HAARLEMSCH Adresboek Van Haarlem Eerste Blad. No. 2 Twintigste Jaargang. 144 met AMSTERDAM, abonnementsprijs van WOENSDAG 5 Januari 1898. verschijnt: Dinsdag- en Vrijdagavond. Het 1897. Prijs ing. 1.75, geb. 2.—, DË ERVEN LOOSJES. 1897. Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 88 IÏLEPHOONNUMMEE TELEPHON1SCHE VERBINDING Per drie maanden—,25. franco p. post —,40. Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden aangenomen tot dinsdag en vrijdag des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst, is voorhanden in den Boekhandel van Bij het begin van een nieuwen tijd kring een blik te werpen op hetgeen achter ons is, is zóó volkomen mensche- lijk en 2ÓÓ leerzaam, dat wij, als vroeger, ons nederzetten om het afgeloopen jaar in haar lief en leed nog eens in het ge heugen terug te roepen. Europa bleef in betrekkelijke rust, de een meent door de macht van hon derd-duizenden bajonetten en groote financieele opofferingen, anderen en dit zijn de optimisten, schrijven dit toe aan de meer en meer veld winnende huma niteit. Misschien ligt ook hier de waar heid in het midden. Toch vernam Europa wapengekletter in het Zuidoosten, waar Turkije en Griekenland hunne grieven meenden te moeten uitvechten. Griekenland plaatste zich hierbij op het standpunt van ver dediger der christenen op Creta en deed een wanhopigen, doch niet minder stou ten inval op het eiland, Turksch grond gebied, welke daad verschillend werd beoordeeld, al naarmate het billijkheids gevoel zich had ontwikkeld onder den indruk van sympathie of antipathie. En de strijd is uitgevochtenTurkije, de overwinnaar, werd er niet beter op en de overwonnene, Griekenland, veel slechter. De Eui'opeesche mogendheden hebben echter door samenwerking erger- dingen voorkomen. Frankrijk en Rusland gaan voort el kaar vriendelijkheden te bewijzen. Nie mand zal daar tegen zijn, zoolang het niet ontaardt in het door dik en dun méégaan met de wederzijdsche bedoe lingen. Wij, koudbloedigen, moesten ons wel eens verbazen over die hartelijkheid, welke veel van aanstellerij heeft. In October ontpopten zich de Dreyfus geruchten tot eene kwestie, die de harts tochten in Frankrijk bracht in geduchte beroering en ieder heeft zoo zijne op vatting er over. Men heeft opnieuw kun nen opmerken, hoe in Frankrijk, het hooggeroemde land der vrijheid, nog kan geknoeid en geïntrigeerd worden, wat zeker niet pleit voor de vêrziendlreid der slachtoffers. Dat wij reeds aan het einde staan der onthullingen gelooft niemand, die met aandacht den loop •der gebeurtenissen heeft gevolgd. Spanje heeft te veel te doen met den opstand op Cuba, met dien der pas ge- eindigde rebellie op de Philippijnen, met de uit het eerste voortgesproten verwikkelingen met Amerika, met het dreigende spook der Carlisten, der anar chisten en verdere binnenlandsche on aangenaamheden, dan dat het zich in Europa kon laten gevoelen dat Spanje bestaat. Algemeen is de meening, dat Spanje tegenover den Europeeschen voor uitgang op zeer lagen trap staat, als' mede dat het zijn grootheid afmeet naar den roem der vaderen. Ook Engeland, de machtige koloniale mogendheid, heeft zich te handhaven gehad in Afrika, het land der hope voor allen, die wenschen hun koloniaal ge bied uit te breiden. Dalië en België zullen wel al hebben ingezien, dat het bezit van koloniën geen onverstoorbaar genot geeft, iets wat Europa's tweede koloniale mogendheid, Nederland, al sinds drie eeuwen weet en nog dagelijks ondervindt. Dat de rassenhaat zich niet uitsluitend heeft bepaald tot het antisemitisme, leer den in de laatste weken des jaars de stuitende tooneelen in de Oostenrijksche vertegenwoordiging. De walgelijke wijze waarop zich het onhebbelijkste gebrek der samenleving, de onverdraagzaam heid, daar uitsprak, geeft ook al geen hoog denkbeeld van het zedelijke peil der afgevaardigden. Nederland heeft ook dit jaar zich niet begeven in de Europeesche verwikkelin gen. Het is als klein land voortgegaan in alle kalmte zijne wetgeving op veler lei gebied tot meerdere volkomenheid te brengen. De uitvoering der nieuwe kies wet met haar verschillende soorten van kiezers, met haar vele uitzonderingen, haar uitgebreid kiesrecht, haar couloir stelsel, heeft heel wat pennen in bewe ging gebracht, heel wat politiek leven doen ontwaken, heel wat ergernis, heel wat verrassingen opgeleverd. De beza digdheid der kiezers, te danken aan orde lievende partijleiders, steekt gunstig af bij de onbesuisdheid, waarmede onze zuidelijke stamverwanten te werk gaan, als het om groote dingen gaat, Met die algemeene verkiezingen na men vele nieuwe krachten plaats naast de oude beproefde en al miste men ook in de nieuwe Kamer enkelen, die men zoo gaarne had teruggezien, toch moet erkend worden, dat nieuw, versch bloed soms gewenscht is. Moge ook in onze Vertegenwoordiging voortdurend blijken van goeden takt en van veel samen werking. Het jaar 1898 is voor Nederland vafn veel beteekenis, aangezien onze Koningin op achttienjarigen leeftijd meerder jarig de teugels des bewinds dan over neemt uit de handen van de Regentes, Hare hooggeschatte Moeder, die deze hooge roeping sedert 23 November 1890 bekleedde op eene wijze verre boven allen lof, steeds volgende de traditiën van het Oranjehuis, getrouw aan de grondwet. Voor zoover men kan oor- deelen heeft de Koninklijke Moeder hare Dochter doen opgroeien overeenkomstig de hooge eischen waaraan zij zal be antwoorden. Met veel takt heeft Koningin Emma de jonge Koningin het publieke leven ingeleid, haar in nauwe aanraking gebracht met de Natie, en zich steeds betoond als de hartelijke Landsmoeder, helpende en ondersteunende waar dit kon en mocht en door dit alles zich eene eerzuil gesticht in de harten der Neder landers, die nimmer zullen vergeten, hun Koningin Wilhelmina ontvangen te hebben van de Koningin Regentes. En wij zullen feestvieren in de eerste dagen van September als de normale toestand zal zijn ingetreden. Reeds lang maakt men zich op om de huldigings feesten allen luister bij te zetten. Moge bij al het officiëele, als noodzakelijk ge volg der toestanden, ook het hart sterk spreken, opdat Vorstin en Volk elkaar in onderlinge waardeering leeren be grijpen. Is voor het Vaderland het jaar 1897 zonder buitengewone beroeringen voor bijgegaan, ook onze Gemeente heeft in deze geen reden tot klagen. De bevolking bleef toenemen, doch niet steeds waren het de hoog-aange slagenen in de belastingen, die ons zie lental kwamen vermeerderen. Wel ver lieten sommige welgestelden onze Spaar- nestad juist om elders in dit opzicht in beter conditie te komen, wat natuurlijk op de overgeblevenen moet drukken. Als men eenmaal gekomen is tot de overtuiging, dat alleen een rijksinkom stenbelasting de goede grondslag kan zijn voor meer billijke verdeeling van lasten, dan zal veel onrust en agitatie onnoodig zijn. 1896 eindigde en 1897 begon met toebereidselen tot de huldigingsfeesten geen straat van eenige beteekenis of zij heeft haar Comité, onze gemeente be grooting wijst een betrekkelijk groot bedrag aan tot de feestviering en de stemming der ingezetenen is tot aan het gewenschte feestpeil genaderd en nog toegenomen door de herhaalde bezoeken der Koninginnen aan onze stad, waarbij de bevolking meer in het bijzonder ken nis maakte met H.M. en die bezoeken zoo hoog stelde. Het is gebleken, dat de sluimerende Oranjeliefde te Haarlem slechts behoefde aangeblazen om zich te uiten. Een klein onweerswolkje heeft in 1897 niet nagelaten eenige beweging te ver oorzaken. Er bestaat eene Zondagswetzij moge niet meer voor de praktijk des tegen- woordigen tijds geschikt zijn, grove gebreken mogen haar aankleven. Was zij misschien in 1815 reeds te oud voor het toen zich herboren gevoelende Holland; 't is alles misschien waarschijnlijk, maar, en hierop dient de nadruk gelegd, de Zondagswet bestaat nog, als zijnde nim mer ingetrokken, en nu volgt hieruit dat zij behoort uitgevoerd. Misschien wel om in deze eene beslissing uit te lokken, misschien met andere bedoelin gen vaardigde in het voorjaar onze Bur gemeester eene publikatie uit, waarbij ter kennis gebracht werd, dat de politie last had ontvangen tot handhaving dier Wet bevorderlijk te zijn. Hoe verschillend deze bestuursdaad werd beoordeeld, hoe ter sprake gebracht werd bevoegdheid om in deze handelend op te treden, 't zijn allen kwesties in de kwestie. Maar het bestaan der Wet eischt de uitvoering ervan; men wende de kwestie op welk zwaartepunt ook, wie konsekwent han delen in een magistraatspersoori op prijst stelt, moet dit toestemmen. De zaak was nu maar, dat door het niet naleven der wettelijke bepalingen de neringdoenden aan het bestaan der Wet niet meer dachten en door ongelijkmatige toepas sing ervan schade duchtten. Op eene druk bezochte meeting werd besloten tot den Burgemeester het verzoek tot intrekking der publikatie te richten, doch de Burgemeester deed mededeelen, dat het verzoek niet voor inwilliging vatbaar was. Onze gemeenteraad deed ten laatste een verstandigen zet door een adres te richten aan den Minister van Binnenlandsche Zaken en van Justi tie, om gelijkmatige toepassing der Zondagswet, den Burgemeester ver zoekende met het nemen van maatrege len te wachten, tot op het adres eene beslissing zou zijn genomen, aan welk laatste verzoek de Burgemeester verklaar de te zullen voldoen. Het antwoord der Ministers verklaarde dat bij de regeering niet het voornemen bestond om in de tot dusver gevolgde wijze van uitvoering der Zondagswet verandering te brengen. Eene mededeeling van den Burgemeester stelde de ingezetenen in kennis dat hij door de Regeering was uitgenoodigd, zich van uitvoering der Zondagswet verder te onthouden. Hiermede was de zaak voorloopig van de baan. Alles is gebleven zooals het was, maar geregeld is door dit alles de kwestie nog niet, dit zal men moeten toestemmen, 't zij men vóór, dan wel tegen de bestaande Wet is. Van de brandende kwesties in deze gemeente, Water en Gas, nadert de eerste hare voltooiing. Ontzettende som men zijn uitgegeven om in de behoefte aan goed water te voorzien. Wie een kijkje neemt in de Bloemendaalsche duineri, staat versteld over hetgeen daar tot dit doel is tot stand gekomen. Reeds verheft de machtige watertoren zich trotsch boven onze omgeving, reeds vertoonen onze straten en stegen de sporen, die de nijverheid naliet, tot het aanbrengen van het gezondheid aan brengend duinwater. Maar de leening van ƒ1.800.000, door de gemeente tot dit en kleinere werken gesloten, zal hare vruchten wel afwerpen. De gas-kwestie behoort nu ter hand genomen. De geruchten spreken reeds van een rapport der hiertoe benoemde Commissie en het zal daarvan wel af hangen, of de gemeente zelf exploiteert of niet. De groote verwachtingen, gebouwd op het welslagen der Maatschappij tot exploitatie van Staal waterbronnen, zijn tot heden niet door goeden uitslag be gunstigd. Moge het aan het nieuwe be heer gelukken de onderneming tot den bloei te brengen, noodig om het groote Haarlemsche kapitaal, aan hare hoede toevertrouwd, winstgevend te maken. Het niet afwerpen van vruchten van groote kapitalen is een groot nadeel voor de philantropie. Waar bezuinigd moet worden, verhaalt men kleinere tekorten niet in de laatste plaats op hetgeen wordt weggegeven en dit is zeer rnenschelijk. Onder de Inrichtingen, die al heel spoedig den druk van der tijden ongunst gevoelen behooren in de eerste plaats de jongere, zulke, die niet in het bezit van fondsen zijn. Men zegt, er wordt te veel gegeven. Of het geven altijd weldadigheid mag genoemd worden, mag met reden be twijfeld worden. Zoolang de verschillende vereenigingen tot leniging van armoede zich niet vereenigd hebben tot één asso ciatie zullen veel giften en gaven bezijden het doel vallen en zoolang zal men voort gaan met het aankweeken van een ras, dat handig gebruik maakt van de ver deeldheid op het punt van weldadigheid. Moge nu ook eens 1898 eene ge wenschte verandering in deze brengen Daartoe is in de eerste plaats noodig

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1898 | | pagina 1