Indertijd werd melding gemaakt van een afschuwelijke moord in Bulgarije, gepleegd door een officier en met mede plichtigheid van een commissaris van politie. Hun proces zal heden voor het ge rechtshof te Sofia een aanvang nemen. De feiten komen op het volgende neer. De eerste van de beide hoofdbeschul- digden in deze zaak is kapitein Boïtcheff, vroeger aide de camp van de prinses van Bulgarije, de tweede, de heer Nove- litch was hoofd der politie te Philippopoli. Beiden worden beschuldigd, een café- chantant-zangeres van Hongaarsche af komst, mejuffrouw Anna Simon, in de rivier, de Maritza verdronken te hebben. Deze Anna Simon was de maitresse geweest van kapitein Boïtcheff gedurende vele jaren, doch de liaison was bij het huwelijk van den kapitein afgebroken. Hij had zijn maitresse gesproken van de noodzakelijkheid, waarin zijn finan- cieele omstandigheden hem brachten, een rijk huwelijk te doen. Anna Simons schikte zich hierin, doch onder voor waarde, dat Boïtcheff na een paar maanden tot haar en haar kind zou terugkeeren. Deze belofte werd niet gehouden en op zekeren dag kwam mej. Simon bij den kapitein om hem aan het verleden te herinneren. Boïtcheff vroeg uitstel. Eenige dagen na haar bezoek onder vond mej. S. eenige verschijnselen van vergiftiging, waarover zij zich evenwel niet ongerust maakte en die ook geen verdere gevolgen schijnen gehad te heb ben. Zij hernieuwde haar bezoek bij Boïtcheff, die haar eindelijk wist over te halen, zich naar Philippopoli te be geven, waar de hoofdcommissaris van politie, zijn vriend zooals hij zeide in haar onderhoud zou voorzien totdat hij zelf zou kunnen komen, hetgeen binnen kort gebeuren moest. Zonder argwaan vertrok Anna Simon, doch om niet weder te keeren. Bijna onmiddellijk na haar aankomst te Philippopoli was zij spoorloos ver dwenen en alle nasporingen van de politie waren vergeefsch; het was de hoofdman der politie zelf, die het on gelukkige meisje had doen verdwijnen. Boïtcheff had haar geschreven, dat zij zich op een bepaalden avond om negen uur op de brug van de Maritza moest bevinden, waar een rijtuig gereed zou staan om haar naar zijne (BoïtchefFs) bezittingen in Roemelië te voeren. Inderdaad was het rijtuig er en daar naast wachtte een gendarme, Bogdan genaamd, die het portier opende. Het rijtuig vertrok in galop en was binnen enkele minuten buiten de stad. Toen het stilstond, werd het portier haastig opengerukt en wierpen twee mannen zich op het meisje. Zij hielden haar een zakdoek met chloroform tegen het gelaat en toen zij tengevolge daar van het bewustzijn verloren had, werd zij ontkleed, in een deken gewikkeld, die met steenen bezwaard was en ver volgens in de Maritza geworpen. De beide moordenaars waren Boïtcheff en Novelitch, de commissaris van politie. De ontdekking der kleedingstukken van het slachtoffer in de woning van Novelitch en de verhalen van Bogdan, die te veel gepraat had, wekten de eerste vermoedens en tegenover deze bewijzen vond de commissaris het raad zaam alles te bekennen. Boïtcheff bekent wel aan zijn vriend te hebben opgedragen, juffrouw Simon te doen verdwijnen, doch ontkent elke persoonlijke deelname aan het schelm stuk. Novelitch en Bogdan daarentegen houden vol, dat hij er bij was. In 't voorbijgaan heeft de commissaris van politie zich nog voor een anderen moord te verantwoorden, namelijk dien, welken hij pleegde op een armen drom mel, die toevallig voorbijging, toen de moord op Anna Simon gepleegd werd en er dus getuige van was. Tegen alle drie beschuldigden vraagt de procureur-generaal de doodstraf. De proeven met het nieuwe geweer zijn in Duitschland glansrijk uitgevallen. Militaire bladen melden, dat de kogels nog op 800 meter afstand in staat zijn om 7 achter elkaar staande manschappen te doorboren. Een daad, welke herinnert aan het persoonlijk optreden van den Duitschen Keizer in kunst-aangelegenheden, is die van den koning der Belgen. Z. M. heeft namelijk de lijst van dejury leden voor de kunstafdeeling, hem op reis door de tentoonstellingsautoriteiten toegezonden, ongeteekend terug doen gaan. Het is te verwachten, dat dit feit veel beweging zal veroorzaken, vooral omdat ook in artistieke kringen veelal getwijfeld werd aan de geschiktheid en vooral aan de onpartijdigheid van een deel der voorloopig aangestelde jury. Het Fransche parlement is uiteen gegaan en het Fransche ministerie, dat men reeds bij zijn optreden geen lang leven toezegde, staat nog. Het heeft nu kans het voorjaar te halen. De Londensche telegraaf-ambtenaren bedanken voor onbetaald overwerken. Dit spelletje begint 26 Juli. Als den loop der zaken verwacht men eenige ontslagen aan de grootste heethoofden in deze en eene werkstaking van verre weg de meeste telegraaf-beambten. Na tuurlijk bestaan er nog andere grieven, als onvoldoende jaarwedden en weinig kans op promotie. Men zegt, dat het personeel voor den dienst niet groot genoeg is en dat dit aanleiding geeft tot vertraging in den dienst. Inmiddels is den telegrafisten aan gezegd, dat weigering van overwerk als insubordinatie zal aangemerkt wor den. Middelen worden aangewend om bij staking gereed te zijn met andere telegrafisten, teneinde geen vertraging in den dienst te hebben. In hoever dit mogelijk zal zijn met nieuwe ongeoe fende mannen zal te bezien staan. In de Borinage neemt het getal werk stakers af. De Parijzenaars maken zich vroolijk over de aanstaande reis van den presi dent naar Rusland en Juffrouw Gouëdon, de waarzegster, die al heel wat geraden heeft en daardoor zeer populair is, voor spelt dat na de terugkomst uit Rusland de ellende voor president Faure zal beginnen. In het vaste geloof, dat die vrouw de waarheid voorspelt, zal men er misschien een eer in stellen de voorspelling te helpen uitkomen. Het geloof aan waarzegsters en pro feten heeft er by de Franschen altijd ingezeten. Welke natie kan zich beroe men in deze niet de evenknie van Frankrijk te zijn. Volgens geruchten zou het nieuwe kabinet bestaan uit de HeerenPierson, Kabinetsformeerder, financiënRöell, binnenlandsche zakenLely, waterstaat Van Goltstein, buifenlandsche zaken Van Dam van Isselt, oorlog; Cremer, koloniën; Mac Leod, marine; Drucker, justitie. Thans wordt medegedeeld, dat het nieuwe kabinet zou zijn voorgedragen als volgt: Pierson, kabinetsformeerder, financiën; De Beaufort, buitenlandsche zaken; Cort van der Linden, justitie; Goeman Borgesius, binnenlandsche za ken; Jansen, marine; Eland, oorlog; Lely, waterstaat. Koloniën komt dus op dit lijstje nog niet voor. Men meldt uit Amsterdam Onder den invloed der nieuwe bepa lingen van de politieverordening, de opheffing bedoelende van de openbare huizen van ontucht, hebben belang hebbenden hare inrichtingen quasi van karakter doen veranderen, door boven de deur het opschrift hotel aan te brengen. Indien door deze schijnbare metamor phose, bedoelde huizen inderdaad ont snappen aan de nieuwe, bepalingen, dan zijn wij eerst recht van den wal in de sloot geraakt. Of de politie hier zal kunnen ingrijpen, is alweer een quaestie, die voor lange deliberaties vatbaar is. Een feit is, dat de bordeelhoudsters het niet hebben gelaten alleen bij het schilderen van het woord „hotel" boven de deuren harer inrichtingen - neen, ze voldoen sinds eenige dagen aan alle voorwaarden, door de politieverordening den hotelhou ders gesteld. Zij hebben haar personeel laten inschrijven als kamer-, linnen-, keukenmeiden, leveren eiken morgen een nachtlijst in, enz. Op die nachtliist zullen de namen wel gefingeerd zijn. Maar wie zal dat controleeren? De bezoekers plegen immers in deze quasi- hotels niet lang te verblijven. Het zou ons niet verwonderen als nu van de lieusche hotelhouders een heftig verzet is te wachten tegen de nieuwigheid der bordeel-hotels, ware het maar alleen omdat ze reden hebben zich in hun ambtelijke waardigheid gekrenkt te voelen. HAARLEM, 23 Juli 1897. Aan de school voor Kunstnijverheid, verbonden aan het Museum van Kunst nijverheid alhier, is een cursus voor artistieke metaalbewerking ingericht, bestemd voor hen, die zich in het vak- teekenen en boetseeren, in het drijven van plastische voorwerpen, als bekers, kannen, vazen, schotels, kandelaars, enz., in het vervaardigen van onder- deelen van soortgelijke voorwerpen en het samenstellen van deze tot een ge heel, alsook in het vervaardigen van ornementale versieringen, in hoog en laag drijfwerk, wenschen te oefenen. Deze cursus wordt gevolgd door leer lingen, die zich al dadelijk na het ver laten der lagere school voor de werk plaats voorbereiden, alsook door hen, die reeds in de praktijk werkzaam zijn en zich in bovengenoemde vakken ver der wenschen te bekwamen. Er zal alle mogelijke zorg worden besteed, opdat den leerling eene gezon de artistieke richting worde ingeprent. Zij zullen met de verschillende eigen aardigheden in de compositie van de stijlrichtingen der Middeleeuwen, der Renaissance en die welke onder de re geeringen van Lodewijk XIV, XV en XVI en latere tijdperken in zwang kwa men en met de beginselen, die in de producten dezer tijdperken liggen op gesloten, bekend worden gemaakt, ter wijl het stijlleeren der natuurvormen en het ontwerpen van op het vak betrek king hebbende voorwerpen en siervormen een voornaam punt van het theoretisch onderwijs zal uitmaken. Voor het theoretisch gedeelte zullen de leerlingen van dezen cursus de teeken en boetseerlessen volgen zooals die reeds vroeger in de school gegeven werden, terwijl het praktisch gedeelte aan de 1 goede zorgen van eene bekwame werk kracht, den Heer F. Zwollo, zal worden toevertrouwd. De leerwerkplaats werd ingericht met de beste uit Parijs ontboden gereed schappen. Er zullen voorloopig slechts een gering aantal leerlingen worden toegelaten. Het materiaal wordt geleverd door de school, terwijl de vervaardigde werk stukken het eigendom der school blijven. Van het begin van den cursus 1 September tot einde December, bedraagt het schoolgeld ƒ25, terwijl voor de volgende schooljaren het schoolgeld op ƒ50 is vastgesteld. Het verslag over 1896 van de vereeniging tot steun van verwaarloos den en gevallenen bevat de volgende mededeelingen. Zij stelt zich ten doel hulp te ver- leenen aankinderen, wier opvoeding dreigt verwaarloosd te worden of reeds verwaarloosd wordt; oudere meisjes, die strengere leiding behoeven dan zij van hare ouders of voogden ontvangenon gehuwde moeders; ontuchtige vrouwen, die hun leven wenschen te verbeteren. In de beide doorgangshuizen te Apel doorn ging het leven rustig zijn gang. Allereerst brengt het verslag aanhaar, die dat leven door liefde bezielen, aan de Directrices een eeresaluut voor de toewijding, waarmeê beiden, Juffr. Rovers en Mevr. Romein, haar schoone maar moeilijke taak bleven vervullen. Negentien aanvragen om dienstmeis jes waren bij de Directrice ingekomen, en deze hielden zich over 't algemeen goed, hoewel ook anderen teleurstelling gaven. Van de verwaarloosde kinderen, voor welke het tweede doorgangshuis be stemd is, kan de Directrice Mevr. de Wed. A. Romein-Plaat over 't algemeen goede getuigenis geven. Menig kind vindt op „Boschzicht" voor 't eerst liefde, leiding ten goede, een te huis, een ge lukkige jeugd. Met blijdschap vermeldt het Verslag dat H. M. de Koningin Regentes, 15 Oct. 1896 d Veldzicht" met een bezoek vereerde. Door Juffr. Rovers, met de Commissie van Uitvoering ontvangen en rondgeleid, nam H. M. alles in oogen- schouw en verklaarde belang te stellen in ons liefdewerk. Ontvangen werd: contributiën ƒ3510,51, verpleeggelden 2579,50, giften ƒ685,52; terwijl uit gegeven werd voor de huishouding van «Veldzicht" en „Boschzicht" 4922.65. Verpleegkosten (buiten de doorgangs huizen) ƒ877,51. Omtrent het Zweedsch Mannen- kwartet, dat Woensdag 28 Juli in de Sociëteit Vereeniging alhier een concert geeft, zjjn de buitenlandsche bladen j één lof. Kenmerkend is het oordeel van den muzikalen verslaggever van het Berliner Tagedlalt", waarvan hieronder eene ver taling volgt: „De concerten hier in Berlijn zijn een ware plaag voor de menschen. Een gelukkige uitzondering op de, wij zouden het, kunnen noemen concertepidemie, maakt echter het Zweedsch Mannen- kwartet, bestaande uit de heeren J. Hjelm, Ie Tenor, A. Jahnke, 2e Tenor, C. Ja- cobsen, le Bas, G. Rijberg, 2e Bas. Tusschen de vele mannen-zangvereeni- gingen en kwartetten, die zich hier reeds hebben doen hooren, nemen deze Zweedsche zangers een eerste plaats in. Zij bezitten vier klankvolle stemmen, de eerste bas is uitstekend. Zij zijn goed geschoold en bezitten het zeldzame voorrecht door de juiste keuze van hun programma (en door de kleurschakeering der zeer uiteenloopende nummers daar van) een auditorium den geheelen avond bezig te houden. Een bezoek kunnen wjj allen liefhebbers van mannenzang gerust aanbevelen. Menig solozanger kan van deze zangers een lesje nemen." Op de gemeentelijke begraafplaats alhier werd Donderdag ter aarde besteld het stoffelijk overschot van Dr. T. C. Winkler. Eene breede schare van belangstel lenden en vrienden bewezen den over ledene de laatste eer, onder welke men opmerkte vele Geneeskundigen, Com missarissen der Stads Apotheek en heeren Directeuren van Teyler's Stichting, aan welke Inrichting Dr. Winkler gedurende vele jaren met den besten uitslag werk zaam was als Conservator van het Geologisch en Palaeontologisch Museum. Bij het geopende graf werd een har telijk woord gesproken door Dr. L. C. Proot, Voorzitter van de Afdeeling Haarlem en Omstreken der Nederland- sche Maatschappij ter bevordering der Geneeskunst, waarna een bloedverwant des overledenen den dank der familie uitsprak voor de eer den overledene bewezen. Tot substituut-griffier bij de arrond.- rechtbank te Zwolle is benoemd Mr. A. J. van Slooten, thans Commies redacteur ter gemeente secretarie te Haarlem. Heden zijn alhier de eerste appelen ter markt gebracht door Gebr. Plantjé, Turfmarkt. Zondag zullen op het Museum tentoongesteld zijn: een verzameling photographiën uit Sicilië, alsook een schrijfbureau, vervaardigd door de firma C. Nederkoorn alhier. Zondag is de toegang vrij. „Weldadigheid naar Vermogen". Afdeeling: WERK VERSCEAJFING. Yam 1 Nov. tot 22 Juli hebben zich de vol gende personen aangemeld: 50 voor werkvrouw. 4 voor strijkster. 6 voor waschvrouw. 1 voor stoelenmatter. 5 voor kookster. 7 voor naaister. 2 voor breister. 43 voor los werkman. 18 voor loopwerk. 2 voor kleedermaker. 2 voor stucadoor. 1 voor licht werk. 3 voor timmerman. 1 voor opperman. 6 voor grondwerker. 6 voor metselaar. 2 voor machinist. 2 voor bankwerker. 1 voor koffihuisbediende. 3 voor schilder. 1 voor schoenmaker. 2 voor huishoudster. 3 voor smid 1 voor oppasser. 1 voor broodbakker. 1 voor baker. 5 voor pakhuisknecht. 3 voor noodhulp. 1 voor bleekersknecht. 1 voor steeudrukker. 1 voor koetsier. Bij de aanmelding moet een getuigschrift van goed gedrag overgelegd worden. Van 1 Nov. tot 22 Juli zijn de volgende per sonen geplaatst. 37 voor werkvrouw. 3 voor naaister. 3 voor waschvrouw. 2 voor kookster. 1 voor baker. 1 voor kleedermaker.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1897 | | pagina 2