A
,/n9tao5( uanuiq itreta inoq u
,/Sub§ ap ui poBM (jjj -jaaqafjra Bp//
(<lj pjaauojajapS jaiqiaq uap mo ia sj«
(jappopaq 'uaMnojjiaA paoS na
ppq8ipunquo JBBq ui jsaq aoop nap pm SuijjapuaSaj
ajqoaiufq ni naqqaq uaSnBApo qmpui naa siararai nam
araiB ap noz ucg uaraoqaS uauraq gibm maq fiq 8uij
-aBpjd 'sbm paaziaS ppiaqiooAUO paqaS qooj aiqdog
Mnoignf uba uaSuijqoijui ap squspuo 'aip 'fiz sp 'af
pjaaqia^ -najqoaA aj ?in niznaSaj JBBq ua Suijjapinajaj
ajBq pra pfup nap uaizafiuo ua uaajja mo pppaS
paq ppqnaSapS ap ni JBBq pp JBaqquap jBAaoj pq
fiz sbm apuauuiq JBBq ui ug qoonaSpoa issq uba
qijquBB nap ubb naunaMaS paora fiz pp Spaq aoj
piu jqoai pq JBBp fiz pp 'laaq appz uaquapsu uba
qijquaSoo naa jbbj\[ 'uajqanjAjuo a; qijqusa uapnara
-azaoqm jaaqjs 'naqftjaaj aaip ubb uaufiMpiaA aj 'sbm.
SnqpMdo apjaa jbbjj <j pp fiq sbm 'ubui aip fijj
•uaqqip
uajjnz a} apsaajA fig -maps JBBq jbbh apSftq asp
•uaqBq addup
na map aqfqapmpuo naa pra Tiq apiaz (('uaraoq do
oaAoq jaaM jsm ja uajjnz fiM japq jb SniS pjj#
'UBAjaap paqnsaj pq joao puaqiu
-uuS pSaonaSjaA qooj jBBra 'Suiuaedsni uba apuaSfiq
pop nap do nnra apno ap pz JBBp 'qfijiBBM na
■ui uajqoBjq aSnof ufiz jb apnads jassBddo ap pajijo
naa uba uaddsp ap japno sjb apunajp jsoja ag
(inaSnajq uauunq jbaooz pj pq maaqoij
upmBjiaA qfijaqaapaS 'aiBMz pp noz pjBjqoscM ap
fiq pop uap do qijq ua8iiiouq na uaSipSuB uaa uad
-jaiM napnai apooi pm naSoo ag 'puapojqpo napnu;
-punq jap sjasjqoaquBB ap 'Sbbjuio jbbh jusq naa ubb
61
78
-waar men ze hebben wilde konden worden heenge-
schoven, lagen op den gladden geboenden vloer; een
groote ronde tafel en daaromheen met. leer bekleede
leunstoelen en verschillende kleine rooktafels, vulden
■bet middengedeelte der zeer groote kamer.
Aan den muur boven die lange rustbank hing nog
«en schilderij van aanzienlijke afmeting, eene naakte
vrouw voorstellende. Zij lag tegen een donkeren ach
tergrond, baar rug naar den toeschouwer gekeerd.
Maar met een eigenaardigen glimlach zag zij dezen
over haar schouder heen aan. Het was een jong en
mooi gelaat, dat dier vrouw; die schilderij was om
geven van jacht- en schietgereedschap.
Isa was hier nooit tevoren geweest.
Toen de Overste zijne woning aan haar en hare
moeder had laten zien, was hij aan die deur voorbij
gegaan, zeggende: n Dat is mijn afzonderlijke kamer."
Met verbazing zag de jonge vrouw van den ouden
.man de kamer rond, toen een luid gekerm van achter
het scherm haar deed ontstellen. Zij luisterde en be
greep dat zijn oppasser bij hem was en dat de Overste
wilde opstaan. Verlegen wilde zij wegloopen; maar
toen bedacht zij, dat zij in elk geval zijne vrouw was
en dat zij vooral indien zij zijne verpleegster wilde
worden, niet te preutsch wezen mocht.
Flink besloten bleef zij waar zij was.
Eerst kwam er een vuilgrijs, ongekamd hoofd te voor
schijn en toen de gebogen figuur van een dikbuikig
oud mannetje, gehuld in een mooie, fluweelen ka
merjapon waaronder een paar gezwollen voeten in
wijde vilten pantoffels uitkeken; de grijsaard werd
(Ondersteund door een sterken, jongen man. Het gelaat
•was geelbleek en slap hing de scheefgetrokken mond
iqoupaq pao§ fiz sp 'qog "sbm pAaS pq pin pp pp
JBBq Bsj apiaqaziaA raap uaSajaq pMpi uaa pjq
<i(iqaq uaqoidsaS n uaSaj pnpuoj ooz qi pp 'qfijBMq piu
qooj firn pq jraaau n 'afjMnoiAara apaq 'babi] ufip«
•put fiz uoq
uap JBBm 'apusipaoj JBBq aiqdog aip 'uazfids ap pra
qjOA JBBq pra fiz appads qfijaSinjqia^ qqinjqaS psq
spin jqaaiaS apjaa pq uba azap pMaoq jaau bsj jooa
ppqos apaaMj uaa ajpz ua uapjoq ap apjassiMJOA fig
4ij pfjjjaaj uaip uba puaraai uup ua f uaAaj qmp 'Sirainp
-uo uaa qpz ,japaojaq uaa uup uapjoM sjapuB spi
pM SjoAaS pq uoq 'qi Sbbja n^[ 'qfippsp uam jqjara
spi oog uba ]8M qooj Ja paM MnojAara jbbui uaqajds
a; pin uaSuip aip jbao qi apjooqaq uaiqossij\[ 'uaj
-daapapara ppquapuoMaSdo JBBq ui raaq aip ua uojbm
raaq do jop sjb aip 'uaMnojA aip jb uup ua
:snp fiz
apg[OAJ8A 'uaSaMzaS uaqqaq aj afqqquagoo uaa a^[
'juajjraojaiq suajaoAag ajBq ubb uaAaS a} jqonj
^ïqonzqBBJM 'apiiMaquo aApz jaaq 'uaa uba qnjpui
uap japno uaiqossira 'pin mo jqBBZiooiaA pijpiaA paA
aj jb aiqdog pBq ajsiaAO nap uba uaAaj pq ui jund
4ip jsinf jbbui uautiaq aj ubbSjiooa pi SniSipaora
-ubb suizsuaaS jb§ psjaS qajp qljjaSaMaquo s(bsj
(tna uafijJBd
-jaads na sjadnos ua 'siauip 'sjag uaop pq aapaoui
SsppirajooA uap ui dcBjs safjjnn juad uaa tpaq
ufiz do pin uaaiajqoB uajqaau smog 'jaaqufira uapaq
ufira uba uapaqguodsuajinq ap joao qaq jqopS sjfiM
-qip qi aoq piu paM n 'afjMnojAara aAaij ufira O"
•uapnoAafi qfijaqqBtuag
uaaz 'aopaap SuipiajuBB ap pj 'apjaAQ nap uba puap
-«•aoj uagipjooMuaSaj uap uba SusgjaAO ap sbm oog
fL
75
■dan was die huishoudster misschien even beperkt in
haar oordeel als Eva Böhme. Hoe spoedig zijn de
menschen met hun vonnis gereed. Zelfs deze vrouw,
die op hare wijze veel van den Overste hield, was
toch praatziek en tuk op schandaal. Als zij maar met
haar man alleen mocht zijn, heel ver weg, waar
•geen van deze menschen woonden. Dan zou het best
gaanmaar alles, waarmede zulke wezens zich be
moeiden, moest door hunne aanraking alleen reeds
platvloersch, laag en onaangenaam worden.
In dien geest redeneerde Isa den geheelen verderen
dag. Zij zette zich gemakkelijk in het hoekje van de
-canapé en deed haar best om de vriendelijke stem
ming, die haar vóór hunne verloving reeds voor hem
bezield had en die haar nog zoo veel liefelijker had
■overweldigd toen zij, in 't gevoel van haar nieuw ge
luk, door de bosschen in het herfstgroen had gedwaald,
in haar herinnering te verlevendigen. Maar het was
te vergeefs.
Ten laatste werd het haar duidelijk hoe dwaas het
van haar was om zich dus met opzet te bedriegen.
De wijste partij was om de dingen te nemen zooals
zij waren. Zij had zich vergist; hij was niet de man,
dien zij zich had laten wijs maken dat hij wasmaar
in elk geval had zij hem lief en rekende zij op zijne
wederkeerige genegenheid; en dit was een band, die
maar niet dadelijk verscheurd werd door kleine teleur
stellingen misschien niet zooveel erger dan zij in de
meeste huwelijken voorkwamen. Zijne ziekelijkheid zou
hem in het vervolg wel dwingen om van die leelijke
gewoonten afstand te doende invloed van een kalm,
huiselijk leven zoude hen, langzaam maar zeker, nader
-en hartelijker tot elkander brengen.