nz
-pBBi auunq 43m 'uaSoo apmoozmo siaduim ojibaiz
'aSuBj joop 'aMnajqiaquop "adaip ap U944sm iaa^. uap
-UBq|a 09449001400 uaqqqq auung -ubb iBsq oqqjg 8bz
piBBpag *quojq uajoo ap ui praaaiA iBBq aqpM 'uizjoa
naa 404 aip apinioA ua uapuiA 94 qusjq napaapiAiia.w
]oa napjooAi 4SIM fig "ia4eq qoiz a4qos.iaaqaq appq
-40 'naddij ap do simaSia joa qoiz 4aaq ppqapung
(<'aa4qaBAijaA
ucq apfiz Mn ubb ftz 4«p 'jiaq 4aq auiBBS|OA pituq
A\n '4inoqao4 n 4Bp 'qnpS 4aq jb n qosuaM qj//
:appjooA\4UB mpjq fiq 0004 'uajnadsaq 34 uiais ufiz
m gnij|U4 DBA rnaaMz uaaS sbay ja jbbui 'iqoBiqaS
uappcq 4sni °iui9M uatqosu uadooiiaA 454084 ap uam
puBuiai sjb qaajq jaaz 8bz fiq 'do pjooq 4aq jaiq oqqg
(ij b8bi)sq uba 4BB4sa4od 'napiaAi 4qoBjqaS suo aip
uajaA ap uapuo Sou qosuaAiqnjaS /vm uassim fjM"
quids fiq ifiAua4 'aufiz ap ui 4BBq
napnaiaiAaSaz joa uapiooq pjoqapung uba uaSoo ap
qoop 'aaqfiAi ap[jzia4 apjiAi ua qaidsaS ufiz a4quc4S
azag -puo4S|T4S oqqg jooa sdB[qsuaa fiq uao4 'a4qBBi
-ubb sqljpMTiBU aufiz ap aip 'pirnq apuaAaq ap ppqap
-ung aptuaiqtno 13458^ 'Bfiaig aqasaug ap '4qoBiqa2
Bpajq uiooqquiip apuarainqos lap quoippaq a4siaa ap
piaM 'paij 4aq uba apuia 4aq fiq 'suBq4 uadiuq aSiqaoq
-aiip lap pdsuaiBUS aiapjaq^siiq 4aq Bufiq uapraa4siaA0
uaqosuaAiqiipg ap 'qosimpa2)saaj 4aq |oa\z jaSoojj
•piBBqosaS uapuois uafu ui Sipaiqiaa
aqpAi 'uapgipoouaS ap sSubj 8uB§ammo 03814048 uaa
iBsdspmiq 4aq paap 'ap[UA |Bq ap cuooi4siaA|iz apaaiq
uaa sp aip '8ubz uapuaqosim uap uba uappicu aj,
ap ftz pmiq 9Z9(j
naquuqaS ap SnaaqjoA
'jooqos nap ui pStrcm aQ
iTS
220
verlovingsring 1 Dat mag een slecht voorteeken heeten
Waar hebt gij het bewijs gelaten, dat gij aan Gun
debald zijt verkocht?"
Ja, wel was zij verkochtZij gevoelde het vol bit
terheid, al kon het ook niet deze, door het gebruik
gewettigde term zijn, die haar hart deed samenkrim
pen. Onmachtig de oogeu op te slaan zochten hare
blikken den bodem.
i/Waar kan hij gebleven zijn?" fluisterde zij toon
loos. Welk een zonderlingen klank had haar stem
//Weet gij er iets van, edelling Ubbo!" vroeg Amarra
op spottenden toon.
//Niets vorstin. Alleen vind ik het jammer van den
ring. Hij scheen de schoone bruid zoo wel te
passen."
//Men zal hem zoeken, ik gaf er reeds last toe," viej
Gundebald haastig in. Ubbo bukte zich. Op den vloer
tusschen de, met versche biezen bestrooide steenen
glinsterde iets. Zonder een woord te spreken bood hij
Othilde den verloren ring aan, geen blik was op haar
gevallen. Alle kleur week uit haar gelaat, terwijl zij
nauw hoorbaar stamelde: //Heb dank, gij
//Ik wist niet, dat gij zulke vijanden waartGij ver
mijdt zelfs Othilde's vingertoppen aan te raken," riep
Amarra bijtend. Hij deed als hoorde hij het niet.
//Geen dank", sprak hij koel, zich tot Othilde wen
dend, "het verheugt mij, dat ik u een kleinood terug
kon geven, waarvan alleen het gewaand verlies u
reeds deed verbleeken."
Geleek, bij deze woorden, haar gelaat nog meer op
het levenlooze marmer dan eerst? Was dit inderdaad
mogelijk?
//Ik zal er voor zorgen, dat dit verlies zich niet
unq fiq 0304 'uuBSiapuo paap iBBf aSiiOA 4aq uaq
fiq uaip 'uooq nap jjz uajpiz paojquaquaij uamooqs
ui uaqossiA\4ig 'uaqqaquaüfe) uaping 4aq 4m fluiuoq
ua4qao[Aa§ nap (jz uajjnz qfi|uatuBzag uasa^ uauaoiS
uap uba uapiooq ap ubb siasqug lapaiq; ap 4am uauaa
-J3A qoiz sjBBuniAuaAO ap uajpiz suuq j, j pioomiaA
ufiz uaua4siiqQ a4saam ap 'pgsafafl 4qon[A ap do uaq
loop '8ubqubb uaqosuB§ufiz 4am 'si '4qipaid uaua4siiqg
aap uapofljB ap .kao iBsp aip 'snninqaq- -puBiqiaA
qiaq ap ua 4sao.vuaA Bi4uaAB(j uaqqaq fig iuaqBAafl
puBjamBpj ui ufiz siasqsg aqos|BBj4sa^ ag jpuoui
ufim n tpptu auojS ua f)3a% j uazaiij afiiA '4uiqon4i^
°04iaq uba aa4UBza§jB aqosisqBg j piioqpBpf Suiuo^f
umzBq
-sflfuq aap napBqos 4aq s[B quojq aip 'maïs uaa 4001
dau ua 8ooq SuqapmaaiA ag -apjaaqiaA fluiuuBds
aSwaq ui fiq 4Bp 'apuoo4 naSuiflaMaq jaufiz lapaj
•pnoqpB4j uo8aq „jqaaidg j4ufiqos 4aq jbbu 'fiS 48uaiq
Suipfi4 apfqq 'uozpua4qoo ap sjb 4sub|8 4BBjaS Aig
(japoq apiatuafluo '[Bq4saaj ufiur ui n 4iaoA 4B^«
•4SIUA ufiz ui laads oSubj ap appq
puaiaiAuaflag "nauuiq |Bq ap pnaipa8uBBU0 'iaA84iaq
uba {84UBUU ua44Bdsaq qfqs 4am ua lapjoq uaiapa]
uapao|qaq 4am 'apuuots '411 uaqaus uap uba puaflfiq
'a4]B4Sa2 aflooq uba laSfuq uag 'uaSaAAZ uarama48
apinj ap 'qoB[ ua S4iaqos uapui04SiaA sdBjqsuag;
(juaquiziaA uaop 34 sqjOA sufiz uatsjapa
ua ua4saq ap puq uaioAizag pnoqpB4j uubbaa 'uaqqap
-aq 34 rictus lap aaz ap uaqfqq 4BB48 ui fiz uapnog
•apgnaiA ua4Bja§4in 4saara iap ubajoS ap uaSaojs 2ooq
'4aza84iooA piaAA 49334 43jj -uataSiaA BippM uapB
loop 'uadaiflaq 4aiu ua4saara ap loop 'ftqiooA sbi sbaa
'4qBBZiooiaA SuimfiMzaq s^iqaqj, loop Suippnqosd»
221
herhaalt. De ring zal passend worden gemaakt tot hij
knelt, dan kan mijn bruid nimmer vergeten, dat zij
hem draagt."
Gundebald's stem klonk dreigend. Amarra viel in r
//Gij hebt recht, mijn zoon. Zulk een verlies is een
slecht voorteeken. Had een zwartalf hem gevonden.
//Dan had Gundebald misschien, verblind door de
tooverkunsten der alven, een wisselkind gehuwd, een
alvenmaagd, zonder dat hij het bemerktesprak
Hornes nadertredend.
//Welnu, de lichtalfen moeten niet te versmaden
zijn, zooals meer dan een, die hen gezien heeft, mij
verhaalde," hernam Gundebald onverschillig.
//Misschien gelijken zij op Feiko's dochter," beet
Hornes, onhoorbaar voor de anderen hem toe. Gunde
bald werd wit van drift, een moorddadige blik trof
den spreker. Alles duizelde hem. En daar was het
weer, dat schoone bleeke hoofd, die dreigende oogen
en zware, ontwonden vlechtenDaar hoorde hij weer
dien wilden kreet, het bruisend golfgeklots, het kla
gen van den windZou die marteling nooit eindigen,
nooit! Zou zij hem altijd blijven vervolgen, altijd!
O, de dood, de dood gezocht en gevonden door een
sprong van het Roode Klif, was ver te verkiezen
boven dit leven vol schuld en wroeging!
Hij hoorde niet hoe Amarra hernam
//De lichtalfen moeten een groot voorrecht bezitten
boven de menschen: zij hebben geen hart.'"
//Gelooft gij dan, dat ieder menschelijk wezen een
hart bezit? sprak Ubbo en zijne oogen blikten in
de ruimte. Wat zagen zij, wie wilde hnn blik ont
wijken?
De schoone bruid van Friesland's aanstaanden vorst
