a; uizaS qfi[naos4Bj uaa uba ufiqos uap rao qoo ua uajapuiqap idq "siaraBq auaflia aufiz ui usp UBBjsaq sjapuu sua&iau ubibC aip jb ui tnaq jooa peq 'appoA -aS ayaoqaq 8)0018 ooz puijsni qfqaMnoiA iBBq 4am suBqi fiz ubbjbbm 'piBBq uaSia OBB sinqa; SipaiA qajj •aapraqas uanunq noz japuaqp uba uaq poop ap uaa||B ;Bp 'sbm uapiOMsS piz na jJBq uaa jaaqaS ooz sSnapB fiq aiM 4am 'naiz aj a^iapaom apno aAai]// 4Bp iBBq ui pjaajaS 4100u maq 4aq psq fig qqoBtn aj[B 4m fiq paaits naJkqiaiq ug "uaioisiaA uiBMq 4am anfiz na naSuup apjiM ua4uooMaS amBuaSuBB aufiz ui qaiz aip 'avtioja apmaaiA 'apiBBfaq spaaj auaa asp laara stain suBqt raaq jooa sbm fig -uaauiM 34 Sniat laa.M raaq nap -jom8§ qfijaSomuo ibbij jooa ;aq sba\ nn uapnoq -a§ pnaq ap ni soj a; jaaA spSnat ap 'piajsim piaq°ij -jiqosiaAUo aiBq loop ui nn fiz °bz tip 'paq fig j sbm dooq a; snaAaj sap jqiBm ap do ja ,)bm naqqaq 4saom ajsaqiajjB taq sajjB uba soo4|B aip 'sba\ puaMiaA ooz aip 'nam urn??/ nap ng -nazfiMaq uba sqaai apaqaS auaa nap 481041310 lajaq maq aip 'hboi uap fiq siats -fljozaqjiajd jajjB a;saq aip 'piaqSqjBAaq aqftpatin ubb qaiqaS iBBq nannaqaq piaqsoojatqoBin aiaq qaiz fiz tsaora azfiM aAaoip do na ^qaMafldo psq raaq fiq 594s -jooa IBBq naip jaaqjs nap naaq SniiaanapaJ azap joop piaqSinnizdiaqos ajBq apjaoA |9a\ jbbj^j -apSajiooA nap "JOOM aqfijapmp ni nu jasq fiq aip 'SuipiooMiuaiaA na Suinaqai afluaaqiapaM jannnq SuiqfijaSjaA anaa uba 'uapnB4sao4 jap uaSaM na naqqiAv jfijA 4am uaa uba sbm mos ap azap tsp nataAA 4am uoq fig -puBjsaq piaq -jqBBjdsaqjaM anfiz naSa; 4am sbm fig -fiz SaaMZ n^j UBp 'aAaij 'naSBjpaS psq nBin nap uba sjaflnaj ajafiiA ap af sjy 'paiaS af qjaaq pjaiaAV jap papjoo taq jooa saajA aqfijjn^BU af uaajjy// L9Z 260 mannen zou maken? Neen, ik laat mij zoo licht niet beet nemen, kindje! Ik heb al zoo het een en ander van die juffrouw gehoord: zij moet het haar broeder, wiens huishouding zij verbeeldt te besturen, vreeselijk lastig maken, door haar eeuwigdurende vergaderingen en haar geloop naar bid-slonden." //Hoe jammer! Ik vrees dat onze heerlijk schoone wereld vol is van wanklanken en onoprechtheid." En mevrouw Vaberg talmde nu niet langer. Bij die laatste woorden van hare dochter voegde zij, meer tot zich zelve sprekende, bij: JawelEn vaak is onoprechtheid een gevolg van die wanklanken." Met haastigen tred zocht zij hare kamer op. Rusteloos op-en-neer stappende, werkte zij de gedach ten die het orgelspel en het zingen bij haar hadden opgewekt, verder uit. Nu naar den spiegel voor de groote monstering. De zon was intusschen sterk ge daald en het roode licht dat daarvan nog overbleef was niet te vertrouwen. Zenuwachtig werden in allerijl de lamp en de waslichten op de trumeau aangestoken en toen weer naar den spiegel terug. Een zwart kanten doekje werd over de grijzende haren gelegd, ver over het voorhoofd getrokken dit verhoogde den flikkerenden gloed der oogen en luchtig onder de kin gestrikt dit gaf aan de wan gen een bevalliger, ronder vorm. De figuur was nog zeer goedrechtop, zacht en gevuld en met eene hou ding die aan het tooneel herinnerde; trouwens haar aanzienlijke rol op het tooneel der groote wereld in de stad had haar geleerd deze aan te nemen. Daarbij dan die groote, donkere oogen, wel niet meer schitterend in jeugdigen glans, maar daarentegen flikkerde in den 261 gloed der dweepzucht; ja zoo was het goed^ Welk eene vergelding zou dat wezen! Zij eag zich reeds voor hem staan, tot hem sprekend in eene taal die elk woord op zijn lippen zou doen verstommen, die den slaap van zijne legerstede zou verjagen. De fraseologie van den Bijbel, die in hare gevolgen aan een voortwoekerend vuur gelijk is vernielend, aanstekend, zuiverend zij zou van hare lippen vloeien. En met behulp van dien goddelijken, indrukwekkenden woordenstroom, zou zij alle tegen spraak tot zwijgen brengen en zichzelf ongenaakbaar op een verheven voetstuk plaatsen hoog boven die allen. Dan zou hare meerderheid zijne vroegere met één enkelen slag neervellen. De piano moest weg; een orgel moest die plaats vervangener zouden ver gaderingen worden gehouden, ook en juist bij haar; zij zou de trouwe, vrome, zingende gemeenteleden op hare theeavonden noodigen en hij en zijne vrienden zouden daarvan uitgesloten blijven; en hij zou er niets tegen kunnen doen//zij bewandelde den weg der rechtvaardigen." Ja de godsdienst bleef haar nog over. Op het oogenblik was zij nog enkel, of althans in hoofdzaak, berekening; maar het was volstrekt niet onmogelijk dat zij allengs door het geloof zou kunnen gewonnen worden. O ja zij wilde zich in de armen der fanatieke vroomheid werpen; alles rond om haar vergeten voor het aardsche met al zijne bekoringen de oogen sluiten zacht- kens insluimeren en droomen van de zaligheid des hemels. Een zenuwachtig beven deed haar lichaam trillen. //Ja Heer, ik komriep zij in geestvervoering uit

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1898 | | pagina 7