Tweede Blad. van WOENSDAG 28 December 1898. N ieuwsberichten. Tweede Kamer. In de zitting van Zaterdag bestreed de heer de Savornin Lohman de sub- sidiepost van ƒ500 aan de vereeniging tot het examineeren van gemeente ambtenaren. De post werd verdedigd door den heer Ferf en den Min. van Binnenl. Zaken, maar verworpen met 52 tegen 15 stemmen, in weêrwil van 's Ministers verzekering, dat het examen diplima geen benoemings recht geeft. De heer van Limburg Stirum verzoekt maatregelen te nemen tegen verlies van het Kiesrecht door verzuim van belas ting betaling. De heer Troelstra vroeg handhaving van loon- en huurkiezers op de kiezerslijst zonder eigen aangifte, maar alleen tengevolge van ambtelijke herinnering. Hij noemde verschillende verbeteringen, om de kieswet meer aan haar doel te doen beantwoorden, door b. v. den stemtijd in het voorjaar te stellen. De Min. zou op de gegeven wenken letten bij een technische herzie ning en verwachtte vroegere rondzending van belasting waarschuwingen. Tusschen de heeren Kolkman en Troelstra ontstond eene gedachte-wisseling over de vraag, of loonkiezers verplicht zijn tot jaar- Iqksche aangifte. Toen de heer Troelstra ten derden male het woord vroeg, ver langde de heer van Kerkwijk stemming hierover, waarop de heer Troelstra van het woord afzag, onder protest tegen den heer van Kerkwijk, die zelf niet in staat is te spreken. De Voorzitter, meende dat ieder lid s' lands belang naar zijne krachten dient verzocht ont houding van dergelijke uitdrukkingen. Omtrent de door de heeren Willinge, Meesters en van Karnebeek besproken voornemens der Regeering in zake wijziging der uitkeeringswet ten opzicht te van de gemeente-belastingen, kan de Minister, hangende het onderzoek naar de ook door de Reg. erkende moeie- lijkheden, geen besliste verklaring geven. Ook bij wijziging van art. 244 der Ge meentewet zullen gemeente verordenin gen kunnen worden gehandhaafd. De heer Conrad drong buiten het rapport der Staats Kommissie aan op afdoende maatregelen overeenkomstig dekonklu- ziën der provinciale Kommissie, tegen de verontreiniging van openbare wateren in 's Gravenhage en Delft, daar de proef- spuiingen den stank niet hebben wegge nomen. De heer Pijnappel bepleitte het vervallen van mazelen uit de epidemie wet, waarvan de besmettelijkverklaring, volgens deskundigen veel nadeel heeft veroorzaakt. De Min. antwoordde, dat hij de denkbeelden van den heer Conrad met de Staats-Kommissie zal overwegen en nagaan of voor Delft en den Haag bizondere maatregelen zijn te nemen. In beginsel is de Min. voor onbesmet- telijkverklaring van mazelen. Met de heeren van Kol, Nolting en Pjjttersen, die echter niet zoo ongerust is, erkende de Min. het belang van het nemen van maat regelen tegen de lepra ziekte. De heer Staalman vroeg versterking van waar borgen tegen opneming in krankzinnigen gestichten. De Min. verwees naar her ziening der krankzinnigenwet. Bij de beraadslaging over het onderwijs in het algemeen, pleitte de heer Roessingh voor toekenning van Rijksbeurzen aan leerlin gen ten platten lande, en uitbreiding van de gelegenheid voor godsdienst onder wijs. De heer Drucker sprak voor betere opleiding van leeraren in de moderne talen en tegen verlaging van het peil van hooger onderwijs, ook al kon een universiteit gemist worden. Hij opperde het denkbeeld tot instelling van een al gemeen advizeerend kollege voor de be hoeften van het hooger onderwijs en ont wikkelde een plan tot inrichting van dat onderwijs. Hij vroeg daarvoor 's Min. aandacht. De heer Ketelaar beval na volging van de in andere landen gegeven populair wetenschappelijke kursussen voor het volk voorloopig in de akedemie- ste den. De heer Smidt drong aan op Staatspensioen voor leeraren aan on verplichte gymnasia en leeraren aan gemeentelijke hoogere burgerscholen. De heer Tydeman betoogde de noodzake lijkheid tot koncentratie van gymnasiaal onderwijs. Door den heer de Visser werd aanbevolen wijziging van het leerplan voor de gymnasia. Maandag zette de Kamer haar arbeid voort. De Voorzitter deelde mede, dat 33 wetsontwerpen buiten de naturalizatie- ontwerpen vóór Kerstmis moeten worden afgedaan. Er zijn nog maar twee weken be schikbaar, tenminste als de Kamer niet reeds op 27 December wilterugkeeren. Er moeten {dus buitengewone maatregelen genomen worden. Van hem is geen voor stel tot het houden van avondzittingen te wachten daar deze èn voor de Min isters èn voor het bureau èn voor de stenografen niet zijn voltehouden. Hij stelde daarom voor deze week eiken dag de zittingen om 10 uur aantevangen. Daartoe werd besloten. Daarna werd het debat over Hoofdst. V BinnenlZaken), Afdeeling Onderwijs, voortgezet. De heer van Karnebeek betoogde, dat koncentra tie van hooger onderwijs wel aanlokkelijk is, al betwijfelt hij, of de financieele gevolgen wel van helang zullen zijn. Hij waarschuwde tegen bezuiniging, op het hooger onderwijs en tegen minder volledige inrichting onzer universiteiten wat vermindering van onzen weten- schappelijken roem ten gevolge zou kunnen hebben. De heer Heldt beval den Minister de belangen aan van de werklieden bij de Rijksgebouwen te Leiden, Utrecht en Groningen die niet vast zijn aangesteld, zoodat hunne toe komst niet is verzekerd. De heer Mees bestreed de al te ver gedreven klassieke vorming aan de gymnasia en wil ook aan de moderne talen eene ruime plaats geven; maar de heer Everts achtte voor de kennis der moderne talen klassieke vorming onontbeerlijk en waarschuwde tegen de vorming van halfgeleerden, door het popularizeeren der wetenschap. Hij verzocht opname van bizondere leeraren in de kommissie voor het Staats examen der gymnasia. De heer Pijttersen achtte ons hooger onderwijs te breed ingericht voor de behoefte en voor een industrieel volk als het onze. Kennis van Duitsch en Engelsch is het nood zakelijkst. Spreker bestreed de klassieke vorming, ook omdat Grieksche werken zooveel vuiligheden bevatten, waarbij de werken van De Balzac en van Paul de Koek in 't niet vallen. De heer De Savornin Lohman wenschte dat de bizondere fakulteiten graden mochten kunnen verleenen waaraan maatschap pelijke voorrechten verbonden zijn. Hij vroeg of de Min. ten deze homogeen is met zijn ambtgenoot van Justitie. De Min. van Binnenl. Zaken wenschte de leeraren aan de gemeentelijke hoogere burger, scholen op te nemen in de pensioens regeling der weduwen van onderwijzers- Wat betreft het godsdienstonderwijs en meer gelegenheid voor godsdienst leeraars om op geschikte uren onderwijs te geven, die zaak is in onderzoek. Tegen het beurzenstelsel aan jongelui ten plattelande, de Min. is er niet tegen. Wie zou er tegen kunnen zijn, als het geen geld kostte. Hij zou meer zijn voor schooltreinen. Rijksbeurzen zouden te kostbaar worden. In de richting van University Extension, het popularizeeren der wetenschap, wordt hier ter lande reeds gewerkt. Wat betreft het leer plan der gymnasia, de Min. is nog steeds van gevoelen, dat het wenschelijk is het Grieksch fakultatief te stellen voor sommige kategorieën, en leerlingen der H. B. S. gelegenheid te geven den doktersgraad te verkrijgen. Maar de zaak is zeer gekompliceerd. Hjj hield staande, dat moderne talen vormende kracht hebben, maar acht betere oplei ding van leeraren in die talen zeer ge- wenscht. De Min. beaamde de hoofd denkbeelden van den heer Drucker, betreffende de inrichting der Universi teiten, maar hij verklaarde zich tegen Rijksklinieken in de psychiatrie. Na repliek van den heer Tydeman gaf de Min. aan den heer Heldt te kennen, dat hij de mogelijkheid zou nagaan om de verzekering van enkele personen aan laboratoria uit te breiden tot ande ren. Den heer de Savornin Lohman wees den Min. er op, dat het niet zoo gemakkelijk is rechten toe te kennen aan gegradueerden van bizondere uni versiteiten, daar er reeds zooveel examens zijn, dat men ze bezwaarlijk kan vermeerderen. Het algemeen debat werd gesloten. Bij art. 86 klaagde de heer Roessingh over de hooge kosten van het akademisch ziekenhuis te Lei den, en besprak de wenschelijkheid van sommige verbeteringen. De Min. zou onderzoeken. Bij art. 87 besprak de heer van Kempen met den Min. den toestand van het Rijksmuseum voor Nat. Historie te Leiden. Bjj art. 87 beval de heer van Karnebeek aan de benoeming van een professor in de psychiatrie te Utrecht, en verbetering der klinieken aldaar. De Min. kan aan gaande eene benoeming geen toezeg ging doen, en zou ten aanzien van ver betering der klinieken overleg plegen. In de zitting van Dinsdag werd het de bat over Hoofdstuk V voortgezet. Het nieuwgekozen lid voor Deventer, Jhr.Mr. W. H. de Beaufort, had zitting genomen. De Min. van Binnenl. Zaken en de heer de Savornin Lohman bestreden met aan drang den heer Hartogh, die ondersteund werd door de heeren Fokker, Kerdijk en Tydeman, om de subsidie-voorwaarden voor de gymnasia zoo te wijzigen, dat meisjes werden toegelaten. De Min. vond evenmin termen voor subsidieën voor de gymnasia te Amsterdam, Rotterdam en 's Gravenhage, mede door den heer Hartogh gewenscht. Bij de afdeeling Middelbaar onderwijs spraken de heeren de Savornin Lohman, Verheij, van By- landt(Go«rf(z), Kerdijk, Fokker en Everts. Naar aanleiding hunner verzoeken ver klaarde de Min. zich vóór de ontheffing van Gouda van de jaarlijksche bijdrags voor de Rijksschool, voor plaatsing van meisjes op de middelbare scholen, en vóór wijziging van het middelbaar onderwijs ten opzichte van de eind examens en de opleiding van leeraren. De Min. beloofde den heer de Savor nin Lohman uitbreiding der lesuren in het mjjn wezen aan de Polytechni sche school. De heer van Alphen be streed subsidie verhooging voor de bur gerschool te Enkhuizende heer Savornin Lohman subsidie voor de kookschool te Alkmaar, met voorstel om de ƒ3000 voor laatstgenoemde instelling te schrap pen. De heer Fokker bestreed krachtig het amendement. De heer Kool verde digde de Enkhuizer subsidie. Bjj de verdediging van de subsidie voor Alkmaar wees de Min. vooral op sympathie voor deze model inrichting bjj alle richtingen en standen te Alkmaar. Het am. Lohman werd verworpen met 62 tegen 29 stemmen. De Min. heeft den post voor een nieuw schoolgebouw te Enk huizen, dien de heer van Alphen voor stelde te schrappen, teruggenomen, om hem later andermaal voor te dragen. Bij de Afdeeling Lager Onderwijs wees de heer De Savornin Lohman er op, dat thans ook de geloovige Israëlieten zich plaatsen tegenover de Openbare School. Hij ziet daarin een teeken des tijds. In de leesboeken van deze school vindt men geen spoor van Christelijke opvoeding. Als een openbaar onderwijzer redakteur van Recht voor Allen is dan beseft men den geest van het Openbaar Onderwijs. Spreker wilde aanvallen, waaraan de opperrabbijn Dr. Dünner heeft blootge staan, niet aanroeren. Men heeft gezegd noem feiten. Maar dat is zeer moeilijk. Uitvoerig kritizeerde Spreker de tegen woordige Openbare School, die niet be schouwd kan worden als het symbool van nationale eenheid. In de bizondere scholen moet men zien het cement der natie. In zake de traktemeuten wenschte spreker periodieke verhoogingvan Rijks wege. De heer de Waal Malefijt juichte toe de plannen tot pensioneering van weduwen en weezen van onderwijzers. De heeren De Savornin Lohman en De Waal Malefijt kwamen nog sterk op tegen de ontaarding der Openbare School in eene godsdienstlooze volksschool. Eerstgenoemde had liever gezien, dat men 40 jaar geleden de onmogelijkheid der Openbare School had ingezien, dan dat men thans meent er op te moeten wijzen. De heer Mutsaers klaagde over de eenzijdigheid der benoeming van schoolopziener en vond vereeniging van burgemeesters en schoolopzieners zeer ongewenscht. De heer Smeenge drong aan op regeling der traktementen en pensioneering der onderwijzers. De heer De Klerk verdedigde de Openbare School en de onderwijzers, die over het geheel beter is dan men ze voorstelt. De heer Schaafsma, zich aansluitende bij den heer Smeenge drong aan op verbetering der onderwijzers traktementen. De heer Seret vroeg subsidie voor de bizondere school te Werkendam, de heer Brum- melkamp meende in zake de Kollewijn- sche spelling onthouding te moeten aan raden. De heer Ketelaar vereenigde zich krachtig met den aandrang tot pensi onnering van onderwijzers en tot trakte- mentsverhooging. Hij zou den volgenden dag over de kwestie der neutraliteit ant woorden. Wordt vervolgd.) Het is bekend, dat ons land de twij felachtige eer geniet boven aan te staan op de lijst der „rookende naties" en dat ieder Nederlander per hoofd jaarlijks 3,4 kilogram tabak verbruikt. Voor onze lezers, die medewerken om die groote massa tabak jaarlijks in rook te doen opgaan, is het niet ondienstig te weten, welke wenken een Duitsch officier van gezondheid geeft, die een veeljarige studie gemaakt heeft over den invloed van tabak op tanden, maag, longen, hart en huid. De eerste en voornaamste regel is nooit voor het ontbijt te rooken en in het algemeen niet met eene ledige maag. Dat werkt zeer schadelijk op de spijsvertering. Rookt nooit gedurende lichamelijke inspanning, als dansen, hardloopen, wielrijden, bergklimmen of roeien en vooral niet bij een wedstrijd. Volg nooit de -slechte gewoonten van Franschen en Russen, die den rook door den neus laten gaan en haalt nooit den rook door den neus op. Houdt den rook zoo ver mogelijk van oogen en neus verwijderd, hoe langer pijp hoe beter; onder het werk moet men het gebruik van een kort pijpje vermijden. Een pijp is de minst ongezonde wijze van rooken, daarna de sigaar. De sigaret is het nadeeligst. Werp uw sigaar weg, zoodra gij er vier vijfde van hebt opgerookt, het laatste eindje is het schadelijkst. Sigaretten zijn altgd nadeelig, maar het meest nadeelig zijn de Oostersche, omdat die met opium vermengd worden. De rooker behoort nu en dan den mond uit te spoelen, niet alleen vóór iederen maaltijd en eer hij naar bed gaat, maar ook eenige malen in den loop van den dag. Het best zou zijn dat te doen met een glas water, waarin een theelepeltje zout is opgelost. Des avonds is het goed hiermede te gorgelen en vooral te zorgen, dat iedere holte tusschen de tanden er mede in aanraking komt. De pijp behoort in de hand gehouden te worden en zoo min mogelijk met lippen of tanden te worden vastgeklemd. Telegrammen uit Havanna berichten van vreeseljjke ellende op Cuba. Er is last gegeven door de Amerikaansche regeering om in den nood te voorzien.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1898 | | pagina 5