HAARLEMSCH Adresboek van Haarlem Eerste Blad. No. 5 Twintigste Jaargang. 144 met AMSTERDAM. abonnementsprijs van ZATERDAG 15 Januari 1898. verschijnt: Dinsdag- en Vrijdagavond. M Vereen, tet bevordering van Zondagsrust. Doet Uwe inkoopen liefst niet sp Zondag. Waarom zoudt gij gsheel onnoodig de Zondagsrust van anderen storen? Het 1897. Prijs ing. 1.75, gel), f 2.—, DE ERVEN LOOSJES. bachconcert. Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 88 T1LEPHOONNUMMEK TELEPHON1SCHE VERBINDING Per drie maandenf —,25. franco p. post ,40. Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. Advertentien worden aangenomen tot dinsdag en vrijdag_<fes rwtddaga ten 12 ure,_die alsdan zoo mogelijk rwg worden geplaatst. Het Bestuur der Afdeeling. is voorhanden in den Boekhandel van Het derde Bachconcert van Dinsdag avond verheugde zich in de bekende belangstelling van onze kunstminnende stadgenooten. Zooals bij de meeste uitvoeringen, door de Haarlemsche Baehvereeniging gegeven, was de concertzaal der sociëteit wederom geheel gevuld. Een bewijs voorzeker, dat het heeren Directeuren gelukt bjj de concurentie op kunstgebied den goeden naam, waarin de Bachcon- certen zich verheugen, hoog te houden en waardig te handhaven. Het programma voor dit concert was toevertrouwd aan het Ulrechtsch Orkest onder de leiding van den heer Wouter Hutschenruyter en aan eene hoogbe gaafde zangeres, mejuffrouw Camille Landi, uit Milaan. Vooral door het optreden van laatst genoemde kreeg het concert eene buitengewone beteekenis. Mejuffrouw Landi toch bezit als concertzangeres zeldzame gegevens. Zij kan bogen op een altg=luid, vol sonoriteit, kracht en diepte. Van deze heerlijke natuurgave weet ze als artiste een voortreffelijk gebruik te maken. Aan de bekoring van den klank paarde zich het muzikale genot eener intelligente, smaakvolle, fijn en rijk geschakeerde voordracht. Kwamen deze laatste hoedanigheden in ruime mate ten goede aan de vloeiende melodieën der door mejuffrouw Landi gezongen Fransche liederen, La Cloclie, La Brise van St. Saëns en Parlout van Chaminade, het majestueuse geluid dei kunstenaresse bleek wel bijzonder ge schikt om een verkwikkend licht te doen opgaan over Gluck's klassieke tlied, O del mio dolce ador en het groo sche en wijdingsvolle aria uit Handel's ora torium Xerxes. Aan eiken stijl recht doende, met elke gading vertrouwd getuige het toegiftje uit Carmen - gaf de zangeres in alle opzichten iets voor treffelijks en de zeer levendige bijval, dien zij behaalde, getuigde hoe gaarne men deze veelzijdig begaafde muzikale verschijning in „Baeh" zal terugzien. Voor het Utrechtsch Orkest zal het altijd moeieljjk blijken, in onze concert zaal een volledig succes te behalen. Het heeft daarbij steeds te kampen met de indrukken, die het Amsterdamsch Qrkest na elke uitvoering achterlaat. Het betere is ook hier een vijand van het goede. Toch zal men aan het U- trechtschOi kest vele goedehoedanigheden in samenstelling en voordracht niet kun nen ontzeggen. Dat deze meer op den voorgrond traden in de ongekunstelde, gekuischte muziek van Gluck's opera lphigénie en Aulidc en in verschillende onderdeelen van Berlioz sinfonische werk, Episode de la vie d'un artistedan in het Andante uit Prometheus van Beet hoven en de Nocturne van Hutschen ruyter zal wel hieraan moeten worden toegeschreven, dat de kracht van het Orkest meer ligt in het strijkkwartet dan bjj de blaasinstrumenten. Hoe dit overigens moge zijn, een Or kest dat met zoo'n goeden uitslag, als hier het geval was, het grillig fantas tische werk van Berlioz ten gehoore kan brengen, heeft recht op belangstelling en waardeering. Van veel studie ge tuigde de uitvoering evenzeer als van onverdeelde toewijding. B, KRONIEK Na gebruikelijke lezing der notulen had de tx'ekking der afdeelingen plaats. Een aanvraag tot concessie voor het maken van eene gasfabriek werd gesteld in handen van de bestaande commissie in zake de gaskwestie. Dit besluit werd genomen na eenige discussie. Aan de orde komt het rapport der comm. van Financiën tot wijziging der verordeningen op de heffing en invorde ring der plaatsel. direkte belasting. De Heer Tjeenk Willink had voorge steld de behandeling te verdagen met het oog op mogelijke wetswijziging en de Handelsvereeniging meende, dat wij ziging uit moest blijven in verband met daaruit voortvloeiende bovenmatigen druk der middenstanden. De motie-Tjeenk Willink wordt door den voorsteller toegelicht. Spreker heeft zich afgevraagd of de nieuwe verordening zegeningen aanbrengt. Hij heeft een staatje samengesteld waaruit kan blij ken dat de percentsgewijze toeneming voornamelijk op de middenklassen drukt. De zeventien eerste klassen worden er slechter, de hoogere klassen veel beter van. Vijfhonderd derhoogstaangeslagenen zullen van ƒ50 tot ƒ300 minder beta len, de overige zevenduizend betalen meer. Ook zal het getal non-valeurs toenemen. De belastingpercentage zal er ook niet belangrijk door dalen. Is de verandering thans gewenscht? Neen, met het oog op de geschiedenis van het artikel der Wet en eene te verwachten wijziging ervan. Spreker concludeert, dat als wij eene verordening moesten invoeren, wij dit thans niet zouden doen en eene wijziging dus ook thans ongemotiveerd is. De Heer Waller stelt de vraag, is wijzi ging wenschelijk? Ja, want de verorde ning werkt voor de gemeente verderfelijk. Dit wordt bewezen door den achteruit gang van verschillende inkomsten, die met de verordening in verband staan. De druk hierdoof veroorzaakt, moet toch betaald door degenen die blijven: de middenstand. Dus is wijziging gewenscht. Bovendien wijst de Heer Waller op een paar belangrijke punten welke de gegevens van den Heer Tjeenk Willink minder betrouwbaar doen zijn. De percentage zal wel degelijk dalen, met een half percent zal die verminde ren en dan nog worden toch ook uit de middenklassen belangrijk verlaagd op het personeel. En dan, wachten op de nieuwe wet gaat niet op, ook dit wordt aangetoond. Is dus het voorstel tot wijziging wen- scheljjk, dan behoort er ook een begin te worden gemaakt, hoe spoediger hoe beter. Dat de oninvorderbare posten zouden toenemen stemt Spreker niet toe, want juist van de klassen waaronder de meeste wanbetalers voorkomen zullen er twee duizend afvallen. Niet den druk der middenklas heeft de wijziging ten gevolge. (Applaus). De Heer Lodewijks heeft het woord tot verdediging van de cijfers door hem bijeengebracht. Wijziging der verorde ning zal werkelijk zegeningen met zich brengen; de gezinnen met veel kinde ren worden ontlast. De Heer Macaré gaat de geschiedenis der bestaande verordening na. Ook hij heeft de overtuiging dat zij niet goed werkt. Iemand in de achtste klasse be taalt /26.als de nieuwe wordt inge voerd betaalt hij 42.— in de stedelijke belasting. In de vierde klasse ƒ7,40 in de nieuwe ƒ18.en als de percentage zoo blijft ƒ24.Tweede klasse ƒ3.33 deze vervallen bij de nieuwe verordening. Is een en ander billijk? Voor alles is noodig dat de wijzigingen eerst ampel in de afdeelingen besproken worden. Spreker is niet overtuigd, dat het voor stel tot wijziging genoegzaam overdacht is. De Heer Tjeenk Willink beantwoordt den Heer Waller. De Inkomsten dalen, maar te Rotter dam, met dergelijke belasting als bij ons, is gebleken, dat verlaging ook daar plaats had, doch dat niet de schuld was van de verordening. Wijst verder de flaters, aangewezen door den Heer Wal ler, met nadruk af, blijft van meening, dat wijziging thans nuttig noch nood zakelijk is. De Heer Krol deelt mede, dat de wijzigingen zich slechts tot twee hoofd punten bepalen, en verdedigt enkele ge wraakte punten, ook in verband met het aangevoerde. Door thans te wijzigen zal er voor de betalenden geen overgang zijn met het jj oog op de vermindering in het personeel voor de middenklassen. De Heer Macaré wijst nog op eene onjuistheid in de redeneering van den Heer Willink en brengt in herinnering, wat omtrent de personeele belasting in de Kamer is voorgevallen en dat van den minister eene wijziging van Art. 14 der gemeentewet te wachten is. Nogmaals de Heer Willink. Staat er op aan, dat de wijzigingen eerst in de afdeelingen komen. Wethouder Waller brengt nog een en ander in 't midden. In behandeling komt nu een amendement tot onder zoek in de afdeelingen. De Heer Tjeenk Willink trekt thans voorloopig zijn voor stel in. De Heer de Kanter heeft nog het woord omtrent de minder goede werking der verordening. De motie in stemming wordt aange nomen met 4 stemmen tegen. In het vorige jaar hadden R. V. van der Mije en 73 anderen zich tot den Raad gewend, waarbij zij, als ouders of voog den van leerlingen der 2e Buvgerschool, hunne teleurstelling te kennen gaven - over een voorstel het verhooging van het schoolgeld aan die Inrichting en den Raad verzochten aan de beide scholen en geljjk schoolgeld te heffen. Van het Raadslid den Heer Van der Mersch was tevens een voorstel inge komen, bepalende, in hoofdzaak voor de Burgerscholen voor lager onderwijs een gelijk schoolgeld te heffen. B. en W. betuigen in hun advies, voor het verzoek bovengenoemd wel iets te gevoelen terwijl zij meenen.te mogen aannemen, dat aan eene moge lijke verwerping voorstel Van der Mersch deze beteekenis gegeven zal moeten worden, dat de Raad de toelating van leerlingen tot de 2e Burgerschool wil beperken tot de ruimte, die het gebouw aanbiedt, waarin die school gevestigd is of zal worden, doch adviseeren tot be stendiging van den bestaanden toestand. De Heer Van der Mersch, nagaande, dat zijn voorstel in nauw verband staat met de pas besproken belasting wijziging, trekt zijn voorstel in met de verzekering, dat de kwestie niet zal worden uit het oog verloren. Ook dit voorstel is dus ingetrokken, hoewel een nader voorstel hierbij niet is uitgesloten. De Heer Klein betreurt deze intrek king. Verder kwam ter tafel het voorstel B. en W.W. adressen Wed. J. W. v. Stade en W. H. Leenart gebrek plaats ruimte 2e Burgerschool voor lager on derwijs. De Heer Van der Mersch brengt in herinnering dat B. en W. willen ant woorden, dat er voor de kinderen op de tusschenscholen plaats is. Beter ware aan een der andere scholen een lokaal beschikbaar te stellen. De Heer Waller meent, dat B. en W. volkomen in hun recht zijn. De vraag is, wil de Raad de 2e Burgerschool uitbreiden, wil zij dit niet, dankon de Tusschenschool dienen. De Heer Van der Mersch wil om deze reden de school gelden gelijk stellen. De Heer Klein vraagt of op den Raad dan niet de zedelijke verplichting rust, de kinderen, waarvoor geen plaats is aan de 2e Burgerschool, te plaatsen aan de Eerste. De Heer Willink vraagt, of een en ander niet mocht leiden tot eene nieuwe school. Wethouder Waller meent, dat het adres der ouders naar zijne meening veel van een opstootje had. De Heer Stolp wijst dit af. De Heer Speelman zou er toe wen- schen te komen het schoolgeld aaD de Eerste Burgerschool wat te verlagen en aan de Tweede wat te verhoogen. Het antwoord als door B. en W. voorgesteld komt in stemming en wordt aangenomen. Verzoek van het Comité, dat zich ten doel stelt hier ter stede een monument te stichten voor den grooten meester Frans Hals om aan te wijzen eene plaats voor dit monumentdaarvoor te bestemmen het Florapark; te besluiten het monument zoodra het gereed is over te nemen en te onderhouden. Het bleek, dat in deze een verschil van meening bij het D. B. heerschte, althans de Heer de Kanter kan zich niet vereenigen met het Florapark. De Heer Van Lennep deelt mede, dat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1898 | | pagina 1