HAAR L.E MSCH
Adresboek Van Haarlem
Eerste Blad.
No. 74.
144
met AMSTERDAM.
abonnementsprijs
van ZATERDAG 18 September 1897.
verschijnt:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
M. Vereen, tot bevordering
van Zondagsrust.
Doet Uwe inkoopen liefst niet
•p Zondag. Waarom zoudt gij
geheel onnoodig de Zondagsrust
van anderen storen?
1897.
Prijs ing. 1.75, geb. f 2.—,
DE ERVEN LOOSJES.
Nieuwsberichten.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 84. Negentiende Jaargang,
ÏILEPHOONNUMMËR
TELEPHON1SCHE VERBINDING
Per drie maanden
f -,25.
franco p. post —,40.
Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk
Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden aangenomen Jot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Het Bestuur der Afdeeling.
Het
is voorhanden in den Boekhandel van
Concert in de Groote Kerk.
De muziekuitvoeringen, welke in de
laatste jaren in onze St. Bavo Kerk
fegeven werden, mochten zich maar zel
en verheugen in een druk bezuek. Meestal
stelde de opkomst de concertgevers te
leur en liep de onderneming uit op een
finantiëele schadepost. Slechts een enkele
maal was dat anders, b.v. bij het optreden
van het Amsterdamsch a capella hoor
en misschien nog bij enkele andere ge
legenheden.
Mogelijk laat zich dit verschijnsel ver
klaren uit de omstandigheid dat twee
maal per week gratis orgelconcerten
worden gegeven en deze zelfs meermalen
worden opgeluisterd door de voordrach
ten van goede solisten. Het verlangen
naar muziek in de kerk wordt daardoor
mogelijk voldoende bevredigd, zoodat
alleen buitengewone invloeden belang
stelling kunnen wekken voor uitvoerin
gen, waarbij entree geheven wordt.
De musici, welke Woensdagmiddag
eene uitvoering in de St. Bavo hadden
georganiseerd, ondervonden, wat de op
komst van het publiek betreft, dezelfde
teleurstelling. Ook daarbij waren in de
groote ruimte slechts enkele stoelen-en
barikenrijen bezet.
Met het oog op het optreden van mej.
Marie Lüning om van de andere
medewerkenden niet te spreken mocht
ons dit eenigszins verwonderen. Haar
naam als gevierde zangeres, gevoegd bij
de bijzondere bekendheid als zoodanig
in onzestad, had, meenden wjj een grooter
aantal kunstvrienden samen moeten
brengen, vooral nu dit optreden, in ver
band met het a.s. huwelijk der zangeres,
tevens gold als een afscheid.
Hoe onaangenaam dat gebrek aan
belangstelling ook mocht zijn op de
uitvoering zelve was het niet van invloed.
Mej. Lüning zong haar programma
met groote warmte. Haar expressieve
voordracht, de milde volheid van haar
geluid en de muzikale behandeling van
de gezongen nummers vervulde de aan
wezigen zichtbaar met innige symphatie.
De stem van deze zangeres is op
gewassen tegen de afmetingen der kerk
vooral bleek dit in Beethovens bekende
lied, Die Ehre Gottes in der Naturwaarin
zich de kostelijke stemmiddelen in vollen
omvang mochten ontplooien. De stijlvolle
voordracht der Bachsche nommers be
wees opnieuw hoe hoog mej. Lüning
staat tegenover de klassieke zangmuziek
en hoezeer zij er in geslaagd is, de eigen-
j aardige moeielijkheden welke zich daarin
voordoen, te overwinnen.
Voor de kunst is het zeker jammer,
dat deze intelligente zangeres haar mo
gelijk ontvalt. Daardoor zal een ledige
plaats ontstaan in de rij der uitvoerende
artisten, welke niet gemakkelijk is aan te
vullen. Hopen wij daarom dat mej. Lüning
in haar tweede vaderland, waar zij zich
voor goed vestigt, haar eerste niet zal
vergeten en de omstandigheden er toe
mogen leiden, dat een hernieuwd optre
den onder ons niet is buitengesloten.
De zangnummers werden bij het con
cert van Woensdag afgewisseld door
het zeer gewaardeerde vioolspel van de
heeren W. Robert en W. Robert Jun.
Met groote eenheid brachten genoemde
heeren een Sonate van Leclair voor
viool en alt, benevens een Andante van
Mozart voor dezelfde instrumenten ter
gehoore, terwijl daaraan nog werd toe
gevoegd een Adagia voor viool van Nar-
dini. Begeleid door den heer W. Ezer-
man sloten deze nummers zich waardig
aan bij de vocale-voordrachten. In het
bijzonder trof ons de vertolking van het
eerstgenoemde werk, dat trouwens voor
eene uitvoering in dé Kerk wel 't meest
geschikt is. De alt-viool liet zich hier
met succes gelden en droeg niet weinig
bij tot een mooien, vollen samenklank.
De heer Ezerman sloot het programma
met Handels Hallelujah, in de uitvoering
eene schitterende proeve van technische
bedrevenheid. B.
Een Duitsch tijdschrift vermeldde het
voor toonkunstenaren niet onbelangrijke
feit, dat het meest gewilde Spaansche
volkslied door niemand minder dan door
Pruisen's grooten koning Frederik II
gecomponeerd zou zijn.
Het is de sMarcha real" die bedoelde
koning bij een feestelijke gelegenheid
den Spaanschen gezant zou overhandigd
hebben, er bij voegende dat naar 's konings
meening, deze compositie met het volks
karakter der Spanjaarden overeenstem
de. Door den gezant werd zij naar Madrid
gezonden en vond daar grooten bijval.
Toen maarschalk Serrano in 1869 een
prijsvraag uitschreef voor den besten
nationalen marsch, kwamen er meer dan
500 antwoorden in, maar geen enkel
verwierf den prijs en de „Mat cha real"
bleef onovertroffen.
Vrijdag hebben de keizer van Duitsch-
land en de koning van Italië voor het
laatst te Homburg met elkander gedi
neerd en getoost op de wederzijdsche
dappere legers. Zou de koning toen niet
een oogenblik gedacht hebben aan de
nederlagen in Abyssinië en den slag van
Adoca, waar de Italianen, naar men zegt,
bij den overval wat al te spoedig uit het
veld geslagen waren, zelfs in die mate,
dat honderden soldaten en hoofdofficieren
krijgsgevangen werden gemaakt! Na
tuurlijk was de toost van den keizer
de uitgebreidste; men vertelt al dat de
Duitsche majesteit zich zelf het liefst
hoort spreken, en dat de Duitsche politiek
zich het hart vasthoudt, als Z.M. zich
in het openbaar doet hooren.
Van het drievoudig verbond is niet
gerept. De Italiaansche handel is met dat
verbond niet bijzonder ingenomen, want
sedert de tien jaren dat het bestaat is de
handel, die Italië op Frankrijk dreef,
sterk achteruit gegaan. Vroeger plaatste
Frankrijk het een derde van den ge-
heelen Italiaanschen uitvoer; thans on
geveer het* een zesde. Geen wonder, dat
het drievoudig verbond in Italië niet
populair is. De koning blijkt echter de
eischen der buitenlandsehe politiek hoo-
ger te stellen, dan de meerdere welvaart
van zijne onderdanen.
Omtrent de inneming van de Cubaan-
sche stad Victoria de las Tunas door
de opstandelingen deelt men het volgende
mede: Het beleg duurde van 14 tot 30
Augustus, toen de stad, volgens de be
zetting niet meer was te houden, welke
bezetting uit driehonderd vijftig man
bestond, waarvan het derde deel ziek
was.
De Cubanen stelden daar tegenover
vijf duizend man.
De Spaansche regeering vond dat
generaal Weyler gedurende de zestien
dagen dat het beleg duurde hulptroepen
had moeten zenden; dat hij dit niet
had gedaan wekte veel verbittering.
De generaal moet zeer uit de hoogte
aan zijne autoriteiten in Spanje gemeld
hebben, dat hij de stad zelf gaat her
nemen.
Weyler, die toch al niet populair was,
weet zeer goed, dat het tegenwoordige
ministerie hem wil handhaven, doch dit
zal nu tamelijk moeielijk zijn, te meer
daar er alweer sprake van is in October
het Spaansche leger op Cuba, nu reeds
uit honderd dertig duizend man bestaan
de, nog te versterken.
Uit alles blijkt meer en meer óf dat
de hoofdofficieren op Cuba met te bewe
ren den opstand in zeer korten tijd te
dempen hunne krachten overschat heb
ben óf de Spaansche regeering wat al
te lichtgeloovig was toen zij deze be
wering voor waarheid aannam. We]
verre van ontmoedigd te zijn, houden
de insurgenten vol en zelfs is een comité
tot stand gekomen tot het vestigen van
de Cubaansche republiek. Dat het Spaan
sche volk, zelfs bij gunstigen afloop het
lootje zal leggen en het toch al niet
hoog staand crediet van Spanje onder
dit alles geducht zal lijden, is nogal
begrijpelijk.
Woensdag werd bericht, dat de Cuba
nen zich van nog een stad hebben
meester gemaakt, maar dat het garni
zoen, tweehonderd mansterk, isvermoord.
Van officieele Spaansche zijde wordt dit
bericht tegen gesproken.
Reeds thans heeft de Spaansche re
geering order gegeven tot het bijeen-
trekken van zesduizend man troepen en
deze binnen kort te doen inschepen
naar Cuba.
Uit het nieuwe Noord-Amerikaansche
goudland Kiondyke komen nog steeds
berichten van groote scharen goudzoe
kers, die ijlings het land verlaten, om
den dreigenden hongersnood te ontvluch
ten, Zoodra de Yukon is dichtgevroren,
houdt de aanvoer van levensmiddelen
op. Er komt echter een ander jaar ver
betering in de middelen van vervoer.
De Canadjan-Pacific spoorweg zal dan
een rechtstréekschespóorlijn naar Kion
dyke aanleggen. Maar dit geeft nu wei
nig, en wel 6000 menschen worden met
een wreeden ontberingsdood bedreigd.
Het Quartier Latin, te Parijs, uit een
geschiedkundig oogpunt de belangrijkste
wijk dier stad, zal weldra een eigen
Museum hebben.
Eenige leerlingen der Ecole des Chartes
hebben een „Oudheidkundig genoot
schap" gevormd, verscheidene belang
wekkende plaatsen opgespoord en den
steun van den Minister van Onderwijs
verworven bij hunne onderzoekingen
en hun plan tot het stichten van een
Museum van Oudheden van die wijk.
Zij hebben de vliering ontdekt, waar
Calvin woonde toen hij student was, op
den heuvel van St. Géneviève, en waar
zijn naaste buurman niemand anders
was danIgnatius Loyola, die even
armoedig leefde als hij.
Ook hebben zij de kamer ontdekt,
waar Mad. de Brinvilliers hare vergif
tige koeken maakte. Zij groeven voorts
verscheidene oudheden op, welke in het
Museum tentoongesteld zullen worden.
Te Carlsruhe is een bijeenkomst ge
houden van 25 burgemeesters van Duit
sche steden, om te bespreken de deel
neming der steden van het Duitsche
Rijk aan de wereldtentoonstelling te
Parijs in 1900.
Besloten werd, dat de inzending niet
collectief zal zijn, maar in groepen afge
deeld.
De burgemeesters van Berlqn, Breslau,
Dresden, Frankfurt a. M., Hamburg,
Keulen, München, Straatsburg en Stutt
gart werden aangewezen als leden van
de commissie van voorbereiding.
Een en ander is een nieuw bewijs,
dat Duitschland toenadering met Frank
rijk wenschelijk voorkomt.
Een der voornaamste en meest be
kende gebouwen der geheele wereld,
de Notre-Dame-kerk te Parijs, vierde
Zaterdag een zevenhonderdjarig Jubile
um.
Den 11 den September 1197 werd de
eerste dienst in deze kerk gehouden;
het was een lijkdienst voor den Bisschop
Maurice de Sully op den eersten jaardag
van zijn afsterven.
Deze bisschop was ook de bouwer
van de Notre-Dame en hoewel deze op
het oogenblik van den eersten dienst
nog niet geheel gereed was, moet zq
toch toen reeds ongeveer denzelfden
vorm gehad hebben als thans.
In Noord-Amerika heeft men alweer
een goudland ontdekt, dat volgens ver
halen niet behoeft onder te doen voor
dat van Kiondyke. Het is gelegen in
Ontario aan het Warvameer en moet
veel gemakkelijker te bereiken zijn dan
de goudvelden in Allaska. Er is zelfs
een spoorwegstation der Northern Pacific
op 40 mijlen afstand, terwijl naar Kion
dyke van het laatste bewoonde punt de
reis 2 3 maanden duurt. Het goud
moet er ook vrij overvloedig zijn; met
de hand kan men er gemakkelijk 7 tot
10 dollar per dag winnen.
Met al die goudvondsten, zou er mis
schien een tijd kunnen aanbreken, dat
het goud op deze wijze veel van zijn
waarde verloor en men daarom tot een
nieuw muntmateriaal moest besluiten.
Maar welk?
Te Brussel is een voor veertien dagen
gepleegden moord ontdekt waarvan een
bediende van een handelskantoor aldaar
het slachtoffer is. De man,-die juist
toen voor zijn patroon vijfduizend francs