HAARLEMSCH Adresboek Van Haarlem Eerste Blad. No. 95 Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 84. Negentiende Jaargang, 144 met AMSTERDAM. abonnementsprijs van WOENSDAG 1 December 1897. verschijnt: Dinsdag- en Vrijdagavond. Het 1897. Prijs ing. 1.75, geb. 2.—, DË ERVEN LOOSJES. Nieuwsberichten. T1LEPHOONNUMMER TELEPHON18CHE VERBINDING Per drie maandent —,25. franco p. post ;40. Afzonderlijke nonimers 3 centen per stuk PrQs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden aangenomen Jot dinsdag en vrijdag des middags tenl2 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. is voorhanden in den Boekhandel van {Vervolg Tweede Kamer). Het Dinsdag voortgezet debat over de Indiesche Begrooting ving aan met een vervolg der rede van den heer van Lim burg Stirum, bij Hoofdst II uitgaven in Indië) art. 50 (KoJ/ie). Spreker wilde nog eens recapituleeren wat hij den vo- rigen Vrijdagavond reeds gezegd had, maar de Voorzitter verzocht hem beleef delijk niet in herhalingen te treden. De heer van Stirum bracht toen tal van cijfers te berde om te betoogen, dat het bijslagstelsel betaling van het exce- dent van het hoofdgeld zeer onge lijkmatig werkte in verschillende dis- trikten, en niet overeenkomstig de be doeling van den wetgever wordttoegepast. Z. i. dienen de adviezen van Dr. Burcke met aandacht gelezen en opgevolgd te worden. Die advizeur heeft betoogd het nut van eene rationeele kuituurwij ze voor elke landstreek naar eigen aard van den bodem, in welk geval rijke oogsten gouden zijn te wachten, en de welvaart der bevolking zou worden bevorderd. Ook meende Dr. Burcke, dat geldelijke onder steuning van de planters in de drie eerste levensjaren van de plantsoenen en een be hoorlijk loon te verzekeren eene om schepping kan teweegbrengen van de verplichte in de vrije kuituur. De Reg. heeft die adviezen aanvankelijk blijkbaar met argwaan en wantrouwen ontvan gen, maar later schijnt men er meer waarde aan te zijn gaan hechten;doch de Reg. aarzelt het stelsel toe te passen op de verplichte kuituur waarop hij hoopte, dat het een volgend jaar zal toegepast worden. De heer van Vlijmen was van 't zelfde gevoelen als de vorige Spreker. De heer Geert- sema beschouwt het bijslagstelsel slechts als een overgansstelsel. De heer Pijn- acker Hordijk was het eens met den heer van Limburg Stirum, dat het bij slagstelsel, bij juiste toepassing, veel betere uitkomsten zou kunnen opleveren. Hij meent, dat zelfs met toekenning van een bijslag de bevolking nog niet behoorlijk loon zal ontvangen. De Min. van Kol. verklaarde het stelsel-Burcke niet te zullen toepassen zonder beslis sing van de Kamerde uitgaven zouden dan echter vrij wat hooger komen. In allen gevalle moet eerst eene beslissing over het rapport der wetenschappelijke advizeurs worden afgewacht en de advi- zen van de Indiesche autoriteiten. De Minister verwacht meer voordeelen voor de bevolking, en de schatkist van vrije dan van strak vasthouden aan de dwangkultuur. De heer Hintzen waar schuwde tegen toepassing van het stel sel zonder behoorlijke voorlichting. De Min. verzekerde, dat het hier niet in voering van een stelsel geldt, doch slechts een proef op bescheiden schaal. Het debat over de koffie werd nu gesloten. Bij art. 45 beloofde de Min. den heer Verhey een onderzoek omtrent vrijstel ling van het personeel op Nederl. stoom schepen van verplichte examens. Bij de 5de afdeeling (onderwijs, eeredienst nijverheid) bepleitte de heer Donner de noodzakelijkheid van godsdienstvrijheid voor alle protestantsche gezindten, ook buiten Batavia en Soerabaya waartoe wijziging of intrekking van art. 122 van het regeerings-regelement niet noodig is. De heer Roessingh wees er op, dat de heer Donner vroeger steeds intrekking van art. 122 heeft aanbevolen. Er scheen dus eene kentering gekomen te zijn in zijn geweten. Spreker wees er ook op, dat als men van godsdienstvrijheid spreekt, men moet weten wat men er onder verstaat. Absolute godsdienstvrij heid veronderstelt absolute scheiding van Kerk en Staat. Zoo is het niet in Indië en kan het ook niet zijn, De Chris telijke kerkgenootschappen zullen die absolute ook niet verlangen. De heer de Visser sloot zich hierbij aan en zou intrekking van art. 122 zeer betreuren. Eene vrije kerk moge voor Indie een ideaal zijn, de werkelijkheid verbiedt dit vooralsnog in alle opzichten. De Min. achtte de zaak niet urgent, en zou nader met den Goeverneur Generaal in overleg treden. De heer Donner bleef zijn standpunt handhaven. De heer de Savornin Lohman achtte de zaak wel eene zaak van beginsel. Dat de Protestantsche Kerk onder den Staat moet staan is in strijd met het begin sel, waarop de heer de Visser zich be riep. Men vraagt niet vereenigingen als kerken te erkennen, maar wel kerken, die aangesloten zijn bij de hier erkende kerkgenootschappen. Zij, die dit verlan gen, eischen niet eene vrije kerk in den zin, dat men niets met de Regeering te maken wil hebben. Het debat werd gesloten. Bij art. 65 (Geneeskundige dienst) drong de heer Smidt aan op spoe dige verbetering van het krankzinnigen wezen in Ned. Indië. De heer van Kol wees op het volkomen gemis schier van verloskundige hulp in Indië. Er is in In dië één Europeesche verloskundige op 15 000 vrouwen, en één inlandsche op een miljoen Javaansche vrouwen. Die toe standen zqn treurig en duldeloos. De sterfgevallen van kraamvrouwen zijn dan ook zeer talrijk. Verbetering van den toestand is noodig. Spreker wenschte alsnog voortestellen het artiekel te ver- hoogen met ƒ1000 ter voorbereiding van maatregelen tot oprichting van eene Rijkskweekschool voor Europeesche en inlandsche vroedvrouwen op Java, Su matra en de Minahassa. De Minister betuigde zijne volle sympathie met de beide besproken aangelegenheden. Hij beloofde, indien maareenigszins mogelijk een volgend jaar een eersten post voor een krankzinnigengesticht voor te stellen. Een plan tot voorziening in verloskun dige hulp is naar Indië ter onderzoek, daar de Reg. volkomen overtuigd is van de noodzakelijkheid. De heer van Kol trok zijn amendement in, overtuigd, dat een volgend jaar een post voor dit doel einde op de begrooting zal worden ge bracht. Het debat is nu gevorderd tot de 6de afdeeling. In de zitting van Woensdag, drong de heer van Kol, bij de afdeeling burger lijke openbare werken krachtig aan op eene beslissing in zake eene drinkwater leiding te Soerabaya. De Min. van Kol. hoopte deze maand het plan voor deze waterleiding in zijn geheel te ontvangen- Hij voelde meer voor eene Goevernements* exploitatie dan voor eene koncessie, als de kosten niet te hoog zijn, en de ver- eischte spoed betracht kan worden. Hoe de beslissing ook valle, steeds zal voorop staan het belang om met spoed te voor zien in de behoefte der inlandsche be volking. Bij art. 75 (irrigatiewerken) hui verde de heer Bahlmann gelden toete- staan, met het oog op het tegenvallen van werken in de Solo vallei. Hij sprak van staking der verlegging van de ri viermonden. De heer van Kol achtte deze ongerustheid nog niet gerechtvaardigd, en vindt het zoo erg niet, als een werk van 13 miljoen een paar miljoen meer zal kosten. Hij wees op het groote be lang der irrigatiewerken, om de welvaart van Java te verhoogen. Bij irrigatiewerken mag men niet enkel letten op direkte opbrengsten, maar ook op de indirekte voordeelen, en op de nadeelen bij nala tigheid verarming, hongersnood. De heer Pijnacker Hordijk beval het heffen van waterrechten aanDe Min. van Kol. zag geen reden, de som van ƒ100.000 voor bevloeiingswerken in Kediri weg te nemen. De zaak der Solo-werken is in onderzoek. Het tegenvallen der ra ming ligt voornamelijk in de te lage raming der eenheidsprijzen. Aan staking denkt de Min. niet. Voor irrigatie heeft hij een open oog, maar er worde niet vergeten, dat aan de zaak onbereken bare schade wordt toegebracht door on betrouwbare ramingen. De heer Mackay wees den heer van Kol er op, dat de Kamer overtuigd is van het nut van irrigatiewerken, maar eene juistere ra ming is gewenscht. Hij begreep niet, dat de misrekening nu eerst is gebleken. De Min. antwoordde, dat misschien de fout aan het licht is gekomen, toen met grooter kracht werd gewerkt. Aan den heer Conrad beloofde de Min. te zullen overwegen publikatie van het rapport der kommissie. Bij art. 83 (Spoorwegen) drong de heer van Kerkwijk aan op eene spoorlijn van bizondere kon- struktie van Kalisat of Djember naar Banjoewangi, waardoor eene geisoleerde, maar veel belovende streek tot welvaart kan worden gebracht. De heer van Kol schetste de lijdensgeschiedenis dier streek, waar hjj jaren lang had door gebracht. De Min. verklaarde juist een dezer dagen een voorstel daartoe te hebben ontvangen, en spoedig een voor stel aan de Kamer te zullen indienen. Bij de 7de afdeeling (Oorlog) drong de heer Verhey aan op voorstellen voor de defensie van Indië, onderzoek naar de samensmelting van de officierskorpsen en steun van het pensioenfonds voor weduwen en weezen van onderofficieren en minderen. Ook de heer de Ras wilde samensmelting van de officierskorpsen De Min. verklaarde, dat voor de verde diging van Indië een goed veldleger hoofdzaak is; dat tegen samensmelting van de officierskorpsen groote bezwaren bestaan, endat hij de kwestie van het pensioenfonds zou onderzoeken. Aan den heer Conrad beloofde de Min. overweging van de middelen tot verbetering van de pozitie der genieofficieren. De heer Bahl mann sprak over de tramverbinding van de buitenposten met Kotta Radja. De Min. beloofde overweging. De heer Verhey drong bij art. 111 aan op ophef fing der premieën voor gezagvoerders en geneesheeren bij overvoering van troepen. De Min. antwoordde, dat ze bij kontrakt bedongen zijn, en dat er dus voor 't oogenblik niets aan te doen is. De Min. beloofde den heer Verhey te zullen overwegen, wat deze had opge merkt betreffende gymnastiekonderwijs voor het leger. De overige artiekelen werden goedgekeurd zonder hoofdelijke stemming. Hoofdst. II werd zonder hoof delijke stemming aangenomen. Bij Hoofdst. I (uitgaven in Nederland) drong de heer Groen van Waarder aan op andere rege ling der buitgelden. Hoofdst. I werd aange nomen. Bij Hoofdstuk Middelen bleef de heer Groen van Waarder den Minister optimisme verwijten bij de raming der middelen. Bij art. 33 beval de heer van Vlijmen aan te onderzoeken, of opme tingen voor landrente niet konden ge schieden door inlandsche ambtenaren. Hoofdst. Middelen in Indië werd aange nomen, Bij Hoofdst. Middelen in Neder land verklaarde de Min. op opmerkingen van den heer Bahlmann bij koffie vei lingen te zullen overwegen wat 's Lands belang eischt. De geheele Indiesche Begrooting werd daarop aangenomen, en evenzoo de verhooging ten behoeve van de invoering der opium-regie. Donderdag zijn aangenomen verschil lende naturaüzatie-ontwerpen en sup- pletoire begrootingen. De schikking met Frankrijk, regelende de betrekkingen met Tunis, is goedgekeurd, nadat de heer van Karnebeek zijn ontstemdheid had te kennen gegeven over achterstelling van de Hollandsche kaas in Frankrijk, en de Min. van Buitenl. zaken verzekerd had, niets te zullen nalaten, om voor de Hollandsche kaas in Frankrijk het zelfde voorrecht te verkrijgen, als aan de Gruyère kaas is toegekend. Bij het suppletoir krediet tot bestrijding van het mond- en klauwzeer drong de heer v. d. Velde er op aan die ziekte te schrap pen van de lijst der besmettelijke ziekten. De Min. van Binnenl. Zaken kon dit op 't oogenblik niet toezeggen, daar vele deskundigen voor het behoud pleiten. De Reg. doet niets dan wat strikt nood zakelijk is. De Min. beloofde den heer van Deinse te zullen overwegen wets wijziging tot beperking van den werk kring der distrikts-veeartsen. De heer v. d. Velde bleef bij zijn gevoelen, dat de Min. bestreed in het belang van onzen veehandel. Het ontwerp werd aange nomen, zoomede die tot grondverkoop te Oosterbeek, Coevorden, Werkendam en van de Tongersche Barakken te Maas tricht. Goedgekeurd werd ook nog het ontwerp vaststellende de rekening van Suriname over 1893, na korte beant woording van het verslag door den Minister van Koloniën. De Kamer is verdaagd tot Dinsdag, als wanneer een aanvang zal worden gemaakt met de behandeling der Staatsbegrooting. Aan den heer J. Wils, eervol ontslagen hoofd der openbare school te Houtrijk en Polanen is een pensioen verleend van 744 's jaars. Te Spaarndam zal zeer waarschijnlijk in het volgende jaar een Rijkstelefoon- kantoor gevestigd worden. Te Halfweg werd dezer dagen een persoon betrapt op diefstal van kippen; door een man of vijf nageloopen, werd hij huiten het dorp gegrepen, doch bq onderlinge twist tusschen dit vijftal wist hij te ontkomen. De bestolene stelde alsnu den gemeen-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1897 | | pagina 1