HAARLEMSCH
Jtfo. 7
Wereldkroniek,
Eerste Blad.
Hei. Vereen, tot bevordering
van Zondagsrust.
No. 38. Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 84 Negentiende Jaargang.
144
van ZATERDAG 15 Mei 1897.
Nieuwsberichten.
TILEPHOONNUMMER
TELEPHON1SCHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandent —,25.
franco p. post ,40.
nommers S centen per stuk
Afzonderlijke
PrQs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentim worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Doet Uwe inkoopen liefst niet
•p Zondag. Waarom zoudt gij
geheel onnoodig de Zondagsrust
van anderen storen?
Het Bestuur der Afdeeling.
VAN DE
is direct na uitgave voorhanden inden
Boekhandel van DE ERVEN LOOSJES.
Prijs 10 Cents.
MUZIEK.
Gisterenavond had op de Bovenzaal
van de sociëteit „Vereeniging" eene
uitvoering plaats van de dilettanten-
vereeniging „Muzikale Vriendenkring"
onder de leiding van den heer K. F.
van Maas Jr. Gelijktijdig daarmede trad
in de concertzaal van de soc. „de Kroon"
het nieuw gevormde mannenkoor »Cae-
cilia" op, onder directie van den heer
Henri Pielage. Onze belangstelling moest
over beide vereenigingen worden ver
deeld en slechts over een gedeelte der
uitvoering kan derhalve met een enkel
woord worden gesproken.
Het mannenkoor „Caecilia" heeft een
goeden indruk gemaakt en in den korten
tijd van zijn bestaan ongetwijfeld met
toewijding voor dit eerste optreden ge
werkt. De voordracht van de beide koren
uit de eerste afdeeling Ilollandsck en Bede
van S. van Milligen onderscheidde zich
in het bijzonder door een pittigen,
kernachtigen klank. Het ensemble in
beide nummers was goed, terwijl de
uitvoering er van ook met het oog op
de zuiverheid en de intonatie viel te
loven. De tenoren ontwikkelden een
mooi geluid en droegen tot den gezonden
klank van het geheel in ruime mate
het hunne bjj. Wij twijfelen niet aan
hel succes van den heer Pielage met
deze nieuwe zangvereenigiDg en wen-
schen haar den steun toe van donateurs
en kunstlievende leden.
Mejuffrouw G. Schagen zong voor de
pauze Wiegenlied van Franz Ries en uit
de Loverkens van Nicolai, Een Bloemken
en Eenster liedeken. Zij deed dat op heel
sympathieke wjjze en zag zich met
luide toejuichingen beloond. De bariton
solist, de heer Joh. Smits, was blijkbaar
niet al te wel gedisponeerd. Veel glans
had zijn stem niet, wat jammer was,
omdat de voordracht bewijzen gaf van
routine en goede opvatting. Mejuffrouw
Betsy Pielage begeleidde de solisten
op nauwkeurige en muzikale wijze op
het klavier. Bij het publiek vond zij
door onkunde weinig waardeering
voor haar spel. Men applaudisseerde vóór
de piano-begeleiding ten einde was en
bedierf voor de muzikaal ontwikkelde
toehoorders natuurlijk den totaal-indruk
in niet geringe mate. Een verzoek, om
die onhebbelijke gewoonte na te laten,
zou zeker gewenscht zijn.
Het tweede gedeelte der uitvoering
hebben wij niet gehoord. Indien het
niet minder is geweest dan het eerste
gedeelte, mogen de uitvoerenden tevreden
zijn en mag het mannenkoor Caecilia
met een hartelijk welkom begroet
worden.
Bij eene vorige uitvoering van den
Muzikalen Vriendenkring liet vooral de
stemming der instrumenten te wenschen
over. Aan verschillende omstandigheden
moest dit toen worden toegeschreven.
Het meest wel aan de afwezigheid van
een geschikt stemlokaal. Thans, nu de
uitvoering weder plaats had in de Boven
zaal van de Soc. Vereeniging, was daar
aan geen gebrek en met genoegen mag
worden opgemerkt, dat over de stemming
nu ook minder viel te klagen. De heer
Van Maas werkt met zijne kleine schare
dilettanten werkelijk heel aardig. Hij
weet geschikte muziek te kiezen en
deze op hoogst bevredigende wijze te
doen uitvoeren. Aan de eerste lessenaar
speelde een lief jong meisje viool mede.
Zij weerde zich dapper en trok daardoor
zeer de aandacht. Met ingenomenheid
hebben wij enkele nummers van het
programma aangehoord.
B.
Het kan thans tusschen Griekenland
en Turkije tot vrede komen. Elk ver
langt er naar, nadat is geblekeu, dat in
de gegeven omstandigheden langer vol
houden dwaasheid zou zijn. Toch was
voor weinige dagen het kabinet Rallis
opgetreden met, een programma van
hoogstens twee punten: Hervorming
van het leger en voortzetting van den
oorlog, maar blijkbaar is het bezweken
voor den drang der natie. Griekenland
erkent nu de autonomie van Kreta ook,
hoewel het daaraan nog steeds vasthield,
zoodat van vereeniging van het eiland
met Griekenland waarschijnlijk geen
sprake meer zal zijn.
Naarmate de berichten meer inkomen,
blijkt het leger der Grieken in Epirus
al even jammerlijk aangevoerd geweest
te zijn als dat in Thessalië.
Ten slotte schijnen de opstandelingen
op Kreta nog de eenigen te zijn die
het hoofd nog niet verloren hebben
zij blijven schermutselen tegen hunne
Turksche overheerschers en brengen
hun van tijd tot tjjd beteekenende ver
liezen toe, waarbij moord en doodslag
niet ontzien worden.
Nu Griekenland de bemiddeling der
mogendheden heeft aanvraagd op de
voorgeschreven voorwaarden, zal waar
schijnlijk ook Turkije wel toetreden.
Reeds moet de sultan uitgenoodigd zijn
de vijandelijkheden voorloopig te sta
ken, waaraan hjj, de omstandigheden
van eigen toestand in aanmerking ge
nomen, zeker wel zal gevolg willen ge
ven.
Zooals het steeds gaat, zijn er teA-
thene tevredenen en ontevreden, al naar
mate zij al dan niet tot de aanhangers
van de nieuwe regeering behooren.
Er worden ook leelijke dingen ge
zegd, onder andere, dat zekere geldsom
men, door rijke Grieken aangeboden tot
stijving van de oorlogskas, gekomen zijn
ter'plaatse waar ze niet behoorden; in
de zakken van hoogere en lagere amb
tenaren, maar dat zal wel laster zijn.
De nationale bond vindt ook geen genade
bij de aanhangers der oude regeering;
ook daar, zegt men, hebben misbruiken
plaats gehad. De regeering heeft zich
echter voorbehouden ter zijner tijdre
kening en verantwoording te doen.
Van koning George hoort men niets
't is haast of er geen koning meer is en
het nieuwe babinet heeft het ten slotte
nog te kwaad gekregen met den kroon
prins.
Zeer zeker is de algemeene toestand
in Griekenland niet gunstig. Een ledige
schatkist en geen krediet, een verslagen
leger en ontmoedigde burgerij, waarbij
nog veel politieke verdeeldheid. En dan
nog het uitzicht op een vernederenden
vrede.
Het is te hoopen, dat de Grieken van
dezen tijd nog hetzelfde weerstandsver
mogen bezitten als hunne vaderen, an
ders zou men vragen hoe het mogelijk
zal zijn zich uit zooveel ellende op te
richten.
Zooals men weet, had het Grieksche
leger zich terug getrokken naar Domo-
kos. Het, ontvangt daar telkens verster
king en de kroonprins acht de positie
aldaar onverwinnelijk, zooals blijkt uit
eene dagorder, die overigens wel wat
grootspraak bevat.
Van dien kant schijnt men de vrede-
berichten dus waarschijnlijk niet sterk
te vertrouwen en het versterken der
troepenmacht schijnt plaats te hebben
met het oog op eventueele krijgsbewe
gingen der turken, die zeer zeker niets
liever zouden wenschen dan zegevierend
voortrukken. Zij worden hierin ver
hinderd door den uitgedrukten wensch
der mogendheden om de vijandelijkheden
voorloopig te staken, maar de Grieken
zijn er klaarblijkelijk niet zeker van,
dat het verzoek ingewilligd wordt.
De beschuldigingen aan het adres dei
Turksche troepen in Epirus duren voort.
In het Louros dal b.v. zouden zij de
Christenboeren gruwelijk mishandeld
hebben en afgehouwen ledematen langs
de wegen strooien alleen om maar schrik
te verspreiden.
Of deze geruchten hel Grieksche
Westereskader, dat aan de kusten van
Epirus opereert, bewogen hebben ook
weêr eens iets van zicli te doen hooren
Volgens bericht uit Athene heeft liet
Maandag het kustdorp Sikya géhombar
deerd, waar zich eenige Turksche voor
raad-magazijnen bevinden.
Hoe het met Kreta zal gaan is niet
te zeggen. Een wonderlijk bericht werd
verspreid door eene Duitsche courant,
n.l. dat de ex keizerin van Frankrijk
wil trachten een prins uit het huis
Bonaparte het troontje van Kreta te
bezorgen en dat deze dame hiertoe be
sprekingen wil houden met den sultan.
Het zou natuurlijk geld kosten en dat
kan de sultan gebruiken, maar ook de
toestemming der mogendheden zou hier
toe noodig zijn.
Terwijl Griekenland bij de mogend
heden aandringt op het bespoedigen van
een wapenstilstand ten einde nieuw
bloedvergieten te voorkomen, hoopen
de Turken meer en meer hunne troepen
op bjj en om Farsalos, en hlokkeeren
de Grieken feitelijk de golf van Salonika.
Wat uit dit alles worden moet is niet
te begrijpen en de mogendheden, hoewel
al de diplomaten in deze voorzien zqn
van volmachten en instructies, schijnen
ook geen voortgang te, maken zoodat
de Grieksche klachten wel gegrond
schijnen. Grouten lof zwaaien de Turken
toe aan den Russischen keizer, die zich
werkelijk de eenige toont te zijn die het
leven van het Turksche rijk nog wil
rekken; hoelang dit duren zal, wanneer
Rusland Turkije los wil laten, is ook
niet te bepalen, maar dit zal wel opge
helderd worden als de sultan weer eens
hoog noodig geld moet hebben.
Naar wij reeds mededeelden was de
verbrande bazar tegen een tamelijk
hoog bedrag, doch tegen hooge premie
verzekerd. De verzekeringsmaatschappij
weigert uitbetaling omdat de inrichting
slecht was en er zonder toestemming
of medeweten der directie gevaarlijke
toestellen waren aangebracht.
De Parijsche gemeenteraad heefteen
motie aangenomen strekkende den pre
fect der Seine uit te noodigen de be
palingen betreffende de veiligheid in
schouwburgen strenger te handhaven
en zoo mogelijk uit te breiden, terwijl
een nader onderzoek van gebouwen voor
bijeenkomsten door de raad zelf is ter
hand genomen.
Verschillende Fransche bladen geven
nog bespiegelingen ten teste omtrent
de bazaar-ramp. Sommige bladen komen
tot leerzame resultaten. In aanmerking
genomen de vele uitgangen in het midden
van liet ruime gebouw, begrijpt men
niet, hoe al de omgekomenen deze zijn
voorbij geloopen, om uitgang te zoeken,
waar er geen was, aan de uiterste
hoeken. Natuurlijk was men het hoofd
kwjjt, maar men volgde elkaar naar de
gevaarlijke punen waar geen ontkomen
meer mogelijk kon zijn. Hieruit wordt
de leering getrokken, dat het verstan
dig is voor zulke gevallen voldoende deu
ren temaken aan de uiterste einden van
gebouwengebleken is nu toch, dat
het publiek in oogenblikken van gevaar
daarheen stroomt. Men zegt, dat het is
alsof de ongekomenen den dood gezocht
hebben. Nu zijn die zeggers zeker de
personen, die niet zelf in het brandende
gebouw waren.
Naar aanleiding van het ongeval te
Parijs beginnen ook elders de oogen open
tegaan voor brandgevaar in schouwbur
gen, hier te lande o. a. te's Gravenhage.
Men meent, dat de maatregelen bij brand
er zeer beperkt genomen zijn, de uit
gangen slecht zijn en dat verbetering
gemakkelijk is te verkrijgen door opof
fering van eenige plaatsen.
Hoe meer over de veiligheid in deze
gesproken en geschreven wordt hoe beter.
Het ware te wenschen dat in elke plaats
waar soms groote getallen personen
tegelijk aanwezig zijn, een onderzoek in
deze werd ingesteld.
Toch is in de laatste jaren hier te
lande veel gedaan ten behoeve van de
veiligheid in kerken, schouwburgen en
concertzalen. Naar binnen opengaande
deuren zqn op hooger order naar buiten
openslaande gemaakt, doorgangen zijn
verbreed, noodtrappen zijn aangelegd,
genoegzaam water is voorhanden en de
politie houdt de hand aan de voorschrif
ten en toch is men omtrent enkele ge
bouwen niet volkomen gerust. Het
publiek heeft het recht in deze gerust
gesteld te worden, te weten, dat zelfs
in eene paniek, rampen als te Parijsbijna
onmogelijk zijn.
Te Brussel schijnt het met het ge
reedkomen van de tentoonstelling nog
niet hard op te schieten. Een bezoeker
't zal wel een zwaarhoofd zijn