HAARLEM
Eerste Blad.
Adresboek Van Haarlem
No. 101 Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 88. Negentiende Jaargang,
144
van WOENSDAG 22 December
Het
1897.
Prijs iug. f 1.75, geb. f 2.—,
DE ERVEN LOOSJES.
Nieuwsberichten.
S3LEPHO ON NUMMER
TELEFHON1SCHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandent —,25.
franco p. post ,40.
Iftonderlijke nommers 3 centen per atnk
Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
is voorhanden in den Boekhandel van
Weten en Werken.
In het gezellig gevulde zaaltje van
Weten en Werken hield de Heer A. van
der Voort Maandagavond eene voordracht
met het onderwerp: Eene vergelijking
van den Pooltocht der Nederlanders
in 1596 en dien van Fritjof Nansen in
1896.
Levert eene vergelijking van beide
tochten al dadelijk dit verschil, dat
Heemskerks tocht eene aaneenschakeling
was van lijden en strijden tegen aller
hande ongemakken, ziekten en dood,
na den driejarigen tocht van Nansen
kwam de geheele bemanning gezond
en wel in het vaderland terug.
Op eene zeer uitgebreide kaart van
de Noordpool werd de tocht van beiden
gevolgd. Heemskerk overwinterde op
Nova Zembla, Nansen trok langs de
kust van Siberië om zóó, ingesloten door
het ijs, door de strooming te worden
gevoerd over de Noordpool.
Met eenige bladzijden uit het dagboek
des tochts van 1596 steldej Spreker zijn
gehoor in kennis. Terwijl Heemskerk
volgens deze aan alles gebrek had, had
Nansens expeditie van alles overvloed.
Getrouw aan zjjn opdracht wist Heems
kerk van geen wijken, voordat het ijs
zijn scheepje paal en perken stelde en
eerst na den langen poolnacht onder
alle moeiten en bezwaren te zijn door
geworsteld, bereikte men in twee booten
de Russische kust, waar de overgebleven
bemanning Barends was inmiddels
overleden op een Hollandsch schip
het vaderland bereikte. Het scheepje
had men aan ijs en sneeuw ten prooi
moeten achterlaten.
De Fram, het schip van Nansens tocht
bleef drie jaren weg. Nansen en Johansen
verlieten het vaartuig, toen het door het
ijs geheel was ingesloten. Met sleden,
getrokken door honden, poogden zij toen
de pool te bereiken, op welken tocht
sommige honden moesten geslacht wor
den om te dienen tot voedsel van de
anderen. Toen zij eindelijk eene breedte
van 86°ld' bereikt hadden, noodzaakte
ook hun de sneeuw en het ijs tot over
winteren, waartoe gedeeltelijk in de
sneeuw van steen, aarde en sneeuw eene
hut werd gebouwd. Hier bestond hun
voedsel uit berenvleesch en walrusspek,
de huiden dienden tot kleeding en lig
ging. Inmiddels voerde de reeds ver
onderstelde poolstroom de Fram eerst
noordeljjk, doch deze werd vervangen
door een zuidelijken stroom, welke het
vaartuig juist een anderen weg deed
volgen, dan de bedoeling wa> aar
het zuiden.
Het doel van den tocht der Neder
landers was een nieuwen weg te zoeken
naar Indië, omdat de in 1496 gevonden
weg door allerhande vijanden was on
veilig gemaakt. De tocht van Nansen
bedoelde de wetenschap te dienen, ken
nis te nemen van de diepte der pool-
zeeën en hare bewoners en in de pool
streken weerkundige en atmospherische
onderzoekingen te doen.
Stelden de oude poolvaarders alles in
het werk om het ijs te vermijden, Nansen
gaf zich aan 't jjs over, ten einde de
waarheid te bewijzen van den onderstel
den poolstroom. Ten opzichte van het
jjs en zijne drukking was de Fram van
zeer bijzondere constructie. Het schip
had drie, afzonderlijk gebreeuwde hui
den met eene gezamenlijke dikte van
tachtig c. M. Het was zoo gebouwd,
dat het bij insluiting door het ijs werd
opgeheven. Het had aan boord de ge
schiktste werktuigen en de gegevens om
des noods nieuwe te vervaardigen. Het
bezat genoegzaam stoomvermogen en
beschikte over elektrisch licht. De pro
viand was van dien aard, dat zelfs in
het vaderland het niet beter te krijgen
was. Het scheepje der tocht van 1596
miste al die thans noodig geachte weelde,
doch het gedrag der oude zeevaarders,
die onder zulke ongunstige omstandig
heden niet schroomden hunne bestem
ming zoover mogeljjk te volgen, eischt
door den betoonden moed en zelfopoffe
ring te meer waardeering.
De tocht van het stoere tweetal Noren
was goed overwogen. Het voor en het
tegen was door Nansen aan een nauw
gezet onderzoek onderworpen, aan de
hand van het bekende en geleid door
eene theorie betreffendede pool strooming.
Wat al moed en volharding door het
tweetal is aan den dag gelegd na eene
overwintering welke 267 dagen duurde
en welke gevaren het hoofd moesten
geboden worden, werd door Spreker uit
een gezet. Den 17 Juni 1896 had de
bekende ontmoeting plaats, die een einde
maakte aan den eenzamen tocht. De
beide mannen bereikten weer den vader-
landschen bodem en zeven dagen later
kwam ook de Fram van haar zwerftocht
in Noorwegen terug met rijke gegevens-
ten dienste der wetenschap.
Slechts moed en volharding konden
mannen als Heemskerk en Barends,
Nansen en Johansen den weg doen al
leggen, dien sij te volgen hadden. Spre
ker is de meening toegedaan, dat in onzen
tijd en in ons land niet veel mannen van
die soort worden aangetroffen, omdat
men eenigen kans heeft om er te komen
zonder al te groote inspanning van
lichaamskrachten en dringt er ten slotte
op aan onze jongens niet alleen geestelijk,
doch ook lichamelijk te doen ontwikke
len.
De zeer belangrijke voordracht werd
met veel aandacht gevolgd. De heldere
wijze, waarop Spreker zjjn gegevens
onder de aandacht weet te brengen, be
wijst, dat het aanbrengen van kennis
hem in hooge mate eigen is en hem
stempelt tot een verdienstelijk onderwij
zer. Fen flink applaus betuigde dank
voor het gehoorde.
Maandag 29 December vervult de Heer
P. H. Lamberts van Amsterdam de
spreekbeurt.
Zaterdag werd de beraadslaging over
Hoofdst. V voortgezet. Bij art. S4 (hoog
leeraren Utrecht) kwam aan de orde een
amendement, voorgesteld door den heer
Vermeulen c. s. om niet toe te staan
het aangevraagd bedrag van f 4000 voor
een tweeden hoogleeraar in de geschiede
nis. De heer Kuyper achtte dien hoog
leeraar volstrekt onnoodig, en wilde wel
geld toestaan, mits het strekte om aan
één der Universiteiten het onderwijs
volledig te doen zijn. De Min. van Bin
nen!Zaken bestreed het am. als berus
tende op het stelsel Kuyper, om aan
alle Rijks-universiteiten alle fakulteiten,
behalve ééne, te laten doodbloeden, wat
formeel in strijd is met den geest en
de letter der wet op het Hooger Onder
wijs. Op die wijze, beweerde de Min.
tracht men door een achterdeur binnen
te brengen, wat men door de voordeur
niet kan binnen laten. De Min. was
overtuigd, dat voldoend onderwijs in de
geschiedenis te Utrecht een tweeden
hoogleeraar eischt. De heer Kerdijk was
niet overtuigd van de noodzakelijkheid
der benoeming. Hij acht ook ons land
te klein voor drie volledig ingerichte
universiteiten, en de leerkrachten te
beperkt; ook ontkende hij, dat het niet
toestaan van een tweeden hoogleeraar
zou strijden met de wet op het H. O.
De heer Vermeulen konstateerde, dat
de Komm. van Rapp. eenparig het am.
ondersteunde, doch zich losmaakte van
de gegeven toelichting. De heer van Kar-
nebeek bestreed het am. De Min. bleef
krachtig het stelsel- Kuyper bestrijden,
en verzekerde den heer Kerdijk, dat
van den Minister geen wets wijziging
in dien geest te wachten is. De heer
Drucker verklaarde zich om fmancieele
redenen vóór het am., maar drong aan
op uitstel. Het am. werd aangenomen
met 50 tegen 34 stemmen. Bij art. 99
subsidie Gijmnasia) kwam de heer Pijn
appel op tegen de stelling van den Min.,
dat voor subsidieering van gymnasia in
de groote gemeenten noodig zou zijn af
te wachten den invloed van de nieuwe
belasting regeling. De heer Focker
meent, bij de afdeeling Middelbaar On
derwijs, dat ambachts onderwijs ten on
rechte bij middelbaar onderwijs is ge
voegd het behoort zijns inziens veeleer
bij lager onderwijs. Hij drong aan op
subsidieering van ambachtsscholen voor
vrouwen, speciaal voor de huishoud- en
industrieschool te Alkmaar, en op de
handhaving van de subsidie-verhooging
voor de ambachtsschool voor jongens te
Alkmaar. De heer Verhey vroeg ver
scherping van het reglement op het eind
examen der H. Burgerscholen, met het
oog op de aansluiting aan de Militaire
Akademie, alsmede gelijkvormigheid
voor de toelatings- en overgangs exgmensT
Ook drong hjg aan op betere bezoldiging
van leeraren. De heer Heldt drong aan
op toelating van meisjes op alle gesubsi
dieerde scholen. De heer Smeenge
wenschte spoedige benoeming van een
inspecteur van het ambachtsonderwjjs.
De heer van Asch van Wjjk (Ede)
klaagde over het niet toelaten van leer
lingen van buiten op gesubsidieerde mid
delbare scholen. De Min. zou ernstig de
klacht van den heer van Asch van Wjjck
overwegen, en beloofde een spoedige
regeling van de traktementen der leera
ren, en eenvormigheid der examens.
Wijziging der eindexamens, in verband
uitsluitend met de Mil. Akademie durfde
hjj niet beloven. Ten aanzien van de
Alkmaarsche scholen kon de Min. geen
bepaalde belofte afleggen. Bij de afdeeling
Polytechnische school drong de heer Con
rad aan op uitbreiding en voorziening
in de behoefte aan ruimte. De heer
Troelstra wenschte Rijksbeurzen voor
onbemiddelde zonen van arbeiders. De
Min. zag daartegen geen bezwaar, maar
de zaak is nog niet onderzocht. Aan den
heer van Bijlandt (Gouda) beloofde hij,
met den Min. van Fin. te zullen over
wegen, of de bijdrage voor Gouda kan
verminderen, 't Am. van de Komm. van
Rapp. om te schrappen het krediet voor
de stichting eener nieuwe H. Burger
school met 5 jarigen kursus te Helder,
werd toegelicht door den heer Vermeu
len, en krachtig verdedigd door den heer
Staalman, die beweerde dat de school
volmaakt onnoodig is. De Min. en de
heer Ferf verdedigden de nieuwe school.
De zitting werd verdaagd tot Maandag
middag.
Bjj de verdere behandeling van Hoofdst.
V. in de Maandag gehouden zitting,
was eerst aan de orde de stemming over
een amendement op art. 105 om den
post voor een nieuwe H. B. School te
Helder te schrappen. Het am. werd ver
worpen met 41 tegen 40 stemmen. Vóór
stemde de geheele rechterzijde met den
heer Troelstra. Derhalve is genoemde
post aangenomen. Bij de afdeeling Lager
Onderwijs bestreed de heer de Savornin
Lohman de bewering van den Min., dat
Sprekers stelsel betreffende het Lager
Onderwijs in strijd zouzijn metdeGrond-
wet, en dat genoemd onderwijs stief
moederlijk wordt bejegend. De uitgaven
zjjn sedert 1888, den bloeitijd der libe
ralen, toegenomen met 22 pet. en toch
blijven de klachten over het openbaar
onderwijs, over onvoldoend personeel en
onvoldoende bezoldiging, aanhouden. We
hebben, beweerde Spreker, geen natio
nale school. De neutraliteit is een mon
struositeit, en er bestaat geen liefde voor
de volksschool. Wij moeten hebben eene
vrije school voor openbaar en bizonderon-
derwijs, en er moet komen meer invloed
van het volk op de keuze van onderwij
zers. Spreker beweerde, dat de school in
ons land staat onder de bureaukratie,
die geesteloos is, en zij wordt gekarakte
riseerd door 't Nut. Hij wil, dat er
zullen komen Schoolgemeenten, en eene
opleiding van onderwijzers aan vrije
kweekscholen, aan welke de examens
moeten worden overgelaten, en waar
vooral de paedagogie moet onderwezen
worden. Leerplicht zal, volgens hens ver
bittering strijd en tal van processen in
't aanzijn roepen. De liberalen, zeide hij,
hebben de ouders vervreemd van de
school en nu zal de wet straf bedreigen
tegen hen, die plichtgevoel verloren
hebbenSpreker gaf den Min. zijne
denkbeelden in overweging. Wat hij
voorstaat is: eene nationale vrije school
niet eene leuze, maar een Neder-
landsch ideaal. De heer Travaglino kwam
terug op zijn nota om de lagere school
dienstbaar te maken aan bestrijding van
drankmisbruik. De heer de Waal Malefyt
betoogde de noodzakelijkheid van vrije
examens voor bizonder onderwijs. De
heer Ketelaar spoorde aan, tot herziening
van de wet op het Lager Onderwijs, en
daardoor verbetering van de pozitie der
onderwijzers, en meer in 't bizonder
van de klasse-onderwijzers. Hij verlang
de hooger traktementen voor allen
pensioenen voor weduwen en weezen;
wettelijke regeling van den invloed der
hulponderwijzers op den gang van zaken
in d° school, en alzoo verplichte school
vergaderingen; verder bezoldiging van
arrondissements-schoolopzieners, te be
noemen uit de mannen van het vak;