TROUW. Hoe de Waarheid haar eigen geschiedenis vertelt, DOOR CARMEN SYLVA- 3) De paarden kwamen nader. Ste- fanitza hief den arm op en Helena sloot de oogen, het beslissende mo ment afwachtend. Plotseling liet Ste- fanitza den arm zakken en helderde zijn gelaat op. „Het zijn Rumcniërs" zei hij, en zijn stem verheffend, riep hij uit alle macht: „Hierheen, hierheen, hier is de prinses." Een luid hoera, donderend door 't donkere woud uit vele monden, was het antwoord, en op het volgende oogenblik kwamen de ruiters ter plaatse en viel Helena bewusteloos in de armen van haar gemaal. Ieder een schoot toe, helpend zoo goed als mogelijk was. Alleen Stefanitza bleef op den achtergrond en staarde ern stig, naar het schoone, bleeke gelaat. Toen zij weer bijkwam, was haar eerste vraag naar haar kinderen. „Zg zijn gered en wachten je, mijn arme lieveling" gaf haar echt genoot ten antwoord, haar innig kussende, en hij tilde haar bg zich in den zadel. „En zou je zóó zgn gaan loopen?" vroeg hg toen hg haar gewonde, bloote voeten zag. „Ik was op weg naar jou" zei Helena glimlachend. Toen werd Stefanitza te paard geholpen en een soldaat liep naast hem, want hg was te zwak om zich al leen rechtop in den zadel te houden. Een hoornsignaal klonk, waarop al len zich verzamelden en de tocht door de stille bosschen een aanvang nam. Yele weken later kwam een vlot, door bloemen en groen tegen de zonnestralen beschut, de Bistritza af. Prinses Helena bevond zich onder dat beschuttend dak, en met haar drie kleine kinderen. Stefanitza was er ook bg. Hg was weer volkomen hersteld en luisterde opmerkzaam naar een voorstel van den prins. „Blgf bg ons" betoogde Petru Raresch; „wij zullen voor je zorgen en je zult bg ons geëerd worden als eigen zoon des huizes." „Neen, uwe Hoogheid, vraag mg dat niet. "Wanneer er gestreden moet worden, zal ik altgd aan uw zgde zgn, maar het leven aan 't hof is niet voor mij geschikt. Hg hield trouw zgn woord. Vele waren de slagen die werden geleverd, voor het land van de Turken was bevrijd, en steeds was Stefanitza in 't heetst van 't gevecht. Hij scheen onkwetsbaar, want onverschillig voor elk gevaar, kwam hij altgd behouden terug, en zgn leven werd vele jaren gespaard. In 't dagelgks leven was hij een zelvig en teruggetrokken, en werd bg den dag somberder en zwggender. Hg werd zeer oud. en toen hg ge storven was, vond men op zgn borst een groote, blonde lok. Einde. Vit het Engelsch VAN EDNA LYALL. i) Mijne eerste verschijning. Ik werd in eene van de mooiste plaatsen in Zwitserland, St. Beaten- berg, geboren, en ofschoon de ge- geboorteplaats op zichzelve in zeker opzicht weinig heteekent, zoo denk ik toch altgd met genoegen aan het liefelijk tooneel op dien Pinkster middag, toen mgn aardsch bestaan begon. Van menig droef en wanhopig too neel heb ik sinds dien dag getuige moeten zijn, maar toch denk ik achteraf gaarne aan dat kleine boschje boven op de berghelling, aan de pgnboomen met hunne don kere takken, waarvan de uiteinden in het voorjaar nog zoo lichtgroen getint zgnaan het lieve stadje Spiez aan den overkant met de bruine daken zgner kasteeltorens, en aan den Niesen, die zich daar achter als een schutsengel verheft, terwgl in de verte de zon met ver blindende pracht de sneeuwtoppen van den Bliimlisalp bescheen. Het is vreemdofschoon den menschen al sinds honderden jaren het zoo duidelgk mogelijk verteld is, dat de „vader van den leugen" bereid is zgn bedorven kroost te vermenigvuldigen, schgnen zij zoo noode het gevaar in te zien, dat altgd op hen loert, en vallen zg zoo schrikbarend gemakkelgk in den strik, door aanleiding te geven tot lasterpraatjes, welke dikwgls de grootste ellende veroorzaken. Maar nog vreemder is het misschien, dat het menschdom zoo weinig inziet, hoe onschatbaar zgn voorrecht is, overal de waarheid te kunnen ver kondigen. En toch is de macht der waarheid eeuwig, en terwgl de laster slechts tgdelgk zgn kwaad werk verricht, en ten laatste uit geroeid zal worden met al wat geheel slecht is, zoo zal de waarheid, zelfs het kleinste ware woord, nooit verloren gaan en steeds als een welluidende toon klinken in het koor van dankgebeden, dat uit ieder rechtschapen hart opstijgt: „Wg zegenen U voor ons bestaan Ik werd ter wereld gebracht door Gladys Farrant. Het was een goed gekozen naam voor haar, want nooit is het mg te beurt gevallen een gelukkiger gelaat te zien. Ofschoon hare eerste jeugd reeds voorbg was, en er op haar voorhoofd en om haren mond zekere Ignen gegroefd waren, die van ernstig nadenken, smart en zware verantwoordelgkheid getuigden, zoo straalde uit hare blauwgrgze oogen een zonnige glans, welke door niets uitgedoofd kon worden. Zij had eene van die zachte, welluidende stemmen, die elk, die haar hoort, schgnen te bekoren. „Dat is zeker," zeide zij, „de man zoowel als de vrouw bevordert het algemeene welzgn, door onbe vreesd te doen wat goed en waar is. Mg komt het voor, dat Professor Seferian volkomen goed handelde, met naar zgn eigen land terug te gaan." En daarmede kwam ik ter wereld eene waarheid met eene onbekende toekomst voor mg, om in deze schoone wereld eeDe roeping te vervullen. En toen ik het prachtige Zwitsersche landschap aanschouwde, badende in den vredigen zonneschgn van dien Pinkster-Zondag, dankte ik den Albehoeder en verlangde ik vurig Hem te dienen. Naast Mevrouw Farrant zat een jong Amerikaansch meisje, wier bleek, scherp gezicht en dofgrgze oogen een merkwaardige tegenstel ling vormden met de rein moeder- Igke uitdrukking van het gelaat harer gezellin. Faith Rovere was klaarblgkelgk nog aan het begin van hare levensgeschiedeniszg kon niet ouder dan twee-en-twintig jaar zijn, en ofschoon de uitdrukking in hare oogen van een leven van liefde en toewgding sprak, kon men het haar gemakkelgk aanzien, dat zg nog te kampen had met eenige van die moeielgke vraagstukken des levens, welke allen ééns, hetzg \roegoflaat, onder de oogen moeten zien. „De menschen verschilden zoo in opinie daarover," zeide zij. „Sommige dachten, dat hij maar weinig goeds in Armenië zou kunnen uitrichten, maar de Amerikaansche broeders in Vosdan College verzochten hem terug te gaan, en zoo ging hg uit de zaak van zgn oom te New-York, waar hg natuurlijk weelde en over vloed had kunnen genieten, en ging terug om zgne eigen landgenooten te onderwgzen." „Waart gg al lang verloofd vroeg Mevrouw Farrant. „Sedert een jaar," antwoordde Faith, „maar wg waren al lang goede vrienden met elkaar verschei dene keeren heeft hg bg ons in Boston gelogeerd, want hg studeerde graag met mgnen vader, en zoo langzamerhand kreeg hg het gevoel, dat hg terug moest gaan naar zgn eigen volk, om, zooals Coleridge zegt, zich te mengen in: den on- bloedigen strgd van wetenschap, vrgheid en de waarheid in Christus. „U zult me wel een erg zelfzuchtig meisje vindenmaar ik deed alle mogelgke moeite om hem van zgn voornemen af te brengen, totdat hg mg ten slotte overtuigde, dat hg aan die roepstem gehoor moest geven, en mg verzocht het hem toch niet moei lijker te maken. En toen zeide hg mg dat hg mij liefhad. Nu, ik hield ook van hem hij was mg liever dan mgn ouderlgk huis, dan mgn vader land, dan iets ter wereld, en er werd bepaald, dat wg zouden trouwen zoodra hg ten volle voor zgne taak berekend zou zijn, en wg dan te Vosdan zouden wonen en werken." „Maar door den slag, die u trof, ging het plan niet door?" zeide mevrouw Farrant met hare sympa thieke stem. „Ja, mgne moeder stierf na eene zeer kortstondige ziekte, en nooit kwam mijn vader den schok te boven hij zal ook nimmer weer beter worden ieder oogenblik kan hg een tweede attaque krggen en ik zou hem niet kunnen verlaten. Er schoot niets anders over dan dat Kasper naar Armenië ging en dat ik geduldig de toekomst afwachtte." „'tMoet wel een tgd van beproe ving voor u zgn," zeide Mevrouw Farrant naar den droefgeestigen mond en 't bleeke geduldige gelaat van hare gezellin ziende. Het was duidelijk zichtbaar dat Faith geen koel, onver schillig meisje was, dat ongedeerd uit den levensstrijd zou komen. Zg bezat klaarblijkelijk het overspannen, zenuwachtige temperament van 't "Westen, maar niettemin getuigde haar breed, verstandig voorhoofd van een groot onafhankelgkheidsgevoel, terwijl een vastberaden trek om haar welgevormde onderkaak toonde, dat zg den vasten en sterken wil bezat, die dikwijls wonderen verricht. Een oogenblik kwam er eene tinteling in hare donkere oogen bg de laatste opmerking van hare gezellin. „Ja," zeide zg, „het is een tijd van beproeving, omdat ik niet in overeenstemming met mgnen naam kan levenvindt u het niet wat hard Mevrouw Farrant, dat iemand, aan wie hare ouders den naam Faith hebben gegeven, juist altgd in zenuw achtige spanning moet zgn, om den afloop van elke moeielgke verwikke ling te weten?" „Zeker, dat is slechts de mensche- lgke natuurgg zoudt van 't planten geslacht moeten wezen, wanneer gg geen verlangen hadt om te zien, hoe eene ingewikkelde zaak op de beste wijze opgelost kan worden." „Ja, maar vele menschen schgnen te denken, dat „geloof" die lgdzame soort van deugd is, welke bestaat in afwachten en niets doen, en in te veronderstellen dat de dingen wel van zelf zullen terecht komen," zeide 't Amerikaansche meisje lachende. „Ik wil hiermede niets scherps zeggen, muar 't komt mg voor, dat er dikwgls veel schgn bestaat in 't zoogenaamde geloof. Daarom doet 't mg zoo goed u te hooren zeggen, zooals daareven, dat Gods wil gedaan wordt op aarde wanneer wg allen onbevreesd doen, wat goed en waar is." „Het is eene waarheid, die den Hebreeën door een onbekenden schrijver werd voorgehouden." Er was een oogenblik stilte, en bg beiden kwamen welbekende woorden op over helden uit de oudheid, die door 't geloof koninkrijken onderwier pen, rechtvaardigheid betrachtten, beloften verkregendie sterk werden na eerst zwak geweest te zgn, die dapper in den strgd werden en de legers der vreemde indringers op de vlucht joegen. Faith's oogen vulden zich met tranen. „Ik geloof wel, dat hij verstandig deed met te gaan en dat 't, hoe dan ook, ten goede zal leiden," zeide zg. „Ik ben er in mgn hart van overtuigd. Maar ach, mevrouw Farrant, 't is laf van mg, maar ik moet telkens aan de vreeselgke gevaren denken, waar aan hg is blootgesteld I U weet niet wat 't is onder een Turksch bestuur te leven, aan de genade overgeleverd te zgn van menschen, die iemands geloof haten, geen wapen of ander verdedigings middel te mogen hebben en door menschen omringd te zgn, die denken dat een moord op een Christen eene daad is, die in dit leven en 't leven hiernamaals beloond zal worden. Wanneer ik maar daar bij hem kon zgn, zou ik 't beter kunnen verdragen't ergste is de voortdu rende onrust en de onmacht iets te doen, terwgl ik zelve intusschen hier een gemakkelijk en veilig leven leid." „Zeg niet, dat gg niets doet," zei Gladys Farrant vriendelgk. „'t Komt mg voor, dat gg 't meest te lgden hebt. Zeker doet gg ook al wat in uw macht ligt voor de landgenooten van den Professor." En toen zg langs het bergpad terugwandelden, zag ik dat de zorg, die 't Amerikaansche meisje drukte, van haar weggenomen washaar gelaat was even onbewolkt als dat van hare gezellin, en hoe meer zg in haar hart de woorden grifte „onbevreesd doen wat goed en waar is" hoe meer haar karakter zich scheen te ontwikkelen, en ik gevoel de in mgzelve eene zeldzame levens kracht stroomen en zoo werd ik gesterkt tot 't verleenen van verdere diensten. Wordt vervolgd). Gedrukt bg DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1898 | | pagina 6