HAARLEMSCH
No. 103
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 88.
Twintigste Jaargang.
144
t -,25.
van ZATERDAG 24 December L898.
Ned. Vereen, tot bevordering
van Zondagsrust.
Doet Uwe inkoopen liefst niet
op Zondag. Waarom zoudt gij
geheel onnoodig de Zondagsrust
van anderen storen?
E E 0 NI E E.
telephooanummer
telephqn1sche verbinding
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden
franco p. post —,40.
'ftonderlljke nommers 3 centen per stuk
Prijs per Advertentie van 1—5 regels 10.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag? en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 uredie alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Het Bestuur der Afdeeling.
Voordrachten in Teylers Stichting.
De derde voordracht in dit seizoen
had plaats Woensdag door Dr. E. Van
der Ven.
Een Salomo was het niet weggelegd
den hemel te kennen als wij. De vroeg
ste sterrekundigen deden hunne waar
nemingen op zeer primitieve wijze.
Eerst toen in 1611 de Italiaansche
geleerde Galileï den verrekijker had
uitgevonden, was het mogelijk de ver
afgelegen deelen des heelals te bespieden,
en zijne uitvinding is hierom van zoo
veel belang, omdat de verrekijker zich
gemakkelijk met andere werktuigen
laat verbinden, waardoor het mogelijk
is de oppervlakte der sterren te foto
grafeeren en onderzoek in te stellen
naar haar licht, wat weer aanleiding
geeft tot nieuwe gevolgtrekkingen.
In 1659 ontdekte Galileï de vierma
nen van Jupiter en loste veel op wat
Copernicus verondersteld had.
Het was ook voornamelijk ten op
zichte van Saturnus, het onderwerp
van dezen avond, dat de verrekijker
groote diensten bewezen heeft.
Na de plaats van dezen planeet
Saturnus aangewezen te hebben, naai
den afstand van de zon als de zevende,
deelde Spreker mede dat Chr. Huygens
in 1659 een boek uitgaf over het
Saturnus gesternte, dat veel licht ver
spreidde omtrent den ring van dezen
planeet, welke ring met de aardbaan
een hoek maakt van 30 graden. Haar
afstand van de zon is zestienmaal zoo
groot als die van de aarde tot de zon.
In ongeveer dertig jaar wentelt zij om
de zon. Den ring kan men van de
aarde af nooit in cirkelvorm zien, dank
zij de helling ten opzichte van de
aardbaan. De verschillende schijngestal
ten van Saturnus werden vervolgens
door Spreker aanschouwelijk voorge
steld.
Saturnus heeft een inhoud achttien
honderd maal zoo groot als de aarde,
doch haar gewicht is slechts honderd
maal zoo groot als deze, wat veel
grooter moest zijn als Sartunus op
dezelide wijze was samengesteld als
de aarde. De afplatting aan de polen
bedraagt een tiende van de as. In 8^
uur wentelt zij zich om haar as.
Door een viertal projecties stelde
Spreker zijne hoorders in kennis met
de beelden zooals men Saturus zag in den
eersten tijd der kijkers, de verschillen
de schijngestalten in den omloopstijd
en afbeeldingen van den verdeelden ring.
Vervolgens werd de klimatologische
invloed van den ring op Saturnus zelf
behandeld. Om dit duidelijk te maken
veronderstelde Spreker een ring om de
aarde met afmetingen naar evenredig
heid van hare ware grootte. Die zou dan
43 Kilometers dik zijn, dat is ongeveer
zoo groot als de afstand van Haarlem
tot Den Haag.
Aangetoond werd hoe men dan op
verschillende punten dien ring zou zien
en tevens dat de tropische gewesten elk
jaar gedurende vele dagen in volslagen
duisternis zouden verkeeren. Van 22 Sep
tember tot 22 Maart zou de ring door
de zon beschenen worden.
Nog bezit deze merkwaardige planeet
acht manen, de grootste is in 1655 door
Huygens ontdekt. De Sterrekundige Cas-
sine ontdekte er nog 5.
Ten slotte betoogde spreker, dat een
waarnemer op Saturnus zelf in heel
andere pozitie verkeert dan wij aardbe
woners. Men bedenke toch, dat de zon
er honderdmaa. minder warmte geeft dan
bij ons en dit geeft aanleiding tot ge-
heele andere levensvoorwaarden dan wij
ons denken kunnenwij kunnen slechts
bepalen hoe zij niet kunnen zijn.
Onze kennis omtrent de gesteldheid
van den ring berust op gissingende
kijkers zijn hiertoe niet sterk genoeg
en bestonden ze wel, dan zonden de
trillingen in den dampkring een grens
stellen aan ons waarnemen. Terecht dus
merkte Spreker opheeft Salomo gezegd
Wie zal kennen het verst verwijderde
en wie zal weten het diepst verborgene
Met de meeste belangstelling werd
Spreker in zijn heldere wijze van voor
stelling gevolgd en een welverdiend
applaus dankte hem daarvoor.
Woensdag had weer eene langdurige
Raadsvergadering plaats.
De notulen der beide vorige vergade
ringen werden gelezen en goedgekeurd.
Het procesverbaal van de opneming
der kas van den gemeente ontvanger
werd voor kennisgeving aangenomen.
De Heer J. H. Krelage wenscht eenige
wijziging in eene straat, aan te leggen
aan de Oostzijde van den kleinen Hout
weg.
B. en W. stellen voor gunstig te
beschikken. De Raad besluit alzoo.
J. Zipp verlangt voor zijn principaal
vergunning tot het bouwen van eene
serre op een tot tuingrond bestemden
grond achter een perceel Wilhelmina-
straat.
De vergunning wordt verleend.
Eene dergelijke vergunning werd ver
leend voor een perceel Wilsonsplein, na
een verzoek van den Heer Tjeenk
Willink, beantwoord door den Wethou
der de Breuk.
Ten opzichte van het Raadsbesluit
betreffende het verhoogen van het aantal
opcenten op de Personeele belasting van
80 op 100, stellen B. en W. voor, in
overeenstemming met Financiën, de
opklimming met een gelijk bedrag te
doen plaats hebben en wel zóó, dat voor
hen wier belastbare huurwaarde f 200
niet te boven gaat, 50 opcenten bedragen
van ƒ200 tot ƒ250,60 van ƒ250 tot ƒ300
70 van ƒ300 tot 350, 80 van 350 tot
ƒ400, 90 van ƒ400 of meer 100.
Van hen, die niet naar den grondslag
huurwaarde worden aangeslagen, worden
100 opcenten geheven. De raad besluit
in deze overeenkomstig.
Tot het inrichten van het voormalige,
politie bureau ten behoeve van den ge_
meente-secretarie wordt noodig geacht
ƒ3000 voor de verbouwing en ƒ3000
voor de inrichting, welke sommen wor
den aangevraagd.
De heer Sneltjes wijst op de te kleine
zaal voor de Raadsvergaderingen. Vraagt
in deze eenige mededeelingen. De Heer
Willink gelooft, dat de lokalen te laag
zijn, vraagt of daarin geen verbetering
te brengen is. Den Heer Kruseman
komt het voor, dat naar het nieuwe
plan de Secretaris te ver van de Secre
tarie verwijderd is, vraagt of dit bezwaar
bestaat.
De Voorzitter beantwoordt den Heer
Sneltjes; de zaal is niet groot, beter te
wachten. De Secretaris heeft niet zoo het
onmiddellijk toezicht, dochheefteen werk
kamer noodig en moet niet al te
gemakkelijk te bereiken zijn.
De Heer de Breuk licht een en ander
nog nader toe. Voorloopig is de voorge
stelde verandering verbetering.
De Heer Beynes vreest, dat er geen
daglicht genoeg is, vraagt of daarin
niet kan verbeterd worden.
De Heer de Breuk zegt, dat gaarne
van dezen wenk zal gebruik gemaakt
worden.
Den Heer Willink bevreemdt het, dat
de verbouwing van het Stadhuis niet
plaats heeft volgens een vast plan en
gelooft, dat de veranderingen niet vol
doende zijn.
De Voorzitter beantwoordt, dat deze
veranderingen nadere plannen niet in
den weg staan.
De Heer Sneltjes heeft nog een paar
opmerkingen omtrent den ingang. De
Heer de Breuk licht dit punt nader toe.
De Heer Schürmann vraagt, of al
het oude meubilair geheel vervalt. Eene
groote vermeerdering is noodig, verklaart
de Heer de Breuk,
Het voorstel wordt daarna aangenomen.
B. en W. vragen 3100 aan tot het
overdekken van de vischmarkt.
De Heer Bijvoet zou de vischmarkt
geheel willen verplaatsen, met het oog
op den welstand.
De heer Sneltjes ziet niet in waarom
de vichmarkt noodig iser komt geen
visch. De Heer de Breuk bewijst het
tegendeel. De overdekking zal niet dis-
hamonieeren met de omgeving.
De Heer Beijnes geeft den wenk de
kapramen grooter te maken. Hoe meer
licht, hoe zindelijker. De Heer Roog
beantwoordt.
De Heer Bijvoet wenscht de zaak
aan te houden ten einde te denken over
verplaatsing. De Heer de Breuk is daar
niet vóór. De Heer Bijvoet geeft het
niet op; de overkapping wordt toch niet
mooi. De Heer Willink wil des Heeren
Bijvoets voorstel ondersteunen.
Het voorstel Bijvoet komt in stemming.
Het wordt aangenomen met acht stem
men te en.
Vastgesteld werd de instructie voor
den marktmeester der vischmarkt.
De Heer Schürmann vroeg, of onder
het marktgeld begrepen is de kosten
voor den afslag. Ja, antwoordt de Voor
zitter.
Nog wordt aangevraagd f 11400.
wegens meerdere gemaakte onkosten bij
den sluisbouw.
Op een verzoek van den aannemer
van het werk, om schadeloosstelling voor
verliezen door hem bjj den bouw gele
den, wordt geadviseerd tot afwijzing.
B. en W. zijn van meening, dat bij
zulke werken altijd van de zijde des
aannemers wordt gerekend op de even
tualiteiten.
De minderheid in het college wenschte
tegemoetkoming. Reyendam en anderer
te Spaarndam vragen vergoeding wegens
schade bij den sluisbouw aangebracht
aan hunne perceelen. De Raad besluit
hen te verwijzen naar den aannemer.
De Voorzitter behoort tot de min
derheid omtrent vergoeding aan den
aannemer. De 11400.is een recht
op de gemeentekas, volgens bestek en
tarief. Verder zegt de Voorzitter:
De som van 36000, die de aannemer
schade heeft, vloeit voort uit onvoorzien
slechten toestand van den bodem. Al de
adviezen van deskundigen pleiten voor
vergoeding. Allen meenden reeds dadeljjk,
dat het werk niet mee zou vallen.
Uit de cijfers blijkt, dat geen der
inschrijvers op den tegenslag had gere
kend. Het is billijk, dat men rekening
houdt niet met den letter, maar met
den geest van de voorwaarden der aan
besteding en ook in het belang der
gemeente.
De Heer de Roog zet uiteen, dat het
werk nog zoo nadeelig voor den aan
nemer niet is, bovendien wordt op te
genspoed gerekend. En de vraag is, of
da tegenspoed niet had kunnen voorko
men wordenontraadt om een en ander
vergoeding te verleenen.
De Voorzitter beantwoordt nog. De
Heer Stolp licht nog het gevoelen van
niet vergoeding toe.
De Heer Beijnes licht nader het denk
beeld van aanneming toe:
De aannemer neemt aan te bouwen
voor zekere som, de gemeente gunt het
werk. Rampen uitgezonderd dus geen
vergoeding dat gebeurt nooit.
De Heer Loomeijer vindt het billijk,
dat vergoed wordt. De toestand was
bijna eene ramp; het is niet moreel
vergoeding te weigeren. Maar men neme
kennis van des aannemers winst en
verlies rekening.
De Heer Bijvoet is niet voor vergoe
ding. Ook de Heer Van den Berg ver
klaart in gelijken geest.
De Heer Schürmann meent, dat den
aannemer geen vergoeding toekomt. Het
is handel.
De Heer Waller wenscht rente te
betalen van de 11400.omdat de
aanemer een jaar op zijn geld moest
wachten.
Nog motieveert de Heer de Kanter
zijn stem tegen vergoeding.
Amendement Waller komtin behande
ling. De Heer Stolp meent, dat de rente
ook al niet gemotiveerd is, zal dus tegen
stemmen.
De Heer Van der Mersch wil Rijn
land ook een deel laten betalen.
De Heer Roog meent, dat rente moet
betaald. In stemming wordt het aange
nomen met drie stemmen tegen.
De betaling van 11400 met de renten
wordt dus goedgekeurd.
In verband met het ten uitvoer bren
gen van een Raadsbesluit waarbjj be
paald werd over te gaan tot het bouwen
van een gemeentelijke gasfabriek wordt
thans voorgesteld tot het bouwen van die
inrichting te bestemmen het terrein
gelegen tusschen het Spaarne en den
Ouden weg. Tevens komt het B. en W.
voor reeds te moeten besluiten tot het
aankoopen van grond voor den aanleg van