EEN MOEDERHART
DOOR
LIESBETH VAN ALTENA.
27)
En zoo was het.
Julie genoot niet minder van den
schrik welke zij de douairière, die
eerwaardige figuur van Philips moe
der aanjoeg, dan van het talent eener
Tine, dat zij trouwens niet kon waar-
deeren.
Nu zjj eenmaal was opgemerkt,
vestigde zij den blik onafgewend op
Mevrouw Day, tevreden over de jeug
dige dilettante, wie zij ernstig op het
hart had gedrukt haar niet te her
kennen, haar niet te groeten, geen
enkelen blik van verstandhouding te
wisselen, om haar zelfs wille.
Tante Julie had Tine aangetrokken
omdat zij haar niet mocht zien.
Hare persoonlijkheid was haar on
verschillig gebleven. Tante Julie was
te onbeschaafd, te dom, te onwetend
tegenover Grootmama en zij werd
Tine tot werktuig. Hare woning had
alleen bekoorlijkheid voor jonkvrouw
Day de Grounouille, omdat zij Charles
vrij kon spreken en er haar steeds
gelukkiger uren in werden bereid.
De wenk werd dus onbewust zelfs
stipt opgevolgd. Tine zag haar geheel
over het hoofd.
HOOFDSTUK XIX.
Zoowel ter liefde zijner jeugdige
meesteres, als uit deernis met hare
treurige, eentonige jeugd, had Gilbert
zijn geweten tot zwijgen gebracht.
Hij durfde echter niet meer ter biecht
te gaan en daarover tobde de grijsaard
niet weinig.
Gewoon hare godsdienstplichten
nauwgezet waar te nemen, viel het
Tine even zwaar die te verzaken,
doch Tante Julie en Charles staken
zoo hartelijk den draak met hare on
rust in dezen, dat zij van lieverlede
ging denken als heiden.
Zoo naderde de dag op welke Char
les niet zijn beschermheilige meer
herdacht, zoo als zijn moeder dit steeds
had gedaan, en ook Diane dien had
gevierd, maar den datum van eigen
geboorte. De voorkomende gastvrouw,
van den zich immer schuil houdenden
schilder, was besloten een feestje te
geven en zon sedert op een middel,
om er in de eerste plaats Tine van
te doen genieten.
Sedert haren muzikalen triomf
werd deze aangezocht voor gezamen
lijke studies bij jongere leden van
Grootmama's eigen kring, en Papa
verheugde er zich in, dat het een
tonige leven zijner lieveling daardoor
gewenscht een noodige afleiding kreeg.
Louis de Lude wierp zich gaarne
als haren geleider op. Ondanks haren
toenemenden tegenzin in zijn persoon,
nam Tine zijn aanbod aan, vast be
sloten hem voor eens en altijd het
zwijgen op te leggen, indien hij 't woord
liefde waagde te noemen.
Reeds dadelijk gewende zij hem
aan verrassingen welke hij minder
op prijs stelde, n.l. om hem nu en
dan te ontsnappen, door eensklaps
in het gewoel te verdwijnen, bij het
oversteken van een straat en dan
zoo flink door te stappen of zich
per tram of omnibus huiswaarts te
spoeden, dat zij reeds thuis was, als
hij bedremmeld moest bekennen, zijn
ietwat grillige dame uit het oog verlo
ren te hebben. Nu, dat was geen
oneer in Parijs. Dan lachte zij onge
veinsd en plaagde hem met zijne
ridderlijkheid, dat het hart er hem
van zwol.
Verwonderen kon het dus noch
hem zeiven, noch mevrouw Day, noch
graaf Day, dat hij zekeren dag weder
om als een droevige figuur opdaagde,
en eerlijk bekende wederom niet te
weten waar zij gebleven was, want
het was reeds meermalen gebeurd,
dat zij zich in een modemagazijn of
in een muziekhandel ophield en wel
een paar uren later thuis kwam.
Het etensuur was ditmaal echter
voorlang geslagen en de beide wach
tenden begonnen zich te verontrus
ten.
Gilbert werd naar de Lude's gezon
den, doch kwam onverrichter zake
terug. De onrust van Grootmama en
Papa steeg bij elke minuut.
Inmiddels was Tine haren geleider
ontsnapt, had een fiacre genomen en
zich doen brengen naar 't haar zoo
dierbaar huis. 't Was Charles feestdag
Moest zij hem niet gelukwenschen
Hij ontving haar met gejuich, en
Tante Julie niet minder. Hij voerde
haar naar zijn atelier en dwong haar
ditmaal toch even te poseeren. Was
het portret eenmaal gereed, dan zou
hij het, oogenschijnlijk, uit Rome doen
zenden aan Papa, door tusschenkomst
van een aldaar vertoevend vriend en
het zou heeten uit het geheugen ge
schilderd te zijn. Wie weet hoeveel
heerlijks zulk een verrassing zou uit
werken
Tine gaf zich gewonnen. Zij was
zoo gelukkig. Hij had haar zoo lief,
zooveel krachtiger lief dan voorheen,
dan ooit te voren, en) zijn penseel
tooverde letterlijk haar beeld op het
doek. De gloed zijner oogen, zijn kun
stenaarsgeestdrift onder het malen der
zoo fijn gevormde trekken, zijne ver
rukking, eindelijk, eindelijk haar als
zijn model voor zich te zien, stemde
hem zoo opgewekt, zoo blij, zoo spraak
zaam, inspireerde hem tot zulke ont
boezemingen, dat Tine meer en meer
onder zijne betoovering gerakend, alles
om zich heen vergat, maar inzonder
heid uur en tijd. Toen zij eindelijk
met schrik gewaar werd, hoe lang
zij toefde, in welk een onrust men
thuis moeBt verkeeren, omklemden
zijne armen haar zoo vast aan zijn
borst, dat ze onder een nieuwe betoo
vering geraakte. Hij was immers maar
eens jarig en een volgend jaar ach 1
wie weet hoeveel leed hun verbeiden
kon.
De disch was gereed en ook tante
Julie verzekerde wel] een middel te
zullen vinden om Papa] en Groot
mama gerust te stellen. Kon zij niet
doen weten bij een of andere vrien
din te blijven dineeren? Tine dacht
na wikte en woog zou zij 't
wagen Dat durven wagen
„Waarom niet? Een klein jokken
tje omdat ik jarig 'Pen. Toe lie
veling, toe? Tante Julie heeft alle
potten en pannen te vuur Maak
mij gelukkig, door dit bewijs van
liefde smeekte hij onder kus
op kus.
Hoe kon zij zich losscheuren van
die beide haar zoo minnende harten?
„Ik weet niemand niemand
zoo gauw te noemen, heusch niet,
heusch niet Charles, heusch niet Tante
heusch niet!"
Dan zullen wij er wel iets anders
op vinden,fjlieveling. Zoo'n vreugde-
loozen dag moogt ge mij niet berok
kenen of ben ik niet meer uwen
eenigen en alles?"
Haar tegenstand verzwakte meer
en meer
„Wist ik maar wie te noe
men wistJik het inaar 1"
„Bij de Ludens?" stelde Charles
voor.
„o Neen Louis zou het we
ten
„Waarom niet bij mevrouw Grevy
in eigen persoon Bij die zal men u
toch wel veilig noemen. Hebt ge on
langs niet verteld hoe zij u zeide:
„Als ik u weer ontmoet neem ik u
mee, dan moet ge heel huiselijk bij
mij blijven tafelen," vroeg tante Julie.
„'t Is zoo zij zeide dit zelfs in
Grootmama's bijzijn."
„Nu, dan zijn we gered."
„Papa zal er van avond het rijtuig
heenzenden vrees ik
„Yoor dien tijd zijt ge thuis per
fiacre Ik breng u zelf thuis en
en wie weet of ik Papa niet ver
murwen kan op mijn feestdag."
„Ik zal een expres zenden En
mij dunkt ik moest maar schrijven
mijn hand is onbekend verzekerde
Tante.
En haastig schreef zij met potlood
„Per expres doet mevrouw
Grevy de geachte vrienden Day
de Grounouille weten, dat zij hun
lieveling ten harent houdt, ver-1
moedelijk tot elf uur. Geen rijtuig
te zenden. Zij zal worden thuis
gebracht.
Zij riep een boodschapper en zond
dezen met de expres heen.
„Wel, wel, die kleine feelachte
Grootmama na lezing. „Zij heeft
stormenderhand de harten der Grevy's
veroverd." „Laten wij nu met een
gerust hart aan tafel gaan 1" wenkte
zij Philip, wien een steen van 't hart
was gewenteld."
Ten huize van den jarige werd
inmiddels zeer lang getafeld. Men had
al den lijd en nog meer met het na
gerecht, gesausd door voortreffelijke
champagne. Charles overtrof in op
gewektheid zich zeiven. Tante Julie's
vroolijkheid deed die van Tine stijgen,
tot schier uitgelatenheid toe. Vrede
met de list had zij in geenen deele
maar èn gastvrouw èn geliefde
waren zoo onuitputtelijk in het ver
tellen van soortgelijke listen der liefde,
die alle ouders ter hunner tijd wis
ten te vergeven en te vergeten, dat
hare zorgelooze geaardheid, het van
lieverlede won van haren kommer.
„o Mijn lieveling, mijn lieveling!
Wensch mij toch nogmaals als eenig
levensgeluk den duur uwer liefde,
de trouw van uw hart, den moed voor
den strijd met heel de wereld om
mijnentwil, en zweer mij andermaal
dien met mij te aanvaarden, om elk
ander onverdeeld te bezitten."
En zij vleide het blonde, schoone
kopje, tegen zijn breede borst en hare
donkere, zielvolle oogen staarden hem
tot in de ziel, en zij prevelde alles na
wat hij haar voorzeide, en dronk met
langzame teugen niet alleen uit zijn
glasmaar ook het gift zijner liefde in,
als nooit te voren. Zij werd niet moede
naar hem te luisteren, onder zijne
liefkozingen en geloofde onvoorwaar
delijk dat hij, indien hij ooit een Diane
bemind mocht hebben als jongeling,
zijn mannelijke liefde nooit nog voor
iemand zoo luid had gesproken
dan voor haar. Toch gevoelde zij zich
vermoeid, afgemat, slaperig, veront
rust en meende zij thuis te
zijn en Papa en Grootmama goeden
nacht te moeten zeggen, alvorens naar
eigen kamer te gaan.
Kon zij naar eigen huis? Kon zij
zóó worden thuisgebracht
„'t Was een dwaasheid. Wie had
kunnen denken dat een Yivian zoo'n
zwak, teerhartig schepseltje kon zijn 1"
prevelde Julie ten einde raad. „Ge
hadt omzichtiger moeten zijn, St. Elme.
Ge benevelt haar door al die harts
tochtelijke woorden. Wat nu begon
nen! Wat nu begonnen!"
„Stil toch. Laat haar een oogenblik
slapen. Zij is overspannen. Zij is zoo
veel geluk niet gewoon. Over een
half uur is zij weer verfrischt. Kunt
gij niet laten weten dat Mevrouw de
Grevy haar bij zich logeert."
„Dat waag ik niet."
„Nu, dan moet alles zich maar ont
spannen zoo als 't zich ontspannen
laat."
„Ik geloof waarlijk dat zij onder
tra nen is ingeslui merdArme lieveling,
welk een zwak, zwak bloedje is zij.
Dat had ik niet gedacht."
En hij vleide haar gemakkelijker
neer en beloofde over haar te zullen
waken als een vader, als een broeder
heel den langen nacht.
Doch die belofte bevredigde Julie
niet in het minste, want zij zei een
voudig: „Ga naar uw kamer en laat
dat aan mij over."
Maar hoe konjCharles zich los ruk
ken van het bekoorlijke wezen, bene
veld als hij zich zeiven gevoelde bene
veld door zijn stijgenden hartstocht
evenzeer als door de champagne, die
zijn dorst leschte.
Ten lange leste zette Julie zich in
een fauteuil,^vast, besloteu te zullen
waken.
Maar de geest mocht gewillig ge
noeg zijn, lachte haar gast, het vleesch
bleek zwak, want zoetjes aan dommel
de zij in.
En Tine leunde al zwaarder en
zwaarder tegen hem aan
'k Zal haar rustig laten uitslapen
prevelde hij „en mij zelf door de nacht
lucht laten verfrisschen. 't Is of die
champagne vuur inhield En hij stond
voorzichtig op, zonder zijn dierbaren
last los te laten stiet de suite-deur
open en legde haar op bed, wierp een
sprei over haar heen, drukte een kus
op het gloeiende,voorhoofd en verwij
derde zich. Zacht trok hij de deur
achter zich toe.
Tien minuten later trad hij den
„cercle" binnen waar hij met gejuich
werd begroet.
Yoldaan over zich zeiven als hij
was, kon hij niet verzwijgen zijn ver
jaring nooit zoo heerlijk gevierd
te hebben, en glas op glas op de ver
vulling zijner wenschen, de bevredi
ging zijnerjjschoonste verwachtingen
nog te ledigen.
Niet minder beneveld dan hij was
gekomen verliet hij den zorgeloozen
vriendenkring waggelde naar huis,
en stond zijn kamer binnentredend,
ontzet.
Hij wreef "zich de oogon uit.
„Tine Tine Daar!" Hoe
kwam zij daar?!
Waar was madame Julie?
Hij riep haar luidkeels zoodat
Tinej.ontwaakte doch tante Julie sliep
voort.
Verschrikt wreef zij de oogen
blikte rond kwam tot bezinning
vloog op, wilde de kamer uitsnellen
en deinsde terug.
„Charles Charleshij versperde
haar niet den weg, o neen! Hij
opende alleen zijne armen en suste
er haar weder in als een kind, toen
zij weende om Papa en Grootmama,
bij de gedachte aan beider onrust en
slapeloosheid.
„Stil, stil mijn lievelingZij weten
dat gij in veiligheid zijt. 't Is nog
nacht. Gij kunt niet weggaan.
Ik kan u nu niet thuis brengen
zonder dat de alarmklok wordt geluid
En andermaal weende zich het ar
me kind in slaap, niet begrijpende hoe
zij in die kamer en in den nacht
kon zijn bij Charles, dien zij instinct
matig wegstiet en een vreemdeling
noemde, die in niets haren edelen
Charles geleek.
„Stil toch, Tine, lieveling, uw
eigen Charles kan nu met Papa spre
ken, nu ge bij Tante Julie overnacht.
Reeds zoo'n kleinigheid zal de
trotsche grootmoeder gedwee maken,
al breng ik u zoo engelenrein thuis
als ge zijt gekomen. Verberg u dus
van ganscher harte en ween niet om
mij het hart te doen breken."
„Naar huis! Naar huis! Ik wil, ik
moet naar huiso Charles, Charles
hoe slecht van u mij hier te la
ten overnachten. Ach dat gjj zoo
slecht kondt zijn datdat breekt
mij het hart zoo slecht hebt ge
ook gedaan met die arme Diane."
„Diane" 1 Hoe speelde die naam
haar door 't hoofd, slaapdronken als
zij nog was!
(Wordt vervolgd.)
Gedrukt bjj DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem.