EEN MOEDERHART DOOR LIESBETH VAN AETENA. 31) Hypnotisme en suggestie, de onver antwoordelijkheid van het meerendeel misdadigers, en andere ontdekkingen omtrent s' menschen geestelijke natuur, zoovele', onderwerpen van studie voor geleerden, boezemden den eenvoudigen dorpsgeneesheer, de hoogste belang stelling in. Ook omtrent een zesde zintuig had hij menige opmerking ge hoord en bevestigd gezien. De onge lukkige kapitein Day had immersjuist door het zich bij dezen, tijdens doo- delgke lichaamszwakte, openbarend zesde zintuig, indertijd in hooge mate zijn persoonlijke belangstelling getrok ken 1 Hij was destijds nog student en had [hem bij herhaling zoeken te be wegen, lid],van een kring onderzoe kers te worden. Op zekeren dag maakte hij van die kennismaking gewag,] zonder te ver moeden hoezeer hij zuster Eudoxia schokte, door het onverhoeds noemen van Day de Grounouille. „Kent u Graaf [Day persoonlijk?" vroeg zij met de oude behendigheid eiken indruk'.] verbergend. „Zou hij soms nog te helpen zijn? Is het^mag netisme, waarom den naam niet te noemen,, ooit op hem beproefd De geneesheer kon volstaan met alleen de laatste vraag te beantwoor den, en nog wel ontkennend. Dat ik mgn[ kracht mocht en kon beproeven, want dokter, sedert ik het bezit er van ontdekte, als een niet genoeg te loven gave Gods, is mijn dagelijksche bede juist hèm te mogen helpen. „Day, u kent hem dus? „Waarom u te verzwijgen dat hij weduwnaar is van mijne zuster en hun ne aanvallige Tine die mij tante noemde." „Tante, U?" Hij keek haar scherp aan, alvorens hem van de lippen een naam wilde vloeien, dien hij voor geen prijs, juist voor die heilige ooren zou hebben uitgesproken. Zou het mogelijk zijn dat die weldoende] engel ooit Julie "V ivian wa re geweest? „U vorscht naar mijn wereldschen naam? Laat die rusten. Zuster Eudoxia zoekt dien geheel uit te vagen dokter." Hij stak haar beide handen toe. Als ik u bij die taak, bijVdie dure plicht helpen mag of kan, zuster Eu- doxia, spreek, spreek altijd vrijWij willen beproeven den armen Day, gehoor, 'of spraak, God gevejbeide, te hergevenIk zal u zelf bij de oude mevrouw Day de Grounouille'.brengen. Zij zal u als zuster Eudoxia met open armen ontvangen Zij kon niet antwoorden in het bewustzijn door den rechtschapen man herkend te zijn. Eindelijk nokte zij: „Ik stel op prijs den.handdruk van een eerlijk, degelijk man... Ik dank u er voorl Toen verwijderde zij zich. Aan de kloosterpoort gekomen, want ook de geneesheer keerde spoedig huiswaarts, prevelde hij„En nooit is die kracht op dien armen invali de beproefd en zal ze kern uit een klooster worden toegevoerdGod schenke er zijnen zegen opZonder ling heeten de wegen Gods [Zonder ling zijn ook die der wetenschap hoewel een klooster aller bakermat is geweest!" 't Was niet de dorpsdokter maar een van diens geleerde vrienden te Parijs, die mevrouw Day de Grou nouille voorbereidde op de welwillend heid eener zuster Eudoxia, om hare geneeskracht op den deerniswaarden zoon te beproeven. Hoe spade ook toegepast, kon die kracht toch allicht nog een wonder verrichten. Inmiddels werd zuster Eudoxia ge raden verder niet in den blinde te werk te gaan, maar zich eenige studie te getroosten van het menschelgk lichaam, en in het onderhavig geval vooral, van de organen, wier verlam ming zij hoopte te verdrijven. Ook de geneesheer was van oordeel dat zoo danige studie hoogst weldadig moest werken op hare behandeling, altijd indien de steeds weerstrevige Day, ware te bewegen zich aan die behan deling, te onderwerpen. Hecht zijn moeder er haar zegel aan?" vroeg zij. „Zeer stellig! Zij is een geestver wante, die voor een dozijn minstens, gelden kan," antwoorde hij. Ook zonder die verzekering zou Eudoxia den raad hebben opgevolgd. Zij besefte er alleszins het gewicht van, en ontving dus met erkentelijkheid een geheele reeks boekdeelen, waaruit haar het gewenschte licht zou opgaan. „Waarom moet ik mijn leven nog niet pas beginnen prevelde zij bij een blik op de afbeeldingen, die haar wederom een geheel onbekende wereld ontsloten. Niet zonder te huiveren herdacht zij het verleden, als geheel nutteloos verspilda!s om niet doorleefd En zij zegende niet weinig voor geheel de wereld het verbeterd onderwijs der vrouw, die nu niet meer uit schrome lijke onwetendheid den verkeerden weg zou inslaan, maar in een kern van veel zijdige kundigheden, allicht een gids zou bezitten op haar vaak zoo doornig en hoogst moeielijk levenspad. Terwijl zij zich dag en nacht in hare studiën verdiepte en zich ver lustigen kon in het toenemend herstel liarer patiente, en wat haar in die studiën niet duidelijk was, kon doen opklaren door haren vriend, den genees heer, bleef mevrouw Day Philip nog j altijd aansporen, om zich aan de won dere geneeskracht der liefdezuster te onderwerpen. „Waartoe ons met ijdele hoop te vleien, beste moeder? Indien we onze lieve dooden nog bezaten, ware het te beproeven. De mislukking zouden beiden'ons vergoeden. Nu, zou ze ons te zwaar vallen." Zekeren morgen ontmoette zij hem voor het levensgroote beeld, dat Louis de Lude had doen schilderen naar St. Elme's schets van Tine. Hij had moeder natuurljjk niet hoo- ren naderen en ontstelde dus eenigs- zins toen deze hare hand op zijn schou der lag. „Wat was zij schoonzuchtte hg in zijn vingerspraak. „En wat zou zij gelukkig zijn in dien zij u dat ooit had kunnen hooren zeggen „Hooren?" En", hij wees weemoe dig naar zijn oor. „In een andere wereld zal het immers zoo zijn? Daar zal ik hooren en ook weer spreken, als in de eerste dagen harer geboorte." „Ge gelooft daar dus aan?" Zou ik niet? Is dat geloof niet mijn eenige troost?" „Gelooft ge dan niet mede dat gij haar nu hoort, dat zij u toespreekt ondanks uw gebrek." „O zeker. Mijn hart voelt hetmijn hart verstaat een taal, meer dan eene zelfs, al betwijfelt mijn hoofd gedurig de waarheid." „'t Gaat mij evenzoo. En, dezen nacht nog was 't mij als sprak zij hoorbaar „Wij zullen de poging ze genen. Laat Papa Zuster Eudoxia niet afweren. Zij meent het goed. „U droomdet dat?" vroeg hij be langstellend. „Ja. Ik weet er althans geen anderen naam voor, en ik verkeer zóó onder den indruk van dien droom of dat visioen, dat ik het u niet ver- I zwijgen kon." „Zonderlingik droomde iets soort gelijks! God helpe mij! Nu kan ik niet anders eindige 't op bit tere teleurstelling ik geef mij - gewonnenDat die zuster Eudoxia kome In hare vreugde telegrapheerde mevrouw [Day aan de vriendin harer jeugd, de abdis, want deze was me de bekend was -met het plan. En zuster Eudoxia had slechts op een telegram gewacht; 's anderen daags bevond zij zich reeds te Parijs. Bij hare aankomst verschoot zij van kleur. De oude mevrouw Day de Grou nouille wachtte haar in den landou- wer, waarheen Gilbert de Zuster ge leidde. Zij was te zeer verouderd en vroeger steeds te veel opgeschikt ge weest om voor eene herkenning te vreezen. Des ondanks was zij toch verle gen met hare figuur, want de haar zoo kenmerkende vrijpostigheid had haar geheel begeven. Zij was de bescheidenheid in persoon gewor den. Doch juist die bescheidenheid verblindde mevrouw Day's oogen zoodanig, dat zij geen gelegen heid had, getroffen te worden door de gelijke uitdrukking van de oogen eener Zuster Eudoxia, met die van wijlen Blanche. De vurige blik eener Julie Vivian was door lijden en berouw getemperd tot de wee moedige uitdrukkingsvolle eener Blanche. Hare verlegenheid dreigde inmid dels linksheid te worden, toen Gil bert haar'! dadelijk naar dezelfde blauwe kamer bracht, en zij deze an dermaal in gebruik nam. Nu, echter als gast om den wille van haar kleed, om der wille harer waardigheid; voorheen als indring ster van de onbeschaamdste soort, wier voetzool de tapijten reeds moest besmetten, wier beeld de groote spie gels moesten geweigerd hebben te weerkaatsen, als dat der onwaardig ste, die ooit zoodanige huizing betre den kon. Vermoeidheid van de reis was genoeg om aan tafel een gesprek onmogelijk te maken, terwijl de open blik van Philip haar al .niet minder benauwde dan die zjjner moeder. Toen deze haar echter met een gemeenzaam „Lieve Zuster, ik zal u maar voorgaan 1" voor de beelte nissen van Blanche en Tine bracht, en deze beiden als uit hare graven verrezen voor haar stonden, toen knikten haar de knieën en barstte zij in snikken uit. Toen kon zij zich zelve niet bedwingen om de eerwaarde vrouw te voet te vallen en om te bezweren, zij het ook te elfder ure „Grootmoeders rechter hand" te willen worden, in de plaats dier jonge doode, die zij steeds tegen haar in het harnas had gejaagd, en om dien titel bespot! Zij beheerschte zich echter. Vol strekt onbekend moest zij hare taak aanvaarden en volbrengen. Daarna wenschte zij het berouwvolle hoofd neder te leggen of tot zulk een anderen aardschen werkkring te worden geroe pen, dat zij zich zelve en heel de wereld vergeten kon. Reeds den volgenden morgen kwa men geleerden hunne opwachting maken aan de eenvoudige liefdezus ter, die zoo onverhoeds een gewich tige persoonlijkheid beloofde te wor den, altijd in de oogen van dat kleine onderdeel der faculteit dat zich met de nieuwere wetenschap inliet. 't Was zuster Eudoxia onder die opwachting zonderling te moede. Zij moest zich tegen wil en dank het driemanschap herinneren, dat in de dagen der Commune zoo schromelijk door haar om den tuin was geleid, liever verraden. Die herinnering ver zwaarde haren weemoed, haar oprecht berouw, het bewustzijn harer onwaar digheid, om als gast in diezelfde hui zing ontvangen te zijn en er met zoo vele hupsche voorkomendheid beje gend te worden. Daarbij kwelde haar niet weinig de vrees voor herkenning. Welk een verworpeling moest zij zijn dat zij sidderde voor het onver hoeds noemen van haren wereldlijken naam Eensklaps herinnerde zij zich baron de Lude. En zij besloot onmid dellijk de zoo zonderlinge samenloop der omstandigheden, die haar in het hotel de Grounouille deden vertoeven, te melden met de bede haar incog nito te eerbiedigen. En zeo smaakte zij de voldoening bij diens bezoek, als een volslagen onbekende door hem begroet te worden zij' 't ook als een onbekende, die hem de hoogste belangstelling inboezemde. Philip begon zich zonderling aan getrokken te voelen, door de geheele persoonlijkheid der liefdezuster, wier wederwaardigheden in Indië, moeder hem zoo vlug vertolkte, dat hij in het gesprek kon deelen. Gelukkig begreep zij zijn vingertaai minder en bleef daardoor onbekend met Philips vraag aan zijne moeder „Herinneren die zachte oogen u niet aan die onzer Blanche?" Toen ja, toen dank zij die vraag, ontdekte ook mevrouw Day overeenkomst, maar daar Louis de Lude Julie Yivian nooit had genoemd, en zij dus niet wist'dat deze den sluier had aangenomen, trof haar die toevalligheid minder. Een paar geleerden stelden genoeg belang in den patient om zuster Eu doxia voor te stellen dezen in gemeen schappelijk overleg] te [behandelen. Nu zij er toe gereed was en Phi lips oogen vol hoop en vertrouwen op zich gevestigd] voelde, ontzonk haar schier den moed. De gedachte aan Tine, aan zijne vreugde,] aan de za ligheid der oude moeder, bijaldien haar zoo vurig streven mocht worden ge zegend, hergaf haar de vereischtekalm- te. Op een wonder rekende noch zij, noch Philip, noch een der aanwezi gen, doch toen de grijze moeder on willekeurig de handen vouwde en luidkeels bad„o [GodAlmachtige, die gij wezen moet! Hergeef hem ge hoor of spraak door de wonderlijke kracht die zuster Eudoxia van U mocht ontvangentoen maakte zich een buitengewone ontroering meester van de gemoederen en klonk uit aller mond, een zoo plechtig „amen I" dat zuster Eudoxia zich bovenaardsche krachten voelde toestroomen. Na zoovele jaren zijn lot met ge duld en bewonderenswaardige gela tenheid te hebben getorscht, hadden dezelfde geneesheeren zijn keel onder zocht en de een had den ander op gemerkt dat Pilhip al die jaren ook geenerlei moeitejmeer gedaan had om te spreken, Er werd echter niet alleen geen wonder verwacht maar zelfs geen on- middellijken baat. Langzaam maar zeker kon de weg zijn, langwijlig de taak voor zuster Eudoxia. Volhouden was de eisch. Geen teleurstelling mocht ontmoedigen. En geen teleurstelling ontmoedigde. Zonder resultaten zelfs werd beslo ten vol te houden. „Te volharden desnoods tot ik geheel uitgeput zal zijn," verzekerde zuster Eudoxia. Inmiddels oefende zij zelve zich in de vingertaai en zoo genoot Philip meer van het gezelschap van de lief dezuster, dan hij zich had voorgesteld, en scheen hg even weinig aan even- tueele scheiding te denken als zgne moeder. Wordt vervolgd.) Gedrukt bg DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1897 | | pagina 6