Adresboek Van Haarlem Eerste Blad. No. 93 Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 84. Negentiende Jaargang' -144 XI SX X_j üj XXL O KJ JOL met amsterdam. abonnementsprijs: yan WOENSDAG 24 November 1897. verschijnt- Het 1897. Prijs ing. 1.75, gel). 2.—, DË ERVEN LOOSJES. Nieuwsberichten. iilephoonnummer TÜT A A TT R1 "A/T "jUj" telephon1sche verbinding iotimtm Per drie maanden—,25. franco p. post ,40. Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel Dinsdag- en Vrijdagavond. Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk meer 5 cents, yrootc letters naar plaatsruimte. Adverteniïën worden aangenomen tot dinsdag en vrijdag des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogeUjk nog worden geplaatst. is voorhanden in den Boekhandel van „ONZE LEESTAFEL". Onlangs verschenen wetfken op aan vrage ter bezichtiging te verkrggen bg De Eeven Loosjes, te Haarlem. ALBUM (Koningin Wilhelraina) onder redactie van Fiore Delia Neve 1898.. 3.90 ALMANAK (Nederlandsche) voor 1898. iog. 0.75 ANDRIESSEN (P. J.) Beroemde Man nen. 5e druk. Geheel omgewerkt door G. J. Keppergeb. 2.50 BEEKMAN (A. A.) Denkbeelden omtrent eene reorganisatie van Middelbaar en Gymnasiaal onderwijsing. 0.30 BOS (FOKKO). Betty. Oorspronkelijke romaning. 2.90 BRINK (Dr. JAN TEN.) Geheimzinnige machten. De keerzijde der politieke me- daiflle te Parijs in 1793 en 1794.ing. 4.25 BROUWER (W.) Fridtjof Nansen. Met 24 illustratiesing. 1.10 geb. - 1.50 CLÉMENT (BERTHA.) Vrouwtje. Vrij naar het Hoogduitsch door Antoinette. Met 8 illustraties van H. M. Krabbé. ing. 1.60 COUPERUS (LOUIS.) Metamorfoze. Met een portret van den schrijver door H. J. Havermaning. f 4.25 geb. 4.90 DAHN (FELIX.) Ebroïn. Historische roman nit den tijd der Volksverhui zing. Uit het Duitsch vertaald door Gerard Keller. 2 din. ing. ƒ4.90 geb. 5.90 DIXON (EDGAR HEPWORTH.) Een vrouwenwereld. Uit het Engelsch ver taald door Coraing. 2.90 DRUIJVESTEIJN (C.) Het provinciaal gem esknndig gesticht voor krankzinni gen Meerenberg.te Bloemendaal. Histo risch overzichting. 0.70 EIJSINGA (Dr H. W. Ph. E. v. d. BERGII YAN) Studies. Verspreide opstellening. 2.50 geb. 2.90 FAASSEN (ROSIER.) Mijn leven. Arno- biographieing. f 1 90 geb. 2.40 HARTSINK (W.) Komen en gaan..ing. 1.75 HOVEN (THÉRÈSE.) Thilde's Ofler. Met 8 illustratiën naar teekenin- gen van W. F. A. Vaarzon Morel.ing. 1.60 HOVEN (THÉRÈSE.) Ons proefjaar.ing. 2.50 JACOBS (J. R Soldatenleven. Militaire schetsen-ing- 2.60 JAEGER (W.) Van oorlog en vrede. Tweede bundeling. 225 KOPS (W. P.) De lotgevallen van den heer Jodocus Poggeman. Oorspronkelij ke romaning. 2.50 LOBEDANZ (ARNOLD.) Helden uit Na poleon's tijd. Uit het Deensch door G. P. Bakker. Met vele illustraties, .ing. 2.25 LOHMAN (ANNA DE SAVORNIN.) Het ééne nondigeing. 2.90 MERCI ER (HÉLENE.) Sociale schetsen. ing. f 1.90 geb. 2.25 NEGRI (ADA.) Stormen. Naar het Ita- liaansch vertaald door Betsy Jula.ing. 1.50 geb, 1.90 NOORD WAL (CORNELIE Geraldine. ing. 1.90 PRIEM (G. H.) Nini. Een boek van liefde».-ing- 2.60 ROSEGGER (PETER.) Het eeuwige licht. Voor Nederland bewerkt door W. Zaal berging 2.90 geb. 3.25 SCHNELLER (LUDWIG.) Opdat allen hem kennenDe apostel Paulus nage reisd van Antiochië tot Rome....ing. 2.75 VEECKENS Hzn. (L. ZEGERS.) Het oproer ontweken. Een tafereel uit het het najaar van 1830ing. 1.50 WAGENVOORT (MAUJUTS.) Maria van Mügdala.ing. f 3.75 geb. m 4.25 WARIjlN DORF.'S geïllustreerde Familie kalender voor 1898...,.ing. - 0.40 WATTÈL (H. M. J.) Schetsen.van han delsrecht en van die gedeelten van het burgerlijk recht welke met het handels recht in meer onmiddellijk verband staaning. 1.25 WITTHAÜER (Dr.) Handleiding voor ziekenverpleegsters in gestichten en in het huisgezining. 150 Biitenlandsche nieuw verschenen werken BOUTROUX (EMILE Etude d'histoire de la philosophicing. 4.15 i CAPPERON (JOSEPH) Notes d'art et de littérature. Avec une notice hiogra- phiqueing. 1.90 j DOUM1C (RENE.) Portraits d'ecrivains. ing. 1.90 GUILLON (Dr. PAUL.( La mort de Louis XIII. Etude d'histoire médicale d'après de nouveaux documents..iDg. 2.75 LYAN (MAX) Coeur d'enfaut littérale en vers fraD9ais avec un texte revu, un commentaire explicatif et argéolo- gique, une notice et un index..ing. 5.50 MARTINO&T (PhLes amours d'Ooide, Traduction. MEZIERES (A.) Morts et vivants. .ing. 1.90 NIEUWKUYK (R. G. VAN) et A. F. J. BLY, La terminologie et la correspon dence dans les bureaux des Railways. ing. 2.40 PIERRES (IT. DE), La littérature fran- 9aise an XIXe siecle. Recueil de mor- ceaux choisis A l'usage des gymnases et des écoles moyennesing. 1.90 QUILLARD (PIERRE), La lyre héroïque et dolenteing. 1.90 QUINET (Mme. EDGAR), De Paris a Edimbourging. 1.90 ROUTIER (GASTON), L'espagne en 1897. Avec 7 portraits hors texte et cinq tableaux statistiquesing. 1.40 STRADA (J. DE) Ultimum organum. Constitution scientifique de la méthode générale. 2 volsing. 3 85 LöBËL (D. Th.), Hochzeitsbrauche in der Turkei. Nach eigenen Beobachtun- gen und Forschungen und nach den verlasslichsten Quellening. 3.00 STORK (Dr. KARL), Deutsche Litteratur- geschichte für da9 deutsche Haus. ing. 2.10 MILLER (FREDThe training of a Graftsmangeb3.25 NORRIS (W. E) Marietta's marriage. 2 volsing. 2.00 Bovenstaande werken zgn voorhanden bjj de boekhandelaars de Erven Loosjes Tweede Kamer. Woensdag werd het debat over de Indische begrooting, als mede over de motie van Kol voort gezet. De heer de Visser betuigde zijn ingenomenheid met verschillende voor genomen maatregelen tot bevordering van de welvaart der Indische bevolking. Spreker waarschuwde ernstig tegen be voordeeling van den Islam boven het Christendom, waardoor de Reg. haar onzijdigheids standpunt verlaten zou. Hij juichte toe, dat de Reg. het zen dingswerk wilde steunen en bestreed de motie van Kol, die gericht is tegen koloniaal bezit en den overmoed van den Atjeher zou bevorderen. Terecht is de oorlog een nationaleramp genoemd; welnu, daaraan kome spoedig een einde I De heer Bastert denkt niet zoo gunstig over den toestand der Indische financieën, als de Minister. Hij advizeerde eene geldleening aan te gaan, gegarandeerd door het Indisch spoorwegkapitaal. De heer van Vlijmen betoogde de noodza kelijkheid tot verbetering in den ellen- digen ekonomischen toestand der Javaan- sche landbouwers. Hij verwacht van 's Minister's beleid herstel van het finan cieel evenwicht. Het Goevernement be- scherme den Javaan tegen woekeraars door oprichting van spaar- hypotheek of landbouwbanken. Spreker schenkt ten volle adhezie aan de tegenwoordige gedragslijn in Atjeh welke reeds op verbetering wijst. De heer Groen van Waarder acht het voorzichtig, bij den tegenwoordigen financieelen toestand, j dat de Minister niet te veel toegeve aan de strooming tot verlaging of opheffing van in- en uitvoerrechten. De heer Troel stra hield eene zeer lange rede tot toe lichting van het Atjeh standpunt der sociaal-demokraten. Hij betoogde, dat de Kamer radeloos is, de partijen redeloos zijn en de toestand in Atjeh reddeloos is; dat voortzetting van den oorlog hoofdzakelijk strekt om de belangen van het kapitaal en partikuliere onder nemingen te bevorderen, en dat het gevoel van rechtsbewustzijn en men- schelijkheid ons nopen moet aan den oorlog een einde te maken. De motie van Kol noemde spreker een uitdruk king van wantrouwen in de Regeering, die de Atjeh-politiek handhaaft, terwijl de motie bedoelt het volk rijp te maken voor de overtuiging, dat Atjeh zoo spoedig mogelijk moet verlaten worden. Spreker verweet aan de Christelijke par tijen verandering van standpuut in zake den oorlog, tegen welke zij vroeger op poneerden uit Christelijk beginsel. De Min. van Kol. begon met eene dankbetui ging aan de leden der verschillende richtingen voor de sympathie-betui gingen met zijn optreden. Hij hoopt, dat dezelfde sympathie hem betoond zal worden bij zijn aftreden, overtuigd als hij dan zal zijn, iets goeds in het belang van Indië gedaan te hebben. De sprekers beantwoordende gaf de Min. te kennen, dat hij zich niet door alle vroegere verklaringen gebonden kon achten. De centralizatie bleef hij toegedaan. De strijd over het verleden is gestreden, en alle partijen willen thans medewer ken aan Indië's welvaart. Baatzuchtige koloniale politiek is uitgesloten. Hij deed een beroep op het overleg voor verbe tering der toestanden in Indië en kon- stateerde met genoegen, dat de heer van Kol geen hulp van het kapitaal voor bevordering van de industrie in Indië versmaadt. De Min. ontkent, dat Indië een lastpost zou zijn, dat het alleen zou kunnen worden bij een roekeloos financieel beheer. De rede van den heer Groen van Waarder, afgevaardigde van het eilanden-distrikt in de hoofdstad, had op den Minister den indruk gemaakt, dat die spreker niet verder dan een eiland had rondgezien. Hij begreep niet, hoe de heer Groen van Waarder zich dan de kandidatuur van eene vooruit strevend liberale kiesvereeniging heeft laten welgevallen. De min. betwijfelde of wel voor alle irrigatie-werken zal mogen geleend worden. Hij wees op twee groote tegenvallers in de financieën het onaangename bericht uit Indië ont vangen, dat de kosten der werken voor de irrigatie van de Solo-vallei aan merkelijk zullen tegenvallen, en de daling der koffieprijzen. Dit stemt den Min. ietwat somber en gebiedt groote voorzichtigheid in het financieele beheer. Hij zou trachten de inkomsten te ver meerderen, zonder de lasten te leggen op hen, die thans uitsluitend de lasten dragen. Met uitbreiding der Staatswerk- zaamheid in zake mijnontginningen zal men zeer voorzichtig moeten zgn. De Min. betwijfelt, of groote bezuiniging is te verkrijgen, wat betreft de ambtenaars traktementen, wil men in 't bezit blijven van een bekwaam ambtenaars-korps. De pracht en praal van den Goeverneur Generaal dienen tot verhooging van zijn prestige tegenover de 'bestuurde bevol king, die veel aan luister hecht, en die praal beschouwt hij als onmisbaar. Af schaffing van den Raad van Indië blijft de Min. onraadzaam achten. Wijziging van de organisatie van dat kollege zal hij echter overwegen. Invoering van difierentieele rechten is van hem niet te wachten, omdat dit zou lijden tot exploitatie van den inlander. Wat be treft den godsdienstigen toestand der Europeanen, daarover wil de Min. zich niet uitlaten, hangende de studie over deze aangelegenheid. De Reg. wil haar neutraal standpunt handhaven, tegen over Christelijke zending en Mohamme- daansche propaganda. De Min. wil niet in historische beschouwingen treden ten aanzien van den Atjeh-oorlog, maar hij stelde toch de oorzaken in het licht. Met dat al wil hij niet de verantwoordelijk heid dragen voor alles wat vóór hem gebeurd is, maar voor het tegenwoordige draagt hjj haar wel en geenszins uit rade loosheid. De benoeming der door den heer van Kol verlangde kommissie kan hij niet aanvaarden, nu zij door de rede van den heer Troelstra het karakter heeft gekregen van wantrouwen in den Min. Zelfs van persoonlijk wantrouwen door allerlei persoonlijke zinspelingen. De Min. heeft zich voorgenomen zich over zulke zinspelingen geen oogenblik boos te maken. Wat de motie betreft, hij wijst er op, dat het moeite zal kosten onder Nederlanders onpartijdige mannen te vinden. Bovendien zou de kommissie naar Sumatra moeten gaan, om de ge volgen der taktiek tebestudeeren. Verder wees de Min. op eenige woorden van den voorsteller der motie, den afgevaardigde uit Atjeh „ik wil zeggen van En schedé", verbeterde de Min, met be trekking tot onze volken rechtelijke stel ling, en op de gevolgen, welke ons heen gaan uit Atjeh zou na zich sleepen. Een verkeerd, terugtreden zou ons gezag knakken, maar geen einde aan den oorlog maken. Zien de Atjehers ons wegtrekken, zij zullen hun oog richten ook naar de Westkust van Sumatra, waar de vreed zame bevolking doodsbang is voor den Atjeher, waar ons gezag gevestigd is sedert jaren, en waar zjj ons zouden be stoken. Op de vraag naar het einde van den oorlog kan de Min. niet antwoorden, maar wel weet hij, dat wij door de tegen woordige taktiek verder dan ooit zijn gekomen, dan de meest optimistische verwach- tingen deden vermoeden. Ten slotte ontkende de Min. dat wreedheden in koelen bloede op het oorlogsterrein zouden gepleegd zijn. Onze Hollandsche jongens, onze Janmaatjes en Am bon- neezen zijn geen woestaards. De Min. eindigde zijne rede met een woord van hulde aan de Indische Regeering en aan den Goeverneur Generaal. Donderdag deelde de Min. van Kol., nog enkele sprekers beantwoordende, mede,dathij de laatst aangevraagdegelden voor irrigatiewerken in de rezidentie Kediri had teruggenomen. Tegen eene speciale leening voor de Indische spoor wegen heeft de Min. geen bezwaar. Hij zal een snellere aflossing vaneeneven- tuééle geldleening overwegen. Van het thans voorbereidend besfuur van organi satie had hij den indruk gekregen, dat daarvan niet veel bezuiniging is te wachten. Voorts werd medegedeeld, dat bijna alle vorsten der kuststaten van Atjeh, ook van Perlak, onze Soevereini teit erkend hebben. Ten aanzien van zijn hervormingplannen zeide de Minister.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1897 | | pagina 1