geweest. Nansen's vader was een advokaat en later burgemeester, doch vertrok later naar Noorwegen. Zijne onverzettelijke wilskracht, zijn doorzettingsvermogen heeft hq bepaald te danken aan zijne moeder, van wie in dit opzicht eenige staaltjes werden medegedeeld. In 1861 geboren, toonde Nansen reeds vroeg te willen kennen het hoe en het waarom der dingen. In zijn vrijen tijd oefende hij zijn scherp opmerkingsver mogen bij het bespieden der natuur. Zijn eerste wetenschappelijk werk was een onderzoek omtrent de natuur lijke historie der robben, van zooveel belang voor de Noorsche visscherij en dit eerste werk slaagde volkomen naar wensch. De hiertoe noodige reis had hij gedaan aan boord van een vaartuig, uitgerust ter robbenvangst. In 1888 ondernam hij zijn bekenden tocht naar Groenland, welke vijf maan den duurde. Deze reis maakte een einde aan de legende, dat in het midden van dat land zich eene landstreek bevindt met heerlijk klimaat en veel planten groei. Nansen, die Groenland van het Noorden tot het Zuiden doortrok, ver klaarde dat hij in dat binnenland slechts vond sneeuw, zon en zichzelf. Op dien tocht waren chocolade, koffie en erw tensoep zijn voedsel. Van het gebruik van spirutialiën aldaar voorzag hij slechts noodlottige gevolgen. Na de Groenlandsche reis bezocht Nansen Napels en maakte daar kennis met het dierkundig station, van welks nut voor de wetenschap hij zoozeer over tuigd was, dat, in 't vaderland terug gekomen, op zijne aansporing eene der gelijke inrichting in Noorwegen verrees. Toen wendde Nansen zijn blik naar de Noordpool, ten einde in wetenschap- pelijken zin de theoriën in deze te kun nen toetsen aan de waarheid. Vierhonderd vijftig duizend kronen en een schip had hij hiervoor noodig. De regeering verschafte ongeveer de helft, het overige meende hij bijeen te zullen brengen door het houden van lezingen, byname in Engeland, maar het vlotte niet te best; de regeering vulde het ontbrekende aan. Een scheeps bouwmeester maakte het schip, dat zoo danig was samengesteld, dat het niet gemakkelijk in het ijs kon gekneld ra ken, maar bij sterken aandrang als op geheven werd. Fram was de naam van het vaartuig, het beduidt zoo iets van voorwaarts. Verschillende personen boden zich aan als reisgenooten. Nansen koos zich een reisgezelschap bestaande uit geschikte, wetenschappelijk toegeruste mannen en twee matrozen, verder bestond het ge volg uit vier en dertig honden en eenige booten van bijzonder maaksel. Drie jaren duurde de tocht. Op zeker punt v erliet de reiziger met een vriend de Fram om te voet met de honden en de booten het doel, de noordpool te bereiken. Dit aparte tochtje duurde vijf maanden. Wat in dien tijd geleden en ontbeerd is, mag blijken uit het feit, dat ter, laatste geen honden meer be schikbaar waren en menèsven moest van het vleesch en het 'vet van een walrus. De doorgestane gevaren waren hier mede in overeenstemming en dit alles by eene temperatuur van veertig graden onder nul. Ondanks dit alles zette Nan sen zjjne onderzoekingen op liet gebied van weerkunde en verschijnselen als het noorderlicht voort en naderde de pool tot op vier graden. Toen zag hij in, dat langer toeven roekeloosheid zou zijn, ver kende het terrein, bemerkte dat van een open poolzee, zooals men zich voorstelde, geen sprake was en begaf zich door het ijs naar Noorwegen terug. I Men had zich daar ongerust over hem gemaakt, maar des te grooter was dan ook de vreugde, de opgewondenheid waarmede hjj na zijne aankomst te Vardoe werd ontvangen, eene ontvangst die bijna vorstelijk mocht heeten. Nansen werd ten slotte beschreven als een man toegerust met schoone gaven, maar in de eerste plaats die van lust tot het kennen der waarheid. Hjj wist, dat hetgeen hij wenschte bereikt j kon worden, maar slechts dan als de noodige voorbereiding, het weten was voorafgegaan en zoo werd Nansen ten voorbeeld gesteld aan allen, die wel het vooruit" maar den weg hiertoe slechts bij overlevering kennen. Ook in deze behoort onderzoek en zelfstandig oordeel ons ten richtsnoer te zijn. De boeiende voordracht, tevens in vele opzichten belangrijk en leerrijk werd, zooals men dit van ontwikkelde men schen dan ook verwachten kan, met de meeste aandacht gevolgd en het deed ons een genoegen te mogen vernemen, dat ook de Spreker tevreden was over zijne toehoorders. De Heer Keller van Hoorn raadde aan de lezing van een voor korten tjjd ver schenen boekje over de reis, geschreven door den Heer Nanser. zelf. Het Bestuur verzocht den verslaggever mede te deelen, dat een paar exemplaren ervan voor de bibliotheek van Weten en Werken zouden beschikbaar gesteld worden. De heer J. B. A. Saejjs vervult aan staanden Maandag de spreekbeurt. KRONIEK. Op de eerste vergadering van den Raad in dit jaar sprak de Voorzitter een vriendelijk woord ter gelegenheid van het pasbegonnen jaar, en deed de me- dedeeling, dat het voorstel aan B. W. in zake het St. Elisabeths Gasthuis in de volgende vergadering in behandeling zal gesteld worden; dat van Heeren Directeuren van Teylers Stichting ten geschenke is ontvangen eene dynamo en wel ten gebruike van het onderwijs, welke raededeeling met applaus werd begroet. Dr. W. C. L. Bronsveld verzoekt eer vol ontslag uit zjjne betrekking als leeraar in de geschiedenis aan de Hoogere Burgerschool met vijfjarigen en drieja rigen cursus. Het ontslag wordt eervol verleend. Het eerste punt van de agenda be trof het trekken der afdeelingen, welke plaats had. De Heer P. Goedkoop Dzn. verzoekt den Raad eervol ontslag als lid der Commissie van Toezicht op het middel baar Onderwijs en als Lid van die op het lager Onderwijs. De Raad besluit hiertoe met dankbetuiging voor de aan de gemeente bewezen diensten. In behandeling komt een voorstel van B. en W. om instemming te betuigen met een adres van Burgemeester en Wethouders van Arnhem aan de Twee de Kamer der Staten Generaal betref fende het aan die Vergaderingingediende Wetsontwerp tot wijziging der gemeen tewet, in zooverre daarbij in art, 2 wordt voorgesteld om de overige gemeenten boven de 15000 zielen (zijnde al die gemeenten, met uitzondering van Am sterdam, Rotterdam, 's Gravenhage en Utrecht) voor de verkiezing van leden van den gemeenteraad in drie kiesdis tricten te spitsen. De Heer Waller ontwikkelde de be zwaren, meent dat splitsing geheel past bij het couloirstel, maar kan zich er niet mee vereenigen. De Heer Macaré zet zijne meening uiteen; de gemeenteeenheid is bij de splitsing gebroken, raadt aanneming van het voorstel aan in het belang van de eenheid in de gemeenten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1897 | | pagina 1