EEN MOEDERHART
DOOK
liesbeth van altena.
22)
Omzichtig gaf hij een wending aan
het gesprek naar aanleiding zijner
eigen schilderjj op de expositie en
hernam toen dood kalm
„Om weder tot ons zeiven terug
te komen, lieveling, gij hebt mjj nog
nooit verteld, aan welke familiën gij
mij, naar wij hopen, heel spoedig zult
voorstellen, was wijlen onze betreurde
Gravin ook eene Parijsche?"
„O ja, mama heette maar heel
eenvoudig Blanche Vivian. Zij had
geen andere familie dan die eene
zuster."
„Blanche Vivian, Vivian f zegt
ge?"
„Ja. Waarom schrikt ge?"
„Schrikken hm Weldat 's
niet heel onnatuurlijk Een mijner
beste schoolkameraden droeg ook dien
naam."
„Mogelijk zal ik als mevrouw St.
Elme nog een neef in hem begroe
ten."
„Hij is overleden."
„Hoe jammer. Want hoe aardig
zou het geweest zijn, door u een neef
rijk te worden, 't ls toch erg een
zaam, zoo niemand, niemand tot fa
milie te hebben in zoo'n stad als
Parijs."
„En tante Julie Julie Vivian,
nietwaar
„Ja tante Julie maar die niet
weg te nemen „brouille" met Papa
Ziet ge
„Die zullen wij wel zien bij te
leggen. Vertrouw op mijn beleid,
't Blijft dus afgesproken dat ge be
proeft Woensdag over acht dagen
terug te zijn en dan zien wij elkaar
bij tante Julie. Wil ik haar uwe
groeten brengen om het terrein te
verkennen
„Ik heb Papa beloofd.dat schiet
mij eerst nu te binnen, haar niet
meer te bezoeken."
„Ah! 't Hinkende paard komt
achteraan 1 En Papa en uw saai leven
zijn meer waard dan Charles en een
gelukkige toekomst," zuchtte hij.
„Louis de Lude zou eigenlijk beter
echtgenoot voor u zijn dan ik."
„Poei Charles. Ge weet wel beter.
Waarom zulke woorden? Heb ik u
niet boven alles lief. Zou ik mij niet
liever door u laten schaken, dan u
te zien gaan voor immer? Waag ik
mij niet driemaal 's weeks hier, om
u om u alleen?"
„En gij zoudt mij in Parijs weer
aan mijn lot overlaten?"
„o Neen. Spreek met Papa en
ik kan het ook doenmaar indien
gij dit niet eerst doet moet ik zwij
gen I 't Zou hem bevreemden dat
gij hem niet aanzocht om zijne doch
ter."
„Als ware ik van zins dit niet te
doen? Heb nog een weinig geduld.
De familiezaken zijn nog niet gere
geld en misschien zou, wat er nog
te redderen valt tegen mij kunnen
getuigen, niet bij u, maar bij uwen
vader."
„Familiezaken Familiezaken
zijn immers geldzaken
„In zekeren zin. Niet altijd."
„Ten uwen aanzien zijn zij het
dus niet?"
Zij hadden zich op een canapé
gezet, zonder zich om den zaalwachter
te bekreunen die, bekend met den
Franschen schilder, daar deze zich
bij hem bekend had gemaakt, gaarne
een oog in 't zeil hield, in geval
heeren, die er zóó uitzagen of wel
dames die hem beschreven waren,
de belendende eerste zaal mochten
binnentreden.
'sMans gelaat teekende de volko-
mendste rust toen St. Elme 't waagde
open kaart te spelen.
„Wil ik u biechten, lieveling, wa\
zij ten mijnen aanzien zijn?"
„O ja, doe dat. Ik zal er u dubbel
lief om hebben."
„Nu dan. Zes jaren geleden heb
ik iemand lief gekregen, die mijn ar-
tisten huishouding wilde bestieren
omdat zij dit zoo goed deed en mij
naar de oogen zag 't Was een jong
deerntje, zonder thuis. Ik liet mijn
goed hart spreken, en en kortom,
zij bleef mij trouw verzorgen en
meent, nu mijn hart zoo luid voor
u sprak, rechten op mij te hebben.
Kortom ook dergelijke rechten zijn
familiezaken, mijn lieveling. Ik heb
haar verwend, omdat ook ik meende
haar lief te hebbeu, doch sedert ik het
voorrecht had u te zien, heb ik slechts
ééne gedachte, leeft er slechts één
beeld in mijn ziel, dat mijner Tine."
„En is dat meisje altijd bij u, met
eene moeder dan toch?"
„Eerst ja maarkon ik
haar wegzenden bij moeders dood
„o Neen, zeker niet. Maar ik zou
haar ook niet willen wegzenden. Ik
heb geen zuster, zeg haar dat wij
zusters zullen worden Charles dan
is de familiezaak immers geregeld
„Mijn eenig, edele Tine! Dat kan
niet. Zij is van te nederigen stand
en zij is te jaloersch lieveling Het hotel
St. Elme Day de Grounouille zou een
hel zijn in plaats van een hemel."
„Ik zou hare zusterlijke rechten
op u eerbiedigen
„Zijniet de uwe Zij haat u
nu reeds. Zij zou u uit ijverzucht
plagen, kwetsen, vervolgen of mij ten
doode toe kwellen."
„Heeft zij zulk een slecht hart?"
„Hm, niet slecht maar zij is ijver
zuchtig.
„En ziedaar, juist wat Papa zou
aanvoeren om mij af te wijzen
Ik moet Diane zoo heet zij
dus goed- of kwaadschiks overhalen
een andere betrekking te zoeken
voor dat ik met Graaf Day kan spre-
„Zou zij Grootmama's rechterhand
niet kunnen worden?"
St. Elme kreeg het warm, zoo
warm dat hij opstond. Begreep zij
niet of wilde zij niet begrijpen, in
welke verhouding die vrouw tot hem
stond, en waarom die verhouding
moest worden geëindigd, volkomen ge
ëindigd zijn, alvorens hij de hand vroeg
eener Tine Day de Grounouille?
„Ge moet gaan lieveling en
en wat dunkt u, als ik in plaats weder
om hierheen te sporen, met tante
Julie een en ander regelde?"
„Maar zou Diane niet bij deze
geplaatst kunnen worden vroeg zij
peinzend.
„Daar zegt ge zoo wat!" En nooit
zei hij iets met blijder gemoed dan
„ik zal het beproeven I"
Hij behoefde zich voor „la belle
Julie" niet te ontzien. Zij zou hem
tot bondgenoot worden, juist om de
brouille met het grafelijk gezin.
Een molensteen was hem van 't
hart gewenteld.
„Tot over acht dagen, lieveling.
Zij zullen mij een eeuwigheid zijn,
maar gij hebt mij lief, nietwaar?
Onveranderd lief, lief boven vader
en moeder, boren heel de wereld,
die ik trotseeren zou met u?"
„Dat zweer ik u CharlesDe dood
zal mij zelfs niet van u scheiden
Ik zal u schrijvengeef mij uw adres
maar hoe bekom ik antwoord
„O dat 's het minste„Poste restan
te" Letter E.
„Morgen reeds zult ge er niet te
vergeefs om gaan. Ziedaar mijn adres."
En hij overhandigde haar een sier
lijk naamkaartje.
„Hé" riep zij uit, na er een
blik op geworpen te hebben „Ge
moet tante Julie wel kennen. Zij woont
in dezelfde straat, No 20, en gij 2ö
Dat is ongeveer tegenover elkander.
St. Elme betoonde zich zeer verrast
en schreed langzaam naar een be
lendende zaal.
In den vroegen morgen waren de
localen schaars bezocht. Enkele vreem
delingen, die zich niet om mede vreem
delingen bekreunen, konden de ge
lieven moeilijk verontrusten. Doch
van lieverlee daagde de „beau-monde"
op en moesten zij meer op hunne
hoede zijn om zelfs niet de aandacht
op zich te vestigen van vreemdelin
gen.
Een innige handdruk en St. Elme
ging zijns weegs. Tine draalde nog ette
lijke oogenblikken, zette zich op de
zelfde sopha neder tegenover zijne
schilderij, en droomde de blijdste, ver
rukkelijkste droomen over de toekomst
waarin hij zou schilderen onder hare
oogen, onder begeleiding van hare
liederen.
Hoe vurig beminde zij hem! Hoe
geheel had hij de ledige plaats der
lieve moeder in haar hart ingenomen.
Nooit, nooit had zij dat kunnen ver
moeden, in de eerste vlijmende smart
harer moederloosheid. Grootmama
noch Papa had zij ooit zoo lief ge
had, die immer geduldige martelares
zooals tante Julie haar noemde.
Grootmama en Papa herdacht zij
dus ook niet. Hunne liefde liet haar
koud. Die beide hadden immers ge
noeg aan elkander?! En indien nu
die Diana Grootmama werd toe
gevoegd, dan was die Diana bezorgd
en Grootma stellig goed verzorgd,
door iemand, die volgens Charles be
schrijving, alle geschiktheid bezat,
om haar in waarheid tot rechterhand
te worden, iets, dat haar kracht zeer
stellig te boven ging. 't Liet geen
twijfel, alle partijen zouden bevre
digd zijn, en zij overgelukkig.
Ondanks de scheiding voor zoove
le dagen stapte zij zeer opgewekt
naar huis, en verlevendigde het de
jeuner niet weinig door vroolijken,
zorgeloozen kout.
,,Uw Tine maakt mijn oud hart
weer jong!" verzekerde de Kulhière.
„Welk een voorrecht hebt ge boven
mij, oud vrijer zonder nazaat!"
En Philip's gelukkige oogen straal
den van trots op zijn kind, Blanche's
dochter, onderwijl zijn vingers aan
moeder verzekerden „Wat is zij toch
schoon, met üwe aristocratische
figuur!"
Tine nam aller gunstige stemming
te baat,om over de schitterende ster
te spreken, die over acht dagen heel
Parijs in verrukking zou brengen.
„Wij behoeven immers niet op de
reiskosten te zien Grootmama Laat
ons desnoods heen en weer sporen
„Dat zou mij te vermoeiend zijn,
Tine. Maar ik weet er iets anders op.
Wij zijn hier reeds geruimen tijd en ik
wil daarom de vrienden voorstellen
met ons terug te gaan. Dan genieten
wij allen dubbel, want gezamelijk ge
smaakt genot verdubbelt het genot."
Na zulk een gunstig onthaal was zij
zeker van de overwinning. Zij vleide
de beide Kulhières, en wist hun aan
vankelijk protest zöö te wederleggen,
dat bijkans Papa's hulp overbodig
werd, om haar wensch bekroond te
zien.
Nog dienzelfden avond schreef zij
St. Elme hoezeer zij had gezegevierd
en den volgenden dag wist zij een
bezoek voor te stellen in een mode
magazijn, om zich te gelijkertijd naar
de centrale posterij te spoeden en er
Charles brief te lichten.
Mademoiselle de Kulhière had eeni
ge toiletartikelen noodig voor het con
cert te Parijs. Aan wie kon zij beter
de keus opdragen dan aan de jeugdige
gast, die zoo juist wist wat een vrouw
van middelbaren leeftijd voegde.
Charles schreef geen uitvoerig epis
tel, maar een zaakrijkop dezen
oogenblik het eene noodige. En wel
aldus
„Ik heb den vereischten stap
reeds gedaan bijj de, overbuur.
Zij ontving mij zeer hupsch, was
erkentelijk voor het bewijs uwer
voortdurende herinnering en liet
mij zelfs het vertrek kiezen,,dat
zich het meest zou leenen voor
het doel. Alle goede goden zijn
met ons, mijn lieveling. Moge
ook üwe tijding met dien
juichtoon besluiten, geen geluk
kiger man leefde in heel Parijs, dan
uw trouwe
Charles.
Tine's hart popelde haars ondanks.
Hoe ongehoorzaam stond zij te
zijn Evenwel, stond er niet
geschreven: „Ge zult vader en moe
der verlaten om den man te volgen
Was hij niet in elk opzicht de man
harer keuze? En was tante Julie
toch niet altijd de zuster harer
moeder, die Mama had moeten afzwe
ren om den ongenaakbaren hoogmoed
van Grootmama?! Hoe hard, hoe
wreed! O, indien zij 't geluk had een
zuster rijk te zijn hoe zou zij spotten
met dergelijke eischen, en liever ant
woorden: „hoogmoed komt voorden
val", dan eigen bloed te verloochenen.
Geen wonder, dat de arme moeder
levenslang zoo stil was. En toch leefde
tante Julie ook op goeden voet, in
een mooi huis. En wat ging zij kostbaar
gekleed en hoe smaakvolGrootmama
mocht er zich aan spiegelen.
En zij sliep dien avond in met een
hart vol deernis voor de verstootelinge,
al minder en minder bezwaard over
hare ongehoorzaamheid aan het va
derlijk gezag.
Tante Julie werd immers haar eeni-
gen steun, haar reddende engel zelfs,
de vrouw, die haar zou vergunnen zich
in het licht harer oogen te blijven
spiegelen, het licht harer oogen
de geniale Charles de St. Elme.
Zij kuste zijn miniatuur, dat hij haar
had omgehangen endroomdealspoedig
van haren triomf als zangeres, van
hare zaligheid als wederhelft van ha
ren afgod.
HOOFDSTUK XVI.
Julie Vivian had zich goed gehouden
onder alle beslommeringen welke de
tjjd haar gedurig had gebracht Dank
zij honderderlei kunstgrepen der co-
quetterie, scheen zij weinig verouderd,
sedert zij zich Louise Michel had ge
noemd, en in kennis was gekomen
met menig lid der prefectuur, die op
zijne beurt beproefde haar schadeloos
te stellen voor het verlies der vrienden
Veysset, Dombrowski en Hutsinger,
want zij stofte niet weinig op
de vriendschap van wijlen dit drie
manschap. De laatste mocht niet zijn
bezweken en steeds in aanzien stijgen,
voor haar was en bleef hij niettemin
dood.
In plaats met haren graaf-weduwnaar
te huwen, had zij diens doodbericht
ontvangen en tevens hoezeer hij haar
bij uitersten wil bedacht had. Dit
bleek bij zijn onverhoedsch afsterven.
En wei zoo ruim, dat zij een flink
huis kon bewonen, en zekeren staat
zelfs ophouden, al kon zij zich van verre
niet meten met een Blanche, daar
zij nimmer toegang kon krijgen in
aristocratische kringen.
Wat Blanche betrof, zij had haar
nooit lief gehad, eindelijk leeren haten,
want, in stede van dien trotschen
Philip en zijne moeder voor haar te
winnen, en haar uit te noodigen zich
aan hunnen disch te plaatsen als hare
eenige zuster, had zij haar, nog uit
Brussel, schriftelijk verzocht, de belof
te eerbiedigen, die haar huwelijk had
voorafgegaan, en in den diep beklagens-
waardigen toestand, waarin Philip
terugkeerde, zijn huis te vermijden.
Wordt vervolgd.)
Gedrukt bjj DE ERVEN LOOSJES, te Uaarlem.