toespraak wel mocht bedoeld hebben,
toen hij Koningin Victoria een ïkwaai
vrouw" noemde, houdt de gemoederen
in Engeland nog steeds bpzig. De Engel-
sche bladen hebben eene afzonderlijke,
verschillende uitleg aan die uitdrukking
gegeven.
Het blokkeeren van Kreta heeft een aan
vang genomen. Dat het werkelijk ernst
is bleek uit het feit, dat een Grieksch
vaartuig met mondvoorraad en oorlogs
behoeften, dat zich niet stoorde aan den
eisch van een Oostenrjjksch schip om
bij te draaien, zonder complimenten in
den grond werd geschoten. Terwijl hier
orde op de zaken werd gesteld, verhin
deren de mogendheden niet eene Turk-
sche plundering op groote schaal van
goederen den christenen van Kreta toe-
behoorende.
De Grieksche regeering heeft haar
beide oorlogschepen teruggetrokken en
hierdoor blijk gegeven van toenadering.
Nog steeds loopen geruchten van eene
afzonderlijke Turksch-Grieksche schik
king, die, voor den neus der Mogendhe
den weg, een eind aan het geschil zou
maken. Niet zoo geheel onwaarschijnlijk
klinkt het telegram der Pres Association
volgens hetwelk de Sultan zich bereid
zou hebben verklaard tegen eene flinke
jaarlijksche schatting Creta aan Koning
Georgios af te staan, en ook aan lhe
Standard seint men uit Constantinopel
van geruchten, volgens welke de Porte
toenaderende aanbiedingen in deze aan
Engeland zou hebben gedaan.
De hoofden van den opstand zijn in
kennis gesteld met het besluit der mo
gendheden betreffende zelfbestuur onder
Turksche suzereiniteit. doch zij hebben
verklaard, dat geen andere oplossing
mogelijk is, dan inlijving bij Grieken
land. Aan den eisch tot het nederleggen
der wapenen is geen gevolg gegeven.
Nu eindelijk tot het blokkeeren van
Kreta is besloten, zijn de mogendheden
het weer niet eens over de wijze van
uitvoering. Duitschland en Oostenrijk zou
het willen opdragen aan Rusland alleen.
De oude heer Gladstone zou gaarne zien
dat Engeland uit den bond trad en Kreta
aan Griekenland afstond.
De kleine republiek Moresnet, het
stukje grondgebied, dat bij de grensre
geling van 1815 werd vergeten en sedert
onafhankelijk bleef, kwam dezer dagen
ter sprake in het Pruisische Huis van
Afgevaardigden. Men sprak daar den
wensch uit, dat Moresnet met zijn paar
honderd inwoners bij Pruisen of bij
België zou worden ingelijfd.
Dat debat heeft groot opzien gewekt
in de kleine republiek. Er is terstond een
comité gevormd, om te protesteeren
tegen het opheffen van de onzijdigheid
des lands. In een volksvergadering werd
besloten een adres Ie zenden aan den
Koning van België om hem te verzoeken
het zijne te doen tot handhaving van de
onafhankelijkheid van Moresnet, en hem
te verklaren, dat, als behoud daarvan
onmogelijk blijkt, de inwoners van Mo
resnet eenstemmig wenschen bij België
te worden ingelijfd.
HAARLEM, 23 Maart 1897.
In Felix Favore had gisteren
avond de aangekondigde protestmeeting
plaats in zake de bekende publikatie
van den Burgemeester dezer Gemeente,
waarbij in herinnering werd gebracht,
dat de Zondagswet, van 1815 dagteeke-
nende, in toepassing zou gebracht wor
den.
Bij den Haarlemschen Handelsstand
had deze publikatie tot veel gespreks
aanleiding gegeven en zij was over het
algemeen niet gunstig ontvangen.
De Haarlemsche Handelsvereeniging
had tot de meeting het initiatief geno
men en te oordeelen naar de de bijzon
der groote opkomst, trok de samenkomst
de algemeene belangstelling.
Te ruim acht uur opende de Voorzitter
van de genoemde Vereeniging de bijeen
komst met de voorlezing van de gewraak
te publikatie, welke vooral hierdoor zoo
onaangenaam had aangedaan, omdat,
wordt zij uitgevoerd, Haarlem dan tot
eene doode stad wordt en den nekslag
geven zou aan den Haarlemschen Han
delsstand. Met verzet komen wij er
niet, want de wet bestaat en de Burge
meester voert haar uit.
Na deze inleiding werd gelegenheid
gegeven tot debat. De eerste Spreker
noemde het eene onzinnige wet, die wet
van 1815. Een geducht applaus bewees,
dat men het met hem eens was.
Een ander merkte op, dat niet duide
lijk uitkomt, wat de wet verstaat door
uitstalling, welke verbeurd verklaard
zal worden als de overtreding driemaal
gekonstateerd wordt, doch, dat dan door
de inbeslagnemers inbraak zal gepleegd
worden als zij zich van de binnen uitge
stalde goederen verzekeren.
De Voorzitter deelt mede, dat volgens
hen, die 't weten kunnen, bedoeld wordt
het neerlaten der gordijnen, doch dat
het best zou z(jn den Burgemeester te
verzoeken, de publikatie in te trekken
en dat, als het sluiten der winkels door
gaat, nog te wachten staat het verbieden
van muziek op Zondag.
Nog had een der Heeren gemeend
hier iemand te zien optreden met eene
inleiding omtrent de wet van 1815 en
vroeg of het Bestuur der Handelsver
eeniging zich in deze in betrekking
gesteld had met een deskundige, wat
door den Voorzitter bevestigend werd
beantwoord, terwijl als de intrekking
niet gelukt, dan gehandeld zal worden
volgens het advies van een deskundige.
De meening werd uitgesproken dat de
publikatie niet wordt ingetrokken, maar
dat men liever moest zien den Burge
meester kwijt te raken. Deze Spreker
werd van de Bestuurstafel geducht tot de
orde geroepen en nog werd opgemerkt,
dat de wet niet verbiedt het verkoopen
met gesloten deuren en gesloten étalage.
Thans stelt de Voorzitter voor aan den
Burgemeester een verzoekschrift te zen
den van den volgenden inhoud, nadat
nog was medegedeeld, dat een der
Raadsleden, hier niet tegenwoordig, had
wenschen voor te stellen eene Commissie
te benoemen ten einde te vernemen,
wat de Burgemeester eigenlijk bedoelt:
Aan den Burgemeester van Haarlem
geven eerbiedig te kennen onderge-
teekenden, allen ingezetenen, dat zij
met verbazing hebben kennisgenomen
van de publicatie van 17 dezer, waarbij
bevolen wordt ten strengste de uit
voering te handhaven der wet van
1815.Zij meenen er op te moeten wijzen
dat eene uitvoering dier wet (zooals
die door U schijnt te worden opge
vat) een nekslag is voor den handel.
Heeft men in 1815 gemeend eene
dergelijke bepaling te moeten vast
stellen, dan was zulks omdat de
kooplieden destijds hunne uitstallin
gen op straat hielden en daardoor
de Zondag was ontheiligd, doch bij de
tegenwoordige inrichting der maga
zijnen, nu de uitstallingen van
binnen zijn aangebracht, kan van
eene toepassing dier wet geen sprake
meer zijn.
Als Burgemeester dezer gemeente
zal UEd. Achtbare zeker hoogen prijs
stellen op den bloei en vooruitgang
onzer stad door vol te houden aan
Uwen eisch tot sluiting der winkels
zal echter het tegendeel plaats vinden
en Haarlem binnen korten tijd ge
worden zijn een doode stad zonder
handel zonder vooruitzichten.
Ondergeteekenden geven UEd. Acht
bare het bovenstaande in overweging
en verzoeken U, in het belang der
gemeente, Uwe publicatie in te
trekken.
Haarlem, Maart 1897.
Geopperd werd nu nog het denkbeeld
het verzoek tot den Minister te richten,
doch de Voorzitter meent, dat men zich
eerst tot den Burgemeester heeft te wen
den en dat, wanneer dit niet gelukt de
medewerking van onzen Afgevaardigde
ter Tweede Kamer kan verzocht worden,
om de wet op te heffen of buiten gebruik
te stellen.
Volgens een ander moest den Gemeen
teraad verzocht worden, opheffing der
Wet te verzoeken en gelooft dat een
adres aan den Raad meer succes zal
hebben.
Van de Bestuurstafel wordt geant
woord, dat, wijl de wet eene Rijkswet
is, hare opheffing geen gemeentezaak is,
doch dat er waarschijnlijk in den Raad
wel over zal gesproken worden.
Door een der aanwezigen werd de op
merking gemaakt, dat men beter deed
eene motie aan te nemen, waarbij den
Burgemeester wordt verzocht zijn ont
slag in te dienen.
Wat er geschieden zou, als men zich
tegen het sluiten verzette, hieromtrent
deelde de Voorzitter mede, dat men
een proces-verbaal zou moeten afwach
ten.
In onzen tijd, vroeg iemand uit het
publiek, dat vele winkelramen geen
gordijnen bezitten, hoe dan? Wel dui
delijk, zegt de Voorzitter, dat dan de
étalage moet weggenomen of de ramen
gedekt behooren te zijn.
Van een verward toespraakje, telkens
onderbroken door gelach, begrepen wij
dat de bedoeling was eene motie aan
genomen te zien, aan den Raad te ver
zoeken den Burgemeester tot intrekking
der publikatie over te halen en tevens po
gingen aan te wenden de oude wet te
herzien.
Bij zooveel spraakverwarring deelde
de Voorzitter mede dat het adres op ver
schillende plaatsen zal ter teekening lig
gen; waar, zal bjj advertentie worden be
kead gemaakt. Een uit het publiek bood
aan mede te werken tot verkrijgen van
naamteekeningen en vervolgens werd
de vergadering gesloten na enkele we-
derkeerige plichtplegingen en nog mede
gedeeld, dat, mocht nog eenig antwoord
op het bedoelde adres inkomen, dit dan
in eene volgende vergadering zal wor
den ter tafel gebracht.
De Koninklijke Liedertafel „Zang
en Vriendschap" alhier mocht een
bijzonder blijk van belangstelling ont
vangen van den gevierden Nederl.
Toonkunstenaar, den heer Rich. Hol
ontving zij een vleiend schrijven waarbij
aan haar werd toegewijd eene fraaie
nieuwe compositie genaamd „Levens-
hymne", woorden van Van Hall.
Het 2e concert in dit seizoen is bepaald
op Donderdag 8 April. Als Solisten
zullen daarbij optreden Mej Joh. Seijn
(zang) uit 's Hage en de heer André
Spoor (viool), Concertmeester van het
orkest van het Concertgebouw te Am
sterdam.
Aan Haarlem's kunstminnend publiek
wordt dus weder een avond vol kunst
genot aangeboden. Zij die nog als Do
nateur of Kunstlievend Lid wenschen toe
te treden, gelieven zich aan te melden bij
het Bestuur.
Naar men ons mededeelt is door
de eigenaren voor de leden der Vereeni
ging tot verfraaiing van Haarlem en
Omstreken en tot bevordering van het
Vreemdelingenverkeer de wandeling
opengesteld op de landgoederen Roos-
wijk, Watervliet, Veldbosch, Zuid Duin
en Daal en Velserbeek.
Willem Landré's opera, de Boos
van Dekamawerd gisterenavond gegeven
voor een stampvolle zaal. De uitvoering
was voor den jongen kunstenaar één
groot succes, dank zij de voortref
felijke momenten, waaraan het werk
overrijk is en de deugdelijke bezetting
van de Solo's, van het Koor en van de
Klavierpartijen. Met ongewone geestdrift
werden componist en dichter, Mr. M.
G. L. van Lochem, onderscheidene malen
ten tooneele geroepen, om onder luid
gejubel in bloemen en kransen hulde
te ontvangen. Het was een feestavond
der kunst zooals slechts zelden voor
komt en waarin zich zeker allen hartelijk
hebben verheugd.
Aanstaanden Zaterdag zal de
Zijlstraat weder een nieuwen winkel
rijker zijn.
Het huis, vroeger bewoond door den
WelEd. heer Petrie en thans aangekocht
door den heer J. C. Kuijken, lid der
familie Kuijken, de in Haarlem wel
bekende Boter- en Vleeschhandelaren,
is door den te Haarlem ook welbekenden
architect Welsenaar en door den aan
nemer C. G. Opdam, in een kranig en
net winkelhuis herschapen, waarin bo
vengemelde firmant a.s. Zaterdag-eene
zaak zal openen in Boter, Kaas, fijne
Vleeschwaren enz.
In de Rotonde van het Museum
van Kunstnijverheid alhier is thans
tentoongesteld de muurbeschildering
met vier plafondstukken en verschillende
fragmenten van het beeldhouwwerk
afkomstig uit een huis gelegen aan het
Spaarne te Haarlem. Het schilderwerk
werd vervaardigd door den schilder G.
Zegelaar, die omstreeks 1720 te Loenen
geboren werd, gedurende een groot aan
tal jaren te Amterdam werkzaam was
en in 1790 te Zwolle overleden is.
De vier smalle panneelen stellen de
jaargetijden voor terwijl op de breede
paneelen de vier elementen vertegen
woordigd zijn. Het schilderwerk maakt
in zijn geheel eenen zeer aangenamen
en vroolijken indruk, en behoudens de
aan het tijdperk eigene bijzonderheden
in de figuurlijke voorstellingen, mag
men zeggen dat het goed getoetst en met
zorg behandeld is. Enkele gedeelen als
b. v. de voorstelling van het water
kunnen zelfs als meesterstukjes der
décoratieve schilderkunst doorgaan ter
wijl de onderdeelen, bloemen, vruchten
en verdere attributen hoogst verdienste
lijk geschilderd zijn. Op een der smalle
paneelen de Winter voorstellende, heeft
de schilder die stom was zijn portret
met dat zijner vrouw op middelbaren
leeftijd gepenseeld, beide figuren maken
met de flinke draperie en zeer voor-
deeligen indruk.
De hoekstukken van het plafond in
fraai gesneden omlijstingen gevat, stellen
voor kinderreliefs zoogenaamde grauw
tjes in den geest der werken van Ja
cob de Wit, die eveneens goed geschil
derd zijn.
Het ornamentale beeldhouwwerk is
voortreffelijk goed gebeiteld genre Louis
XV en bestaat uit twee spiegel omlijs
tingen met consolen, doch vooral is te
bewonderen de compositie van de klok,
die een meester stukje van beeldhouw
werk kan genoemd worden.
Wij zullen hopen dat deze stukken
die met nog vele als een prachtig ge
heel vormen voor ons land zullen be
houden bljjven, en door een onzer kunst
liefhebbers, zal worden aangekocht. Op
het oogenblik is het tentoongestelde
eigendom van een gesticht, dat daar de
zaal waarin dit werk zich oorspronke
lijk bevond als schoollokaal werd inge
richt zeker wol van plan is zich van
deze kunstschatten te ontdoen.
De nieuwe kiezerslijst welke ter
secretarie ter inzage ligt, telt thans voor
de tweede kamer 4794, voor de provin
ciale Staten 4777 en voor den gemeen
teraad 4448 personen. In het vorige
jaar waren die getallen 2891, 2887 en
2883. Van de lijst zijn geschrapt 175
kiezers en het getal nieuwe kiezers be
draagt 2078. Vaartuig- of grootboek,
kiezers komen in het geheel niet op de
lijst voor.
Door de politie alhier is proces
verbaal opgemaakt tegen den 14 jarigen
slachtersknecht A., die zich ten nadeele
van zijn patroon, den slachter H., aan
verschillende verduisteringen van geld
had schuldig gemaakt.
De Burgemeester van Rijswijk
bericht, dat in den nacht van 19 op 20
Maart j. I. onder die gemeente is ont
vreemd een zwart paard, merrie, 7 jaar
oud, met dik uitgetrokken staart, rech-
tervoorbeen naar buiten gedraaid. Op
sporing en aanhouding wordt verzocht.
De vorige week kwam de alhier
woonachtige schilder O. tot de ontdek
king, dat uit een blikken busje, staande
in een hem toebehoorende gesloten
schuur, gelegen in een poort van de
Raamsteeg, ruim 60 aan geld was
ontvreemd. Als verdacht van dezen dief
stal is door de rechercheurs Verkerk en
van Halst aangehouden het echtpaar
J., de man is 56 en de vrouw 69
jaren oud in die poort woonachtig,
die al het gestolene nog in hun bezit
hadden.
Markt van 22 Maart. 1897.
Boter. Aangev. 118, verk. 97 K.G.
L. pr. 0.90. H. pr. 1.p. K.G.
Biggen. Aangev. 212, verk. 179 st.
L. pr. 6.H. pr. ƒ11.p. st.
Schrammen. Aangev. 83, verk. 83 st.
L. pr. 11.H. pr. ƒ18.p. st.
Aardappelen. Aangev. 74 verk. 63 HL.
L. pr. 1.—. H. pr. 2.50. p. H. L.
Appelen. Aangev. 26 verk. 26 H.L.
L. prijs 3 50. H. pr. 6.
Peren. Aangev. 15, verk. 15 H.L.
L. pr. ƒ3.H. pr. f 6.p. ILL.
GRAAN- EN ZAADMARKT.
Marktberichten van 22 Maart 1897.
Witte tarwe f 6.59 ƒ6.20
Rogge 3.75 3.65.
Haver 3.50 3.30.
Duivenboonen 5.60
Paardenboonen 4.75
Groene erwten 5.50
Bruin mosterdzaad 13.
ORGELBESPELING
in de Groote- of St. Bavokerk alhier, c p
Donderdag 25 Maart 1897 des namiddags van
3—3 uur, door den Heer W. EZERMAN.
PROGRAMMA.
1PrelodioJReinsberger.
2Recordare uit Mozart's RequiemR Schaab.
S. Sonate No2J. A. v Eijken.
a. Allegro moderato.
b. Larghetto.
c. Allegro viyace.
4. AdagioG. Merkel.
5. Duet nit Stabat MaterRoasini.