HAARLEMSCH
Eerste Blad.
No. 97
Twintigste Jaargang.
144
van ZATERDAG 3 December 1898.
Ned. Vereen, tot bevordering
van Zondagsrust.
Doet Uwe inkoopen liefst niet
op Zondag. Waarom zoudt gij
geheel onnoodig de Zondagsrust
van anderen storen?
KRONIEK.
Nieuwsberichten.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 88.
TELEPHOONNUMMEK
TELEPHON1SCHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden—,25.
franco p. post —,40.
Abonderlljke nommers 3 centen per stuk
Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag^ en Vrijdagavond.
Advertmtiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Het Bestuur der Afdeeling.
Woensdag vergaderde de Raad op
den gewonen tijd. Slechts twee leden
■waren afwezig. Buiten agenda verhuurde
de Raad een huis in de Jacobijnenstraat
en nam de behandeling der agenda een
aanvang.
P. J. Schwartz alhier verzoekt ver
lenging der vergunning tot het bouwen
op de stadsmuur bij de Amsterdamsche
poort. De vergunning wordt verleend.
Namens de Vereeniging Recht en
Plicht verzoeken de architecten Roog
en van den Ban goedkeuring van een
plan tot bebouwing van den Schoter-
veenpolder in het verlengde van de Jan
Steen- en de Wouwermanstraat. De
Heer de Lanoy wenscht aanhouding in
verband met eene andere aanvraag. De
Heer de Breuk beantwoordt, doch wees
er op, dat bij het ingestelde verzoek
eenige haast is, terwijl zijns inziens dit,
een ander plan niet in den wegstaal. De
Heer de Lanoy zou het jammer vinden
als later mocht blijken, dat het eene
plan het andere in den weg stond. De
Heer de Breuk meent, dat de bezwaren
niet bestaan. De Heer Roog wenscht
niet op het voorstel de Lanoy in te gaan.
De Heer Willink begrijpt niet hoe de
beide plannen met elkaar in botsing
zouden kunnen komen. De Heer V. d.
Berg wenscht en verkrijgt nog eene
inlichting ten aanzien van de breedte
op 5 a 6 meter. De Heer Van Styrum
vindt, dat de Raad thans bij de kwestie
de Lanoy behoort te blijven, de Voor
zitter mede zoo. De Heer Roog vindt
noodig in 't belang van de bouwers nu
te beslissen omdat de zaak allang ge-
loopen heeft, wat de Voorzitter niet
toestemt. Voorstel de Lanoy instemming
wordt aangenomen, de zaak zal dus later
tegelijk met het andere plan behandeld
worden.
De Maatschappij tot exploitatie van
staalwaterbronnen vraagt verguuning
tot het bouwen van eene veranda aan
het Brongebouw. Toegestaan.
Mejuffrouw Deenik, leerares aan de
H. B. school voor meisjes verzoekt verlof
voor zeven maanden wegens ziekte. De
Raad staat dit toe.
De eigenaar van perceel N. 17 Wil-
sonsplein, de Heer A. Serné Bz., wenscht
een bergplaats achter zijn perceel aan te
bouwen en de serre te vergrooten. Daar
hiertegen geen bezwaren bestaan, besluit
de Raad in toestemmenden zin.
H. London, aannemer alhier, wenscht
van de gemeente te koopen den grond
aan het Rozenpriêel, de plaats van den
voormaligen kinderspeeltuin.
Aangezien het voor den adressant eene
lieele risico blijft, als hg de gemeente
voor zes gulden per M2 van dien grond
af helpt, wenscht hij geen acht gulden
te betalen. B. en W meenen zich echter
aan den prijs in 1888 bepaald, f 8.50
per M2, te moeten houden en stellen vror
afwijzend te beschikken. De Raad besluit
al zoo.
Tengevolge van 's Raads opdracht aan
B. en W. om de noodige voordrachten
te doen betreffende den bouw en de
exploitatie eener gasfabriek van wege de
gemeente is het noodig dat met de voor
bereidende werkzaamheden een aanvang
wordt gemaakt, doch B. en W. wenschen
in deze door eene commissie te worden
bijgestaan.
Tevens merken B. en W. op in over
weging te geven de Verordening op de
Vaste Commissiën en die der Commissie
voor de pensioenen te herzien, zij dag-
teekenen van 1852 en het eerste is bo
vendien in strijd met de Wet, aangezien
deze kent Commissiën van voorbereiding
en Commissiën van bijstand. Breedvoerig
zetten B. en W. in deze hun standpunt
uiteen en stellen voor met intrekking
de Raadsbesluiten betreffende de Com
missiën:
In te stellen de volgende vaste Raads-
com missiën
a. eene commissie tot het ontwerpen
en herzien van verordeningen, tegen wier
overtreding straf is bedreigd (art. 1G6
gemeentewet)
b. eene commissie van bijstand in het
beheer der gemeente financiën
c. eene commissie van bijstand in het
beheer der openbare werken
d. eene commissie van bijstand in
het beheer der gemeente-verlichtingsmid
delen
e. eene commissie van bijstand in het
beheer en het onderhoud van den Hout
en de plantsoenen;
f. eene commissie van bijstand in zake
het verleenen van pensioen en onderstand
en vast te stellen de verordening in
deze.
De Heer Willink gelooft, dat de ver
andering noodig is, doch vraagt waarom
uit de Comm. der openbare werken de
verlichting weggevallen is en zou goed
vinden zoo de gemeentebedrijven onder
ééne Commissie kwamen.
Dr. H. D. Kruseman is met het voorstel
ingenomen, maar geeft zijne verwonde
ring te kennen over de wijze waarop
B. en W. voorbeelden aanhalen ter
aanduiding van den tegenwoordigen
werkkriDg der Comm. van Financiën,
vindt dat het voorstel wel wat ver
gaat, namelijk besnoeiing van haar
zelfstandigen invloed. Bij verschil van
opinie zou die Commissie machteloos
zijn en wjjst op tweeslachtigheid.
De Heer Waller beantwoordt. De oude
verordening werkte soms belemmerend
op den gang der zaken. De Comm. van
Fin. zou van gelijke strekking zijn als
die van Fabrikatie.
De Heer Kruseman is nog niet over
tuigd. De Heer Waller repliceert; B.
en W. pogen de Comm. te schoeien op
denzelfden leest. De Voorzitter bespreekt
het aangehaalde door den Heer Willink.
Ten opzichte van Verlichtingsmiddelen
zou later eene commissie kunnen benoemd
worden en meent, dat de bevoegdheid
der Comm. v. Fin. besnoeid is. Nog heb
ben de Heeren Kruseman en Willink
het woord.
De Heer de Kanter meent dat wer
kelijk de werkkring der Comm. v. Fin.
besnoeid is en vindt dit niet aangenaam
voor de leden. De Voorz. beantwoordt.
Thans werden bovengenoemde Comm.
vastgesteld.
Bij punt d stelde de heer Willink
voorgemeentebedrijven.
De Heer Sneltjes wenscht ook in dien
geest te besluiten.
De Heer van Styrum motiveert zijne
stem tegen, wenscht eene Commissie
te benoemen als die noodig is.
De Heer Speelman gaat nog even terug
tot punt c. De Voorzitter verstrekt nog
eenige toelichtingen, waaruit zich eene
discussie ontspon tusschen dezen en den
Heer Willink.
De Heer Loomeijer bespreekt de zaak
nader, heeft, alsook de Heer Krol, be
zwaar tegen am. Willink.
Het voorstel Willink komt in behan
deling en wordt verworpen met drie
stemmen voor. Punt a tot f worden
aangenomen.
Vervolgens kwam de Verordening
regelende de samenstelling en werk
kring der vaste Raadscommissiën in
behandeling.
Eerst de Algemeene bepalingen, wel
ke nog aanleiding gaven tot uitgebrei
de besprekingen. De Heer de Kanter
verzet zich sterk tegen het aanwijzen
van een ambtenaar als secretaris. De
Heer van Thiel wijst op het wensche-
lijke van zoo'n bepaling, de Heer de
Kanter krijgt niet zijn zin.
De Heer Kruseman wenscht nog de
bepaling, dat de adviezen der Commis
siën van B. en W. bij den Raad zullen
overgelegd worden, doch trekt op verzoek
van den Voorzitter zij voorstel in deze in.
De algemeene bepalingen worden
goedgekeurd en komen de Bijzondere
bepalingen tersprake. Zij worden aange
nomen bijna zonder discussie.
B. en W. verzoeken den Raad beschik
baar te stellen 250 ten einde den
keurmeester van het slachtvee en den
gemeente-architect bestaande abbatoirs
te doen bezoeken.
Men zal zich herinneren, dat indertijd
een voorstel tot het bouwen van een
dusdanige inrichting aan den Raad was
ingediend door vijf leden.
De Heer Schürmann vindt het voorstel
ontijdig en onnoodig. Men weet nog
niet of de Raad een abbatoir wil
of niet. Ook de Heer Beijnes wenscht
de zaak aan te houden; eerst eens de
gaskwestie.
De Heer de Breuk licht toe, dat de
som gevraagd is teneinde B. en W. een
grondig advies aan den Raad uit te
doen brengen zooals aan het Dagelijksch
Bestuur is opgedragen, de Voorzitter
vult de verklaring aan.
De Heer Willink vindt na deze ver
klaring noodig het krediet toe te staan,
doch meent, dat er dan meer noodig is
dan f 250.
De Heeren Bijvoet en Krol voeren
nog het woord evenals de Heeren Van
den Berg en van Styrum.
In stemming wordt 250 toegestaan
met 6 stemmen tegen.
In behandeling komt het lijstje der
boomen tot rooing en verkoop be
stemd. Men herinnert zich de jaarlgksche
discussies in deze; de tegenwoordige
stemmen hiermede overeen, in de
eerste plaats de 17 iepen aan de Dreef.
Een massa leden voerden het woord.
De 17 iepen zullen vallen met één stem
meerderheid.
Vastgesteld wordt eene le suppletoire
begrooting met twee staten van af- en
overschrijving dienst 1898. De Heer
Speelman ontvangt op zijn verzoek
inlichtingen.
Aan A. Groenendaal en J. P. van den
Berg wordt in huur afgestaan een strook
gemeentegrond om dit met den grond
vóór hun perceel ter verhelen en zulks
tegen den prijs van 10 ets per M2.
J. van den Berg te Bennenbroek
verzocht in huur te mogen bekomen
een stuk grond voor zijn perceel aan
de Zanderijvaart onder Vogelenzang.
De Raad staat dit toe, mede tegen 10 ets.
Op een verzoek van A. Snel tot hét
koopen van een strook grond in de
Berkheydestraat wordt mede gunstig be
schikt.
Door L. C. de Koter wordt een stuk
grond te koop aangeboden gelegen aan
de Papentorenvest bij de Harmenjans-
brug. De Comm. van Fin. ofschoon den
gevraagden prijs van f 15 zeer hoog
vindende, stelt voor op den koop in te
gaan, aangezien het tot verbetering van
den toestand strekt. De behandeling
wordt aangehouden.
Een paar leden staken tegen vijf
uur een sigaar op. De voorzitter maakte
de opmerking, dat de werkzaamheden
nog niet waren afgeloopen. De Heer
Van der Mersch wenscht te weten hoe
laat men rooken mag. Het is nog niet
aan de orde zegt de Voorzitter.
Tengevolge van de aanneming van
het punt betreffende de Raadscommis
siën, had thans de benoeming dier
Commissiën plaats.
De leden der tot lieden bestaande
commissiën werden herkozen.
De nieuwe Comm. voor de Verlich
tingsmiddelen bekwam tot leden de
leden der Gascom missie, de Heeren
Loomeijer, Sneltjes, Stolp en Van der
Mersch.
Wegens verschil in de telling was
herlezing van de stembriefjes noodig
voor deze Commissie.
De Heer Van der Mersch maakte
bezwaar het mandaat te aanvaarden,
gelooft niet de aangewezen persoon
voor die zaak te zijn wenscht een
ander lid in zijne plaats benoemd
te zien. De heer Loomeijer betreurt
dit en stelt voor de benoeming aan te
houden tot de volgende vergadering.
Een paar benoemingen werden wegens
het late uur uitgesteld.
Het Gasverslag over October werd
aangenomen voor kennisgeving.
Tweede Kamer.
Donderdag, in de ochtendzitting, wer
den de beraadslagingen voortgezet over
Hoofdst. II van de Indische Begrooting
uitgaven in Indiëen wel over de 4de
afdeeling departvan binnenl. bestuur).
De heer Mackay verklaarde te zijn
teleurgesteld over de voorgestelde reor
ganizatie van binnenlandsch bestuur.
Hij hing een niet zeer opwekkend
tafreel op van het peil waarop het korps
ambtenaren van burgerlijk bestuur staat-
en beweerde, dat de algemeene ontwik-